Resolutie van het Europees Parlement van 19 juni 2020 over toerisme en vervoer in en na 2020 (2020/2649(RSP))
Het Europees Parlement,
– gezien artikel 132, leden 2 en 4, van zijn Reglement,
A. overwegende dat toerisme een horizontale economische activiteit is met verstrekkende gevolgen voor de economische groei, de werkgelegenheid, en de sociale en duurzame ontwikkeling;
B. overwegende dat de toeristische sector werk biedt aan 22,6 miljoen mensen, wat overeenkomst met 11,2 % van de totale werkgelegenheid in de EU, en in 2019 goed was voor 9,5 % van het BBP van de EU, en een evenwichtige regionale structuur bevordert en een positief effect heeft op de regionale ontwikkeling; overwegende dat er in de EU minstens 6,4 miljoen banen op de tocht staan;
C. overwegende dat toerisme, en met name massatoerisme, net als elke menselijke activiteit, van invloed is op klimaatverandering, en milieu- en economische gevolgen heeft, zoals toenemende vervuiling, verlies van biodiversiteit, files, kosten voor het onderhoud van infrastructuur en stijgende prijzen; overwegende dat de sector evenwel bereid is sneller vooruitgang te boeken in de richting van de ontwikkeling van duurzaam toerisme en ervoor te zorgen dat hij bijdraagt aan de Europese en de internationale klimaatdoelstellingen middels initiatieven voor het reduceren van emissies;
D. overwegende dat het toerisme uit een complexe waardeketen van vele belanghebbenden bestaat en direct is verbonden met het personenvervoer;
E. overwegende dat de sectoren vervoer, cultuur en toerisme van alle belangrijke economische sectoren het zwaarst door COVID-19 getroffen zijn, met grootschalige werkloosheid voor met name seizoenarbeiders en kwetsbare personen;
F. overwegende dat culturele locaties en centra, festivals en musea bijzonder zwaar getroffen zijn door de gezondheidscrisis, terwijl vier van de tien toeristen hun bestemming kiezen op basis van het culturele aanbod;
G. overwegende dat de Commissie, door op 13 mei 2020 de mededeling over toerisme en vervoer in en na 2020 (COM(2020)0550) en het pakket inzake toerisme en vervoer goed te keuren, de eerste noodzakelijke stap heeft gezet om onze waardevolle sectoren vervoer en toerisme te helpen herstellen van de COVID-19-pandemie;
H. overwegende dat het tien jaar geleden is (juni 2010) dat de Commissie de mededeling “Europa, toeristische topbestemming in de wereld - een nieuw beleidskader voor het toerisme in Europa” (COM(2010)0352) goedkeurde, waarin een strategie en een actieplan voor het toerisme in de EU uiteen worden gezet;
I. overwegende dat de EU sinds de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon in 2009 over ondersteunende bevoegdheden beschikt, gericht op het coördineren en aanvullen van hetgeen de lidstaten op dit gebied doen(1);
Europese herstelplannen voor toerisme en vervoer na de uitbraak van COVID-19
1. is van mening dat de sectoren vervoer en toerisme zowel snel kortetermijnsteun, als ondersteuning op de lange termijn behoeven om hun voortbestaan en concurrentievermogen te waarborgen, terwijl er maatregelen moeten worden getroffen om toeristen met een gerust hart naar en in Europa te laten reizen om extra verliezen in de sector tot een minimum te beperken en de duurzaamheid van de sector op langere termijn veilig te stellen; benadrukt dat de huidige crisis ook een historische kans biedt om het toerisme in de EU te moderniseren en duurzamer en toegankelijker te maken voor mensen met een beperking, door het te gaan zien als een industrieel ecosysteem met investeringsdoelstellingen, menselijk kapitaal, technologische innovatiebehoeften en prestatie-indicatoren, alsook als een belangrijke sector die een bijdrage kan leveren aan de verwezenlijking van de doelstellingen inzake klimaatneutraliteit voor 2050;
2. onderstreept dat het in de huidige crisissituatie, waarin veel vervoersbedrijven moeite hebben om het hoofd boven water te houden, uitermate belangrijk is te blijven investeren in strategische vervoersinfrastructuur op EU-niveau; benadrukt verder dat herstelplannen voor de vervoerssector niet alleen gericht moeten zijn op het redden van bestaande onderdelen van de sector, maar ook en vooral op innovatieve groeimogelijkheden;
3. is ingenomen met de mededeling “Naar een gefaseerde en gecoördineerde aanpak van het herstel van het vrije verkeer en de opheffing van de binnengrenscontroles – COVID‑19”, die de Commissie heeft goedgekeurd als onderdeel van het pakket, en met het voorstel voor een gefaseerde en gecoördineerde aanpak om terug te keren naar het onbeperkte vrije verkeer van personen; dringt erop aan op EU-niveau een mechanisme in het leven te roepen om te bepalen welk besmettingsniveau laag genoeg is, en vindt dat dit niveau in de hele EU op uniforme wijze moet worden gehanteerd; verzoekt de Commissie de “herstart van het toerisme” te steunen met een aanbeveling waarin “duurzaam toerisme” en geloofwaardig gecertificeerde bedrijven en bestemmingen worden geïdentificeerd als stuwende krachten achter milieuvriendelijk, sociaal verantwoord en ecologisch verstandig vervoer en toerisme; is ingenomen met het initiatief van de Commissie om de continue stroom van goederen, met name levensmiddelen en medische hulpmiddelen, in de hele EU te garanderen, en met alle initiatieven die erop gericht zijn de volledige werking van de interne markt van de EU zonder ongerechtvaardigde controles en vertragingen te waarborgen;
