Amendementen van het Europees Parlement aangenomen op 16 september 2020 op het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Besluit nr. 1313/2013/EU betreffende een Uniemechanisme voor civiele bescherming (COM(2020)0220 – C9-0160/2020 – 2020/0097(COD))(1)
(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)
Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
Amendement 1 Voorstel voor een besluit Visum 1
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 196 en artikel 322, lid 1, onder a),
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 196,
Amendement 2 Voorstel voor een besluit Overweging 1 bis (nieuw)
(1 bis) Klimaatverandering leidt overal ter wereld tot een toename van de frequentie, intensiteit en complexiteit van natuurrampen, waarvoor ontwikkelingslanden, met name de minst ontwikkelde landen en kleine eilandstaten in ontwikkeling, bijzonder kwetsbaar zijn, enerzijds vanwege hun onderontwikkelde vermogen om zich aan te passen aan de gevolgen van de klimaatverandering en deze te verlichten, alsook om te reageren op klimaatgerelateerde rampen, en anderzijds vanwege hun geografische blootstelling aan overstromingen, droogten en bosbranden.
Amendement 3 Voorstel voor een besluit Overweging 2
(2) Hoewel erkend wordt dat de voornaamste verantwoordelijkheid voor de preventie, de paraatheid en de respons ten aanzien van door de mens of de natuur veroorzaakte rampen bij de lidstaten berust, bevordert het Uniemechanisme de solidariteit tussen de lidstaten overeenkomstig artikel 3, lid 3, van het Verdrag betreffende de Europese Unie.
(2) Hoewel de voornaamste verantwoordelijkheid voor de preventie, de paraatheid en de respons ten aanzien van door de mens of de natuur veroorzaakte rampen bij de lidstaten blijft berusten, bevordert het Uniemechanisme, en in het bijzonder rescEU, de solidariteit tussen de lidstaten overeenkomstig artikel 3, lid 3, van het Verdrag betreffende de Europese Unie door de bestaande capaciteiten van de lidstaten aan te vullen en zo een effectievere paraatheid en respons mogelijk te maken wanneer de capaciteiten op nationaal niveau niet volstaan.
Amendement 4 Voorstel voor een besluit Overweging 2 bis (nieuw)
(2 bis) Bosbranden bedreigen levens, bestaansmiddelen en de biodiversiteit, zij veroorzaken het vrijkomen van hoge koolstofemissies en verlagen de koolstofopnamecapaciteit van de planeet, waardoor de klimaatverandering nog verder verergert. Aanleiding tot grote bezorgdheid vormen situaties waarin de oerbossen of radioactief besmette gebieden door brand worden verwoest. De toename van klimaatgerelateerde rampen, met inbegrip van bosbranden, vergt een intensivering van de operaties van het Uniemechanisme voor civiele bescherming, met inbegrip van activiteiten die zijn gericht op rampenpreventie en -paraatheid.
Amendement 5 Voorstel voor een besluit Overweging 3
(3) De ongekende ervaring met de COVID-19-pandemie heeft aangetoond dat de doeltreffendheid van de Unie bij het beheer van een crisis wordt beperkt door het bereik van haar governancekader, maar ook door de mate van paraatheid van de Unie in geval van rampen met gevolgen voor een meerderheid van de lidstaten.
(3) De ongekende ervaring met de COVID-19-pandemie heeft aangetoond dat de doeltreffendheid van de Unie bij het beheer van een crisis wordt beperkt door het bereik van haar governancekader, maar ook door de mate van paraatheid van de Unie in geval van rampen met gevolgen voor een meerderheid van de lidstaten. Bovendien is het duidelijk dat de Unie en de lidstaten onvoldoende zijn voorbereid op extremere en complexere rampen met verstrekkende, wereldwijde gevolgen op langere termijn, zoals een pandemie. Daarom is het van essentieel belang dat de acties van de lidstaten op het gebied van civiele bescherming beter worden gecoördineerd en dat rescEU wordt versterkt.
Amendement 6 Voorstel voor een besluit Overweging 3 bis (nieuw)
(3 bis) De ervaring met de COVID-19-crisis heeft aangetoond dat de Unie en de lidstaten onvoldoende voorbereid zijn op grootschalige noodsituaties en dat het bestaande rechtskader onvoldoende geschikt is voor het beoogde doel. De COVID-19-crisis heeft tevens laten zien hoe de gevolgen van rampen voor de menselijke gezondheid, het milieu, de samenleving en de economie een ongekende omvang kunnen aannemen. Gezien de noodzaak om het vermogen en optreden van de Unie op het gebied van gezondheid en civiele bescherming te versterken, is het van essentieel belang dat rescEU wordt versterkt en flexibeler en sneller wordt gemaakt en dat er beter wordt gecoördineerd met de nationale autoriteiten voor civiele bescherming. Het is tevens essentieel dat de lidstaten voldoende informatie verstrekken over hun preventie van en paraatheid voor noodsituaties.
Amendement 7 Voorstel voor een besluit Overweging 3 ter (nieuw)
(3 ter) Met het oog op de maximale transparantie en verantwoordingsplicht ten aanzien van de burgers van de Unie moet de Commissie richtsnoeren formuleren over de wijze waarop het deel van de via het Uniemechanisme voor civiele bescherming gedane uitgaven moet worden vastgesteld dat als officiële ontwikkelingshulp (ODA) moet worden aangemerkt.
Amendement 8 Voorstel voor een besluit Overweging 3 quater (nieuw)
(3 quater) Gezien de ervaringen met de uitbraak van COVID-19 en gezien het feit dat de Unie haar responscapaciteit op het gebied van gezondheid en civiele bescherming moet vergroten, moet rescEU aanzienlijk worden versterkt om de prestaties ervan te verbeteren in elk van de drie pijlers van het Uniemechanisme: preventie, paraatheid en respons.
Amendement 9 Voorstel voor een besluit Overweging 5
(5) Er zijn dringende maatregelen nodig om het Uniemechanisme te versterken teneinde bij dergelijke gebeurtenissen in de toekomst beter voorbereid te zijn.
(5) Er zijn dringende maatregelen nodig om het Uniemechanisme te versterken teneinde bij dergelijke gebeurtenissen in de toekomst beter voorbereid te zijn. De versterking van het Uniemechanisme moet als aanvulling op het Uniebeleid fungeren en moet niet in de plaats komen van de opname van het principe van rampenbestendigheid in alle beleidsmaatregelen en instrumenten van de Unie.
