Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2018/2996(DEA)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : B8-0214/2019

Ingediende teksten :

B8-0214/2019

Debatten :

Stemmingen :

Aangenomen teksten :

P8_TA(2019)0311

Aangenomen teksten
PDF 113kWORD 48k
Woensdag 27 maart 2019 - Straatsburg
Fonds voor asiel, migratie en integratie
P8_TA(2019)0311B8-0214/2019

Resolutie van het Europees Parlement van 27 maart 2019 over de Gedelegeerde Verordening van de Commissie van 14 december 2018 tot wijziging van bijlage II bij Verordening (EU) nr. 516/2014 van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van het Fonds voor asiel, migratie en integratie (C(2018)08466 – 2018/2996(DEA))

Het Europees Parlement,

–  gezien de gedelegeerde verordening van de Commissie (C(2018)08466),

–  gezien artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–  gezien Verordening (EU) nr. 516/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot oprichting van het Fonds voor asiel, migratie en integratie, tot wijziging van Beschikking 2008/381/EG van de Raad en tot intrekking van Beschikkingen nr. 573/2007/EG en nr. 575/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad en Beschikking 2007/435/EG van de Raad(1), en met name artikel 16, lid 2, en artikel 26, lid 5,

–  gezien de ontwerpresolutie van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken,

–  gezien artikel 105, lid 3, van zijn Reglement,

A.  overwegende dat in artikel 1 van de gedelegeerde verordening van de Commissie wordt voorgesteld bijlage II bij Verordening (EU) nr. 516/2014 te wijzigen en daarin een specifieke actie op te nemen met betrekking tot "de oprichting, ontwikkeling en inwerkingstelling van adequate voorzieningen voor opvang, huisvesting en bewaring, en van vergelijkbare voorzieningen voor aanvragers van internationale bescherming of voor onderdanen van derde landen die zich in een lidstaat ophouden en die niet of niet langer voldoen aan de voorwaarden voor toegang tot en/of verblijf in een lidstaat";

B.  overwegende dat in de gedelegeerde verordening van de Commissie wordt voorgesteld in deze nieuwe specifieke actie het concept "gecontroleerde centra" op te nemen en daarmee te voorzien in financiering van de lidstaten, zodat zij deze "gecontroleerde centra" kunnen oprichten en ontwikkelen en in werking kunnen stellen;

C.  overwegende dat het concept "gecontroleerde centra" controversieel is en dat de wettigheid ervan betwijfeld kan worden; overwegende dat dit concept niet voorkomt in de Uniewetgeving en evenmin is goedgekeurd door de medewetgevers;

D.  overwegende dat het Parlement van mening is dat een dergelijk concept niet gefinancierd moet worden tenzij en totdat het binnen het juiste, door de medewetgevers vastgestelde wetgevingsinstrument naar behoren is gedefinieerd, waarbij een specifieke omschrijving wordt gegeven van de rechtsgrond, de aard en de doelstelling van een dergelijk concept;

1.  maakt bezwaar tegen de gedelegeerde verordening van de Commissie;

2.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Commissie en haar ervan in kennis te stellen dat de gedelegeerde verordening niet in werking kan treden;

3.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en aan de regeringen en parlementen van de lidstaten.

(1) PB L 150 van 20.5.2014, blz. 168.

Laatst bijgewerkt op: 20 april 2020Juridische mededeling - Privacybeleid