4. wijst eens te meer op het belang van het beginsel van non-discriminatie bij de geleidelijke opheffing van beperkingen binnen en tussen landen, alsook van de wederzijdse erkenning van de op EU-niveau overeengekomen maatregelen, en benadrukt dat het belangrijk is overeenkomsten tussen afzonderlijke lidstaten (zogenaamde toerismecorridors) te vermijden, omdat deze tot meer gevolgen zouden leiden voor de economieën, en met name de sector toerisme, van die lidstaten die reeds zwaar door de gezondheidscrisis getroffen zijn; uit zijn bezorgdheid over het feit dat verschillende lidstaten onlangs unilaterale maatregelen hebben vastgesteld, die niet alleen de werking van de interne markt ondermijnen en een negatieve impact hebben op het leven van miljoenen EU-burgers, maar ook het toerisme en het vertrouwen nog een extra klap toebrengen; dringt er daarom op aan dat de Commissie verhindert dat de lidstaten eender welke discriminerende en niet-epidemiologische maatregelen ten uitvoer leggen, die twijfel oproepen over de integriteit van het Schengengebied en een snel herstel van de Europese reis- en toerisme-industrie in de weg staan;
5. benadrukt de noodzaak van steun aan en bevordering van toeristische gebieden in de EU, onder meer door middel van aantrekkelijke aanbiedingen voor bezoekers, mits de epidemiologische en sociaal-medische omstandigheden in de betreffende gebieden dit mogelijk maken; is van mening dat het van essentieel belang is dat alle gezondheids-, hygiëne- en sanitaire vereisten, zoals maatregelen inzake afstand houden, volledig worden nageleefd en uitgevoerd door zowel bedrijven als hun klanten, teneinde veilige omstandigheden voor bezoekers te waarborgen; dringt erop aan in de hele EU uniforme beoordelingscriteria te hanteren om de gebieden te identificeren die een veilige omgeving bieden voor inkomend en uitgaand toerisme; onderschrijft het belang van handhaving en behoud van het hoogste veiligheid- en beveiligingsniveau, waarvoor interoperabele digitale technologieën zouden kunnen worden gebruikt (bijv. een specifieke informatiewebsite van de Commissie, of middels de digitale innovatiehubs), met als doel het verlenen van hulp aan de sectoren vervoer en toerisme en de toeristen zelf, met inachtneming van de privacy van burgers en de regels inzake gegevensbescherming; benadrukt dat er een systeem voor vroegtijdige waarschuwing moet worden ontwikkeld waarmee toeristen op efficiënte wijze worden gewaarschuwd voor mogelijke gezondheidsdreigingen op hun bestemming, zodat de quarantaine- en evacuatieprotocollen onmiddellijk van kracht worden en doeltreffend zijn;
6. erkent het belang van internationale reizigers voor onze toeristische sector; verzoekt de Commissie en de lidstaten dan ook te beoordelen of de beperkingen voor niet-essentiële reizen aan de buitengrenzen van de EU kunnen worden opgeheven zonder de volksgezondheid en de openbare veiligheid in gevaar te brengen, rekening houdend met de epidemiologische situatie in elk desbetreffend derde land en strevend naar de wederzijdse erkenning van beschermingsmaatregelen in verband met COVID-19, met name in de luchtvaart, op basis van de normen van de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO) en het gezamenlijk document van het Agentschap van de Europese Unie voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA) en het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding getiteld “COVID-19 Aviation Health Safety Protocol: Operational Guidelines for the management of air passengers and aviation personnel in relation to the COVID-19 pandemic” voor een veilige herstart van het luchtvervoer in Europa, en dringt erop aan deze snel toe te passen;
7. benadrukt het belang van grens- en seizoenarbeiders voor de dienstverlening in de toeristische sector als een essentieel onderdeel van de op economisch herstel gerichte inspanningen, en dringt aan op maatregelen om hun mobiliteit te stimuleren en hun rechten te beschermen, met inbegrip van een betere uitvoering van de bestaande wetgeving;
8. is ingenomen met de mededeling van de Commissie getiteld “Richtsnoeren betreffende het geleidelijke herstel van het vervoer en de connectiviteit – COVID-19”, alsook met de richtsnoeren die gebaseerd zijn op een kader van beginselen en een gemeenschappelijk instrumentarium dat zal bijdragen tot het hervatten van alle soorten vervoersdiensten in de EU door het nemen van gecoördineerde, niet-discriminerende en evenredige maatregelen;