Amendement 88 Voorstel voor een besluit Overweging 6
(6) Om de planning op het gebied van preventie en paraatheid te verbeteren, moet de Unie blijven pleiten voor investeringen in de preventie van rampen in alle sectoren en voor een brede benadering van het risicobeheer als grondslag voor preventie en paraatheid, op basis van een multirisico-aanpak en een op het ecosysteem gebaseerde benadering waarbij rekening wordt gehouden met de te verwachten gevolgen van de klimaatverandering, in nauwe samenwerking met de betrokken wetenschappelijke kringen en de belangrijkste economische actoren. Daartoe moeten een sectoroverschrijdende benadering en een aanpak waarin alle risico’s aan bod komen, centraal worden gesteld en gebaseerd zijn op doelstellingen inzake rampbestendigheid voor de Unie die in een basisdefinitie van capaciteit en paraatheid worden opgenomen. De Commissie zal samenwerken met de lidstaten bij het bepalen van de doelstellingen inzake rampbestendigheid voor de Unie.
(6) Om de veerkracht en de planning op het gebied van preventie en paraatheid te verbeteren, moet de Unie zorgen voor meer investeringen in de preventie van rampen over grenzen heen en in alle sectoren, waaronder rampen als gevolg van seismische activiteit, zoals aardbevingen, of als gevolg van overstromingen of hydrogeologische instabiliteit, zoals aardverschuivingen, en een brede benadering van het risicobeheer als grondslag voor preventie en paraatheid, op basis van een multirisico-aanpak en een op het ecosysteem gebaseerde benadering waarbij rekening wordt gehouden met de te verwachten gevolgen van de klimaatverandering, in nauwe samenwerking met de betrokken wetenschappelijke kringen, de belangrijkste economische actoren, en de regionale en lokale autoriteiten, die een essentiële rol spelen in de rampenbeheersingscyclus, alsmede de non-profit- en vrijwillersorganisaties die actief zijn op dit terrein, en niet de bestaande Uniale coördinatiemechanismen is gevaar brengen. Daartoe moeten een sector- en grensoverschrijdende benadering en een aanpak waarin alle risico’s aan bod komen, centraal worden gesteld en gebaseerd zijn op doelstellingen inzake rampbestendigheid voor de Unie die in een basisdefinitie van capaciteit en paraatheid worden opgenomen. De Commissie zal samenwerken met de lidstaten en het Europees Parlement bij het bepalen van de doelstellingen inzake rampbestendigheid voor de Unie en rekening houden met eventuele operationele rampenplannen die reeds op nationaal, regionaal of lokaal niveau bestaan.
Amendement 11 Voorstel voor een besluit Overweging 6 bis (nieuw)
(6 bis) Om een efficiënte rampenpreventie te garanderen moeten stresstests en een proces voor het certificeren van de responscapaciteit worden beschouwd als essentiële elementen. Periodieke risicobeoordelingen op regionaal en lokaal niveau zijn nodig om ervoor te zorgen dat de nationale autoriteiten maatregelen kunnen nemen om de rampbestendigheid indien nodig te vergroten, inclusief door gebruik te maken van de bestaande middelen van de Unie. Bij deze risicobeoordelingen moet gefocust worden op de specifieke kenmerken van regio’s, zoals seismische activiteit, frequente overstromingen of bosbranden. Deze beoordelingen moeten ook betrekking hebben op het niveau van grensoverschrijdende samenwerking, om ervoor te zorgen dat in het kader van het Uniemechanisme gedetailleerde informatie beschikbaar is over de ter plaatse beschikbare capaciteit, met het oog op een meer gerichte interventie.
Amendement 12 Voorstel voor een besluit Overweging 6 ter (nieuw)
(6 ter) Bij de vaststelling van de Uniedoelstellingen inzake rampbestendigheid ter ondersteuning van de preventie- en paraatheidsacties moet voorzien worden in een precieze beoordeling en rekening worden gehouden met de sociale gevolgen op lange termijn die ontstaan in de eerste fase na de noodsituatie in het kader van het beheer door de civiele bescherming, met bijzondere aandacht voor de meest kwetsbare personen.
Amendement 89 Voorstel voor een besluit Overweging 6 quater (nieuw)
(6 quater) De regionale en lokale autoriteiten spelen een zeer belangrijke rol bij rampenpreventie en -beheersing en hun responscapaciteit moet op passende wijze worden benut in de in het kader van dit besluit uitgevoerde coördinatie- en inzetactiviteiten, conform het institutioneel en juridisch kader van de lidstaten, teneinde overlappingen zoveel mogelijk te voorkomen en interoperabiliteit te bevorderen. Deze autoriteiten kunnen een belangrijke preventieve rol vervullen en moeten tevens als eersten reageren in de nasleep van een ramp, tezamen met hun capaciteit aan vrijwilligers. Er is dan ook behoefte aan doorlopende samenwerking op lokaal, regionaal en grensoverschrijdend niveau met het doel gemeenschappelijke waarschuwingssystemen op te zetten voor snelle interventie voordat rescEU wordt gemobiliseerd, evenals regelmatige voorlichtingscampagnes over eersteresponsmaatregelen.
Amendement 13 Voorstel voor een besluit Overweging 8 bis (nieuw)
(8 bis) Door de hulpmiddelen te groeperen worden de reddingsteams, deskundigen en uitrusting die de lidstaten altijd paraat houden voor civielebeschermingsmissies van de Unie, samengebracht. Het is van essentieel belang dat deze teams voldoen aan strenge kwaliteits- en betrouwbaarheidseisen om hun interoperabiliteit te waarborgen.
Amendement 14 Voorstel voor een besluit Overweging 9
(9) Het Uniemechanisme moet gebruikmaken van de ruimtevaartinfrastructuur van de Unie, zoals het Europees programma voor aardobservatie (Copernicus), Galileo, omgevingsbewustzijn in de ruimte en Govsatcom, die belangrijke instrumenten op het niveau van de Unie bieden om op interne en externe noodsituaties te reageren. De dienst van Copernicus voor het beheer van noodsituaties biedt het ERCC ondersteuning in de verschillende noodfasen, van vroegtijdige waarschuwing en preventie tot rampen en herstel. Govsatcom moet beveiligde satellietcommunicatiecapaciteit bieden die specifiek is afgestemd op de behoeften van overheidsgebruikers op het gebied van de aanpak van noodsituaties. Galileo is de eerste mondiale infrastructuur voor navigatie- en plaatsbepaling per satelliet die specifiek is ontworpen voor civiele doeleinden in Europa en de rest van de wereld, en op andere gebieden zoals de aanpak van noodsituaties, met inbegrip van vroegtijdige waarschuwingen, kan worden ingezet. Een van de relevante diensten van Galileo zal een alarmdienst zijn die signalen uitzendt om te waarschuwen voor natuurrampen of andere noodsituaties in bepaalde gebieden. De lidstaten moeten van deze dienst gebruik kunnen maken. Indien zij besluiten er gebruik van te maken, moeten zij met het oog op de validering van het systeem bepalen welke nationale instanties bevoegd zijn om gebruik te maken van die alarmdienst en de Commissie daarvan in kennis stellen.
