Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 17 april 2019 over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad ter voorkoming van de verspreiding van terroristische online-inhoud (COM(2018)0640 – C8-0405/2018 – 2018/0331(COD))
(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2018)0640),
– gezien artikel 294, lid 2, en artikel 114 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C8-0405/2018),
– gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
– gezien het gemotiveerde advies dat in het kader van protocol nr. 2 betreffende de toepassing van de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid is uitgebracht door de Tsjechische Kamer van Afgevaardigden, en waarin wordt gesteld dat het ontwerp van wetgevingshandeling niet strookt met het subsidiariteitsbeginsel,
– gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van 12 december 2018(1),
– gezien artikel 59 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken en de adviezen van de Commissie cultuur en onderwijs en de Commissie interne markt en consumentenbescherming (A8-0193/2019),
1. stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;
2. verzoekt de Commissie om hernieuwde voorlegging aan het Parlement indien zij haar voorstel vervangt, ingrijpend wijzigt of voornemens is het ingrijpend te wijzigen;
3. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.
Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 17 april 2019 met het oog op de vaststelling van Verordening (EU) 2019/... van het Europees Parlement en de Raad ter voorkomingvoor het aanpakken van de verspreiding van terroristische online-inhoud [Am. 1]
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité(1),
Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure(2),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) Deze verordening heeft tot doel te zorgen voor de goede werking van de digitale eengemaakte markt in een open en democratische samenleving, door misbruik van hostingdiensten voor terroristische doeleinden te voorkomenaan te pakken en bij te dragen tot de openbare veiligheid in Europese samenlevingen. De werking van de digitale eengemaakte markt moet worden verbeterd door aanbieders van hostingdiensten meer rechtszekerheid te bieden, het vertrouwen van de gebruikers in de onlineomgeving te vergroten en de waarborgen voor de vrijheid van meningsuiting en, de vrijheid kennis te nemen en te geven van informatie en ideeën in een open en democratische samenleving, evenals de vrijheid en het pluralisme van de media solider te maken. [Am. 2]
(1 bis) De regulering van aanbieders van hostingdiensten kan slechts een aanvulling vormen op de strategieën van de lidstaten om terrorisme aan te pakken, waarin de nadruk moet liggen op offline-maatregelen zoals investeringen in sociaal werk, deradicaliseringsinitiatieven en samenwerking met de getroffen gemeenschappen, teneinde radicalisering in de samenleving op een duurzame manier te voorkomen. [Am. 3]
(1 ter) Terroristische online-inhoud vormt een onderdeel van het grotere probleem van illegale online-inhoud, dat andere vormen van inhoud omvat, zoals de seksuele uitbuiting van kinderen, illegale handelspraktijken en inbreuken op intellectuele-eigendomsrechten. Terroristische en andere criminele organisaties handelen vaak in illegale inhoud om geld wit te wassen en fondsen te werven om hun illegale activiteiten te financieren.Dit probleem vereist een combinatie van wetgevings-, niet-wetgevings- en vrijwillige maatregelen op basis van samenwerking tussen de autoriteiten en aanbieders, waarbij de grondrechten volledig worden geëerbiedigd.Hoewel de dreiging van illegale online-inhoud is verminderd door succesvolle initiatieven zoals de door de industrie aangestuurde gedragscode voor het bestrijden van illegale haatzaaiende uitlatingen op het internet en de "WePROTECT Global Alliance to end child sexual abuse online", is het noodzakelijk om een wetgevingskader te scheppen voor de grensoverschrijdende samenwerking tussen de nationale regelgevende instanties om illegale inhoud te verwijderen. [Am. 4]
(2) Aanbieders van hostingdiensten die op het internet actief zijn, spelen een essentiële rol in de digitale economie doordat zij ondernemingen en burgers met elkaar verbinden, leermogelijkheden bieden en het publieke debat en de verspreiding en ontvangst van informatie, meningen en ideeën faciliteren, hetgeen een aanzienlijke bijdrage levert aan innovatie, economische groei en het scheppen van banen in de Unie. Hun diensten worden echter in bepaalde gevallen door derden misbruikt om illegale activiteiten online uit te voeren. Bijzonder zorgwekkend is het misbruik van aanbieders van hostingdiensten door terroristische groeperingen en hun aanhangers om terroristische online-inhoud te verspreiden en hun boodschap uit te dragen, te radicaliseren en te werven en terroristische activiteiten te faciliteren en aan te sturen. [Am. 5]
(3) De aanwezigheid van terroristische online-inhoud is weliswaar niet de enige factor, maar is een katalysator gebleken voor de radicalisering van personen die terroristische daden hebben begaan, en heeft derhalve ernstige negatieve gevolgen voor de gebruikers, de burgers en de samenleving in het algemeen alsook voor de aanbieders van onlinediensten die dergelijke inhoud hosten, omdat hierdoor het vertrouwen van hun gebruikers wordt ondermijnd en hun bedrijfsmodellen worden geschaad. Aanbieders van onlinediensten hebben, gezien hun centrale rol en in verhouding tot de technologische middelen en mogelijkheden die met de door hen verleende diensten gepaard gaan, een bijzondere maatschappelijke verantwoordelijkheid om hun diensten te beschermen tegen misbruik door terroristen en om de bevoegde autoriteiten te helpen bij de bestrijding van terroristische inhoud die via hun diensten wordt verspreid, zonder het fundamentele belang van de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid kennis te nemen en te geven van informatie en ideeën in een open en democratische samenleving, uit het oog te verliezen. [Am. 6]
(4) De inspanningen op het niveau van de Unie om terroristische online-inhoud te bestrijden, die in 2015 begonnen met een kader voor vrijwillige samenwerking tussen lidstaten en aanbieders van hostingdiensten, moeten worden aangevuld met een duidelijk wetgevingskader teneinde terroristische online-inhoud nog minder toegankelijk te maken en een snel om zich heen grijpend probleem adequaat aan te pakken. Dit wetgevingskader wil voortbouwen op de vrijwillige inspanningen, die zijn versterkt door Aanbeveling (EU) 2018/334 van de Commissie(3), en is een reactie op de oproep van het Europees Parlement om de maatregelen tegen illegale en schadelijke inhoud aan te scherpen, overeenkomstig het uit Richtlijn 2000/31/EG voortvloeiende horizontale kader, en de oproep van de Europese Raad om de automatische detectie en verwijdering van inhoud die tot terroristische daden aanzet, te verbeteren. [Am. 7]
(5) De toepassing van deze verordening mag geen afbreuk doen aan de toepassing van artikel 14 van Richtlijn 2000/31/EG(4). Met name mogen door de aanbieder van hostingdiensten in overeenstemming met deze verordening genomen maatregelen, waaronder alle proactieve maatregelen, op zich niet ertoe leiden dat die dienstverlener de vrijstelling van aansprakelijkheid verliest waarin die bepaling voorziet. Deze verordening laat de bevoegdheden van nationale autoriteiten en rechterlijke instanties onverlet om aanbieders van hostingdiensten aansprakelijk te stellen in specifieke gevallen waarin niet is voldaan aan de in artikel 14 van Richtlijn 2000/31/EG vastgestelde voorwaarden voor vrijstelling van aansprakelijkheid. [Am. 8]
(6) De regels ter voorkoming van hetvoor het aanpakken van misbruik van hostingdiensten voor de verspreiding van terroristische online-inhoud teneinde de goede werking van de interne markt te waarborgen, worden in deze verordening vastgesteld met volledige eerbiediging vanen moeten volledig stroken met de grondrechten die zijn beschermd in de rechtsorde van de Unie, en meer bepaald die welke zijn verankerd in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. [Am. 9]
(7) Deze verordening draagt bij aanheeft tot doel bij te dragen aan de bescherming van de openbare veiligheid en creëert moet zorgen voor de totstandbrenging van passende en solide waarborgen om de bescherming van de grondrechten in kwestie te garanderen. Dit omvat het recht op eerbiediging van het privéleven en de bescherming van persoonsgegevens, het recht op doeltreffende rechtsbescherming, het recht op vrijheid van meningsuiting, waaronder de vrijheid kennis te nemen en te geven van informatie, de vrijheid van ondernemerschap en het beginsel van non-discriminatie. De bevoegde autoriteiten en de aanbieders van hostingdiensten mogen alleen maatregelen vaststellen die noodzakelijk, passend en evenredig zijn in een democratische samenleving, waarbij zij rekening houden met het bijzondere belang dat wordt gehecht aan de vrijheid van meningsuiting en, de vrijheid kennis te nemen en te geven van informatie , dieéén vanen ideeën, het recht op eerbiediging van het privéleven en van het familie- en gezinsleven, en het recht op bescherming van persoonsgegevens, die behoren tot de essentiële fundamenten van een pluralistische, democratische samenleving is en één vantot de waarden waarop de Unie is gegrondvest. Maatregelen die eenmogen geen inmenging vormen in de vrijheid van meningsuiting en van informatie moeten strikt afgebakend zijn, in die zin dat zeen moeten in de mate van het mogelijke dienen om de verspreiding van terroristische inhoud te voorkomenaan te pakken aan de hand van een strikt afgebakende aanpak, maar zonder dat dit afbreuk doet aan het recht op rechtmatige wijze kennis te nemen en te geven van informatie, rekening houdend met de centrale rol van aanbieders van hostingdiensten bij het faciliteren van het publieke debat en de verspreiding en ontvangst van feiten, meningen en ideeën overeenkomstig de wet. Doeltreffende maatregelen ter bestrijding van onlineterrorisme en het beschermen van de vrijheid van meningsuiting zijn geen tegenstrijdige doelstellingen, maar vullen elkaar juist aan en versterken elkaar. [Am. 10]
(8) Het recht op een doeltreffende voorziening in rechte is vastgelegd in artikel 19 VEU en artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. Elke natuurlijke of rechtspersoon heeft recht op een doeltreffende voorziening in rechte voor de bevoegde nationale rechterlijke instantie tegen overeenkomstig deze verordening genomen maatregelen die een negatief effect kunnen hebben op de rechten van die persoon. Het recht omvat met name de mogelijkheid voor aanbieders van hostingdiensten en aanbieders van inhoud om verwijderingsbevelen daadwerkelijk te betwisten voor de rechterlijke instantie van de lidstaat waarvan de autoriteiten het verwijderingsbevel hebben uitgevaardigd, alsook mogelijkheden voor aanbieders van inhoud om de door de aanbieder van hostingdiensten genomen specifieke maatregelen te betwisten. [Am. 11]
(9) Om duidelijkheid te verschaffen over de maatregelen die zowel aanbieders van hostingdiensten als bevoegde autoriteiten moeten nemen om de verspreiding van terroristische online-inhoud te voorkomenaan te pakken, moet deze verordening een definitie van terroristische inhoud vaststellen met het oog op preventieve doeleinden, op basis van de definitie van terroristische misdrijven van Richtlijn (EU) 2017/541 van het Europees Parlement en de Raad(5). Omdat de schadelijkste terroristische onlinepropagandaonline-inhoud moet worden aangepakt, moet de definitie slaan op materiaal en informatie die aanzettendat aanzet tot het plegen van terroristische misdrijven of het bijdragen aan terroristische misdrijven, of dit aanmoedigen of verdedigen, die instructies geven voor het plegen van dergelijke misdrijvendaartoe aanspoort of het deelnemen aan activiteiten van een terroristische groepering bevorderenbevordert, , waardoor het gevaar ontstaat dat een of meer van deze misdrijven worden gepleegd. De definitie moet ook betrekking hebben op inhoud die richtsnoeren omvat voor het vervaardigen en gebruiken van explosieven, vuurwapens of andere wapens of schadelijke of gevaarlijke stoffen, evenals chemische, biologische, radiologische en nucleaire stoffen (CBRN), of richtsnoeren op het gebied van andere methoden en technieken, met inbegrip van de selectie van doelwitten, met als doel het plegen van terroristische misdrijven. Dergelijke informatie omvat met name tekst, beelden, geluidsopnamen en videobestanden. Bij de beoordeling of inhoud terroristische inhoud is in de zin van deze verordening, moeten bevoegde autoriteiten en aanbieders van hostingdiensten rekening houden met factoren zoals de aard en de formulering van de verklaringen, de context waarin de verklaringen zijn afgelegd en hun potentieel om schadelijke gevolgen teweeg te brengen, waardoor de veiligheid van personen in gevaar komt. Het feit dat het materiaal geproduceerd is door, toe te rekenen is aan of verspreid is namens een terroristische organisatie of persoon die op de EU-terroristenlijst is geplaatst, is een belangrijke factor in de beoordeling. Inhoud die voor educatieve, journalistieke of onderzoeksdoeleinden of in het kader van voorlichtingsactiviteiten op het gebied van de bestrijding van terroristische activiteiten wordt verspreid, moet adequaat worden beschermd. Met name in gevallen waarin de aanbieder van inhoud een redactionele verantwoordelijkheid draagt, moet bij elk besluit over de verwijdering van het verspreide materiaal rekening worden gehouden met de journalistieke normen die in overeenstemming met het recht van de Unie en het Handvest van de grondrechten zijn vastgesteld in de pers- of mediawetgeving. Voorts mag de uiting van radicale, polemische of controversiële standpunten in het publieke debat over gevoelige politieke vraagstukken niet als terroristische inhoud worden beschouwd. [Am. 12]
(10) Om van toepassing te zijn op onlinehostingdiensten waarop terroristische inhoud wordt verspreid, moet deze verordening van toepassing zijn op diensten van de informatiemaatschappij die op verzoek van een afnemer van de dienst door hem verstrekte informatie opslaan en de opgeslagen informatie aan derdenhet publiek beschikbaar stellen, ongeacht of deze activiteit louter technisch, automatisch en passief is. Dergelijke aanbieders van diensten van de informatiemaatschappij omvatten bijvoorbeeld socialemediaplatforms, videostreamingdiensten, diensten voor het delen van video- en audiobestanden en beelden, bestandsdeling en andere clouddiensten in zoverre daarmee de informatie aan derdenhet publiek beschikbaar wordt gesteld, en websites waarop gebruikers opmerkingen of beoordelingen kunnen posten. De verordening moet ook van toepassing zijn op aanbieders van hostingdiensten die buiten de Unie zijn gevestigd maar diensten aanbieden in de Unie, aangezien een aanzienlijk deel van de aanbieders van hostingdiensten die aan terroristische inhoud op hun diensten zijn blootgesteld, in derde landen gevestigd zijn. Dit moet ervoor zorgen dat alle ondernemingen die in de digitale eengemaakte markt actief zijn, dezelfde vereisten moeten naleven, ongeacht het land van vestiging. Om te bepalen of een dienstverlener diensten aanbiedt in de Unie, moet worden nagegaan of de dienstverlener rechtspersonen of natuurlijke personen in een of meer lidstaten in staat stelt om zijn diensten te gebruiken. De loutere toegankelijkheid van de website van een dienstverlener of van een e-mailadres en van andere contactgegevens in een of meer lidstaten mag op zich echter niet volstaan als voorwaarde voor de toepassing van deze verordening. De verordening mag niet van toepassing zijn op clouddiensten, met inbegrip van business-to-business clouddiensten, waarvoor de dienstverlener geen contractuele rechten heeft met betrekking tot de vraag welke inhoud wordt opgeslagen, hoe deze wordt verwerkt of hoe deze door zijn klanten of door de eindgebruikers van die klanten voor het publiek beschikbaar wordt gesteld, en waarbij de dienstverlener niet over de technische mogelijkheid beschikt om door zijn klanten of eindgebruikers van zijn diensten opgeslagen specifieke inhoud te verwijderen. [Am. 13]