9. verzoekt de Commissie en de lidstaten overeenstemming te bereiken over tijdelijke, evenredige maatregelen en niet-discriminerende maatregelen, op basis van wetenschappelijk bewijs, om veilige doorvoer en veilig reizen tussen landen te vergemakkelijken, gebaseerd op een degelijke risicobeoordeling en volgens internationale normen die zijn vastgesteld door instanties zoals de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) of het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC); onderstreept het belang van het wederzijds erkennen van de op EU-niveau overeengekomen maatregelen voor de hervatting van het reisverkeer binnen de EU en het internationale reisverkeer; benadrukt bovendien dat de tenuitvoerlegging van inperkingsmaatregelen, net als de versoepeling ervan, op geen enkel moment mogen leiden tot een verlaging van de hoge veiligheids- en beveiligingsnormen van de EU in het vervoer;
10. benadrukt dat screening een doeltreffend middel vormt om de verspreiding van het virus tegen te gaan en om mensen gerust te stellen wanneer het niet mogelijk is fysiek afstand te bewaren, op voorwaarde dat er snelle, betrouwbare en betaalbare screeningmethoden voorhanden zijn; verzoekt de Commissie om, in samenwerking met het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding en de lidstaten, regelmatig na te gaan of er tests beschikbaar zijn die aan deze voorwaarden voldoen, en, indien dat het geval is, gecoördineerde aanbestedingen te plaatsen met als doel optimale voorwaarden en prijzen te garanderen; dringt er bij de Commissie en de lidstaten op aan gebruik te maken van alle beschikbare financieringsinstrumenten om ervoor te zorgen dat de bevolking gratis kan worden getest;
11. benadrukt dat de reisbeperkingen en grenscontroles moeten worden opgeheven voor de regio’s, gebieden en lidstaten waarvan de epidemiologische situatie verbetert en voldoende vergelijkbaar is, zodra voor de beoordeling ervan gemeenschappelijke criteria zijn vastgesteld; benadrukt dat verbeteringen in de epidemiologische situatie van essentieel belang zijn om weer veilig te kunnen reizen en voor de hervatting van vervoers- en toeristische diensten; verzoekt de Commissie voorts om, in overleg met de lidstaten, de haalbaarheid en de toegevoegde waarde te onderzoeken van maatregelen voor gezondheidsscreening, zoals diagnostische tests (bijvoorbeeld serologische of wattenstaaftests) en temperatuurmeting van passagiers die vertrekken van vervoershubs; dringt erop aan normen en gedetailleerde protocollen voor gemeenschappelijke hygiënemaatregelen vast te stellen voor de verschillende vervoerswijzen; is van mening dat elke vervoersonderneming op geharmoniseerde wijze uniforme maatregelen moet nemen om te zorgen voor voorspelbaarheid en duidelijkheid; is van mening dat technische operationele protocollen als voorwaarde moeten worden gesteld voor veilig reizen;
12. verwelkomt de mededeling van de Commissie getiteld “EU-richtsnoeren voor de geleidelijke hervatting van toeristische diensten en voor gezondheidsprotocollen voor horecagelegenheden — COVID-19”, en dringt er bij de lidstaten op aan om deze richtsnoeren te delen met de bevoegde autoriteiten op regionaal en lokaal niveau; verzoekt de Commissie en de lidstaten in dit verband de reis- en toerismesector financieel te helpen bij het implementeren van deze maatregelen, in nauwe samenwerking met de reis- en toerisme-industrie en met inachtneming van de ambities van de Europese Green Deal en het digitaliseringsbeleid;
13. verzoekt de Commissie om, samen met de autoriteiten in de lidstaten, de toeristische sector en internationale organisaties, een EU-veiligheidscertificeringszegel te ontwikkelen en duidelijke en doeltreffende sanitaire protocollen vast te stellen, ter waarborging van de hoogste hygiëne- en veiligheidsnormen in toeristische faciliteiten en bij reisorganisaties en -operators in de EU, teneinde aan te zetten tot de toepassing van specifieke maatregelen op basis van de EU-richtsnoeren, ter vergroting van het vertrouwen bij en de veiligheid en beveiliging van reizigers die de lidstaten van de EU bezoeken en om het herstel van de sector te bevorderen;
14. roept de Commissie op om gemeenschappelijke EU-regels voor te stellen voor de voorwaarden van de tegoedbonnen die wegens COVID-19 worden afgegeven, met inachtneming van een hoog niveau van consumentenbescherming, altijd onder de voorwaarde dat deze vrijwillig door de consument worden aanvaard, en zonder afbreuk te doen aan de verplichting voor bedrijven om reizigers binnen de door het EU-recht vastgestelde termijn te vergoeden, om tegoedbonnen flexibeler en dus aantrekkelijker en levensvatbaarder te maken, en om te voorkomen dat er een nieuwe lappendeken van uitvoering ontstaat wat zou leiden tot een verschillende behandeling van consumenten en tot concurrentieverstoring op de vervoers- en toerismemarkt; dringt er voorts bij de Commissie op aan alle tot haar beschikking staande middelen te gebruiken om te zorgen voor de correcte handhaving en uniforme toepassing van de EU-wetgeving, en om het gebruik van geharmoniseerde regels inzake tegoedbonnen op vrijwillige basis te bevorderen;