(9) Het Uniemechanisme moet gebruikmaken van de ruimtevaartinfrastructuur van de Unie, zoals het Europees programma voor aardobservatie (Copernicus), Galileo, omgevingsbewustzijn in de ruimte en Govsatcom, die belangrijke instrumenten op het niveau van de Unie bieden om op interne en externe noodsituaties te reageren. De dienst van Copernicus voor het beheer van noodsituaties biedt het ERCC ondersteuning in de verschillende noodfasen, van vroegtijdige waarschuwing en preventie tot rampen en herstel. Govsatcom moet beveiligde satellietcommunicatiecapaciteit bieden die specifiek is afgestemd op de behoeften van overheidsgebruikers op het gebied van de aanpak van noodsituaties. Galileo is de eerste mondiale infrastructuur voor navigatie- en plaatsbepaling per satelliet die specifiek is ontworpen voor civiele doeleinden in Europa en de rest van de wereld, en op andere gebieden zoals de aanpak van noodsituaties, met inbegrip van vroegtijdige waarschuwingen, kan worden ingezet. Een van de relevante diensten van Galileo zal een alarmdienst zijn die signalen uitzendt om te waarschuwen voor natuurrampen of andere noodsituaties in bepaalde gebieden. Gezien het potentieel van deze dienst om levens te redden en de coördinatie van noodacties te faciliteren, moeten de lidstaten worden aangemoedigd om er gebruik van te maken. Indien zij besluiten er gebruik van te maken, moeten zij met het oog op de validering van het systeem bepalen welke nationale instanties bevoegd zijn om gebruik te maken van die alarmdienst en de Commissie daarvan in kennis stellen.
Amendement 15 Voorstel voor een besluit Overweging 9 bis (nieuw)
(9 bis) Het Uniemechanisme en rescEU moeten op deergelijke wijze worden ontwikkeld dat de Unie doeltreffend kan reageren op een breed scala van noodsituaties. De klimaatverandering leidt tot een toename van de frequentie, de intensiteit en de complexiteit van natuurrampen binnen de Unie en wereldwijd, hetgeen vraagt om een hoge mate van solidariteit tussen landen. Elk jaar worden veel lidstaten geteisterd door bosbranden die duizenden hectaren vernielen en vele mensenlevens eisen. Dit werd met name duidelijk tijdens de bosbranden van 2017 in Portugal, die aanleiding gaven tot het rescEU-voorstel van de Commissie van november 2017. De preventie- en responscapaciteit van de lidstaten, waaronder de lidstaten die het zwaarst getroffen worden door bosbranden, zijn vaak ontoereikend. Het is daarom van essentieel belang dat de rampenpreventie, -paraatheid en -respons worden versterkt en dat het Uniemechanisme over voldoende capaciteit beschikt, ook tijdens de overgangsperiode van rescEU, om te kunnen optreden wanneer bosbranden en andere natuurrampen zich voordoen.
Amendement 16 Voorstel voor een besluit Overweging 9 ter (nieuw)
(9 ter) Tijdens de COVID-19-pandemie heeft de Commissie, voortbouwend op de bestaande bepalingen van Besluit nr. 1313/2013/EU, medische voorraden, bestaande uit medische tegenmaatregelen zoals medische apparatuur voor intensive care, persoonlijke beschermingsmiddelen, laboratoriumbenodigdheden, vaccins en geneesmiddelen, in rescEU kunnen opnemen met het oog op paraatheid voor en respons op een ernstige grensoverschrijdende bedreiging van de gezondheid. Uit deze medische voorraad zijn persoonlijke beschermingsmiddelen geleverd aan lidstaten en kandidaat-lidstaten. Omdat alleen de lidstaten rescEU-capaciteit kunnen aankopen, huren of leasen, is er echter meer dan een maand verstreken tussen de vaststelling van de uitvoeringshandeling voor het aanleggen van bovengenoemde voorraden en de eerste inzet van de betreffende medische uitrusting en benodigdheden.
Amendement 17 Voorstel voor een besluit Overweging 10
(10) Om over de operationele capaciteit te beschikken om snel te kunnen reageren op een grootschalige noodsituatie of op een weinig waarschijnlijke gebeurtenis met ernstige gevolgen, zoals de COVID-19-pandemie, moet de Unie de mogelijkheid hebben rescEU-capaciteit aan te kopen, te huren, te leasen of te contracteren zodat zij de lidstaten die overrompeld worden door een grootschalige noodsituatie kan bijstaan, in overeenstemming met haar ondersteunende bevoegdheid op het gebied van civiele bescherming en met bijzondere aandacht voor kwetsbare personen. Die capaciteit moet vooraf worden aangelegd in logistieke hubs binnen de Unie of, om strategische redenen, via betrouwbare netwerken van hubs zoals de depots voor humanitaire respons van de VN.
(10) Om over de operationele capaciteit te beschikken om snel en doeltreffend te kunnen reageren op grootschalige noodsituaties of op weinig waarschijnlijke gebeurtenissen met ernstige gevolgen, zoals de COVID-19-pandemie, moet de Unie de mogelijkheid hebben zelfstandig rescEU-capaciteit aan te kopen, te huren, te leasen of te contracteren zodat zij de lidstaten die overrompeld worden door een grootschalige of grensoverschrijdende noodsituatie kan bijstaan, in overeenstemming met haar ondersteunende bevoegdheid op het gebied van civiele bescherming. Die capaciteit moet vooraf worden aangelegd in logistieke hubs binnen de Unie.Het EMA en ECDC moeten indien nodig worden geraadpleegd voor de vaststelling, het beheer en de verdeling van capaciteit voor de respons op medische noodsituaties.