(11) Een wezenlijke band met de Unie moet relevant zijn om het toepassingsgebied van deze verordening te bepalen. Deze wezenlijke band met de Unie moet worden geacht te bestaan wanneer de dienstverlener een vestiging in de Unie heeft of, als dat niet het geval is, op basis van het bestaan van een aanzienlijk aantal gebruikers in een of meer lidstaten, of het richten van activiteiten op een of meer lidstaten. Of de activiteiten op een of meer lidstaten zijn gericht, kan worden bepaald aan de hand van alle relevante omstandigheden, waaronder factoren zoals het gebruik van een taal of een munteenheid die in die lidstaat algemeen gangbaar is, of de mogelijkheid goederen of diensten te bestellen. Dat de activiteiten op een lidstaat zijn gericht, kan ook blijken uit de beschikbaarheid van een applicatie in de desbetreffende nationale applicationstore, het maken van lokale reclame of reclame in de taal die in die lidstaat gangbaar is, of het beheren van klantenrelaties, bijvoorbeeld door het aanbieden van een klantenservice in de taal die in die lidstaat algemeen gangbaar is. Een wezenlijke band moet ook worden aangenomen wanneer een dienstverlener zijn activiteiten op een of meer lidstaten richt zoals bepaald in artikel 17, lid 1, onder c), van Verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad(6). Anderzijds kan het verlenen van de dienst met het oog op de loutere naleving van het discriminatieverbod dat in Verordening (EU) 2018/302 van het Europees Parlement en de Raad(7) is neergelegd, op die grond alleen niet worden beschouwd als het richten van activiteiten op een bepaald grondgebied in de Unie. [Am. 14]
(12) Aanbieders van hostingdiensten moeten bepaalde zorgplichten nakomen om de verspreiding van terroristische inhoud op hun diensten te voorkomenonder het publiek aan te pakken. Deze zorgplichten mogen niet neerkomen op een algemene toezichtverplichtingverplichting voor aanbieders van hostingdiensten om toezicht te houden op de informatie die zij opslaan, noch op een algemene verplichting om actief op zoek te gaan naar feiten of zaken die wijzen op illegale activiteiten. Zorgplichten moeten inhouden dat aanbieders van hostingdiensten bij de toepassing van deze verordening op transparante, zorgvuldige, evenredige en niet-discriminerende wijze moeten handelen ten aanzien van inhoud die zij opslaan, met name wanneer zij hun eigen voorwaarden toepassen, teneinde te voorkomen dat inhoud wordt verwijderd die geen terroristische inhoud is. De verwijdering of het onmogelijk maken van de toegang moet plaatsvinden met eerbiediging van de vrijheid van meningsuiting en, de vrijheid kennis te nemen en te geven van informatie en ideeën in een open en democratische samenleving, alsook van de vrijheid en het pluralisme van de media. [Am. 15]
(13) De procedure en verplichtingen die voortvloeien uit wettelijke bevelenverwijderingsbevelen waarin aanbieders van hostingdiensten na een beoordeling door de bevoegde autoriteiten wordt gevraagd terroristische inhoud te verwijderen of de toegang daartoe onmogelijk te maken, moeten worden geharmoniseerd. De lidstaten moeten vrij blijven in de keuze van de bevoegde autoriteiten en kunnen eenrechterlijke instantie of een functioneel onafhankelijke administratieve instanties, rechtshandhavingsautoriteiten of rechterlijkeinstantiesinstantie of rechtshandhavingsautoriteit met deze taak belasten. Gezien de snelheid waarmee terroristische inhoud via onlinediensten wordt verspreid, legt deze bepaling aanbieders van hostingdiensten de verplichting op te garanderen dat in het verwijderingsbevel geïdentificeerde terroristische inhoud binnen één uur na ontvangst van het verwijderingsbevel wordt verwijderd of dat de toegang daartoe onmogelijk wordt gemaakt. Het zijn de aanbieders van hostingdiensten die besluiten of zij de inhoud in kwestie verwijderen of de toegang daartoe onmogelijk maken voor gebruikers in de Unie. [Am. 16]
(14) De bevoegde autoriteit moet het verwijderingsbevel rechtstreeks aan de geadresseerde en het contactpunt van de aanbieder van hostingdiensten en, indien de hoofdvestiging van de aanbieder van hostingdiensten zich in een andere lidstaat bevindt, aan de bevoegde autoriteit van die lidstaat zenden met elektronische middelen die een schriftelijk bewijs kunnen genereren op zodanige wijze dat de dienstverlener de authenticiteit kan vaststellen, met vermelding van de datum en het tijdstip van verzending en ontvangst van het bevel, bijvoorbeeld via beveiligde e-mail en platformen of andere beveiligde kanalen, met inbegrip van die welke door de dienstverlener beschikbaar worden gesteld, overeenkomstig de regels inzake de bescherming van persoonsgegevens. Dit vereiste kan met name worden nageleefd door het gebruik van gekwalificeerde diensten voor elektronisch aangetekende bezorging in de zin van Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad(8). [Am. 17]
(15) Doorverwijzingen door de bevoegde autoriteiten of Europol vormen een doeltreffende en snelle manier om aanbieders van hostingdiensten bewust te maken van specifieke inhoud op hun diensten. Dit mechanisme om aanbieders van hostingdiensten te waarschuwen voor informatie die als terroristische inhoud kan worden beschouwd, opdat de aanbieder vrijwillig nagaat of die inhoud verenigbaar is met zijn eigen voorwaarden, moet beschikbaar blijven naast de verwijderingsbevelen. Het is van belang dat aanbieders van hostingdiensten dergelijke doorverwijzingen bij voorrang beoordelen en snel feedback geven over de genomen maatregelen. Het blijft de aanbieder van hostingdiensten die uiteindelijk besluit of hij inhoud al dan niet verwijdert omdat die niet verenigbaar is met zijn voorwaarden. Bij de uitvoering van deze verordening met betrekking tot doorverwijzingen blijft het mandaat van Europol overeenkomstig Verordening (EU) 2016/794(9) onverlet. [Am. 18]
(16) Gezien de omvang en snelheid die nodig zijn om terroristische inhoud doeltreffend te identificeren en te verwijderen, zijn evenredige proactievespecifieke maatregelen, onder meer met gebruikmaking van automatische middelen in bepaalde gevallen, een essentieel onderdeel in de strijd tegen terroristische online-inhoud. Om terroristische inhoud op hun diensten minder toegankelijk te maken, moeten aanbieders van hostingdiensten beoordelen of het passend is proactievespecifieke maatregelen te nemen, afhankelijk van de risico’s en de mate van blootstelling aan terroristische inhoud alsook van de gevolgen voor de rechten van derden en het publieke belang om kennis te nemen en te geven van informatie, met name wanneer er sprake is van een aanzienlijke mate van blootstelling aan terroristische inhoud en wanneer een aanzienlijk aantal verwijderingsbevelen is ontvangen. Bijgevolg moeten aanbieders van hostingdiensten bepalen welke passende, gerichte, doeltreffende en evenredige proactievespecifieke maatregelen moeten worden genomen. Dit vereiste mag niet neerkomen op een algemene toezichtverplichting. Deze specifieke maatregelen kunnen onder meer regelmatige verslaglegging bij de bevoegde autoriteiten en verruiming van de personele middelen op het gebied van maatregelen ter bescherming van de diensten tegen de publieke verspreiding van terroristische inhoud omvatten, alsook uitwisseling van beste praktijken. In het kader van deze beoordeling wijzen de afwezigheid van aan een aanbieder van hostingdiensten gerichte verwijderingsbevelen en doorverwijzingen op een lage mate van blootstelling aan terroristische inhoud. [Am. 19]
(17) Bij het invoeren van proactievespecifieke maatregelen moeten aanbieders van hostingdiensten ervoor zorgen dat het recht van gebruikers op vrijheid van meningsuiting en van informatie - waaronder het vrijvrijheid kennis te nemen en te geven van informatie - en ideeën in een open en democratische samenleving behouden blijft. Aanbieders van hostingdiensten moeten niet alleen alle in de wet neergelegde vereisten naleven, waaronder de wetgeving inzake de bescherming van persoonsgegevens, maar ook de nodige zorgvuldigheid aan de dag leggen en waarborgen instellen, onder meer met name menselijk toezicht en menselijke verificatie, waar passend, om onbedoelde en onterechte besluiten te voorkomen die leiden tot de verwijdering van inhoud die geen terroristische inhoud is. Dit is bijzonder relevant wanneer aanbieders van hostingdiensten automatische middelen gebruiken om terroristische inhoud op te sporen. Elk besluit om automatische middelen te gebruiken, ongeacht of dit wordt genomen door de aanbieder van hostingdiensten zelf of op verzoek van de bevoegde autoriteit, moet worden beoordeeld rekening houdend met de betrouwbaarheid van de onderliggende technologie en het daaruit voortvloeiende effect op de grondrechten. [Am. 20]
(18) Om ervoor te zorgen dat aanbieders van hostingdiensten die aan terroristische inhoud worden blootgesteld, passende maatregelen nemen om misbruik van hun diensten te voorkomen, moetenmoet de bevoegde autoriteitenautoriteit aanbieders van hostingdiensten die een verwijderingsbevelaanzienlijk aantal definitieve verwijderingsbevelen hebben ontvangen dat definitief is geworden, verzoeken verslag uit te brengen over de genomen proactievespecifieke maatregelen. Deze kunnen bestaan uit maatregelen om te voorkomen dat terroristische inhoud die is verwijderd of waartoe de toegang onmogelijk is gemaakt als gevolg van een verwijderingsbevel dat of een doorverwijzing die de aanbieder van hostingdiensten heeft ontvangen, opnieuw wordt geüpload, door gebruik te maken van publieke of particuliere instrumenten waarmee die inhoud kan worden vergeleken met bekende terroristische inhoud. Zij kunnen ook gebruikmaken van betrouwbare technische instrumenten om nieuwe terroristische inhoud te identificeren, hetzij op de markt beschikbare instrumenten hetzij instrumenten die de aanbieder van hostingdiensten zelf heeft ontwikkeld. De dienstverlener moet verslag uitbrengen over de specifieke proactieve maatregelen zodat de bevoegde autoriteit kan beoordelen of de maatregelen nodig, doeltreffend en evenredig zijn en of, indien automatische middelen worden gebruikt, de aanbieder van hostingdiensten over de nodige capaciteiten beschikt voor menselijk toezicht en menselijke verificatie. Bij het beoordelen van de noodzakelijkheid, doeltreffendheid en evenredigheid van de maatregelen moeten de bevoegde autoriteiten rekening houden met relevante parameters, waaronder het aantal aan de aanbieder gerichte verwijderingsbevelen en doorverwijzingen, zijn omvang en economische draagkracht en het effect van zijn dienst in de verspreiding van terroristische inhoud (bijvoorbeeld rekening houdend met het aantal gebruikers in de Unie), alsook met de waarborgen die zijn vastgesteld ter bescherming van de vrijheid van meningsuiting en van informatie, en het aantal incidenten met betrekking tot beperking van legale inhoud. [Am. 21]
(19) Na het verzoek moet de bevoegde autoriteit een dialoog aangaan met de aanbieder van hostingdiensten over de nodige proactievespecifieke maatregelen die moeten worden genomen. Zo nodig moet de bevoegde autoriteit het nemen vande aanbieder van hostingdiensten verzoeken de nodige maatregelen opnieuw te evalueren of passende, doeltreffende en evenredige proactievespecifieke maatregelen opleggente nemen wanneer zij van oordeel is dat de genomen maatregelen in strijd zijn met het beginsel van noodzakelijkheid en het beginsel van evenredigheid of niet volstaan om de risico’s aan te pakken. Een besluit omDe bevoegde autoriteit mag alleen verzoeken om specifieke maatregelen die redelijkerwijs van de aanbieder van hostingdiensten verwacht kunnen worden, waarbij onder meer rekening wordt gehouden met de financiële en andere middelen van de aanbieder. Een verzoek om tenuitvoerlegging van dergelijke specifieke proactieve maatregelen op te leggen mag in beginsel niet leiden tot het opleggen van een algemene toezichtverplichting, zoals bepaald in artikel 15, lid 1, van Richtlijn 2000/31/EG. Gezien de bijzonder ernstige risico’s die met de verspreiding van terroristische inhoud gepaard gaan, kunnen de door de bevoegde autoriteiten op grond van deze verordening genomen besluiten afwijken van de aanpak die in artikel 15, lid 1, van Richtlijn 2000/31/EG is vastgesteld, wat betreft bepaalde specifieke, gerichte maatregelen die moeten worden genomen om dwingende redenen van openbare veiligheid. Alvorens dergelijke besluiten te nemen, moet de bevoegde autoriteit een billijke afweging maken tussen de doelstellingen van openbaar belang en de betrokken grondrechten, waaronder met name de vrijheid van meningsuiting en van informatie en de vrijheid van ondernemerschap, en een passende motivering verstrekken. [Am. 22]
(20) De verplichting voor aanbieders van hostingdiensten om verwijderde inhoud en bijbehorende gegevens te bewaren, moet worden vastgesteld voor specifieke doeleinden en beperkt zijn in de tijd tot wat nodig is. Het vereiste van bewaring moet worden uitgebreid tot de bijbehorende gegevens, in zoverre dat die gegevens anders verloren zouden gaan als gevolg van de verwijdering van de betrokken inhoud. Bijbehorende gegevens kunnen "gegevens betreffende de abonnee" zijn, waaronderen met name gegevens betreffende de identiteit van de aanbieder van inhoud, alsook "gegevens betreffende toegang", waaronder bijvoorbeeld gegevens over de datum en het tijdstip van gebruik door de aanbieder van inhoud of het aanmelden bij en uitloggen uit de dienst, samen met het IP-adres dat door de aanbieder van internettoegang aan de aanbieder van inhoud wordt toegekend. [Am. 23]
(21) De verplichting tot bewaring van de inhoud met het oog op procedures van administratieve of rechterlijke toetsing is noodzakelijk en gerechtvaardigd om te garanderen dat de aanbieder van inhoud wiens inhoud is verwijderd of tot wiens inhoud de toegang onmogelijk is gemaakt, over doeltreffende rechtsmiddelen beschikt, en dat die inhoud wordt hersteld in de staat van vóór de verwijdering afhankelijk van de uitkomst van de toetsingsprocedure. De verplichting tot bewaring van inhoud met het oog op onderzoek en vervolging is gerechtvaardigd en noodzakelijk in het licht van de waarde die dit materiaal kan hebben voor het verstoren of voorkomen van terroristische activiteiten. Wanneer ondernemingen materiaal verwijderen of de toegang daartoe onmogelijk maken, met name door middel van hun eigen proactievespecifieke maatregelen, en de bevoegde autoriteit niet moeten zij de bevoegde rechtshandhavingsautoriteiten daar onverwijld over inlichten omdat zij van mening zijn dat dit niet onder artikel 13, lid 4, van deze verordening valt, kan de rechtshandhaving geen kennis hebben van het bestaan van de inhoud. Daarom isDe bewaring van inhoud is ook gerechtvaardigd met het oog op het voorkomen, opsporen, onderzoeken en vervolgen van terroristische misdrijven. Voor deze doeleinden mogen de terroristische inhoud en de daarmee samenhangende gegevens slechts voor een bepaalde periode worden opgeslagen, zodat de rechtshandhavingsautoriteiten de inhoud kunnen controleren en kunnen beslissen of de opslag voor deze specifieke doeleinden nodig is. Deze termijn mag niet meer dan zes maanden bedragen. Voor het voorkomen, opsporen, onderzoeken en vervolgen van terroristische misdrijven is de vereiste bewaring van gegevens beperkt tot gegevens die waarschijnlijk verband houden met terroristische misdrijven, en kan zij derhalve bijdragen tot het vervolgen van terroristische misdrijven of tot het voorkomen van ernstige risico’s voor de openbare veiligheid. [Am. 24]
(22) Met het oog op de evenredigheid moet de bewaringstermijn worden beperkt tot zes maanden om de aanbieders van inhoud voldoende tijd te geven om het toetsingsproces in te leiden, enof de rechtshandhavingrechtshandhavingsautoriteiten toegang te bieden tot relevante gegevens voor het onderzoek naar en de vervolging van terroristische misdrijven. Deze termijn kan echter worden verlengd met de termijn die nodig is ingeval de toetsingsprocedure ofvoorziening in rechte is ingeleid doch niet binnen de termijn van zes maanden is afgerond, en dit op verzoek van de autoriteit die de toetsing verricht. Die duur moet tevens volstaan om de rechtshandhavingsautoriteiten in staat te stellen het nodige bewijsmateriaalmateriaal in verband met het onderzoekonderzoeken en vervolgingen te bewaren, terwijl het evenwicht met de betrokken grondrechten wordt gegarandeerd. [Am. 25]
(23) Deze verordening heeft geen gevolgen voor de procedurele waarborgen en procedurele onderzoeksmaatregelen in verband met de toegang tot inhoud en bijbehorende gegevens die worden bewaard met het oog op het onderzoek naar en de vervolging van terroristische misdrijven, zoals geregeld in het nationale recht van de lidstaten en in de wetgeving van de Unie.