15. verzoekt de Commissie te onderzoeken of het mogelijk is om, op basis van de ervaringen met de COVID-19-crisis en vergelijkbare regelingen in de lidstaten, een Europese reisgarantieregeling voor bedrijven te ontwikkelen voor het waarborgen van financiële liquiditeit, de gegarandeerde terugbetaling van reizigers, alsook de vergoeding van de kosten van repatriëring, in combinatie met een billijke vergoeding van eventuele schade in het geval van een faillissement; is verder van mening dat toeristen moeten worden aangespoord om een reisverzekering af te sluiten;
16. verzoekt de Commissie een speciale EU-voorlichtingscampagne over reizen en toerisme op te zetten, inclusief een EU-informatie-app, om het reizen binnen de EU te bevorderen, het vertrouwen van de burgers in reizen en toerisme tijdens COVID-19 te herstellen, toeristen te informeren over de getroffen gezondheids- en veiligheidsmaatregelen, en duurzame en op cohesie gerichte waarden op te bouwen door middel van een “EU-keurmerk voor toerisme”; dringt erop aan het concept “veilige en slimme bestemming” centraal te stellen om te zorgen voor de ontwikkeling van duurzaam, verantwoord en toegankelijk toerisme;
17. pleit ervoor op EU-niveau een mechanisme in te voeren voor het op basis van wetenschappelijk bewijs en betrouwbare en uniforme gegevens vaststellen van een veiligheids- en beveiligingsdrempel voor het vaststellen of opheffen van reisbeperkingen, en dat er een passend niveau van monitoring en een actieplan worden vastgesteld voor eventuele negatieve ontwikkelingen in de epidemiologische situatie; benadrukt in dit verband de noodzaak van een concreter en gedetailleerder actieplan voor het toezicht op en de evaluatie van de voorgestelde gefaseerde exitstrategie om de COVID-19-crisis de baas te worden;
18. verzoekt de Commissie, de nationale autoriteiten en alle belanghebbenden samen te werken bij het op zo kort mogelijke termijn vaststellen van richtsnoeren en actieplannen voor voorbereidheid op een mogelijke tweede golf van de pandemie, met aandacht voor infectiepreventie en controlemaatregelen voor de reis- en toerismesectoren, gezien het feit dat een langer durende “lockdown” volgens sommige schattingen dit jaar een daling van het bbp met 16 % tot gevolg zou kunnen hebben;
19. verwelkomt het SURE-programma, dat de lidstaten helpt bij het dekken van de kosten van nationale arbeidsregelingen voor de korte termijn en van vergelijkbare maatregelen die bedrijven helpen bij het behouden van banen in de toerisme-industrie; onderstreept verder dat het belangrijk is te investeren in her-, bij- en nascholing, in opleidingen op het gebied van digitale vaardigheden en in initiatieven voor werkgelegenheidsondersteuning, die aanhoudend banenverlies en sociale ongelijkheid als gevolg van de pandemie zullen voorkomen;
Meer solidariteit en coördinatie in de toeristische sector van de EU
20. benadrukt dat het belangrijk is een daadwerkelijk Europees toerismebeleid te ontwikkelen dat significant bijdraagt tot vergroting van het concurrentievermogen van de Unie op dit vlak, tot samenwerking tussen de lidstaten en de regio’s, en tot nieuwe mogelijkheden voor meer investeringen en innovaties in deze sector; geeft aan dat overregulering van toeristische diensten op de interne markt moet worden vermeden, teneinde tegenstrijdigheden en overlappingen in de regelgeving weg te nemen en te voorkomen door te zorgen voor een betere coördinatie van maatregelen en wetgeving die van invloed zijn op de toeristische sector;
21. verwelkomt het voorstel van de Commissie om een Europese top voor toerisme te organiseren waarbij de EU-instellingen, de sector, de regio’s, de steden en de belanghebbenden worden betrokken, om na te denken over het Europese toerisme van morgen, en steunt de ontwikkeling van een routekaart voor de totstandbrenging - tegen 2050 - van een duurzaam, innovatief en veerkrachtig Europees toeristisch ecosysteem (“Europese agenda voor toerisme 2050”); roept de Commissie daarom op om op basis van de resultaten van deze dialoog in 2021 een nieuwe strategie en een nieuw actieplan voor toerisme in de EU vast te stellen, zodat Europa zich door middel van een “EU-label voor toerisme” als toonaangevende bestemming kan blijven profileren; benadrukt dat deze langetermijnstrategie een plan moet omvatten voor de digitalisering van de sector, evenals regelingen voor het herstel van toeristische gebieden; benadrukt dat de strategie de groene transitie van de sector moet ondersteunen door processen aan te passen en infrastructuur en faciliteiten te vernieuwen; beklemtoont dat de Commissie er nauwlettend op toe moet zien dat deze strategie naar behoren ten uitvoer wordt gelegd;