Amendement 18 Voorstel voor een besluit Overweging 10 bis (nieuw)
(10 bis) Bij de uitvoering van de activiteiten van het Uniemechanisme moet bijzondere aandacht worden besteed aan de bescherming van kwetsbare personen. Bovendien moet de Commissie, om gendergerelateerd geweld, waaronder huiselijk geweld tijdens crises, te voorkomen, samen met de lidstaten, in het kader van het Uniemechanisme voor civiele bescherming richtsnoeren ontwikkelen op basis van optimale werkwijzen om slachtoffers van gendergerelateerd geweld te ondersteunen.
Amendement 19 Voorstel voor een besluit Overweging 10 ter (nieuw)
(10 ter) Op basis van de beginselen van solidariteit en universele dekking van hoogwaardige gezondheidszorg en de centrale rol van de Unie bij het bespoedigen van de vooruitgang wat betreft de wereldwijde uitdagingen op het gebied van de gezondheid, moet het Uniemechanisme voor civiele bescherming, op een wijze die synergie bewerkstelligt met en ter aanvulling op andere relevante Unieprogramma’s, met name het EU4Health-programma, zorgen voor een betere preventie-, paraatheids- en responscapaciteit voor medische noodsituaties.
Amendement 20 Voorstel voor een besluit Overweging 11
(11) rescEU-capaciteit die door de lidstaten wordt aangekocht, gehuurd, geleaset of anderszins gecontracteerd, zou enkel voor nationale doeleinden kunnen worden gebruikt wanneer zij niet voor responsoperaties in het kader van het Uniemechanisme wordt gebruikt of nodig is.
(11) rescEU-capaciteit die door de lidstaten of de Commissie wordt aangekocht, gehuurd, geleaset of anderszins gecontracteerd, zou door de lidstaten waarbij die capaciteit is ondergebracht enkel voor nationale doeleinden kunnen worden gebruikt wanneer zij niet voor responsoperaties in het kader van het Uniemechanisme wordt gebruikt of nodig is, waarbij prioriteit moet worden gegeven aan de strijd tegen grensoverschrijdende noodsituaties.
Amendement 21 Voorstel voor een besluit Overweging 12
(12) Waar nodig heeft de Unie er belang bij te reageren op noodsituaties in derde landen. Hoewel de rescEU-capaciteit in de eerste plaats wordt aangelegd voor gebruik als een veiligheidsbuffer binnen de Unie, kan zij in naar behoren gemotiveerde gevallen en rekening houdend met de humanitaire beginselen, ook buiten de Unie worden ingezet.
(12) Waar nodig heeft de Unie er belang bij te reageren op noodsituaties in derde landen. Hoewel de rescEU-capaciteit in de eerste plaats wordt aangelegd voor gebruik als een veiligheidsbuffer binnen de Unie, kan zij in naar behoren gemotiveerde gevallen, in overleg met humanitaire actoren voorafgaand aan interventies, en rekening houdend met de humanitaire beginselen, ook buiten de Unie worden ingezet.
Amendement 22 Voorstel voor een besluit Overweging 13
(13) Om de lidstaten te helpen bij het verlenen van bijstand, moet de Europese pool voor civiele bescherming verder worden versterkt door medefinanciering te verstrekken voor de operationele kosten van de toegezegde capaciteit indien die buiten de Unie wordt ingezet.
(13) Om de lidstaten te helpen om ook buiten de Unie bijstand te verlenen, moet de Europese pool voor civiele bescherming verder worden versterkt door evenveel medefinanciering te verstrekken voor de operationele kosten van de toegezegde capaciteit, ongeacht of die binnen of buiten de Unie wordt ingezet.
Amendement 23 Voorstel voor een besluit Overweging 14 bis (nieuw)
(14 bis) Om de samenwerking bij de bestrijding van bosbranden vanuit de lucht en bij de respons op andere rampen te versterken moeten administratieve procedures waar mogelijk worden gestroomlijnd teneinde een snelle interventie te waarborgen.
Amendement 24 Voorstel voor een besluit Overweging 16
(16) Aangezien de inzet van rescEU-capaciteit voor responsoperaties in het kader van het Uniemechanisme een aanzienlijke Europese meerwaarde oplevert door ervoor te zorgen dat mensen in noodsituaties snel en doeltreffend worden geholpen, moeten aanvullende verplichtingen worden opgelegd om de zichtbaarheid van de Unie te vergroten.
(16) Aangezien de inzet van rescEU-capaciteit voor responsoperaties in het kader van het Uniemechanisme een aanzienlijke Europese meerwaarde oplevert door ervoor te zorgen dat mensen in noodsituaties snel en doeltreffend worden geholpen, moeten aanvullende verplichtingen worden opgelegd om informatie te verstrekken aan de burgers en de media van de Unie en om de zichtbaarheid van de Unie te vergroten. De nationale autoriteiten moeten richtsnoeren van de Commissie ontvangen voor elke specifieke interventie om ervoor te zorgen dat de rol van de Unie op passende wijze gepubliceerd wordt.
Amendement 25 Voorstel voor een besluit Overweging 17
(17) Om de flexibiliteit te vergroten en ervoor te zorgen dat de begroting optimaal wordt uitgevoerd, moet indirect beheer worden opgenomen als methode voor de begrotingsuitvoering.
(17) Om de flexibiliteit te vergroten en ervoor te zorgen dat de begroting optimaal wordt uitgevoerd, moet in dit besluit worden bepaald dat indirect beheer als methode voor de begrotingsuitvoering wordt gebruikt indien dit gerechtvaardigd is door de aard en de inhoud van de betreffende actie.
Amendement 26 Voorstel voor een besluit Overweging 17 bis (nieuw)
(17 bis) Overeenkomstig artikel 155 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad1 bis (“het Financieel Reglement”), moeten de in artikel 62, lid 1, onder c), van die verordening en in artikel 25, lid 2, van dit besluit genoemde entiteiten voldoen aan hun jaarlijkse verslagleggingsvereisten. De verslagleggingsvereisten voor die entiteiten zijn vastgelegd in de verificatie-overeenkomsten bedoeld in artikel 130, lid 3, van het Financieel Reglement.
____________________
1 bis Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).
Amendement 27 Voorstel voor een besluit Overweging 18
(18) Voor meer voorspelbaarheid en doeltreffendheid op lange termijn, moet de Commissie bij de uitvoering van Besluit nr. 1313/2013/EU jaarlijkse of meerjarige werkprogramma’s vaststellen met een indicatie van de geplande toewijzingen. Dit moet de Unie helpen de begroting flexibeler uit te voeren en bijgevolg haar preventie en paraatheidsacties op te voeren.