(24) Transparantie van het beleid van aanbieders van hostingdiensten met betrekking tot terroristische inhoud is essentieel om hun verantwoordingsplicht tegenover hun gebruikers en het vertrouwen van burgers in de digitale eengemaakte markt te vergroten. Alleen aanbieders van hostingdiensten die voor dat jaar verwijderingsbevelen hebben ontvangen, moeten verplicht worden om jaarlijkse transparantieverslagen te publiceren met nuttige informatie over de maatregelen die zijn genomen met betrekking tot de opsporing, identificatie en verwijdering van terroristische inhoud. [Am. 26]
(24 bis) Ook de voor de uitvaardiging van verwijderingsbevelen bevoegde autoriteiten moeten transparantieverslagen publiceren met informatie over het aantal uitgevaardigde verwijderingsbevelen, het aantal weigeringen, het aantal gevallen waarin het aanmerken van inhoud als terroristische inhoud leidde tot onderzoek naar en vervolging van terroristische misdrijven, en het aantal gevallen waarin inhoud ten onrechte als terroristische inhoud werd aangemerkt. [Am. 27]
(25) Klachtenprocedures zijn een noodzakelijke waarborg tegen onterechte verwijdering van inhoud die op grond van de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid kennis te nemen en te geven van informatie en ideeën in een open en democratische samenleving beschermd is. Aanbieders van hostingdiensten moeten dan ook gebruiksvriendelijke klachtenmechanismen instellen en ervoor zorgen dat klachten onmiddellijk en met volledige transparantie voor de aanbieder van inhoud worden behandeld. Het vereiste dat de aanbieder van hostingdiensten de inhoud moet herstellen wanneer die ten onrechte is verwijderd, laat de mogelijkheid onverlet dat aanbieders van hostingdiensten hun eigen voorwaarden. [Am. 28]
(26) Doeltreffende rechtsbescherming in de zin van artikel 19 VEU en artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie vereist dat personen kunnen nagaan om welke redenen de door hen geüploade inhoud is verwijderd of de toegang daartoe onmogelijk is gemaakt. Daartoe moet de aanbieder van hostingdiensten aan de aanbieder van inhoud relevante informatie beschikbaar stellen, zoals de redenen voor de verwijdering of het onmogelijk maken van de toegang en de rechtsgrond voor de maatregel, die hem in staat stelt het besluit te betwisten. Dit hoeft echter niet noodzakelijkerwijs te bestaan in een kennisgeving aan de aanbieder van inhoud. Afhankelijk van de omstandigheden kunnen aanbieders van hostingdiensten inhoud die als terroristische inhoud wordt beschouwd, vervangen door een bericht dat die inhoud overeenkomstig deze verordening is verwijderd of dat de toegang daartoe onmogelijk is gemaakt. Op verzoek moet nadere informatie worden verstrekt over de redenen en over de mogelijkheden voor de aanbieder van inhoud om het besluit te betwisten. Wanneer de bevoegde autoriteiten besluiten dat het om redenen van openbare veiligheid, waaronder in het kader van een onderzoek, niet passend of contraproductief wordt geacht om de aanbieder van inhoud rechtstreeks in kennis te stellen van de verwijdering van inhoud of van het onmogelijk maken van de toegang daartoe, moeten zij de aanbieder van hostingdiensten daarvan in kennis stellen. [Am. 29]
(27) Om dubbel werk en mogelijke inmenging in onderzoeken te vermijden en de kosten voor de getroffen aanbieders van hostingdiensten tot een minimum te beperken, moeten de bevoegde autoriteiten elkaar inlichten en met elkaar, en zo nodig met Europol, coördineren en samenwerken bij het uitvaardigen van verwijderingsbevelen of het zenden van doorverwijzingen aan aanbieders van hostingdiensten. Bij de uitvoering van de bepalingen van deze verordening kan Europol steun verlenen in overeenstemming met zijn huidige mandaat en het bestaande rechtskader. [Am. 30]
(27 bis) Doorverwijzingen door Europol vormen een doeltreffende en snelle manier om aanbieders van hostingdiensten bewust te maken van specifieke inhoud binnen hun diensten. Dit mechanisme om aanbieders van hostingdiensten te waarschuwen voor informatie die als terroristische inhoud kan worden beschouwd, opdat de aanbieder vrijwillig nagaat of die inhoud verenigbaar is met zijn eigen voorwaarden, moet beschikbaar blijven naast de verwijderingsbevelen. Het is daarom van belang dat aanbieders van hostingdiensten samenwerken met Europol en de doorverwijzingen van Europol bij voorrang beoordelen en snel feedback geven over de genomen maatregelen. Het blijft de aanbieder van hostingdiensten die uiteindelijk besluit of hij inhoud al dan niet verwijdert omdat die niet verenigbaar is met zijn voorwaarden. Bij de uitvoering van deze verordening blijft het mandaat van Europol overeenkomstig Verordening (EU) 2016/794(10) onverlet. [Am. 31]
(28) Om te garanderen dat proactieve maatregelen doeltreffend en voldoende coherent door aanbieders van hostingdiensten worden uitgevoerd, moeten de bevoegde autoriteiten in de lidstaten met elkaar contact houden in verband met de besprekingen die zij met aanbieders van hostingdiensten voeren over verwijderingsbevelen en de identificatie, uitvoering en beoordeling van specifieke proactieve maatregelen. Deze samenwerking is ook nodig met betrekking tot de vaststelling van regels inzake sancties, alsook de uitvoering en de handhaving van sancties. [Am. 32]
(29) Het is essentieel dat de bevoegde autoriteit binnen de lidstaat die voor het opleggen van sancties verantwoordelijk is, volledig wordt ingelicht over de uitvaardiging van verwijderingsbevelen en de zending van doorverwijzingen en de daaropvolgende uitwisselingen tussen de aanbieder van hostingdiensten en de betrokken bevoegde autoriteitautoriteiten in andere lidstaten. Daartoe moeten de lidstaten voorzien in passende communicatiekanalen en -mechanismen om relevante informatie tijdig te kunnen delen. [Am. 33]
(30) Om snelle uitwisselingen tussen de bevoegde autoriteiten alsook met aanbieders van hostingdiensten te faciliteren, en om dubbel werk te voorkomen, kunnen de lidstaten gebruikmaken van instrumenten die door Europol zijn ontwikkeld, zoals de huidige Internet Referral Management application (IRMa) of vervolginstrumenten.
(31) Gezien de bijzonder ernstige gevolgen van bepaalde terroristische inhoud moeten aanbieders van hostingdiensten onverwijld de autoriteiten in de betrokken lidstaat of de bevoegde autoriteiten waar zij gevestigd zijn of een wettelijke vertegenwoordiger hebben, inlichten over het bestaan van bewijs van terroristische misdrijven waarvan zij kennis hebben gekregen. Met het oog op de evenredigheid is deze verplichting beperkt tot terroristische misdrijven als omschreven in artikel 3, lid 1, van Richtlijn (EU) 2017/541. De informatieverplichting komt niet neer op een verplichting voor aanbieders van hostingdiensten om dergelijk bewijsmateriaal actief te zoeken. De betrokken lidstaat is de lidstaat die rechtsmacht heeft voor het onderzoek naar en de vervolging van terroristische misdrijven overeenkomstig Richtlijn (EU) 2017/541 op grond van de nationaliteit van de dader, van het potentiële slachtoffer van het misdrijf of de doellocatie van de terroristische daad. In geval van twijfel kunnen aanbieders van hostingdiensten de informatie doorgeven aan Europol die daaraan gevolg moet geven overeenkomstig zijn mandaat, inclusief het doorzenden aan de betrokken nationale autoriteiten.
(32) De bevoegde autoriteiten in de lidstaten moeten die informatie kunnen gebruiken om onderzoeksmaatregelen te nemen waarin het recht van de lidstaten of het recht van de Unie voorziet, onder meer de uitvaardiging van een Europees bevel tot verstrekking op grond van de verordening betreffende het Europees bevel tot verstrekking en het Europees bevel tot bewaring van elektronisch bewijsmateriaal in strafzaken(11).
(33) Zowel de aanbieders van hostingdiensten als de lidstaten moeten contactpunten aanwijzen om de snellevlotte behandeling van verwijderingsbevelen en doorverwijzingen te faciliteren. Anders dan de wettelijke vertegenwoordiger dient het contactpunt operationele doeleinden. Het contactpunt van de aanbieder van hostingdiensten moet bestaan uit alle speciale middelen waarmee verwijderingsbevelen en doorverwijzingen elektronisch kunnen worden ingediend en uit de technische en persoonlijke middelen om die snelvlot te kunnen verwerken. Het contactpunt voor de aanbieder van hostingdiensten hoeft niet in de Unie te zijn gevestigd en de aanbieder van hostingdiensten is vrij om een bestaand contactpunt aan te wijzen, op voorwaarde dat dit contactpunt de functies uit hoofde van deze verordening kan uitoefenen. Om te garanderen dat terroristische inhoud wordt verwijderd of de toegang daartoe onmogelijk wordt gemaakt binnen één uur na ontvangst van een verwijderingsbevel, moeten aanbieders van hostingdiensten garanderen dat het contactpunt 24 uur per dag en zeven dagen per week bereikbaar is. De informatie over het contactpunt moet onder meer aangeven in welke taal het contactpunt kan worden aangesproken. Om de communicatie tussen de aanbieders van hostingdiensten en de bevoegde autoriteiten te faciliteren, worden aanbieders van hostingdiensten aangemoedigd om communicatie mogelijk te maken in een van de officiële talen van de Unie waarin hun voorwaarden beschikbaar zijn. [Am. 34]
(34) Aangezien er geen algemene verplichting geldt voor dienstverleners om een fysieke aanwezigheid op het grondgebied van de Unie te garanderen, moet duidelijkheid worden verschaft over de vraag welke lidstaat rechtsmacht heeft voor de aanbieder van hostingdiensten die diensten in de Unie verricht. Als algemene regel geldt dat de aanbieder van hostingdiensten onder de rechtsmacht valt van de lidstaat waar zijn hoofdvestiging zich bevindt of waar hij een wettelijke vertegenwoordiger heeft aangewezen. Wanneer een andere lidstaat een verwijderingsbevel uitvaardigt, moeten zijn autoriteiten niettemin hun bevelen kunnen handhaven door middel van dwangmaatregelen van niet-bestraffende aard, zoals dwangsommen. Ten aanzien van een aanbieder van hostingdiensten die geen vestiging in de Unie heeft en geen wettelijke vertegenwoordiger aanwijst, moet elke lidstaat niettemin sancties kunnen opleggen, mits het ne bis in idem-beginsel wordt geëerbiedigd. [Am. 35]
(35) Aanbieders van hostingdiensten die niet in de Unie zijn gevestigd, moeten schriftelijk een wettelijke vertegenwoordiger aanwijzen om de naleving en handhaving van de verplichtingen uit hoofde van deze verordening te garanderen. Aanbieders van hostingdiensten kunnen gebruikmaken van een bestaande wettelijke vertegenwoordiger, op voorwaarde dat deze vertegenwoordiger in staat is om de taken zoals vastgelegd in deze verordening uit te oefenen. [Am. 36]
(36) De wettelijke vertegenwoordiger moet juridisch bevoegd zijn om namens de aanbieder van hostingdiensten te handelen.
