Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2020/2668(DEA)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : B9-0183/2020

Ingediende teksten :

B9-0183/2020

Debatten :

Stemmingen :

Aangenomen teksten :

P9_TA(2020)0155

Aangenomen teksten
PDF 120kWORD 42k
Donderdag 18 juni 2020 - Brussel
Geen bezwaar tegen een gedelegeerde handeling: technische reguleringsnormen betreffende prudente waardering
P9_TA(2020)0155B9-0183/2020

Besluit van het Europees Parlement om geen bezwaar te maken tegen de gedelegeerde verordening van de Commissie van 28 mei 2020 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/101 van de Commissie van 26 oktober 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen betreffende prudente waardering op grond van artikel 105, lid 14, van Verordening (EU) nr. 575/2013 (C(2020)03428 - 2020/2668(DEA))

Het Europees Parlement,

–  gezien de gedelegeerde verordening van de Commissie (C(2020)03428),

–  gezien het schrijven van de Commissie van 29 mei 2020, waarin zij het Parlement verzoekt te verklaren dat het geen bezwaar zal maken tegen de gedelegeerde verordening,

–  gezien het schrijven van de Commissie economische en monetaire zaken aan de voorzitter van de Conferentie van commissievoorzitters, van 9 juni 2020,

–  gezien artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–  gezien Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012(1), en met name artikel 105, lid 14,

–  gezien artikel 13 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/78/EG van de Commissie(2),

–  gezien het ontwerp van technische reguleringsnorm (EBA/RTS/2020/04) die door de Europese Bankautoriteit op 22 april 2020 is voorgelegd ingevolge artikel 105, lid 14, van de Verordening (EU) nr. 575/2013,

–  gezien artikel 111, lid 6, van zijn Reglement,

–  gezien de aanbeveling voor een besluit van de Commissie economische en monetaire zaken,

A.  overwegende dat de gedelegeerde handeling het prudentiële kader voor de banken tijdelijk wijzigt in reactie op de uitbraak van COVID-19; met name om de gevolgen van de extreme marktvolatiliteit voor het prudente waarderingskader te beperken, verhoogt de gedelegeerde handeling de aggregatiefactor die in de kernbenadering voor de berekening van het totale bedrag van de aanvullende waarderingsaanpassingen (AWA) wordt gebruikt, van 50% tot 66%, tot en met 31 december 2020, om instellingen in staat te stellen de huidige extreme marktvolatiliteit te doorstaan; dit zou het totale AWA-bedrag verminderen, waardoor het bedrag dat van het tier 1-kernkapitaal van instellingen moet worden afgetrokken, wordt verlaagd;

B.  overwegende dat deze gedelegeerde handeling zo spoedig mogelijk in werking moet treden om ervoor te zorgen dat instellingen in de loop van dit kwartaal en tot het einde van het jaar snel kunnen voorzien in kapitaalbescherming;

1.  verklaart geen bezwaar te maken tegen de gedelegeerde verordening;

2.  verzoekt zijn Voorzitter dit besluit te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

(1) PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1.
(2) PB L 331 van 15.12.2010, blz. 12.

Laatst bijgewerkt op: 8 september 2020Juridische mededeling - Privacybeleid