22. is er verheugd over dat de Commissie voorstelt bij de toepassing van de regels inzake staatssteun flexibiliteit in acht te nemen; hamert evenwel op het belang van levensvatbare projecten en concurrentievermogen en sociale en milieu-normen, alsook van heldere en sectorspecifieke richtsnoeren voor de sectoren vervoer en toerisme ten aanzien van een doeltreffende coördinatie tussen alle lidstaten, en benadrukt dat erop moet worden toegezien dat de nationale compensatieregelingen billijk, op een opportuun tijdstip en proportioneel worden toegepast en een in tijd beperkte looptijd hebben, en erop gericht zijn de verliezen als gevolg van de COVID-19-uitbraak op te vangen, zonder de mededinging al te veel te verstoren;
23. benadrukt het belang van een nauwere samenwerking tussen de EU, de nationale, regionale en lokale autoriteiten, en alle betrokken partijen, met het oog op de aanpak van horizontale kwesties in verband met toerisme; verzoekt de Commissie in dit verband een EU-strategie voor toerisme te ontwikkelen met - onder meer - een duidelijker en gedetailleerder actieplan met doelstellingen voor de korte, middellange en lange termijn, inclusief de VN-doelstellingen inzake duurzame ontwikkeling, waarin wordt voorgesteld dat de lidstaten duidelijke, strategische en resultaatgerichte doelstellingen vaststellen; dringt erop aan dat in overleg met het Parlement en de lidstaten een passende strategie voor duurzaam toerisme wordt vastgesteld, met maatregelen die door alle lidstaten, bedrijfstakken en toeristen moeten worden toegepast en nageleefd;
24. onderstreept dat het op 27 mei 2020 door de Commissie gepresenteerde voorstel voor een EU-herstelplan, dat een versterkte langetermijnbegroting voor de EU (MFK 2021‑2027) en een nieuw herstelinstrument ten belope van 750 miljard EUR omvat, dat afhankelijk wordt gesteld van de tenuitvoerlegging van structurele hervormingen en de inachtneming van milieu- en sociale normen, een goede basis vormt voor verdere onderhandelingen; juicht het toe dat erkend wordt dat toerisme één van de sectoren is die het zwaarst door de COVID-19-crisis is getroffen; wijst erop dat het nieuwe herstelinstrument, Next Generation EU, laat zien dat de omzet van het toerisme in het tweede kwartaal van 2020 wel eens met meer dan 70 % zou kunnen dalen, terwijl de fundamentele investeringsbehoeften van de sector toerisme (maar liefst 161 miljard EUR) het grootst zijn van alle ecosystemen; verzoekt de Commissie daarnaast in het herstelpakket passende aandacht te besteden aan de toeristische sector en richtsnoeren uit te vaardigen om te zorgen voor een snelle toegang tot financiering in het kader van lopende en komende programma’s, zonder onevenredige administratieve rompslomp; benadrukt in dit verband het belang van investeringen in deze sector via de faciliteit voor herstel en veerkracht, die de ontwikkeling van een strategie voor een duurzame, flexibele en concurrerende toeristische sector in de hele EU mogelijk zullen maken; is van mening dat het EU-herstelplan de mogelijkheid moet bieden om aanvullende financiële steun aan de toeristische sector toe te kennen op basis van het aandeel van de reis- en toerismesector in het BBP van een lidstaat;
25. betreurt het ontbreken van een speciale begrotingslijn voor duurzaam toerisme in het volgende meerjarig financieel kader (MFK 2021-2027), en betreurt het dat er momenteel geen concreet, specifiek financieel instrument voor de korte termijn bestaat om de sector te helpen bij het herstel; is van oordeel dat er nagedacht moet worden over een speciale behandeling van en specifieke maatregelen voor de ultraperifere en de eilandregio’s;
26. roept de Commissie en de lidstaten op om bedrijven, werknemers en zelfstandigen in de vervoers-, cultuur- en toerismesector, en met name kmo’s, inclusief macro- en familiebedrijfjes, zo spoedig mogelijk steun te verlenen bij het beheer van hun liquiditeit en hen te helpen om banen te behouden, en onnodige administratieve lasten te verminderen; dringt daarnaast aan op een in nauw overleg met de sociale partners vast te stellen en voor alle categorieën werkenden geldend Europees kader voor werknemers in de hele waardeketen van de sector toerisme;
27. pleit voor herziening van de Europese kmo-strategie, waarbij rekening moet worden gehouden met de gevolgen van COVID-19 voor kmo’s en concrete initiatieven worden voorgesteld om hen te helpen bij hun herstel door de administratieve rompslomp te verminderen, de kosten van toegang tot financiering te verlagen en investeringen in strategische waardeketens te stimuleren, in overeenstemming met het Europees industriebeleid op basis van ecosystemen, de Europese Green Deal en de digitale transitie; herinnert eraan dat de nodige aanpassingen moeten worden verricht om te voldoen aan de nieuwe gezondheids- en veiligheidsmaatregelen, waarbij aanzienlijke investeringen moeten worden gedaan om de veiligheid van de consument te waarborgen en de regels inzake afstand houden te kunnen naleven, alsook aan de andere relevante voorzorgsmaatregelen te kunnen voldoen; benadrukt het belang van het creëren van netwerken en clusters in de hele EU, die kunnen leiden tot de harmonisatie van goede praktijken, strategieën en synergieën binnen de kmo-sector;