(37) Voor de toepassing van deze verordening moeten de lidstaten bevoegde autoriteitenéén rechterlijke of functioneel onafhankelijke administratieve instantie aanwijzen. De aanwijzing van bevoegde autoriteiten vereist niet noodzakelijkerwijs de oprichting vanDit betekent echter niet dat er een nieuwe autoriteitenautoriteit dient te worden opgericht: een bestaande instanties kunneninstantie kan met de in deze verordening vastgestelde functies worden belast. Deze verordening verplicht tot aanwijzing van autoriteiteneen autoriteit die bevoegd zijnis voor het uitvaardigen van verwijderingsbevelen, het zenden van doorverwijzingen, het toezicht houden op proactievespecifieke maatregelen en het opleggen van sancties. Het is aan De lidstaten om te bepalen hoeveel autoriteiten zij voor deze taken wensen aan te wijzenmoeten de Commissie in kennis stellen van de uit hoofde van deze verordening aangewezen bevoegde autoriteit, zodat de Commissie online een overzicht van de bevoegde autoriteiten per lidstaat kan publiceren. Het onlineregister moet gemakkelijk toegankelijk zijn, zodat de authenticiteit van verwijderingsbevelen snel door de aanbieders van hostingdiensten kan worden nagegaan. [Am. 37]
(38) Sancties zijn noodzakelijk om te garanderen dat aanbieders van hostingdiensten de verplichtingen uit hoofde van deze verordening daadwerkelijk uitvoeren. De lidstaten moeten regels inzake sancties vaststellen, waar passend met inbegrip van richtsnoeren voor het opleggen van geldboeten. Met nameEr moeten ernstige sancties worden vastgesteld ingeval de aanbieder de aanbieders van hostingdiensten systematisch verzuimt terroristische inhoud te verwijderen of de toegang daartoe onmogelijk te maken binnen één uur na ontvangst van een verwijderingsbevel. Een dergelijke niet-naleving in individuele gevallen kan worden bestraft met eerbiediging van het ne bis in idem-beginsel en het evenredigheidsbeginsel, waarbij in de sancties rekening wordt gehouden met systematisch verzuim. Met het oog op de rechtszekerheid moet in de verordening worden bepaald in hoeverre aan de betrokken verplichtingen sancties kunnen worden verbondenen herhaald verzuimen hun verplichtingen uit hoofde van deze verordening na te komen. Sancties in geval van niet-naleving van artikel 6 mogen alleen worden toegepast met betrekking tot verplichtingen die voortvloeien uit een verzoek verslag uit te brengen krachtens artikel 6, lid 2, of een besluit tot het opleggen verzoek tot tenuitvoerlegging van aanvullende proactieve specifieke maatregelen krachtens artikel 6, lid 4. Bij het bepalen of er al dan niet financiële sancties moeten worden opgelegd, moet naar behoren rekening worden gehouden met de financiële draagkracht van de aanbieder. Bovendien moet de bevoegde autoriteit rekening houden met de vraag of de aanbieder van hostingdiensten een startende of een kleine of middelgrote onderneming is en per geval bepalen of de aanbieder in staat was om het uitgevaardigde bevel op adequate wijze na te leven. De lidstaten zorgenmoeten ervoor zorgen dat sancties niet aanmoedigen dat inhoud wordt verwijderd die geen terroristische inhoud is. [Am. 38]
(39) Het gebruik van gestandaardiseerde modellen faciliteert samenwerking en de uitwisseling van informatie tussen bevoegde autoriteiten en dienstverleners, doordat zij sneller en doeltreffender kunnen communiceren. Het is van bijzonder belang dat na de ontvangst van een verwijderingsbevel snelle actie gegarandeerd is. Modellen verminderen de vertaalkosten en dragen bij aan een hoge kwaliteitsnorm. Ook de antwoordformulieren moeten een gestandaardiseerde uitwisseling van informatie mogelijk maken, wat bijzonder belangrijk is als dienstverleners niet aan een bevel kunnen voldoen. Geauthenticeerde kanalen voor indiening kunnen de authenticiteit van het verwijderingsbevel garanderen, met inbegrip van de datum en het tijdstip van verzending en ontvangst van het bevel.
(40) Teneinde de inhoud van de modellen die voor de toepassing van deze verordening moeten worden gebruikt, zo nodig snel te kunnen wijzigen, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden gedelegeerd om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie handelingen vast te stellen tot wijziging van de bijlagen I, II en III bij deze verordening. Om rekening te kunnen houden met technologische ontwikkelingen en de ontwikkeling van het rechtskader ter zake, moet de Commissie ook de bevoegdheid krijgen om gedelegeerde handelingen vast te stellen tot aanvulling van deze verordening met technische voorschriften voor de elektronische middelen die de bevoegde autoriteiten moeten gebruiken voor de verzending van verwijderingsbevelen. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen geschieden in overeenstemming met de beginselen van het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven(12). Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van gedelegeerde handelingen.
(41) De lidstaten moeten informatie verzamelen over de uitvoering van de wetgeving, met inbegrip van informatie over het aantal gevallen waarin terroristische misdrijven uit hoofde van deze verordening met succes zijn opgespoord, onderzocht en vervolgd. Er moet een gedetailleerd programma voor de monitoring van de outputs, resultaten en effecten van deze verordening worden vastgesteld, zodat die in een evaluatie van de wetgeving kunnen worden meegenomen. [Am. 39]
(42) Op basis van de bevindingen en conclusies in het uitvoeringsverslag en de uitkomst van de monitoringexercitie moet de Commissie ten vroegste drieéén jaar na de inwerkingtreding van deze verordening een evaluatie ervan uitvoeren. De evaluatie moet gebaseerd zijn op de volgende vijfzeven criteria: doelmatigheid, noodzakelijkheid, evenredigheid, doeltreffendheid, relevantie, samenhang en meerwaarde van de EU. De werking van de verschillende operationele en technische maatregelen waarin de verordening voorziet, waaronder de doeltreffendheid van de maatregelen om de opsporing, identificatie en verwijdering van terroristische inhoud te verbeteren, de doeltreffendheid van de waarborgmechanismen alsook de gevolgen voor mogelijk getroffen rechten enbelangen van derden, moetgrondrechten, met inbegrip van de vrijheid van meningsuiting, de vrijheid kennis te nemen en te geven van informatie, het recht op vrijheid en pluriformiteit van de media, de vrijheid van ondernemerschap, het recht op privacy en het recht op bescherming van persoonsgegevens, moeten worden beoordeeld. Bovendien moet de Commissie de gevolgen voor mogelijk getroffen belangen van derdenbeoordelen, waarbij ook een evaluatie moet plaatsvinden van de verplichting de aanbieders van inhoud te informeren. [Am. 40]
(43) Daar de doelstelling van deze verordening, namelijk het garanderen van de goede werking van de digitale eengemaakte markt door te voorkomen dat terroristische online-inhoud wordt verspreid, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt, maar vanwege de omvang en de gevolgen van de beperking beter door de Unie kan worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken,
HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
AFDELING I
ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1
Onderwerp en toepassingsgebied
1. Deze verordening stelt gerichte uniforme regels vast om te voorkomen datmisbruik van hostingdiensten worden misbruikt voor de publieke verspreiding van terroristische online-inhoud aan te pakken. Zij stelt met name het volgende vast: [Am. 41]
a) regels inzake redelijke en evenredige zorgplichten die door aanbieders van hostingdiensten moeten worden nagekomen om de publieke verspreiding van terroristische inhoud via hun diensten te voorkomenaan te pakken en, zo nodig, de snelle verwijdering van dergelijke inhoud te garanderen; [Am. 42]
b) een reeks maatregelen die de lidstaten moeten invoeren om terroristische inhoud te identificeren, de snelle verwijdering ervan door aanbieders van hostingdiensten overeenkomstig het recht van de Unie mogelijk te maken door passende waarborgen te bieden voor de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid kennis te nemen en te geven van informatie en ideeën in een open en democratische samenleving, en de samenwerking met de bevoegde autoriteiten in andere lidstaten, aanbieders van hostingdiensten en, in voorkomend geval, betrokken organen van de Unie te faciliteren. [Am. 43]
2. Deze verordening is van toepassing op aanbieders van hostingdiensten die in de Unie diensten aanbieden aan het publiek, ongeacht de plaats van hun hoofdvestiging. [Am. 44]
2 bis. Deze verordening is niet van toepassing op inhoud die voor educatieve, artistieke, journalistieke of onderzoeksdoeleinden of in het kader van voorlichtingsactiviteiten op het gebied van de bestrijding van terroristische activiteiten wordt verspreid, noch op inhoud die verband houdt met de uiting van polemische of controversiële standpunten in het publieke debat. [Am. 45]
2 ter. Deze verordening heeft niet tot gevolg dat de verplichting tot eerbiediging van de uit artikel 6 van het Verdrag betreffende de Europese Unie voortvloeiende rechten, vrijheden en beginselen wordt gewijzigd en laat de fundamentele beginselen van de Unie- en nationale wetgeving op het gebied van de vrijheid van meningsuiting, persvrijheid en de vrijheid en het pluralisme van de media onverlet. [Am. 46]
2 quater. Deze verordening laat Richtlijn 2000/31/EG onverlet. [Am. 47]
Artikel 2
Definities
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
-1) "diensten van de informatiemaatschappij": diensten als bedoeld in artikel 2, onder a), van Richtlijn 2000/31/EG; [Am. 48]
1) "aanbieder van hostingdiensten": een aanbieder van diensten van de informatiemaatschappij die eruit bestaan door een aanbieder van inhoud verstrekte informatie op verzoek van die aanbieder van inhoud op te slaan en de opgeslagen informatie aan derdenhet publiek beschikbaar te stellen. Dit geldt uitsluitend voor diensten die op toepassingsniveau aan het publiek worden aangeboden. Aanbieders van cloudinfrastructuur en -diensten worden niet als aanbieders van hostingdiensten beschouwd. Dit is tevens niet van toepassing op elektronische communicatiediensten als omschreven in Richtlijn (EU) 2018/1972; [Am. 49]
2) "aanbieder van inhoud": een gebruiker die informatie heeft verstrekt die in zijn opdracht wordt of was opgeslagen door een aanbieder van hostingdiensten of door deze aanbieder van hostingdiensten aan het publiek beschikbaar is gesteld; [Am. 50]
3) "in de Unie diensten aanbieden": rechtspersonen of natuurlijke personen in een of meer lidstaten in staat stellen gebruik te maken van de diensten van de aanbieder van hostingdiensten die een wezenlijke band heeft met die lidstaat of lidstaten, zoals:
a) een vestiging van de aanbieder van hostingdiensten in de Unie;
b) een aanzienlijk aantal gebruikers in een of meer lidstaten;
c) een toespitsing van activiteiten op een of meer lidstaten;
4) "terroristische misdrijven": strafbare feiten als omschreven in artikel 3, lid 1, van Richtlijn (EU) 2017/541; [Am. 51]
5) "terroristische inhoud": informatie diemateriaal dat aan een of meer van de volgende voorwaarden voldoet: [Am. 52]
a) het aanzetten tot of het verdedigen vanhet plegen van een van de in artikel 3, lid 1, onder a) tot en met i), van Richtlijn (EU) 2017/541 genoemde misdrijven, wanneer dergelijk gedrag direct of indirect, bijvoorbeeld door terroristische daden te verheerlijken, het plegen van terroristische misdrijven verdedigt, onder meer door ze te verheerlijken, waardoor het gevaar ontstaat dat dergelijke dadenopzettelijk een of meer van deze misdrijven worden gepleegd; [Am. 53]
b) het aanmoedigen van het bijdragen aan terroristische misdrijvenhet aansporen van een andere persoon of een groep personen om een van de in artikel 3, lid 1, onder a) tot en met i), van Richtlijn (EU) 2017/541 genoemde misdrijven te plegen of daaraan een bijdrage te leveren, waardoor het gevaar ontstaat dat opzettelijk een of meer van deze misdrijven worden gepleegd; [Am. 54]
c) het bevorderen vanhet aansporen van een andere persoon of een groep personen om deel te nemen aan de activiteiten van een terroristische groepering, met name door aanmoediging van het deelnemen aan of het ondersteunen van een terroristische groeperingonder meer door het verstrekken van gegevens of materiële middelen aan de groepering of het in enigerlei vorm financieren van de activiteiten van de groepering in de zin van artikel 2, lid 3,4 van Richtlijn (EU) 2017/541, waardoor het gevaar ontstaat dat opzettelijk een of meer van deze misdrijven worden gepleegd; [Am. 55]
d) het instrueren overhet geven van instructies voor het vervaardigen of gebruiken van explosieven, vuurwapens of andere wapens of schadelijke of gevaarlijke stoffen, of voor andere specifieke methoden of technieken, met als doel het plegen van of het bijdragen aan het plegen van een van de in artikel 3, lid 1, onder a) tot en met i), van Richtlijn (EU) 2017/541 genoemde terroristische misdrijven; [Am. 56]
d bis) het tonen van het plegen van een of meer van de in artikel 3, lid 1, onder a) tot en met i), van Richtlijn (EU) 2017/541 genoemde misdrijven, waardoor het gevaar ontstaat dat opzettelijk een of meer van deze misdrijven worden gepleegd; [Am. 57]
6) "verspreiding van terroristische inhoud": het aan derdenhet publiek beschikbaar stellen van terroristische inhoud op de diensten van aanbieders van hostingdiensten; [Am. 58]
7) "voorwaarden": alle voorwaarden en clausules, ongeacht hun naam of vorm, waarin de contractuele betrekking tussen de aanbieder van hostingdiensten en zijn gebruikers wordt geregeld;
8) "doorverwijzing": een melding door een bevoegde autoriteit of, in voorkomend geval, een bevoegd orgaan van de Unie aan een aanbieder van hostingdiensten van informatie die als terroristische inhoud kan worden beschouwd, opdat de aanbieder vrijwillig nagaat of die informatie verenigbaar is met zijn eigen voorwaarden ter voorkoming van de verspreiding van terroristische inhoud; [Am. 59]
9) "hoofdvestiging": het hoofdkantoor of de maatschappelijke zetel waar de voornaamste financiële functies en de operationele zeggenschap worden uitgeoefend;
9 bis) "bevoegde autoriteit": één aangewezen rechterlijke instantie of functioneel onafhankelijke administratieve instantie in de lidstaat. [Am. 60].