Schrappen
Amendement 28 Voorstel voor een besluit Overweging 18 bis (nieuw)
(18 bis) Door middel van gedelegeerde handelingen moeten ruimere bevoegdheden van leidende agentschappen van de Unie worden vastgesteld met betrekking tot het beheer van de rescEU-capaciteit, het leiden van het aanbestedingsproces en het verstrekken van aanbevelingen in verband met specifieke hoeveelheden en producten die in geografisch verspreide logistieke hubs moeten worden geplaatst.
Amendement 29 Voorstel voor een besluit Overweging 18 ter (nieuw)
(18 ter) De aanleg, het beheer en de verdeling van strategische EU-reserves en -voorraden van capaciteiten voor de respons op medische noodsituaties in het kader van het EU4Health-programma moeten complementair zijn met de reserves van rescEU.
Amendement 30 Voorstel voor een besluit Overweging 22 bis (nieuw)
(22 bis) Het Uniemechanisme moet ook de mogelijkheid bieden dat lidstaten aanvullende, vrijwillige bijdragen leveren.
Amendement 31 Voorstel voor een besluit Overweging 23
(23) Preventie- en paraatheidsmaatregelen zijn essentieel om ervoor te zorgen dat de Unie steviger in haar schoenen staat bij het aanpakken van door de mens en de natuur veroorzaakte rampen, maar het voorkomen, de timing en de omvang van rampen is, vanwege de aard ervan, onvoorspelbaar. Zoals blijkt uit de recente COVID-19-crisis, kunnen de financiële middelen die worden gevraagd om adequaat te kunnen reageren, van jaar tot jaar aanzienlijk verschillen en moeten zij onmiddellijk beschikbaar zijn. Om het beginsel van voorspelbaarheid te verzoenen met de noodzaak om snel te reageren op nieuwe behoeften, moet de financiële uitvoering van de programma’s worden aangepast. Het is daarom passend de overdracht van ongebruikte kredieten toe te staan; dit moet worden beperkt tot het volgende jaar en zij mogen uitsluitend bestemd zijn voor responsacties, in aanvulling op artikel 12, lid 4, van het Financieel Reglement.
(23) Preventie- en paraatheidsmaatregelen zijn essentieel om ervoor te zorgen dat de Unie steviger in haar schoenen staat bij het aanpakken van door de mens en de natuur veroorzaakte rampen, maar het voorkomen, de timing en de omvang van rampen is, vanwege de aard ervan, onvoorspelbaar. Zoals blijkt uit de recente COVID-19-crisis, kunnen de financiële middelen die worden gevraagd om adequaat te kunnen reageren, van jaar tot jaar aanzienlijk verschillen en moeten zij onmiddellijk beschikbaar zijn. Om het beginsel van voorspelbaarheid te verzoenen met de noodzaak om snel te reageren op nieuwe behoeften, moet de financiële uitvoering van de programma’s worden aangepast. Het is daarom passend de overdracht van ongebruikte kredieten toe te staan; dit moet worden beperkt tot het volgende jaar en zij mogen bestemd zijn voor preventie-, paraatheids- en responsacties, in aanvulling op artikel 12, lid 4, van het Financieel Reglement.
Amendement 32 Voorstel voor een besluit Overweging 25
(25) Bijlage I bij Besluit nr. 1313/2013/EU is onvoldoende flexibel om de Unie in staat te stellen de investeringen in preventie, paraatheid en respons naar behoren aan te passen, en wordt derhalve geschrapt. De investeringsniveaus die moeten worden toegewezen aan de verschillende fasen van de rampenbeheersingscyclus, moeten vooraf worden bepaald. Door dit gebrek aan flexibiliteit kan de Unie zich niet aanpassen aan de onvoorspelbare aard van rampen.
Schrappen
Amendement 33 Voorstel voor een besluit Overweging 25 bis (nieuw)
(25 bis) Tijdens de COVID-19-pandemie zijn extra financiële middelen uitgetrokken om acties in het kader van het Uniemechanisme te financieren, teneinde over functionerende rescEU-capaciteit te beschikken en zodat het Uniemechanisme doeltreffend kon inspelen op de behoeften van de burgers van de Unie. Het is belangrijk om de Unie de nodige flexibiliteit te geven om doeltreffend op de onvoorspelbare aard van rampen te kunnen reageren en tegelijkertijd een zekere voorspelbaarheid te behouden bij de verwezenlijking van de in dit besluit vastgestelde doelstellingen. Het is belangrijk om bij de verwezenlijking van die doelstellingen voor het nodige evenwicht te zorgen. Om de percentages in bijlage I te herzien, overeenkomstig de prioriteiten van het gewijzigde Uniemechanisme, moet de bevoegdheid om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie handelingen vast te stellen aan de Commissie worden gedelegeerd.
Amendement 34 Voorstel voor een besluit Artikel 1 – alinea 1 – punt -1 (nieuw) Besluit nr. 1313/2013/EU Artikel 1 – lid 2
(-1) In artikel 1 wordt lid 2 vervangen door:
2. Het Uniemechanisme waarborgt in de eerste plaats de bescherming van mensen, maar ook die van het milieu en van eigendommen, waaronder cultureel erfgoed, bij alle soorten door de mens of de natuur veroorzaakte rampen, waaronder de gevolgen van terreurdaden, technologische, stralings- en milieurampen, verontreiniging van de zee en acute noodsituaties op het gebied van de volksgezondheid, die zich binnen of buiten de Unie voordoen. Met betrekking tot de gevolgen van terreurdaden of stralingsrampen is het toepassingsgebied van het Uniemechanisme beperkt tot paraatheids- en responsacties.
“2. Het Uniemechanisme waarborgt in de eerste plaats de bescherming van mensen, maar ook die van het milieu en van eigendommen, waaronder cultureel erfgoed, bij alle soorten door de mens of de natuur veroorzaakte rampen, waaronder de gevolgen van terreurdaden, technologische, stralings- en milieurampen, verontreiniging van de zee, hydrogeologische destabilisatie en acute noodsituaties op het gebied van de volksgezondheid, die zich binnen of buiten de Unie voordoen. Met betrekking tot de gevolgen van terreurdaden of stralingsrampen is het toepassingsgebied van het Uniemechanisme beperkt tot paraatheids- en responsacties.”
