Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Aangenomen teksten
PDF 150kWORD 45k
Vrijdag 19 juni 2020 - Brussel
Administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen: uitstel van bepaalde termijnen als gevolg van de COVID-19-pandemie *
P9_TA(2020)0170

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 19 juni 2020 over het voorstel voor een richtlijn van de Raad tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU om te voorzien in de dringende behoefte aan uitstel van bepaalde termijnen voor de verstrekking en uitwisseling van inlichtingen op belastinggebied als gevolg van de COVID-19-pandemie (COM(2020)0197 – C9-0134/2020 – 2020/0081(CNS))

(Bijzondere wetgevingsprocedure – raadpleging)

Het Europees Parlement,

–  gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(2020)0197),

–  gezien de artikelen 113 en 115 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C9-0134/2020),

–  gezien de artikelen 82 en 163 van zijn Reglement,

1.  hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;

2.  verzoekt de Commissie haar voorstel krachtens artikel 293, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie dienovereenkomstig te wijzigen;

3.  verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;

4.  wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel van de Commissie;

5.  verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, en de nationale parlementen.

Door de Commissie voorgestelde tekst   Amendement
Amendement 2
Voorstel voor een richtlijn
Overweging 5
(5)  Bij het bepalen van de duur van het uitstel moet er enerzijds rekening mee worden gehouden dat dit uitstel bedoeld is om een uitzonderlijke situatie het hoofd te bieden en anderzijds dat het uitstel de bestaande structuur en werking van Richtlijn 2011/16/EU niet mag verstoren. Het zou dus passend zijn als de duur van het uitstel in verhouding staat tot de moeilijkheden die de COVID-19-pandemie veroorzaakt wat betreft de verstrekking en uitwisseling van inlichtingen.
(5)  Bij het bepalen van de duur van het uitstel moet er rekening mee worden gehouden dat dit uitstel bedoeld is om een uitzonderlijke situatie het hoofd te bieden. Het mag het beleid van de Unie ter bestrijding van belastingontduiking, belastingontwijking en agressieve belastingplanning middels de uitwisseling van informatie tussen belastingdiensten niet ondermijnen en mag de bestaande structuur en werking van Richtlijn 2011/16/EU bijgevolg niet verstoren. Het zou dus passend zijn als de duur van het uitstel in verhouding staat tot de moeilijkheden die de COVID-19-pandemie veroorzaakt wat betreft de verstrekking en uitwisseling van inlichtingen.
Amendement 3
Voorstel voor een richtlijn
Overweging 6
(6)   Aangezien het momenteel onzeker is hoe de COVID-19-pandemie zich verder zal ontwikkelen, zou het nuttig zijn om de mogelijkheid van een verder uitstel voor het verstrekken en uitwisselen van inlichtingen open te laten. Dit kan nodig zijn indien de ernstige volksgezondheidsrisico’s als gevolg van de COVID-19-pandemie aanhouden gedurende een (deel van) de periode van uitstel en de lidstaten nieuwe maatregelen moeten nemen of bestaande maatregelen moeten verlengen. Een dergelijke verlenging mag de bestaande structuur en werking van Richtlijn 2011/16/EU van de Raad niet verstoren en moet van een beperkte en van tevoren vastgestelde duur zijn, in verhouding tot de praktische moeilijkheden die de tijdelijke lockdown veroorzaakt. De verlenging mag geen gevolgen hebben voor de essentiële elementen van de verplichting om inlichtingen te verstrekken en uit te wisselen uit hoofde van deze richtlijn. De termijn voor het nakomen van dergelijke verplichtingen kan wel verder worden uitgesteld, maar tegelijkertijd moet worden gegarandeerd dat alle inlichtingen uiteindelijk worden uitgewisseld.
Schrappen
Amendement 4
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 1 – punt 2
Richtlijn 2011/16/EU
Artikel 27 ter
Artikel 27 ter
Verlenging van de periode van uitstel
Schrappen
De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 27 quater een gedelegeerde handeling vast te stellen teneinde de periode van uitstel voor het verstrekken en uitwisselen van inlichtingen als bedoel in artikel 8 bis ter, leden 12 en 18, en artikel 27 bis, met maximaal drie extra maanden te verlengen.
De Commissie mag de in de eerste alinea bedoelde gedelegeerde handeling alleen vaststellen als gedurende de hele periode van uitstel, of een deel ervan, de uitzonderlijke omstandigheden met ernstige risico’s voor de volksgezondheid als gevolg van de COVID-19-pandemie aanhouden en lidstaten lockdownmaatregelen moeten treffen.
Amendement 5
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 1 – punt 2
Richtlijn 2011/16/EU
Artikel 27 quater
Artikel 27 quater
Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie
Schrappen
1.  De bevoegdheid om de in artikel 27 ter bedoelde gedelegeerde handeling vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend overeenkomstig de in dit artikel neergelegde voorwaarden.
2.  De bevoegdheid om de in artikel 27 ter bedoelde gedelegeerde handeling vast te stellen, wordt slechts aan de Commissie verleend voor de duur van het uitstel van de termijnen voor het verstrekken en uitwisselen van inlichtingen als bedoeld in artikel 8 bis ter, leden 12 en 18, en artikel 27 bis.
3.  De Raad kan de in artikel 27 ter bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handeling onverlet.
4.  Vóór de vaststelling van de gedelegeerde handeling raadpleegt de Commissie de door elke lidstaat aangewezen deskundigen overeenkomstig de beginselen die zijn neergelegd in het Interinstitutioneel Akkoord over beter wetgeven van 13 april 2016.
5.  Zodra de Commissie de gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan kennisgeving aan de Raad. In de kennisgeving van de gedelegeerde handeling aan de Raad worden de redenen voor het gebruik van de spoedprocedure vermeld.
6.  De overeenkomstig artikel 27 ter vastgestelde gedelegeerde handeling treedt onverwijld in werking en is van toepassing zolang de Raad geen bezwaar maakt. De Raad kan binnen vijf werkdagen na kennisgeving van de gedelegeerde handeling bezwaar maken tegen die handeling. In dat geval trekt de Commissie de handeling onmiddellijk in na de kennisgeving van het besluit waarbij de Raad bezwaar maakt.
7.  De Commissie stelt het Europees Parlement in kennis van een door haar vastgestelde gedelegeerde handeling, de mogelijke bezwaren die daartegen worden gemaakt en de intrekking van de bevoegdheidsdelegatie door de Raad.
Laatst bijgewerkt op: 8 september 2020Juridische mededeling - Privacybeleid