AFDELING II
Maatregelen ter voorkoming van de verspreiding van terroristische online-inhoud
Artikel 3
Zorgplichten
1. Aanbieders van hostingdiensten treffen passende, redelijke en evenredige maatregelenhandelen in overeenstemming met deze verordening, tegen de verspreiding van terroristische inhoud en ter bescherming vanom gebruikers tegen terroristische inhoud.Daarbij handelente beschermen. Dit doen zij te allen tijde op zorgvuldige, evenredige en niet-discriminerende wijze en met inachtneming van de grondrechten van de gebruikers, en zij houden rekening met het fundamentele belang van de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid kennis te nemen en te geven van informatie en ideeën in een open en democratische samenleving, teneinde te voorkomen dat inhoud wordt verwijderd die geen terroristische inhoud is. [Am. 61]
1 bis. Deze zorgplichten komen niet neer op een algemene verplichting voor aanbieders van hostingdiensten om toezicht te houden op de informatie die zij doorgeven of opslaan, noch op een algemene plicht om actief op zoek te gaan naar feiten of zaken die wijzen op illegale activiteiten. [Am. 62]
2. Aanbieders van hostingdiensten nemen in hun voorwaarden bepalingen op ter voorkoming van de verspreiding van terroristische inhoud en passen die bepalingen toe. [Am. 63]
2 bis. Wanneer aanbieders van hostingdiensten zich bewust worden of kennis krijgen van terroristische inhoud binnen hun diensten, stellen zij de bevoegde autoriteiten daarvan op de hoogte en verwijderen zij deze inhoud onverwijld. [Am. 64]
2 ter. De aanbieders van hostingdiensten die voldoen aan de criteria van aanbieders van videoplatforms in de zin van Richtlijn (EU) 2018/1808 nemen gepaste maatregelen om de verspreiding van terroristische inhoud aan te pakken overeenkomstig artikel 28 ter, lid 1, onder c), en lid 3, van deze richtlijn. [Am. 65]
Artikel 4
Verwijderingsbevelen
1. De bevoegde autoriteit van de lidstaat waar de aanbieder van hostingdiensten zijn hoofdvestiging heeft, heeft de bevoegdheid om een verwijderingsbevel uit te vaardigen op grond waarvan de aanbieder van hostingdiensten terroristische inhoud moet verwijderen of de toegang daartoe in alle lidstaten onmogelijk moet maken. [Am. 66]
1 bis. De bevoegde autoriteit van een lidstaat waar de aanbieder van hostingdiensten niet zijn hoofdvestiging heeft of geen wettelijke vertegenwoordiger heeft, kan verzoeken dat de toegang tot terroristische inhoud onmogelijk wordt gemaakt en kan de inwilliging van dergelijke verzoeken op haar grondgebied afdwingen. [Am. 67]
1 ter. Indien de betrokken bevoegde autoriteit aan een bepaalde aanbieder van hostingdiensten nog niet eerder een verwijderingsbevel heeft uitgevaardigd, neemt zij ten minste twaalf uur voor de uitvaardiging van het bevel contact op met de desbetreffende aanbieder en verstrekt zij informatie over de procedures en toepasselijke termijnen. [Am. 68]
2. Aanbieders van hostingdiensten verwijderen terroristische inhoud of maken de toegang daartoe onmogelijk. Dit doen zij zo spoedig mogelijk, maar altijd binnen één uur na ontvangst van het verwijderingsbevel. [Am. 69]
3. Verwijderingsbevelen bevatten de volgende elementen overeenkomstig het model in bijlage I:
a) de identificatie, door middel van een elektronische handtekening, van de bevoegde autoriteit die het verwijderingsbevel uitvaardigt en de authenticatie van het verwijderingsbevel door de bevoegde autoriteit; [Am. 70]
b) een gedetailleerde motivering waarom de inhoud als terroristische inhoud wordt beschouwd, ten minste meten een specifieke verwijzing naar de in artikel 2, lid 5, vermelde categorieën van terroristische inhoud; [Am. 71]
c) een Uniform Resource Locator (precies URL-adres) en, zo nodig, aanvullende informatie om de bedoelde inhoud te kunnen identificeren; [Am. 72]
d) een verwijzing naar deze verordening als de rechtsgrondslag voor het verwijderingsbevel;
e) datum en tijdstip van uitvaardiging;
f) eenvoudig te begrijpen informatie over de rechtsmiddelen waarover de aanbieder van hostingdiensten en de aanbieder van inhoud beschikken, met inbegrip van rechtsmiddelen bij de bevoegde autoriteit en een beroepsprocedure bij de rechtbank, alsook over de termijnen voor het instellen van een hogere voorziening; [Am. 73]
g) in voorkomend gevalindien noodzakelijk en evenredig, het besluit om geen informatie openbaar te maken over de verwijdering van terroristische inhoud of het onmogelijk maken van de toegang daartoe, als bedoeld in artikel 11. [Am. 74]
4. Op verzoek van de aanbieder van hostingdiensten of de aanbieder van inhoud verstrekt de bevoegde autoriteit een gedetailleerde motivering, onverminderd de verplichting van de aanbieder van hostingdiensten om het verwijderingsbevel binnen de in lid 2 vastgestelde termijn na te leven. [Am. 75]
5. De bevoegde autoriteiten zendenautoriteit zendt verwijderingsbevelen aan de hoofdvestiging van de aanbieder van hostingdiensten of aan de wettelijke vertegenwoordiger die door de aanbieder van hostingdiensten krachtens artikel 16 is aangewezen, en gevengeeft ze door aan het in artikel 14, lid 1, bedoelde contactpunt. Deze bevelen worden gezonden met elektronische middelen die een schriftelijk bewijs kunnen genereren op zodanige wijze dat authenticatie van de afzender mogelijk wordt, met inbegrip van de juistheid van de datum en het tijdstip van verzending en ontvangst van het bevel. [Am. 76]
6. Aanbieders van hostingdiensten bevestigen de ontvangst en stellen de bevoegde autoriteit zonder onnodige vertraging in kennis van de verwijdering van de terroristische inhoud of het onmogelijk maken van de toegang daartoe, met vermelding van met name het tijdstip van actie, aan de hand van het model in bijlage II. [Am. 77]
7. Als de aanbieder van hostingdiensten het verwijderingsbevel niet kan naleven vanwege overmacht of feitelijke onmogelijkheid die hem onder meer om technische of operationele redenen niet kan worden toegerekend, stelt hij de bevoegde instantie zonder onnodige vertraging daarvan in kennis, met opgave van de redenen, aan de hand van het model in bijlage III. De in lid 2 vastgestelde termijn is van toepassing zodra de aangevoerde redenen niet langer bestaan. [Am. 78]
8. AlsDe aanbieder van hostingdiensten kan weigeren het verwijderingsbevel niet kan naleven omdat hetuit te voeren indien dit kennelijke fouten bevat of niet voldoende informatie bevat om het uit te voeren,.Hij stelt hij de bevoegde autoriteit daar zonder onnodige vertraging van in kennis en vraagt de nodige verduidelijking aan de hand van het model in bijlage III. De in lid 2 vastgestelde termijn is van toepassing zodra de verduidelijking is verstrekt. [Am. 79]
9. De bevoegde autoriteit die het verwijderingsbevel heeft uitgevaardigd, stelt de in artikel 17, lid 1, onder c), bedoelde bevoegde autoriteit die toeziet op de uitvoering van proactievespecifieke maatregelen, in kennis wanneer het verwijderingsbevel definitief wordt. Een verwijderingsbevel wordt definitief wanneer niet binnen de overeenkomstig het toepasselijke nationale recht vastgestelde termijn een hogere voorziening is ingesteld of wanneer het na een hogere voorziening is bevestigd. [Am. 80]
Artikel 4 bis
Overlegprocedure voor verwijderingsbevelen
1. De bevoegde autoriteit die uit hoofde van artikel 4, lid 1 bis, een verwijderingsbevel uitvaardigt, zendt een kopie van het verwijderingsbevel naar de in artikel 17, lid 1, onder a), bedoelde bevoegde autoriteit van de lidstaat waar de hoofdvestiging van de aanbieder van hostingdiensten zich bevindt, op hetzelfde moment dat het verwijderingsbevel overeenkomstig artikel 5, lid 4, naar de aanbieder van hostingdiensten wordt gezonden.
2. In gevallen waarin de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar de aanbieder van hostingdiensten zijn hoofdvestiging heeft, redelijke gronden heeft om aan te nemen dat het verwijderingsbevel gevolgen kan hebben voor fundamentele belangen van die lidstaat, stelt zij de uitvaardigende bevoegde autoriteit daarvan in kennis. De uitvaardigende autoriteit neemt deze omstandigheden in aanmerking en trekt het verwijderingsbevel in of past het aan, indien noodzakelijk. [Am. 81]
Artikel 4 ter
Samenwerkingsprocedure voor de uitvaardiging van een aanvullend verwijderingsbevel
1. Wanneer een bevoegde autoriteit op grond van artikel 4, lid 1 bis, een verwijderingsbevel heeft uitgevaardigd, kan die autoriteit contact opnemen met de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar de aanbieder van hostingdiensten zijn hoofdvestiging heeft, om de laatstgenoemde bevoegde autoriteit te verzoeken ook een verwijderingsbevel uit te vaardigen op grond van artikel 4, lid 1.
2. De bevoegde autoriteit van de lidstaat waar de hoofdvestiging van de aanbieder van hostingdiensten zich bevindt, vaardigt een verwijderingsbevel uit of weigert dit zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk één uur nadat zij op grond van lid 1 is benaderd, te doen, en stelt de bevoegde autoriteit die het eerste bevel heeft uitgevaardigd in kennis van haar besluit.
3. Indien de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar de hoofdvestiging zich bevindt, meer dan één uur nodig heeft om zelf de inhoud te beoordelen, verzoekt zij de betrokken aanbieder van hostingdiensten de toegang tot de inhoud tijdelijk, maar ten hoogste voor 24 uur, onmogelijk te maken. Gedurende deze periode voert de bevoegde autoriteit haar beoordeling uit en vaardigt zij een verwijderingsbevel uit of trekt zij haar verzoek tot het onmogelijk maken van de toegang in. [Am. 82]
Artikel 5
Doorverwijzingen
1. De bevoegde autoriteit of het betrokken orgaan van de Unie kan een doorverwijzing zenden aan een aanbieder van hostingdiensten.
2. Aanbieders van hostingdiensten voorzien in operationele en technische maatregelen ter facilitering van de snelle beoordeling van inhoud die door bevoegde autoriteiten en, in voorkomend geval, betrokken organen van de Unie is gezonden met het oog op vrijwillige toetsing.
3. De doorverwijzing wordt gezonden aan de hoofdvestiging van de aanbieder van hostingdiensten of aan de wettelijke vertegenwoordiger die door de aanbieder van hostingdiensten krachtens artikel 16 is aangewezen, en doorgegeven aan het in artikel 14, lid 1, bedoelde contactpunt. Deze doorverwijzingen worden gezonden met elektronische middelen.
4. De doorverwijzing bevat voldoende gedetailleerde informatie, met inbegrip van de redenen waarom de inhoud als terroristische inhoud wordt beschouwd, een URL-adres en, zo nodig, aanvullende informatie om de bedoelde terroristische inhoud te kunnen identificeren.
5. De aanbieder van hostingdiensten toetst bij voorrang de in de doorverwijzing geïdentificeerde inhoud aan zijn eigen voorwaarden en besluit of hij die inhoud verwijdert dan wel de toegang daartoe onmogelijk maakt.
6. De aanbieder van hostingdiensten stelt de bevoegde autoriteit of het betrokken orgaan van de Unie snel in kennis van de uitkomst van de toetsing en van het tijdschema van de maatregelen die naar aanleiding van de doorverwijzing zijn genomen.
7. Wanneer de aanbieder van hostingdiensten van oordeel is dat de doorverwijzing onvoldoende informatie bevat om de bedoelde inhoud te toetsen, stelt hij de bevoegde autoriteiten of het betrokken orgaan van de Unie onverwijld daarvan in kennis, met vermelding van de nadere informatie of verduidelijking die hij nodig heeft. [Am. 83]
Artikel 6
ProactieveSpecifieke maatregelen [Am. 84]
1. Onverminderd Richtlijn (EU) 2018/1808 en Richtlijn 2000/31/EG kunnen aanbieders van hostingdiensten nemen, waar passend, proactievespecifieke maatregelen nemen om hun diensten te beschermen tegen de verspreiding van terroristische inhoud onder het publiek. De maatregelen zijn doeltreffend, gericht en evenredig, rekening houdend metmet bijzondere inachtneming van het risico en de mate van blootstelling aan terroristische inhoud, de grondrechten van de gebruikers en het fundamentele belang van het recht op vrijheid van meningsuiting en de vrijheid kennis te nemen en te geven van informatie en ideeën in een open en democratische samenleving. [Am. 85]
2. In geval van een kennisgeving overeenkomstig artikel 4, lid 9, verzoekt de in artikel 17, lid 1, onder c), bedoelde bevoegde autoriteit de aanbieder van hostingdiensten om binnen drie maanden na ontvangst van het verzoek en vervolgens ten minste eenmaal per jaar een verslag in te dienen over de specifieke proactieve maatregelen die hij heeft genomen, onder meer met behulp van automatische instrumenten, teneinde:
a) te voorkomen dat inhoud die eerder is verwijderd of waartoe de toegang onmogelijk is gemaakt omdat hij als terroristische inhoud wordt beschouwd, opnieuw wordt geüpload;
b) terroristische inhoud op te sporen, te identificeren en snel te verwijderen of de toegang daartoe onmogelijk te maken.