28. benadrukt dat duizenden ondernemingen, in het bijzonder kmo’s, moeite hebben om te overleven, en dat een groot aantal liquiditeitsproblemen heeft; verzoekt de Commissie en de lidstaten te volgen hoe de situatie zich ontwikkelt en te onderzoeken of het mogelijk is middels de reeds aangekondigde instrumenten meer noodhulp toe te kennen en passende maatregelen te nemen om te voorkomen dat bedrijven failliet gaan;
Naar een toekomstbestendige toeristische sector in de EU
29. benadrukt dat de toeristische sector sterk afhankelijk is van de vervoersector en dat het verbeteren van de toegankelijkheid, de duurzaamheid en de connectiviteit van alle vervoerswijzen, met behoud van het hoogste veiligheidsniveau in alle vervoersectoren (wegvervoer, spoorvervoer, luchtvaart, zeevaart en binnenvaart), derhalve van grote invloed zal zijn op het versterken van de toeristische sector in de EU; benadrukt in dit verband dat de Commissie in het kader van het Europees Jaar van de Spoorwegen 2021 en gezien de noodzaak om de transportemissies te reduceren, alle duurzame alternatieve vervoerswijzen moet bevorderen;
30. beklemtoont dat duurzame wijzen van reizen moeten worden bevorderd, zoals middels meer toeristische fietsinfrastructuur en nachttreinen; benadrukt de economische en milieuvoordelen die duurzame vervoerswijzen zoals fietsen kunnen hebben voor toerisme, en verzoekt de Commissie fietsinfrastructuur te bevorderen en erin te investeren, teneinde dergelijk toerisme aantrekkelijker te maken;
31. wijst erop dat alle lidstaten over een netwerk van ontwikkelde, moderne, veilige en duurzame infrastructuur moeten beschikken om reizen in de EU te vergemakkelijken en de perifere lidstaten beter toegankelijk te maken voor het intra-Europese en internationaal toerisme; verzoekt de Commissie dan ook steun te geven aan de heropening van momenteel ontbrekende grensoverschrijdende verbindingen, fitnesschecks van het bestaande infrastructuurnetwerk te verrichten, en onmiddellijke aanvullende maatregelen voor te stellen voor de minst ontwikkelde en afgelegen gebieden, die vaak over de slechtst ontwikkelde netwerken beschikken en bijzondere aandacht behoeven; geeft aan dat grensregio’s 40 % van het hele grondgebied van de EU uitmaken en dat een derde van de bevolking van de EU in grensgebieden woont; verzoekt de Commissie ervoor te zorgen dat de lidstaten passende plannen hebben voor het voltooien van het volledige TEN-T-kernnetwerk tegen 2030 en de uitgebreide netwerken tegen 2050, met vermelding van het tijdschema en de beschikbare begrotingsmiddelen, en zich met name te richten op grensoverschrijdende trajecten, met name in lidstaten die op dit gebied geen vooruitgang boeken; geeft aan dat dit ook betrekking heeft op het uitermate belangrijke project voor een gemeenschappelijk Europees luchtruim (“Single European Sky”), dat, hoewel het reeds een groot aantal jaren “vastzit” op het niveau van de EU, zowel voor veiligheid, als doeltreffendheid én duurzaamheid in de Europese luchtvaart zou zorgen;
32. verzoekt de Commissie zich te buigen over de haalbaarheid en de mogelijke voordelen van een mechanisme voor crisisbeheer voor de toerismesector in de EU, niet alleen om adequaat en snel te kunnen reageren op de gevolgen van de huidige COVID-19-uitbraak, maar ook om de sector voor te bereiden op toekomstige uitdagingen van soortgelijke aard en omvang; benadrukt dat een dergelijk mechanisme financieringsoplossingen voor financiële tekorten op de korte termijn moet omvatten, evenals kaders en strategieën voor de middellange en lange termijn; verzoekt de Commissie richtsnoeren uit te vaardigen op basis van goede praktijken in de toeristische sector in geval van grootschalige crises zoals de huidige pandemie, en de ontwikkeling en coördinatie te faciliteren van adequate onlineplatforms waar belanghebbenden goede praktijken en informatie kunnen uitwisselen;
33. dringt er bij de Commissie op aan een nieuw Europees programma voor inclusief toerisme voor te stellen, voortbouwend op het model van het Calypso-initiatief, in het kader waarvan lidstaten hun sociaal kwetsbare burgers nationale toeristenvouchers verstrekken die kunnen worden gebruikt in deelnemende horecabedrijven in andere lidstaten die ook over een programma voor sociaal toerisme voor hun bevolking beschikken; merkt op dat dergelijke programma’s in veel lidstaten bestaan en dat de resultaten ervan uitstekend zijn, en is van mening dat het een bijzonder goed idee zou zijn om deze programma’s op EU-niveau interoperabel te maken;
