Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ***
Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 29 januari 2020 over het ontwerp van besluit van de Raad betreffende de sluiting van het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (XT 21105/3/2018 – C9-0148/2019 – 2018/0427(NLE))
(Goedkeuring)
Het Europees Parlement,
– gezien de kennisgeving door het Verenigd Koninkrijk aan de Europese Raad van 29 maart 2017 van zijn voornemen zich terug te trekken uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, overeenkomstig artikel 50, lid 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie en artikel 106 bis van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie,
– gezien het ontwerp van besluit van de Raad betreffende de sluiting van het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (XT 21105/3/2018),
– gezien het ontwerpakkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie(1),
– gezien de politieke verklaring waarin het kader wordt geschetst voor de toekomstige betrekkingen tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk(2),
– gezien Besluiten (EU) 2019/476 van 22 maart 2019(3), (EU) 2019/584 van 11 april 2019(4) en (EU) 2019/1810 van 29 oktober 2019(5) van de Europese Raad, vastgesteld in overeenstemming met het Verenigd Koninkrijk, tot verlenging van de in artikel 50, lid 3, VEU, bedoelde termijn, respectievelijk tot 12 april 2019, 31 oktober 2019, en 31 januari 2020,
– gezien zijn resoluties van 5 april 2017 over onderhandelingen met het Verenigd Koninkrijk na de kennisgeving van het voornemen van dat land om zich uit de Europese Unie terug te trekken(6), van 3 oktober 2017 over de stand van de onderhandelingen met het Verenigd Koninkrijk(7), van 13 december 2017 over de stand van de onderhandelingen met het Verenigd Koninkrijk(8), van 14 maart 2018 over het kader van de toekomstige betrekkingen tussen de EU en het VK(9), en van 18 september 2019 over de stand van zaken van de terugtrekking van het VK uit de Europese Unie(10),
– gezien het verzoek om goedkeuring dat de Raad heeft ingediend krachtens artikel 50, lid 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie (C9‑0148/2019),
– gezien artikel 105, leden 1 en 4, en artikel 88 van zijn Reglement,
– gezien de brieven van de Commissie buitenlandse zaken, de Commissie internationale handel, de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken, de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid, de Commissie interne markt en consumentenbescherming, de Commissie vervoer en toerisme, de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling, de Commissie juridische zaken, de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken en de Commissie verzoekschriften,
– gezien de aanbeveling van de Commissie constitutionele zaken (A9‑0004/2020),
1. hecht zijn goedkeuring aan de sluiting van het terugtrekkingsakkoord;
2. verzoekt zijn Voorzitter dit standpunt te doen toekomen aan de Europese Raad, de Raad en de Commissie, alsook de nationale parlementen en de regering van het Verenigd Koninkrijk.