Een dergelijk verzoek wordt gezonden aan de hoofdvestiging van de aanbieder van hostingdiensten of aan de door hem aangewezen wettelijke vertegenwoordiger.
De verslagen bevatten alle relevante informatie aan de hand waarvan de in artikel 17, lid 1, onder c), bedoelde bevoegde autoriteit kan beoordelen of de proactieve maatregelen doeltreffend en evenredig zijn, met inbegrip van een evaluatie van de werking van alle gebruikte automatische instrumenten en van de ingezette mechanismen voor menselijk toezicht en menselijke verificatie.[Am. 86]
3. Wanneer de in artikel 17, lid 1, onder c), bedoelde bevoegde autoriteit van oordeel is dat de genomen proactieve maatregelen waarover overeenkomstig lid 2 verslag is uitgebracht, niet volstaan om het risico en de mate van blootstelling te beperken en te beheersen, kan zij de aanbieder van hostingdiensten verzoeken specifieke aanvullende proactieve maatregelen te nemen. Daartoe werkt de aanbieder van hostingdiensten met de in artikel 17, lid 1, onder c), bedoelde bevoegde autoriteit samen om de door hem te nemen specifieke maatregelen te bepalen en de belangrijkste doelstellingen en benchmarks alsook de termijnen voor de uitvoering daarvan vast te stellen. [Am. 87]
4. Indien binnen drie maanden na de indiening van het verzoek krachtens lid 3 geen overeenstemming kan worden bereiktNadat is vastgesteld dat een aanbieder van hostingdiensten een aanzienlijk aantal verwijderingsbevelen heeft ontvangen, kan de in artikel 17, lid 1, onder c), bedoelde bevoegde autoriteit een besluit uitvaardigen waarbij specifieke aanvullendede aanbieder van hostingdiensten een verzoek toezenden om nodigenoodzakelijkeen, evenredige proactieveen doeltreffende maatregelen worden opgelegdte nemen. De bevoegde autoriteit legt geen algemene toezichtverplichting of het gebruik van automatische instrumenten op. In het besluitverzoek wordt met name rekening gehouden met de technische haalbaarheid van de maatregelen, met de omvang en de economische draagkracht van de aanbieder van hostingdiensten en met het effect van die maatregelen op de grondrechten van de gebruikers en het fundamentele belang van de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid kennis te nemen en te geven van informatie en ideeën in een open en democratische samenleving. Dit besluitverzoek wordt gezonden aan de hoofdvestiging van de aanbieder van hostingdiensten of aan de door hem aangewezen wettelijke vertegenwoordiger. De aanbieder van hostingdiensten brengt regelmatig verslag uit over de uitvoering van de maatregelen zoals gespecificeerd door de in artikel 17, lid 1, onder c), bedoelde bevoegde autoriteit. [Am. 88]
5. Een aanbieder van hostingdiensten kan te allen tijde de in artikel 17, lid 1, onder c), bedoelde bevoegde autoriteit om herziening verzoeken en, waar passend, om intrekking van een verzoek of een besluit krachtens de leden 2, 3 respectievelijklid 4. De bevoegde autoriteit neemt een met redenen omkleed besluit binnen een redelijke termijn na ontvangst van het verzoek van de aanbieder van hostingdiensten. [Am. 89]
Artikel 7
Bewaring van inhoud en bijbehorende gegevens
1. Aanbieders van hostingdiensten bewaren terroristische inhoud die is verwijderd of waartoe de toegang onmogelijk is gemaakt ten gevolge van een verwijderingsbevel, een doorverwijzing of proactieve specifieke maatregelen krachtens de artikelen 4, 5 en 6, en de bijbehorende gegevens die ten gevolge van de verwijdering van de terroristische inhoud zijn verwijderd, en die nodig zijn voor: [Am. 90]
a) procedures van administratieve of rechterlijke toetsing of een voorziening in rechte, [Am. 91]
b) het voorkomen, opsporen, onderzoeken en vervolgen door rechtshandhavingsautoriteiten van terroristische misdrijven. [Am. 92]
2. De in lid 1, onder a), bedoelde terroristische inhoud en bijbehorende gegevens worden gedurende zes maanden bewaard en na deze periode gewist. De terroristische inhoud wordt, op verzoek van de bevoegde autoriteit of rechterlijke instantie, gedurende een langerenader bepaalde periode bewaard wanneer, alleen indien en zolang dit nodig is voor lopende procedures van administratieve of rechterlijke toetsing of een voorziening in rechte als bedoeld in lid 1, onder a). De aanbieder van hostingdiensten bewaart de terroristische inhoud en bijbehorende gegevens als bedoeld in lid 1, onder b), totdat de rechtshandhavingsautoriteit overeenkomstig artikel 13, lid 4, op de kennisgeving van de aanbieder van hostingdiensten reageert, maar niet langer dan zes maanden. [Am. 93]
3. Aanbieders van hostingdiensten zorgen ervoor dat voor krachtens de leden 1 en 2 bewaarde terroristische inhoud en bijbehorende gegevens passende technische en organisatorische waarborgen gelden.
Die technische en organisatorische waarborgen garanderen dat de bewaarde terroristische inhoud en bijbehorende gegevens uitsluitend voor de in lid 1 genoemde doeleinden worden gebruikt en verwerkt, en garanderen een hoog niveau van beveiliging van de betrokken persoonsgegevens. Aanbieders van hostingdiensten evalueren die waarborgen en actualiseren die zo nodig.
AFDELING III
WAARBORGEN EN VERANTWOORDINGSPLICHT
Artikel 8
Transparantieverplichtingen voor aanbieders van hostingdiensten [Am. 94]
1. In voorkomend gevalstellen aanbieders van hostingdiensten stellen in hun voorwaarden duidelijk hun beleid ter voorkoming van de verspreiding van terroristische inhoud vast, met inbegrip van, waar passendindien van toepassing, een zinvolle toelichting van de werking van proactievespecifieke maatregelen, waaronder het gebruik van automatische instrumenten. [Am. 95]
2. Aanbieders van hostingdiensten publicerendie in of voor dat jaar een verwijderingsbevel hebben ontvangen, stellen jaarlijkse transparantieverslagen aan het publiek beschikbaar over de maatregelen die zijn genomen tegen de verspreiding van terroristische inhoud. [Am. 96]
3. Transparantieverslagen bevatten ten minste de volgende informatie:
a) informatie over de maatregelen van de aanbieder van hostingdiensten met betrekking tot de opsporing, identificatie en verwijdering van terroristische inhoud;
b) informatie over de maatregelen van de aanbieder van hostingdiensten om te voorkomen dat inhoud die eerder is verwijderd of waartoe de toegang onmogelijk is gemaakt omdat hij als terroristische inhoud wordt beschouwd, opnieuw wordt geüpload, met name in gevallen waarin automatische technologie is gebruikt; [Am. 97]
c) aantal artikelen met terroristische inhoud die zijn verwijderd of waartoe de toegang onmogelijk is gemaakt naar aanleiding van verwijderingsbevelen, doorverwijzingen of proactievespecifieke maatregelen en het aantal bevelen waarbij de inhoud niet overeenkomstig artikel 4, leden 7 en 8, is verwijderd, alsook de redenen voor de weigering; [Am. 98]
d) overzicht van dehet aantal klachtenprocedures en maatregelen voor rechterlijke toetsing en de uitkomsten daarvan, met inbegrip van het aantal gevallen waarin werd vastgesteld dat inhoud ten onrechte als terroristische inhoud werd aangemerkt. [Am. 99]
Artikel 8 bis
Transparantieverplichtingen van bevoegde autoriteiten
1. De bevoegde autoriteiten publiceren jaarlijkse transparantieverslagen die ten minste de volgende informatie bevatten:
a) het aantal uitgevaardigde verwijderingsbevelen, het aantal gevallen van verwijdering en het aantal geweigerde of genegeerde verwijderingsbevelen;
b) het aantal gevallen waarin het aanmerken van inhoud als terroristische inhoud leidde tot onderzoek en vervolging, en het aantal gevallen waarin inhoud ten onrechte als terroristische inhoud werd aangemerkt;
c) een beschrijving van de overeenkomstig artikel 6, lid 4, door de bevoegde autoriteiten genomen maatregelen. [Am. 100]
Artikel 9
Waarborgen met betrekking tot het gebruik en de uitvoering van proactievespecifieke maatregelen [Am. 101]
1. Wanneer aanbieders van hostingdiensten krachtens deze verordening automatische instrumenten gebruiken ten aanzien van inhoud die zij opslaan, voorzien zij in doeltreffende en passende waarborgen om te garanderen dat besluiten betreffende die inhoud, met name besluiten om inhoud die als terroristische inhoud wordt beschouwd, te verwijderen of de toegang daartoe onmogelijk maken, correct en goed onderbouwd zijn. [Am. 102]
2. Waarborgen bestaan met name uit menselijk toezicht en menselijke verificatie, waar passend, en in elk geval wanneer een gedetailleerde beoordeling van de relevante context nodig is om te bepalen of de inhoud al dan niet als terroristische inhoud moet worden beschouwdvan de gepastheid van het besluit ominhoud te verwijderen of de toegang daartoe te ontzeggen, met name met betrekking tot het recht op vrijheid van meningsuiting en de vrijheid kennis te nemen en te geven van informatie en ideeën in een open en democratische samenleving. [Am. 103]
Artikel 9 bis
Doeltreffende rechtsmiddelen
1. Aanbieders van inhoud wier inhoud is verwijderd of tot wier inhoud de toegang onmogelijk is gemaakt naar aanleiding van een verwijderingsbevel en aanbieders van hostingdiensten die een verwijderingsbevel hebben ontvangen, hebben recht op een doeltreffende voorziening in rechte. De lidstaten voorzien in doeltreffende procedures voor de uitoefening van dit recht. [Am. 104]
Artikel 10
Klachtenmechanismen
1. Aanbieders van hostingdiensten stellen doeltreffende en toegankelijke mechanismeneen doeltreffend en toegankelijk mechanisme in waarmee aanbieders van inhoud wier inhoud is verwijderd of tot wier inhoud de toegang onmogelijk is gemaakt ten gevolge van een doorverwijzing krachtens artikel 5 of proactievespecifieke maatregelen krachtens artikel 6, tegen de maatregel van de aanbieder van hostingdiensten een klacht kunnen indienen en om het herstel van de inhoud kunnen verzoeken. [Am. 105]
2. Aanbieders van hostingdiensten onderzoeken onmiddellijk elke door hen ontvangen klacht en herstellen de inhoud zonder onnodige vertraging indien die onterecht is verwijderd of indien de toegang daartoe onterecht onmogelijk is gemaakt. Zij stellen de klager binnen twee weken na ontvangst van de klacht in kennis van de uitkomst van het onderzoek en geven uitleg ingeval zij besluiten de inhoud niet te herstellen. Het herstellen van inhoud sluit niet uit dat er verdere gerechtelijke maatregelen worden getroffen tegen het besluit van de aanbieder van hostingdiensten of de bevoegde autoriteit. [Am. 106]
Artikel 11
Informatie voor aanbieders van inhoud
1. Wanneer aanbieders van hostingdiensten terroristische inhoud hebben verwijderdverwijderen of de toegang daartoe onmogelijk hebben gemaaktmaken, stellen zij aan de aanbieder van inhoud omvattende en beknopte informatie beschikbaar over de verwijdering van terroristische inhoud of het onmogelijk maken van de toegang daartoe, alsook over de mogelijkheden om het besluit te betwisten, en voorzien zij de aanbieder van inhoud op verzoek van een kopie van het overeenkomstig artikel 4 uitgevaardigde verwijderingsbevel. [Am. 107]
2. De aanbieder van hostingdiensten stelt de aanbieder van inhoud op diens verzoek in kennis van de redenen voor de verwijdering of het onmogelijk maken van de toegang en van de mogelijkheden tot betwisting van het besluit. [Am. 108]
3. De verplichting uit hoofde van de ledenlid 1 en 2 is niet van toepassing wanneer de bevoegde autoriteit, op basis van objectief bewijsmateriaal en rekening houdend met de evenredigheid en noodzakelijkheid van een dergelijk besluit, besluit dat er geen openbaarmaking mag zijn om redenen van openbare veiligheid, zoals het voorkomen, onderzoeken, opsporen en vervolgen van terroristische misdrijven, zolang het nodig is, maar niet langer dan [vier] weken te rekenen vanaf dat besluit. In dat geval maakt de aanbieder van hostingdiensten geen informatie openbaar over de verwijdering van terroristische inhoud of het onmogelijk maken van de toegang daartoe. [Am. 109]
AFDELING IV
Samenwerking tussen bevoegde autoriteiten, organen van de Unie en aanbieders van hostingdiensten
Artikel 12
Capaciteiten van bevoegde autoriteiten
De lidstaten zorgen ervoor dat hun bevoegde autoriteiten over de nodige capaciteit en voldoende middelen beschikken om de doelstellingen te verwezenlijken en hun verplichtingen uit hoofde van deze verordening na te komen, met sterke onafhankelijkheidswaarborgen. [Am. 110]
Artikel 13
Samenwerking tussen aanbieders van hostingdiensten, bevoegde autoriteiten en, in voorkomend geval, betrokkenbevoegde organen van de Unie [Am. 111]
1. De bevoegde autoriteiten in de lidstaten lichten elkaar in, coördineren en werken samen met elkaar en, in voorkomend geval, met betrokken organen van de Unie, zoals Europol, met betrekking tot verwijderingsbevelen en doorverwijzingen teneinde dubbel werk te voorkomen, de coördinatie te verbeteren en inmenging in onderzoeken in verschillende lidstaten te voorkomen. [Am. 112]
2. De bevoegde autoriteiten in de lidstaten lichten elkaar in, coördineren en werken samen met de in artikel 17, lid 1, onder c) en d), bedoelde bevoegde autoriteit met betrekking tot krachtens artikel 6 genomen maatregelen en handhavingsmaatregelen krachtens artikel 18. De lidstaten zorgen ervoor dat de in artikel 17, lid 1, onder c) en d), bedoelde bevoegde autoriteit in het bezit is van alle relevante informatie. Daartoe voorzien de lidstaten in passende en beveiligde communicatiekanalen of -mechanismen om ervoor te zorgen dat de relevante informatie tijdig wordt gedeeld. [Am. 113]
3. De lidstaten en de aanbieders van hostingdiensten kunnen ervoor kiezen gebruik te makengebruikmaken van speciale instrumenten, met inbegrip van, in voorkomend geval, instrumenten die zijn ingesteld door betrokken organen van de Unie, zoals Europol, om met name het volgende te faciliteren: [Am. 114]
a) de verwerking van, en de feedback over, verwijderingsbevelen krachtens artikel 4;
b) de verwerking van, en de feedback over, doorverwijzingen krachtens artikel 5; [Am. 115]
c) de samenwerking met het oog op het bepalen en uitvoeren van proactievespecifieke maatregelen krachtens artikel 6. [Am. 116]
4. Wanneer aanbieders van hostingdiensten kennis krijgen van bewijs van terroristische misdrijveninhoud, lichten zij de autoriteiten die in de betrokken lidstaat bevoegd zijn voor het onderzoek en de vervolging van strafbare feiten, ofonmiddellijk in. Indien het onmogelijk is de betrokken lidstaat te identificeren, stellen de aanbieders van hostingdiensten het contactpunt in de lidstaat krachtens artikel 1417, lid 2, waar zij hun hoofdvestiging of een wettelijke vertegenwoordiger hebben, onmiddellijk in.In geval van twijfel kunnen aanbieders van hostingdienstenin kennis en geven zij deze informatie doorgeventevens door aan Europol met het oog op passende follow-up. [Am. 117]
4 bis. Aanbieders van hostingdiensten werken samen met bevoegde autoriteiten. [Am. 118]
Artikel 14
Contactpunten
1. Aanbieders van hostingdiensten die reeds een of meerdere verwijderingsbevelen hebben ontvangen, wijzen een contactpunt aan waardoor verwijderingsbevelen en doorverwijzingen met elektronische middelen kunnen worden ontvangen, en garanderen een snellevlotte behandeling krachtens de artikelenartikel 4 en 5. Zij zorgen ervoor dat deze informatie openbaar wordt gemaakt. [Am. 119]
2. De in lid 1 bedoelde informatie specificeert de officiële taal of talen van de Unie als bedoeld in Verordening (EG) nr. 1/58, waarin het contactpunt kan worden benaderd en waarin verdere uitwisselingen met betrekking tot verwijderingsbevelen en doorverwijzingen krachtens de artikelenartikel 4 en 5 plaatsvinden. Die informatie bevat ten minste één van de officiële talen van de lidstaat waar de aanbieder van hostingdiensten zijn hoofdvestiging heeft of waar zijn wettelijke vertegenwoordiger krachtens artikel 16 woont of gevestigd is. [Am. 120]
3. De lidstaten wijzen een contactpunt aan voor de behandeling van verzoeken om verduidelijking en feedback met betrekking tot de door hen uitgevaardigde verwijderingsbevelen en doorverwijzingen. Informatie over het contactpunt wordt openbaar gemaakt. [Am. 121]
AFDELING V
UITVOERING EN HANDHAVING
Artikel 15
Rechtsmacht
1. De lidstaat waar de hoofdvestiging van de aanbieder van hostingdiensten zich bevindt, heeft rechtsmacht voor de toepassing van de artikelen 6, 18 en 21. Een aanbieder van hostingdiensten die zijn hoofdvestiging niet in een van de lidstaten heeft, wordt geacht onder de rechtsmacht van de lidstaat te vallen waar de in artikel 16 bedoelde wettelijke vertegenwoordiger woont of gevestigd is.