34. wijst op het belang van een gemeenschappelijke EU-aanpak om het concurrentievermogen van de sector te waarborgen door de communicatiestrategie ten aanzien van de burgers te verbeteren; wijst voorts op de coördinerende rol van de EU voor de toeristische sector, die moet worden verbeterd door EU-acties met een toegevoegde waarde te lanceren en de uitwisseling van goede praktijken tussen de lidstaten verder te vergemakkelijken; pleit ervoor de administratieve en fiscale lasten te verminderen, de oprichting van ondernemingen te ondersteunen, en de grensoverschrijdende verkoop van goederen en dienstverlening te bevorderen;
35. onderstreept het belang van internationale samenwerking in de reis- en toerismesector, en spoort de EU-instellingen aan door te gaan met het bevorderen van dialoog en samenwerking binnen de Wereldorganisatie voor Toerisme van de VN (UNWTO);
36. meent dat de opkomst van nieuwe technologieën en de verdere digitalisering de aantrekkelijkheid van de reis- en toerismesector aanzienlijk zouden vergroten, en dat gebruikersvriendelijke platforms en nieuwe bedrijfsmodellen de groei, het concurrentievermogen en de welvaart van de sector zouden bevorderen; meent dan ook dat regelmatige opleiding en bijscholing van de huidige arbeidskrachten in de sector van essentieel belang zijn, met bijzondere aandacht voor digitale vaardigheden en innovatieve technologieën;
37. verzoekt de Commissie na te gaan of het mogelijk is een online visumaanvraagproces op te zetten en tegelijkertijd de sterke bescherming van de Europese grenzen in stand te houden, als middel om meer internationale toeristen naar Europa te lokken; merkt op dat de uitbraak van COVID-19 de noodzaak aan het licht heeft gebracht van het omarmen van innovatie en van het overwegen van een nieuwe benadering van de levering van diensten, met inbegrip van diensten die meer contacten tussen mensen mogelijk maken; verzoekt de Commissie daarom de mogelijkheden voor een goedkope en tijdsefficiënte toegang op afstand tot elektronische visa voor Europese toeristische bestemmingen te onderzoeken, bestemd voor bonafide onderdanen van derde landen die een visum nodig hebben en wier biometrische gegevens hoe dan ook zouden worden verzameld zodra het inreis-uitreissysteem volledig operationeel is geworden;
38. wijst erop dat duurzaam toerisme moet worden bevorderd, dat bijdraagt tot het scheppen van werkgelegenheid, de bescherming en het herstel van natuurlijke ecosystemen en biodoversiteit, en tot groei en concurrentievermogen, door voort te bouwen op nieuwe bedrijfsmodellen; verzoekt de Commissie de toegang tot financiering voor alle belanghebbende partijen in de sector toerisme, en met name kleinschalige horeca-ondernemers, die bijzondere aandacht en ondersteuning behoeven, te vergemakkelijken; bevestigt dat dergelijke financiering de ontwikkeling van meer duurzame, innovatieve en veerkrachtige toeristische producten en diensten van hoge kwaliteit moet ondersteunen, en verder moet bijdragen tot duurzaamheid, reizen buiten het seizoen en een geografische spreiding van de toeristenstromen; is van mening dat er steun en coördinatie op EU-niveau nodig is om de administratie van het toerisme op nationaal, regionaal en lokaal niveau te verbeteren, onder meer door de invoering van een duurzaamheidscertificering voor het toerisme; onderstreept hoe belangrijk het is een verschuiving van massatoerisme naar andere vormen van cultureel en duurzaam toerisme te bevorderen, die ons milieu en ons cultureel erfgoed in acht nemen;
39. benadrukt het belang van toerisme voor bepaalde landen en regio’s van de EU, waar diensten die verband houden met toerisme vaak een belangrijke factor voor het behoud van werkgelegenheid en een van de belangrijkste bronnen van inkomsten voor de plaatselijke bevolking vormen; verzoekt de Commissie om maatregelen op maat uit te werken voor de herinvoering van het vrije verkeer en het herstel van de transportverbindingen tussen de ultraperifere regio’s en eilanden en het vasteland van de EU; wijst erop dat specifieke verbindingen en aanvullende financiële en administratieve ondersteuning van het grootste belang zijn voor deze regio’s; benadrukt dat er in de EU‑strategie en ‑initiatieven op het gebied van toerisme aandacht moet komen voor kustgebieden en maritieme gebieden, onder meer in de vorm van financieringsmogelijkheden en promotie- en communicatiemiddelen, en dat de werking van de relevante markten moet worden versterkt door in samenwerking met de belanghebbenden en autoriteiten op maat gemaakt beleid te ontwikkelen; herinnert eraan dat het belangrijk is steun te geven aan familiebedrijven die lokale of regionale markten ontwikkelen en het lokale toerisme bevorderen, aangezien zij zorgen voor een groot deel van de werkgelegenheid in de Europese particuliere sector en de natuurlijke kweekvijver van een ondernemingscultuur vormen;