Amendement 35 Voorstel voor een besluit Artikel 1 – alinea 1 – punt -1 bis (nieuw) Besluit nr. 1313/2013/EU Artikel 1 – lid 3
(-1 bis) In artikel 1 wordt lid 3 vervangen door:
3. Het Uniemechanisme bevordert de solidariteit tussen de lidstaten door middel van praktische coördinatie en samenwerking, zonder afbreuk te doen aan de primaire verantwoordelijkheid van de lidstaten om mensen, het milieu en eigendommen, waaronder cultureel erfgoed, op hun grondgebied tegen rampen te beschermen en hun systemen voor rampenbeheersing toe te rusten met voldoende capaciteit om adequaat en op een consistente manier te kunnen reageren op rampen die naar hun aard en omvang redelijkerwijs te verwachten zijn en waarop men zich redelijkerwijs kan voorbereiden.
“3. Het Uniemechanisme bevordert de solidariteit tussen de lidstaten door middel van praktische coördinatie en samenwerking, zonder afbreuk te doen aan de primaire verantwoordelijkheid van de lidstaten om mensen, het milieu, land en eigendommen, waaronder cultureel erfgoed, op hun grondgebied tegen rampen te beschermen en hun systemen voor rampenbeheersing toe te rusten met voldoende capaciteit om adequaat en op een consistente manier te kunnen reageren op rampen die naar hun aard en omvang redelijkerwijs te verwachten zijn en waarop men zich redelijkerwijs kan voorbereiden en om deze rampen te voorkomen.”
Amendement 36 Voorstel voor een besluit Artikel 1 – alinea 1 – punt -1 ter (nieuw) Besluit nr. 1313/2013/EU Artikel 3 – lid 1 – letter c
(-1 ter) In artikel 3, lid 1, wordt punt c) vervangen door:
c) het bevorderen van een snelle en efficiënte respons bij rampen of dreigende rampen, onder meer door maatregelen te treffen om de onmiddellijke gevolgen van rampen te beperken;
“c) het bevorderen van een snelle en efficiënte respons bij rampen of dreigende rampen, onder meer door belemmeringen van bureaucratische aard weg te halen.”
Amendement 37 Voorstel voor een besluit Artikel 1 – alinea 1 – punt 1 bis (nieuw) Besluit nr. 1313/2013/EU Artikel 4 – lid 1 – punt 4 bis (nieuw)
(1 bis) In artikel 4 wordt het volgende punt ingevoegd:
“4 bis. “Uniedoelstellingen inzake rampbestendigheid”: doelstellingen die ter ondersteuning van de preventie- en paraatheidsacties worden vastgesteld om de Unie en haar lidstaten beter in staat te stellen het hoofd te bieden aan de gevolgen van een ramp die grensoverschrijdende gevolgen veroorzaakt of kan veroorzaken, om een gemeenschappelijke basis te bieden voor het vrijwaren van kritieke maatschappelijke functies ondanks de gevolgen van een dergelijke ramp, en om in een dergelijke context de goede werking van de interne markt te waarborgen;”
Amendement 38 Voorstel voor een besluit Artikel 1 – alinea 1 – punt 1 ter (nieuw) Besluit nr. 1313/2013/EU Artikel 5 – lid 1 – punt c
(1 ter) In artikel 5, lid 1, wordt punt c) vervangen door:
c) opstellen en regelmatig actualiseren van een horizontaal overzicht en horizontale inventaris van de risico’s op natuurrampen en door de mens veroorzaakte rampen waarmee de Unie geconfronteerd kan worden, waarbij een coherente aanpak gehanteerd wordt voor alle verschillende beleidsterreinen die zich met rampenpreventie bezighouden of daarvoor relevant zijn, en terdege rekening wordt gehouden met de vermoedelijke gevolgen van de klimaatverandering;
“c) opstellen en regelmatig actualiseren van een horizontaal overzicht en horizontale inventaris van de risico’s op natuurrampen en door de mens veroorzaakte rampen, met inbegrip van rampen die grensoverschrijdende gevolgen veroorzaken of kunnen veroorzaken, waarmee de Unie geconfronteerd kan worden, waarbij een coherente aanpak gehanteerd wordt voor alle verschillende beleidsterreinen die zich met rampenpreventie bezighouden of daarvoor relevant zijn, en terdege rekening wordt gehouden met de vermoedelijke gevolgen van de klimaatverandering;”
Amendement 39 Voorstel voor een besluit Artikel 1 – alinea 1 – punt 1 quater (nieuw) Besluit nr. 1313/2013/EU Artikel 5 – lid 1 – punt h
(1 quater) In artikel 5 wordt lid 1, onder h), vervangen door:
h) bevorderen van het gebruik van verschillende financiële middelen van de Unie die duurzame rampenpreventie kunnen ondersteunen en de lidstaten en regio’s ertoe aanmoedigen deze financieringsmogelijkheden te benutten;
“h) bevorderen van het gebruik van financiële middelen van de Unie die duurzame rampenpreventie, inclusief de preventie van rampen die worden veroorzaakt door hydrogeologische destabilisatie, kunnen ondersteunen en de lidstaten en regio’s ertoe aanmoedigen deze financieringsmogelijkheden te benutten;”
Amendement 40 Voorstel voor een besluit Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 – letter -a (nieuw) Besluit nr. 1313/2013/EU Artikel 6 – lid 1 – punt c
(-a) in lid 1 wordt punt c) vervangen door:
c) doorgaan met het ontwikkelen en verfijnen van rampenrisicobeheersingsplanning op nationaal of passend subnationaal niveau;
“c) doorgaan met het ontwikkelen en verfijnen van rampenrisicobeheersingsplanning op nationaal of passend subnationaal niveau, onder meer op het gebied van grensoverschrijdende samenwerking, rekening houdend met de in artikel 6, lid 5, bedoelde Uniedoelstellingen inzake rampbestendigheid en de risico’s die verbonden zijn aan rampen die grensoverschrijdende gevolgen veroorzaken of kunnen veroorzaken;”
Amendement 41 Voorstel voor een besluit Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 – letter -a bis (nieuw) Besluit nr. 1313/2013/EU Artikel 6 – lid 1 – punt d
(-a bis) in lid 1 wordt punt d) vervangen door:
d) een samenvatting van de relevante onderdelen van de in de onder a) en b) bedoelde beoordelingen aan de Commissie ter beschikking stellen waarin de nadruk op de belangrijkste risico’s wordt gelegd. Voor de belangrijkste risico’s met grensoverschrijdende gevolgen, alsmede, in voorkomend geval, de weinig waarschijnlijke risico’s met ernstige gevolgen, beschrijven de lidstaten prioritaire preventie- en paraatheidsmaatregelen. De samenvatting wordt uiterlijk 31 december 2020 en nadien om de drie jaar en telkens wanneer er belangrijke veranderingen zijn, aan de Commissie verstrekt;
“d) een samenvatting van de relevante onderdelen van de in de onder a) en b) bedoelde beoordelingen aan de Commissie ter beschikking stellen waarin de nadruk op de belangrijkste risico’s wordt gelegd. Voor de belangrijkste risico’s met grensoverschrijdende gevolgen en de risico’s in verband met rampen die grensoverschrijdende gevolgen veroorzaken of kunnen veroorzaken, alsmede, in voorkomend geval, de weinig waarschijnlijke risico’s met ernstige gevolgen, beschrijven de lidstaten prioritaire preventie- en paraatheidsmaatregelen. De samenvatting wordt uiterlijk 31 december 2020 en nadien om de drie jaar en telkens wanneer er belangrijke veranderingen zijn, aan de Commissie verstrekt;”
Amendement 42 Voorstel voor een besluit Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 – letter b Besluit nr. 1313/2013/EU Artikel 6 – lid 1 – punt f
f) de verzameling op nationaal of passend subnationaal niveau van gegevens over schade door rampen verbeteren met het oog op het opstellen van empirisch onderbouwde scenario’s als bedoeld in artikel 10, lid 1.;
f) de verzameling op nationaal of passend subnationaal niveau van gegevens over schade door rampen verbeteren met het oog op het opstellen van empirisch onderbouwde scenario’s als bedoeld in artikel 10, lid 1, met name wat betreft het in kaart brengen van lacunes in grensoverschrijdende rampenresponscapaciteiten.