2. Wanneer een aanbieder van hostingdiensten die zijn hoofdvestiging niet in een van de lidstaten heeft, verzuimt een wettelijke vertegenwoordiger aan te wijzen, hebben alle lidstaten rechtsmacht. Indien een lidstaat besluit deze rechtsmacht uit te oefenen, stelt hij alle andere lidstaten daarvan in kennis. [Am. 122]
3. Wanneer een autoriteit van een andere lidstaat overeenkomstig artikel 4, lid 1, een verwijderingsbevel heeft uitgevaardigd, heeft die lidstaat rechtsmacht om overeenkomstig zijn nationale recht dwangmaatregelen te nemen om het verwijderingsbevel te handhaven. [Am. 123]
Artikel 16
Wettelijke vertegenwoordiger
1. Een aanbieder van hostingdiensten die geen vestiging in de Unie heeft maar diensten in de Unie aanbiedt, wijst schriftelijk een natuurlijke persoon of rechtspersoon aan als zijn wettelijke vertegenwoordiger in de Unie voor de ontvangst, naleving en handhaving van verwijderingsbevelen, doorverwijzingen,en verzoeken en besluiten van de bevoegde autoriteiten op basis van deze verordening. De wettelijke vertegenwoordiger woont of is gevestigd in een van de lidstaten waar de aanbieder van hostingdiensten de diensten aanbiedt. [Am. 124]
2. De aanbieder van hostingdiensten belast de wettelijke vertegenwoordiger met de ontvangst, naleving en handhaving van de in lid 1 bedoelde verwijderingsbevelen, doorverwijzingen,en verzoeken en besluiten namens hem. Aanbieders van hostingdiensten verlenen hun wettelijke vertegenwoordiger de nodige bevoegdheden en middelen om met de bevoegde autoriteiten samen te werken en deze besluiten en bevelen na te leven. [Am. 125]
3. De aangewezen wettelijke vertegenwoordiger kan aansprakelijk worden gesteld voor de niet-naleving van verplichtingen uit hoofde van deze verordening, onverminderd de aansprakelijkheidsvorderingen en vorderingen in rechte die tegen de aanbieder van hostingdiensten kunnen worden ingesteld.
4. De aanbieder van hostingdiensten stelt de in artikel 17, lid 1, onder d), bedoelde bevoegde autoriteit in de lidstaat waar de wettelijke vertegenwoordiger woont of gevestigd is, in kennis van de aanwijzing. Informatie over de wettelijke vertegenwoordiger wordt openbaar gemaakt.
AFDELING VI
SLOTBEPALINGEN
Artikel 17
Aanwijzing van bevoegde autoriteiten
1. Elke lidstaat wijst deeen bevoegde rechterlijke instantie of functioneel onafhankelijke administratieve autoriteit of autoriteiten aan voor: [Am. 126]
a) het uitvaardigen van verwijderingsbevelen krachtens artikel 4;
b) het opsporen, identificeren en doorverwijzen van terroristische inhoud naar aanbieders van hostingdiensten krachtens artikel 5; [Am. 127]
c) het toezicht op de uitvoering van proactievespecifieke maatregelen krachtens artikel 6; [Am. 128]
d) de handhaving van de verplichtingen uit hoofde van deze verordening door middel van sancties krachtens artikel 18.
1 bis. De lidstaten wijzen binnen de bevoegde autoriteiten een contactpunt aan voor de behandeling van verzoeken om verduidelijking en feedback met betrekking tot de door hen uitgevaardigde verwijderingsbevelen. Er wordt informatie over het contactpunt openbaar gemaakt. [Am. 129]
2. Uiterlijk op ... [zes maanden na de inwerkingtreding van deze verordening] stellen de lidstaten de Commissie in kennis van de in lid 1 bedoelde bevoegde autoriteiten. De Commissie legt een onlineregister aan, waarin al deze bevoegde autoriteiten en de aangewezen contactpunten per bevoegde autoriteit worden opgenomen. De Commissie maakt de kennisgeving en alle wijzigingen ervan bekend in het Publicatieblad van de Europese Unie. [Am. 130]
Artikel 18
Sancties
1. De lidstaten stellen regels vast inzake de sancties die van toepassing zijn bij systematische en herhaalde inbreuken door de aanbieders van hostingdiensten op de verplichtingen uit hoofde van deze verordening, en nemen alle nodige maatregelen om te garanderen dat die worden uitgevoerd. Deze sancties worden beperkt tot inbreuken op de verplichtingen uit hoofde van: [Am. 131]
a) artikel 3, lid 2 (voorwaarden van aanbieders van hostingdiensten); [Am. 132]
b) artikel 4, leden 2 en 6 (uitvoering van en feedback over verwijderingsbevelen);
c) artikel 5, leden 5 en 6 (beoordeling van en feedback over doorverwijzingen); [Am. 133]
d) artikel 6, leden 2 enlid 4 (verslagen over proactieve specifieke maatregelen en de vaststelling van maatregelen naar aanleiding van een besluitverzoek waarbij aanvullende specifieke proactieve maatregelen zijn opgelegd); [Am. 134]
e) artikel 7 (bewaring van gegevens);
f) artikel 8 (transparantie voor aanbieders van hostingdiensten); [Am. 135]
g) artikel 9 (waarborgen met betrekking tot proactievede uitvoering van specifieke maatregelen); [Am. 136]
h) artikel 10 (klachtenprocedures);
i) artikel 11 (informatie voor aanbieders van inhoud);
j) artikel 13, lid 4 (informatie over bewijs van terroristische misdrijveninhoud); [Am. 137]
k) artikel 14, lid 1 (contactpunten);
l) artikel 16 (aanwijzing van een wettelijke vertegenwoordiger).
2. De vastgesteldein lid 1 bedoelde sancties zijn doeltreffend, evenredig en afschrikkend. De lidstaten stellen de Commissie uiterlijk op [zes maanden na de inwerkingtreding van deze verordening] in kennis van die regels en maatregelen en stellen haar onverwijld in kennis van alle latere wijzigingen daarvan. [Am. 138]
3. De lidstaten zorgen ervoor dat de bevoegde autoriteiten bij het bepalen van het soort en de hoogte van de sancties rekening houden met alle relevante omstandigheden, waaronder:
a) de aard, de ernst en de duur van de inbreuk;
b) de opzettelijke of nalatige aard van de inbreuk;
c) eerdere inbreuken door de verantwoordelijk geachte rechtspersoon;
d) de financiële draagkracht van de aansprakelijk geachte rechtspersoon;
e) de mate waarin de aanbieder van hostingdiensten met de bevoegde autoriteiten samenwerkt ; [Am. 139]
e bis) de aard en omvang van de aanbieders van hostingdiensten, met name in het geval van micro-ondernemingen of kleine ondernemingen in de zin van Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie(13). [Am. 140]
4. De lidstaten zorgen ervoor dat bij een systematisch en herhaald verzuim de verplichtingen uit hoofde van artikel 4, lid 2, na te leven, financiële sancties worden opgelegd van ten hoogste 4 % van de mondiale omzet van de aanbieder van hostingdiensten in het laatste boekjaar. [Am. 141]
Artikel 19
Technische vereisten, criteria voor de beoordeling van de significantie en wijzigingen van de modellen voor verwijderingsbevelen [Am. 142]
1. De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 20 gedelegeerde handelingen vast te stellen om deze verordening aan te vullen met de nodige technische voorschriften voor de elektronische middelen die de bevoegde autoriteiten moeten gebruiken voor de verzending van verwijderingsbevelen. [Am. 143]
1 bis. De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 20 gedelegeerde handelingen vast te stellen om deze verordening aan te vullen met criteria en cijfers die door de bevoegde autoriteiten moeten worden gebruikt om te bepalen wat als een aanzienlijk aantal niet-betwiste verwijderingsbevelen kan worden beschouwd als bedoeld in deze verordening. [Am. 144]
2. De Commissie is bevoegd deze gedelegeerde handelingen tot wijziging van de bijlagen I, II en III vast te stellen, zodat doeltreffend kan worden gereageerd als verbeteringen moeten worden aangebracht aan de inhoud van de formulieren voor verwijderingsbevelen en van de formulieren die moeten worden gebruikt om informatie te verstrekken over de onmogelijkheid om het verwijderingsbevel uit te voeren.
Artikel 20
Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie
1. De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.
2. De in artikel 19 bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor onbepaalde tijd met ingang van ... [datum waarop deze verordening van toepassing wordt].
3. Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 19 bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.
4. Vóór de vaststelling van een gedelegeerde handeling raadpleegt de Commissie de door elke lidstaat aangewezen deskundigen overeenkomstig de beginselen die zijn neergelegd in het Interinstitutioneel Akkoord over beter wetgeven van 13 april 2016.
5. Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.
6. Een overeenkomstig artikel 19 vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van deze termijn de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.
Artikel 21
Monitoring
1. De lidstaten verzamelen bij hun bevoegde autoriteiten en de onder hun rechtsmacht vallende aanbieders van hostingdiensten informatie over de maatregelen die zij overeenkomstig deze verordening hebben genomen, en zenden die informatie elk jaar uiterlijk op [31 maart] aan de Commissie. Die informatie omvat:
a) informatie over het aantal uitgevaardigde verwijderingsbevelen en doorverwijzingen, het aantal artikelen met terroristische inhoud die zijn verwijderd of waartoe de toegang onmogelijk is gemaakt, met inbegrip van de overeenkomstige termijnen krachtens de artikelen artikel 4 en 5, en informatie over het aantal bijbehorende gevallen waarin terroristische misdrijven met succes zijn opgespoord, onderzocht en vervolgd; [Am. 145]
b) informatie over de krachtens artikel 6 genomen specifieke proactieve maatregelen, met inbegrip van de hoeveelheid terroristische inhoud die is verwijderd of waartoe de toegang onmogelijk is gemaakt en de overeenkomstige termijnen;
b bis) informatie over het aantal door bevoegde autoriteiten verzonden verzoeken om toegang met betrekking tot door aanbieders van hostingdiensten overeenkomstig artikel 7 bewaarde inhoud; [Am. 146]
c) informatie over het aantal krachtens artikel 10 ingeleide klachtenprocedures en door de aanbieders van hostingdiensten genomen maatregelen;
d) informatie over het aantal ingeleide rechtsmiddelen en door de bevoegde autoriteiten in overeenstemming met het nationale recht en genomen besluiten.
