Resolutie van het Europees Parlement van 27 november 2019 over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds van de Europese Unie voor bijstand aan Griekenland (COM(2019)0496 – C9-0144/2019 – 2019/2137(BUD))
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2019)0496 – C9-0144/2019),
– gezien Verordening (EG) nr. 2012/2002 van de Raad van 11 november 2002 tot oprichting van het Solidariteitsfonds van de Europese Unie(1),
– gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020(2), en met name artikel 10,
– gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer(3), en met name punt 11,
– gezien de brief van de Commissie regionale ontwikkeling,
– gezien het verslag van de Begrotingscommissie (A9-0040/2019),
1. is ingenomen met het besluit als een teken van solidariteit van de Unie met de burgers en regio’s in de Unie die door natuurrampen zijn getroffen;
2. brengt in herinnering dat het Solidariteitsfonds van de Europese Unie (het “Fonds”) tot doel heeft snel en doeltreffend te reageren op noodsituaties, als een uitdrukking van solidariteit; onderstreept in dit verband dat de interne procedures voor het vrijgeven van financiële bijstand met middelen van het Fonds niet tot enigerlei vertragingen moeten leiden, aangezien natuurrampen in de regel significante schade veroorzaken, die serieus ingrijpen in het dagelijks leven van mensen en in plaatselijke economieën;
3. begrijpt uit de toelichting van de Commissie dat in 2018, 265 252 381 EUR van de toewijzing voor het Fonds ongebruikt en overgedragen is, en dat voor 2019 nog 557 530 278 EUR beschikbaar is;
4. benadrukt dat er via het Fonds dringend financiële bijstand moet worden verleend aan alle regio’s in de Unie die in 2019 door natuurrampen zijn getroffen;
5. hecht zijn goedkeuring aan het bij deze resolutie gevoegde besluit;
6. onderstreept dat de nog beschikbare financiële middelen zo snel mogelijk en binnen een redelijke termijn moeten worden vrijgegeven, aangezien de herstelactiviteiten op Kreta gezien de slechte weersomstandigheden, die zich op dit eiland en in de overige regio’s van Griekenland steeds vaker voordoen, onmiddellijk moeten worden afgerond;
7. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit samen met de voorzitter van de Raad te ondertekenen en zorg te dragen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie;
8. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie, met inbegrip van de bijlage, te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.