Amendement 43 Voorstel voor een besluit Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 – letter c Besluit nr. 1313/2013/EU Artikel 6 – lid 5
5. De Commissie bepaalt Uniedoelstellingen inzake rampbestendigheid ter ondersteuning van de preventie- en paraatheidsacties. De doelstellingen inzake rampbestendigheid vormen een gemeenschappelijke basis voor het vrijwaren van kritieke maatschappelijke functies bij cascade-effecten van een ramp met ernstige gevolgen en voor het waarborgen van de werking van de interne markt. De doelstellingen zijn gebaseerd op toekomstgerichte scenario’s, met inbegrip van de gevolgen van de klimaatverandering voor het risico op rampen, gegevens over gebeurtenissen in het verleden en sectoroverschrijdende effectbeoordelingen met bijzondere aandacht voor kwetsbare personen.
5. Uiterlijk ... [18 maanden na de datum van inwerkingtreding van dit wijzigingsbesluit] stelt de Commissie overeenkomstig artikel 30 gedelegeerde handelingen vast om dit besluit aan te vullen door de vaststelling van Uniedoelstellingen inzake rampbestendigheid ter ondersteuning van de preventie- en paraatheidsacties. De doelstellingen inzake rampbestendigheid vormen een gemeenschappelijke basis voor het vrijwaren van kritieke maatschappelijke functies bij cascade-effecten van een ramp met ernstige gevolgen en voor het waarborgen van de werking van de interne markt. Die doelstellingen zijn gebaseerd op toekomstgerichte scenario’s, met inbegrip van de gevolgen van de klimaatverandering en het verlies aan biodiversiteit voor het risico op rampen, gegevens over gebeurtenissen in het verleden, sectoroverschrijdende effectbeoordelingen en beoordelingen van de sociale gevolgen voor de getroffen gebieden op lange termijn, met bijzondere aandacht voor kwetsbare personen. Bij het formuleren van de doelstellingen inzake rampbestendigheid richt de Commissie zich specifiek op terugkerende rampen die regio’s van de lidstaten treffen en stelt voor dat de nationale autoriteiten concrete maatregelen nemen, met inbegrip van maatregelen die moeten worden uitgevoerd met gebruikmaking van EU-middelen, om de weerbaarheid tegen crises te vergroten.
De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 30 gedelegeerde handelingen vast te stellen om de Uniedoelstellingen inzake rampbestendigheid te bepalen.
Amendement 44 Voorstel voor een besluit Artikel 1 – alinea 1 – punt 3 Besluit nr. 1313/2013/EU Artikel 7 – lid 1 – alinea 2
Het ERCC staat met name in voor de realtime coördinatie, monitoring en ondersteuning van de respons op noodsituaties op het niveau van de Unie. Het ERCC werkt nauw samen met de nationale systemen voor crisisbeheer, de civiele-beschermingsautoriteiten en de relevante organen van de Unie.
Het ERCC staat met name in voor de realtime coördinatie, monitoring en ondersteuning van de respons op noodsituaties op het niveau van de Unie. Het ERCC werkt nauw samen met de nationale systemen voor crisisbeheer, de civiele-beschermingsautoriteiten, vrijwilligersgroepen op gemeenschapsniveau en de relevante organen van de Unie.
Amendement 45 Voorstel voor een besluit Artikel 1 – alinea 1 – punt 4 – letter a Besluit nr. 1313/2013/EU Artikel 8 – punt c – streepje 1
— om transnationale detectie- en waarschuwingssystemen van Uniebelang te ontwikkelen;
— om transnationale detectie- en vroegtijdige waarschuwingssystemen van Uniebelang te ontwikkelen teneinde de onmiddellijke gevolgen van rampen of pandemieën voor het leven van mensen te verlichten;
Amendement 46 Voorstel voor een besluit Artikel 1 – alinea 1 – punt 4 – letter a Besluit nr. 1313/2013/EU Artikel 8 – punt c – streepje 3 bis (nieuw)
— om technische ondersteuning te verlenen op het gebied van opleiding aan lokale gemeenschappen met het oog op het vergroten van hun capaciteiten met betrekking tot hun eerste niet-ondersteunde reactie op een crisis;
Amendement 47 Voorstel voor een besluit Artikel 1 – alinea 1 – punt 5 bis (nieuw) Besluit nr. 1313/2013/EU Artikel 9 – lid 10 bis (nieuw)
(5 bis) Aan artikel 9 wordt het volgende lid toegevoegd:
“10 bis. De lidstaten nemen passende maatregelen om ervoor te zorgen dat de eerstehulpverleners naar behoren uitgerust en voorbereid zijn om te reageren op alle soorten rampen als bedoeld in artikel 1.”