2. Uiterlijk op ... [één jaar na de datum waarop deze verordening van toepassing wordt] stelt de Commissie een gedetailleerd programma vast voor de monitoring van de outputs, resultaten en effecten van deze verordening. Het monitoringprogramma vermeldt de indicatoren en middelen waarmee en de tijdstippen waarop de gegevens en ander nodig bewijsmateriaal moeten worden verzameld. Het specificeert de maatregelen die de Commissie en de lidstaten bij het verzamelen en analyseren van de gegevens en ander bewijsmateriaal moeten nemen om de voortgang te monitoren en deze verordening krachtens artikel 23 te evalueren.
Artikel 22
Uitvoeringsverslag
Uiterlijk op ... [twee jaar na de inwerkingtreding van deze verordening] brengt de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad verslag uit over de toepassing van deze verordening. In het verslag van de Commissie wordt rekening gehouden met de informatie over monitoring uit hoofde van artikel 21 en met de informatie die voortkomt uit de transparantieverplichtingen uit hoofde van artikel 8. De lidstaten verstrekken de Commissie de informatie die nodig is om het verslag op te stellen.
Artikel 23
Evaluatie
Niet eerder dan [drie jaarEén jaar na de datum waarop deze verordening van toepassing wordt, verricht de Commissie een evaluatie van deze verordening en dient zij bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de toepassing van deze verordening, waarin ook de werking en doeltreffendheid van de waarborgmechanismen worden beoordeeld en waarin wordt nagegaan wat de gevolgen van de verordening zijn voor de grondrechten, en met name voor de vrijheid van meningsuiting, de vrijheid kennis te nemen en te geven van informatie en het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer. In het kader van deze evaluatie brengt de Commissie ook verslag uit over de noodzakelijkheid, de haalbaarheid en de doeltreffendheid van de oprichting van een Europees platform voor terroristische online-inhoud, dat alle lidstaten in staat moet stellen één veilig communicatiekanaal te gebruiken voor het versturen van verwijderingsbevelen met betrekking tot terroristische inhoud aan aanbieders van hostingdiensten. Waar passend, gaat het verslag vergezeld van wetgevingsvoorstellen. De lidstaten verstrekken de Commissie de informatie die nodig is om het verslag op te stellen. [Am. 147]
Artikel 24
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij wordt van toepassing vanaf ... [zestwaalf maanden na de datum van inwerkingtreding]. [Am. 148]
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel,
Voor het Europees Parlement Voor de Raad
De voorzitter De voorzitter
BIJLAGE I
VERWIJDERINGSBEVEL VOOR TERRORISTISCHE INHOUD (artikel 4 Verordening (EU) xxx)
De geadresseerde van een verwijderingsbevel verwijdert op grond van artikel 4 van Verordening (EU) ...(14) terroristische inhoud of maakt de toegang daartoe onmogelijk binnen één uur na ontvangst van het verwijderingsbevel van de bevoegde autoriteit.
Overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EU) ...(15) bewaren geadresseerden inhoud en bijbehorende gegevens die zijn verwijderd of waartoe de toegang onmogelijk is gemaakt, gedurende zes maanden of langer op verzoek van de bevoegde autoriteiten of rechterlijke instanties.
Het verwijderingsbevel wordt gezonden in een van de talen die door de geadresseerde overeenkomstig artikel 14, lid 2, zijn aangewezen.
NB: nadere gegevens van de uitvaardigende autoriteit worden aan het einde (delen E en F) verstrekt
Geadresseerde (wettelijke vertegenwoordiger):
………………………………………………………………………………….……………..
Geadresseerde (contactpunt):
………………………………………………………………………………….……………..
Lidstaat die rechtsmacht heeft ten aanzien van de geadresseerde: [ingeval het een andere lidstaat is dan de uitvaardigende lidstaat] ………………………………………………………………………………….……………..
Tijdstip en datum van uitvaardiging van het verwijderingsbevel:
………………………………………………………………………………….……………..
Referentienummer van het verwijderingsbevel: ………………………………………………………………………………….……………..
DEEL B: Te verwijderen inhoud of inhoud waartoe de toegang onverwijld onmogelijk moet worden gemaakt binnen één uur: [Am. 162]
Een URL-adres en aanvullende informatie om de bedoelde informatie en de precieze locatie daarvan te kunnen identificeren:
…………………….…………………………………………………………………………
Reden(en) waarom de inhoud als terroristische inhoud wordt beschouwd, overeenkomstig artikel 2, lid 5, van Verordening (EU) xxx. De inhoud (kruis het/de relevante vak(ken) aan):
□ zet aan tot het plegen van de in artikel 3, lid 1, onder a) tot en met i), van Richtlijn (EU) 2017/541 genoemde terroristische misdrijven of verdedigt of verheerlijkt dit (artikel 2, lid 5, onder a)) [Am. 149]
□ moedigt het bijdragen aanspoort een andere persoon of een groep personen aan om de in artikel 3, lid 1, onder a) tot en met i), van Richtlijn (EU) 2017/541 genoemde terroristische misdrijven aante plegen of daaraan een bijdrage te leveren (artikel 2, lid 5, onder b)) [Am. 150]
□ bevordert despoort een andere persoon of een groep personen aan om deel te nemen aandein artikel 3, lid 1, onder a) tot en met i), van Richtlijn (EU) 2017/541 genoemde activiteiten van een terroristische groepering, met name door het deelnemen aan of het ondersteunen van een terroristische groepering aan te moedigen (artikel 2, lid 5, onder c)) [Am. 151]
□ instrueert over methoden of technieken voor het vervaardigen of gebruiken van explosieven, vuurwapens of andere wapens of schadelijke of gevaarlijke stoffen, of over andere specifieke methoden of technieken bedoeld voor het plegen van de in artikel 3, lid 1, onder a) tot en met i), van Richtlijn (EU) 2017/541 genoemde terroristische misdrijven (artikel 2, lid 5, onder d)); [Am. 152]
□ toont het plegen van de in artikel 3, lid 1, onder a) tot en met i), van Richtlijn (EU) 2017/541 genoemde terroristische misdrijven (artikel 2, lid 5, onder e)). [Am. 153]
Aanvullende informatie over de redenen waarom de inhoud als terroristische inhoud wordt beschouwd (facultatief): ………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………..……………………………………………………………………………………………
DEEL C: Informatie voor de aanbieder van inhoud
Gelieve op te merken dat (kruis aan, indien van toepassing):
□ de geadresseerde, om redenen van openbare veiligheid, zich moet onthouden van het verstrekken van informatie aan de aanbieder van inhoud wiens inhoud is verwijderd of tot wiens inhoud de toegang onmogelijk is gemaakt.
Anders: Nadere gegevens over de mogelijkheden om het verwijderingsbevel te betwisten in de uitvaardigende lidstaat (die aan de aanbieder van inhoud kan worden doorgegeven, op verzoek) in overeenstemming met het nationale recht; zie deel G hieronder.
DEEL D: Informatie voor de lidstaat die rechtsmacht heeft
□ Kruis aan als de lidstaat die rechtsmacht heeft ten aanzien van de geadresseerde een andere lidstaat is dan de uitvaardigende lidstaat:
□ een kopie van het verwijderingsbevel wordt gezonden aan de betrokken bevoegde autoriteiten van de lidstaat die rechtsmacht heeft
DEEL E: Nadere gegevens van de autoriteit die het verwijderingsbevel heeft uitgevaardigd
Het soort autoriteit dat dit verwijderingsbevel heeft uitgevaardigd (kruis het relevante vak aan):
□ rechter, rechterlijke instantie of onderzoeksrechter
□ rechtshandhavingsautoriteit
□ andere bevoegde autoriteit → gelieve ook deel F in te vullen
Nadere gegevens van de uitvaardigende autoriteit en/of haar vertegenwoordiger die certificeert dat het verwijderingsbevel nauwkeurig en juist is:
Naam van de autoriteit: ………………………………………………………………………………….…………
Naam van haar vertegenwoordiger: ………………………………………………………………………………….…………
Officieel stempel (indien beschikbaar) en handtekening(16): ………………………………………………...……
DEEL F: Contactgegevens voor follow-up
Contactgegevens waarmee de uitvaardigende autoriteit kan worden bereikt om feedback te ontvangen over het tijdstip van verwijdering of het tijdstip waarop de toegang onmogelijk is gemaakt, of om verdere verduidelijking te verstrekken:
………………………………………………………………………………..………….
Contactgegevens van de autoriteit van de staat die rechtsmacht heeft ten aanzien van de geadresseerde [ingeval het een andere lidstaat is dan de uitvaardigende lidstaat]
………………………………………………………………………………..………….
DEEL G: Informatie over de mogelijke rechtsmiddelen
Informatie over het bevoegde orgaan of de bevoegde rechterlijke instantie, termijnen en procedures alsook over formele vereisten voor betwisting van het verwijderingsbevel: [Am. 154]
Bevoegd orgaan of bevoegde rechterlijke instantie om het verwijderingsbevel te betwisten:
……………………………………………………………………………………….……….
Termijn voor betwisting van het besluit:
Xxx maanden te beginnen vanaf xxxx
Links naar bepalingen in de nationale wetgeving:
……………………………………………………………………………………….……….
BIJLAGE II
FORMULIER VOOR FEEDBACK NA VERWIJDERING VAN TERRORISTISCHE INHOUD OF NADAT DE TOEGANG DAARTOE ONMOGELIJK IS GEMAAKT (artikel 4, lid 5, van Verordening (EU) xxx)
DEEL A:
Geadresseerde van het verwijderingsbevel:
………………………………………………………………………………….……………..
Autoriteit die het verwijderingsbevel heeft uitgevaardigd:
………………………………………………………………………………….……………..
Dossiernummer van de uitvaardigende autoriteit:
………………………………………………………………………………….……………..
Dossiernummer van de geadresseerde:
………………………………………………………………………………….……………..
Tijdstip en datum van ontvangst van het verwijderingsbevel:
………………………………………………………………………………….……………..
DEEL B:
De terroristische inhoud/toegang tot de terroristische inhoud waarop het verwijderingsbevel betrekking heeft is (kruis het relevante vak aan):
□ verwijderd
□ onmogelijk gemaakt
Tijdstip en datum van verwijdering of waarop de toegang onmogelijk is gemaakt ……………………………………………..
DEEL C: Nadere gegevens van de geadresseerde
Naam van de aanbieder van hostingdiensten/wettelijke vertegenwoordiger:
………………………………………………………………………………….……………..
Lidstaat van de hoofdvestiging of vestiging van de wettelijke vertegenwoordiger: ………………………………………………………………………………….……………..
Naam van de gemachtigde persoon:
………………………………………………………………………………….……………..
Nadere gegevens van het contactpunt (e-mail): ……………………………………………………………………….
Datum:
………………………………………………………………………………….……………..
BIJLAGE III
INFORMATIE OVER DE ONMOGELIJKHEID OM HET VERWIJDERINGSBEVEL UIT TE VOEREN (artikel 4, leden 6 en 7, van Verordening (EU) xxx)
DEEL A:
Geadresseerde van het verwijderingsbevel:
………………………………………………………………………………….……………..
Autoriteit die het verwijderingsbevel heeft uitgevaardigd:
………………………………………………………………………………….……………..
Dossiernummer van de uitvaardigende autoriteit:
………………………………………………………………………………….……………..
Dossiernummer van de geadresseerde:
………………………………………………………………………………….……………..
Tijdstip en datum van ontvangst van het verwijderingsbevel:
………………………………………………………………………………….……………..
DEEL B: Redenen voor niet-uitvoering
(i) Het verwijderingsbevel kan niet worden uitgevoerd of kan niet binnen de gevraagde termijn worden uitgevoerd om de volgende reden(en):
□ overmacht of feitelijke onmogelijkheid die, onder meer om technische of operationele redenen, niet aan de geadresseerde of de dienstverlener kan worden toegerekend [Am. 155]
□ het verwijderingsbevel bevat kennelijke fouten
□ het verwijderingsbevel bevat niet voldoende informatie
(ii) Gelieve nadere informatie te verstrekken over de redenen voor niet-uitvoering:
………………………………………………………………………………………………….
(iii) Als het verwijderingsbevel kennelijke fouten en/of niet voldoende informatie bevat, gelieve de fouten en de gewenste nadere informatie of verduidelijking te specificeren:
………………………………………………………………………………………………
DEEL H: Nadere gegevens van de dienstverlener/wettelijke vertegenwoordiger:
Naam van de dienstverlener/wettelijke vertegenwoordiger:
………………………………………………………………………………….……………..
Naam van de gemachtigde persoon:
………………………………………………………………………………….……………..
Contactgegevens (e-mail):
………………………………………………………………………………….……………..
Handtekening:
………………………………………………………………………………….……………..
Tijdstip en datum: ………………………………………………………………………………….……………..
Aanbeveling (EU) 2018/334 van de Commissie van 1 maart 2018 over maatregelen om illegale online-inhoud effectief te bestrijden (PB L 63 van 6.3.2018, blz. 50).
Richtlijn 2000/31/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2000 betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij, met name de elektronische handel, in de interne markt ("richtlijn inzake elektronische handel") (PB L 178 van 17.7.2000, blz. 1).
Richtlijn (EU) 2017/541 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 inzake terrorismebestrijding en ter vervanging van Kaderbesluit 2002/475/JBZ van de Raad en tot wijziging van Besluit 2005/671/JBZ van de Raad (PB L 88 van 31.3.2017, blz. 6).
Verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (PB L 351 van 20.12.2012, blz. 1).
Verordening (EU) 2018/302 van het Europees Parlement en de Raad van 28 februari 2018 inzake de aanpak van ongerechtvaardigde geoblocking en andere vormen van discriminatie van klanten op grond van nationaliteit, verblijfplaats of plaats van vestiging in de interne markt, en tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 2006/2004 en (EU) 2017/2394 en Richtlijn 2009/22/EG (PB L 601 van 2.3.2018, blz. 1).
Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van Richtlijn 1999/93/EG (PB L 257 van 28.8.2014, blz. 73).
Verordening (EU) 2016/794 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) en tot vervanging en intrekking van de Besluiten 2009/371/JBZ, 2009/934/JBZ, 2009/935/JBZ, 2009/936/JBZ en 2009/968/JBZ van de Raad (PB L 135 van 24.5.2016, blz. 53).
Verordening (EU) 2016/794 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) en tot vervanging en intrekking van de Besluiten 2009/371/JBZ, 2009/934/JBZ, 2009/935/JBZ, 2009/936/JBZ en 2009/968/JBZ van de Raad (PB L 135 van 24.5.2016, blz. 53).