40. herinnert eraan dat cultureel toerisme 40 % van al het Europese toerisme uitmaakt en dat 68 % van de Europeanen aangeven dat de aanwezigheid van cultureel erfgoed, inclusief toeristische routes, zoals de Weg naar Compostella, die in 2021 een jubileumjaar (ook wel Jakobsjaar genoemd) viert, meeweegt bij de keuze van hun vakantiebestemming(2); verzoekt de Commissie dan ook de lidstaten voor te stellen dat zij in het volgende werkplan voor cultuur duidelijke, strategische en operationele resultaatgerichte doelstellingen vaststellen, en het huidige strategische kader voor cultuur te verbeteren; benadrukt dat investeringen in cultureel belangrijke plaatsen moeten worden gezien en behandeld als een middel om het concurrentievermogen en de groei op lokaal niveau te verbeteren, waarbij niet mag worden voorbijgegaan aan de intrinsieke waarde van deze plaatsen als onderdeel van ons cultureel erfgoed, dat moet worden beschermd, met name tegen de klimaatverandering en het overtoerisme; verzoekt de Commissie de financiële duurzaamheid van culturele plaatsen waaraan financiering met middelen van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) wordt toegekend, te vergroten, en de ontwikkeling te bevorderen van financieringsregelingen die stoelen op particuliere middelen; dringt daarnaast aan op een verhoging van de begroting voor Discover EU, een programma met het potentieel om het jongerentoerisme flink aan te wakkeren; benadrukt de specifieke behoeften van de culturele instellingen die overheidssteun ontvangen tijdens deze periode van herstel, aangezien zij de veiligheid van de bezoekers moeten waarborgen en hun economische model in stand moeten kunnen houden; verzoekt de Commissie op zoek te gaan naar alternatieve ondersteuningsmechanismen voor de werkenden in de culturele sector, die sterk afhankelijk zijn van functioneel toerisme;
41. wijst op de voordelen van het plattelands- en het agro-milieutoerisme, en verzoekt de Commissie initiatieven te bevorderen en te ondersteunen die extra inkomstenbronnen voor het platteland genereren, werkgelegenheidskansen bieden, ontvolking voorkomen en de sociale voordelen vergroten; benadrukt de rol die het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo), en met name het Leader-programma, kan spelen bij de ondersteuning van initiatieven voor lokaal en plattelandstoerisme, en dringt erop aan dat dit programma naar behoren wordt gefinancierd voor de programmeringsperiode 2021‑2027; acht het noodzakelijk het agrotoerisme in plattelandsgebieden te versterken om de inkomstenbronnen van landbouwers, met name van kleine boeren, te diversifiëren en daardoor het opgeven van land en ontvolking te voorkomen en de plattelandseconomie te ondersteunen; benadrukt in dit verband de noodzaak om een specifieke toewijzing te reserveren voor agrotoerisme, dat een essentiële rol speelt bij de diversificatie van de inkomsten van landbouwers en bij de ontwikkeling van plattelandsgebieden;
42. wijst op het belang van gezondheidstoerisme, dat medisch, wellness- en kuurtoerisme omvat; roept de Commissie op om, waar nodig, het Europees gezondheidspreventie-, balneologie-, duurzaam en medisch bergtoerisme te bevorderen; benadrukt de noodzaak van verdere investeringen ter verbetering van de infrastructuur voor duurzaam toerisme en het belang van een betere zichtbaarheid van de Europese kuuroorden voor kuur- en wellnesstoerisme; roept de Commissie op voorzieningen te treffen voor verdere, op wetenschap gebaseerde financieringsmogelijkheden, aangezien medisch toerisme kan helpen om de gezondheidskosten terug te dringen door middel van preventiemaatregelen en verminderd geneesmiddelenverbruik, en de duurzaamheid en kwaliteit van arbeid verder zou verbeteren;
43. onderstreept het belang van de toegankelijkheid van reis- en toeristische diensten voor de ouder wordende bevolking, alsook voor personen met een handicap en functiebeperkingen; verzoekt de Commissie en de lidstaten de in gang gezette ontwikkeling van de norm van de Internationale Organisatie voor normalisatie inzake toegankelijke toeristische diensten actief te steunen en ervoor te zorgen dat deze snel en correct wordt uitgevoerd zodra hij is aangenomen en dat dienstverleners de reeds bestaande of nog in uitvoering zijnde toegankelijkheidsnormen in acht nemen; verzoekt de Commissie verder werk te maken van een bredere toepassing en erkenning van de EU-kaart voor gehandicapten;
44. benadrukt de belangrijke rol die sport speelt in het toerisme, en herinnert eraan hoe essentieel sportevenementen en -activiteiten zijn om Europese regio’s aantrekkelijk te maken voor toeristen; wijst op de mogelijkheden van topsporters en toeschouwers die naar sportevenementen reizen, hetgeen toeristen ertoe kan aanzetten om zelfs naar de meest afgelegen gebieden te gaan; wijst op het belang van de Europese gastronomie, gastronomische routes en de horecasector voor de toeristische sector en de economie als geheel; benadrukt dat de bovenstaande facetten dan ook in de algemene toerismestrategie moeten worden opgenomen;
o o o
45. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de voorzitter van de Commissie, de voorzitter van de Europese Raad en het fungerend voorzitterschap van de Raad.