Amendement 48 Voorstel voor een besluit Artikel 1 – alinea 1 – punt 6 Besluit nr. 1313/2013/EU Artikel 10 – lid 1
1. De Commissie en de lidstaten werken samen aan het verbeteren van de sectoroverschrijdende planning op het gebied van rampbestendigheid ten aanzien van zowel door de natuur als door de mens veroorzaakte rampen met mogelijk grensoverschrijdende effecten, waaronder de negatieve gevolgen van klimaatverandering. De planning op het gebied van rampbestendigheid omvat het opstellen van scenario’s op Unieniveau voor preventie van en respons op rampen op basis van risicobeoordelingen als bedoeld in artikel 6, lid 1, onder a), en het overzicht van risico’s als bedoeld in artikel 5, lid 1, onder c), rampenrisicobeheersingsplanning als bedoeld in artikel 6, lid 1, onder c), gegevens over schade door rampen als bedoeld in artikel 6, lid 1, onder f), het in kaart brengen van de beschikbare middelen en het opstellen van plannen voor de inzet van de responscapaciteit, rekening houdend met de Uniedoelstellingen inzake rampbestendigheid als bedoeld in artikel 6, lid 5.
1. De Commissie en de lidstaten werken samen aan het verbeteren van de sectoroverschrijdende planning op het gebied van rampbestendigheid ten aanzien van zowel door de natuur als door de mens veroorzaakte rampen met mogelijk grensoverschrijdende effecten, waaronder de negatieve gevolgen van klimaatverandering en de steeds vaker voorkomende grensoverschrijdende natuurbranden. De planning op het gebied van rampbestendigheid omvat het opstellen van scenario’s op Unieniveau voor preventie van en respons op rampen op basis van risicobeoordelingen als bedoeld in artikel 6, lid 1, onder a), en het overzicht van risico’s als bedoeld in artikel 5, lid 1, onder c), rampenrisicobeheersingsplanning als bedoeld in artikel 6, lid 1, onder c), gegevens over schade door rampen als bedoeld in artikel 6, lid 1, onder f), het in kaart brengen van de beschikbare middelen en het opstellen van plannen voor de inzet van de responscapaciteit, rekening houdend met de Uniedoelstellingen inzake rampbestendigheid als bedoeld in artikel 6, lid 5.
Amendement 49 Voorstel voor een besluit Artikel 1 – alinea 1 – punt 6 Besluit nr. 1313/2013/EU Artikel 10 – lid 2
2. De Commissie en de lidstaten bepalen en bevorderen de synergie tussen de bijstand op het gebied van civiele bescherming en financiële middelen voor humanitaire hulp die door de Unie en de lidstaten worden verstrekt bij het plannen van responsoperaties in het kader van rampbestendigheid in geval van humanitaire crises buiten de Unie.
2. De Commissie en de lidstaten bepalen en bevorderen de synergie tussen de bijstand op het gebied van civiele bescherming en financiële middelen voor humanitaire hulp die door de Unie en de lidstaten worden verstrekt bij het plannen van responsoperaties in het kader van rampbestendigheid in geval van humanitaire crises buiten de Unie, telkens waar mogelijk in overleg met humanitaire actoren waaronder plaatselijke actoren en autoriteiten.
Amendement 50 Voorstel voor een besluit Artikel 1 – alinea 1 – punt 7 Besluit nr. 1313/2013/EU Artikel 11 – lid 2
2. Op basis van de vastgestelde risico’s, de doelstellingen inzake rampbestendigheid als bedoeld in artikel 6, lid 5, het opstellen van scenario’s als bedoeld in artikel 10, lid 1, en de algehele capaciteit en tekorten, bepaalt de Commissie, bij overeenkomstig de in artikel 33, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgestelde uitvoeringshandelingen, het soort en de hoeveelheid cruciale responscapaciteit die nodig is voor de Europese pool voor civiele bescherming (“capaciteitsdoelen”).
2. Op basis van de vastgestelde risico’s, de algehele capaciteit, tekorten, eventuele Uniedoelstellingen inzake rampbestendigheid als bedoeld in artikel 6, lid 5, en eventuele bestaande scenario’s als bedoeld in artikel 10, lid 1, worden door de Commissie bij uitvoeringshandelingen het soort cruciale responscapaciteit bepaald en de hoeveelheid cruciale responscapaciteit gespecificeerd die nodig zijn voor de Europese pool voor civiele bescherming (“capaciteitsdoelen”). Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 33, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.
Amendement 51 Voorstel voor een besluit Artikel 1 – alinea 1 – punt 8 – letter a Besluit nr. 1313/2013/EU Artikel 12 – lid 2
2. De Commissie bepaalt, bij overeenkomstig de in artikel 33, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgestelde uitvoeringshandelingen, de capaciteit waaruit rescEU wordt samengesteld, op basis van de doelstellingen inzake rampbestendigheid als bedoeld in artikel 6, lid 5, het opstellen van scenario’s als bedoeld in artikel 10, lid 1, rekening houdend met vastgestelde en nieuwe risico’s en de algehele capaciteit en tekorten op Unieniveau, met name op het gebied van de bestrijding van bosbranden vanuit de lucht, chemische, biologische, radiologische en nucleaire incidenten, en medische noodrespons.
2. De Commissie maakt, in logistieke centra, Europese reserves van medische tegenmaatregelen en uitrusting aan, met tevens de medische tegenmaatregelen om te reageren op weinig waarschijnlijke gebeurtenissen met ernstige gevolgen. De Commissie bepaalt bij uitvoeringshandelingen de capaciteit waaruit rescEU wordt samengesteld, onder meer op basis van eventuele bestaande Uniedoelstellingen inzake rampbestendigheid als bedoeld in artikel 6, lid 5, en eventuele bestaande scenario’s als bedoeld in artikel 10, lid 1, rekening houdend met vastgestelde en nieuwe risico’s en de algehele capaciteit en tekorten op Unieniveau, met name op het gebied van de bestrijding van bosbranden vanuit de lucht, reddingsacties bij aardbevingen en overstromingen, chemische, biologische, radiologische en nucleaire incidenten, en medische noodrespons. Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 33, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure. De Commissie werkt de informatie over het aantal en de classificatie van de rescEU-capaciteiten regelmatig bij en stelt deze informatie rechtstreeks ter beschikking van de andere instellingen van de Unie.
Amendement 52 Voorstel voor een besluit Artikel 1 – alinea 1 – punt 8 – letter a Besluit nr. 1313/2013/EU Artikel 12 – lid 2 – alinea 1 bis (nieuw)
Wat betreft capaciteit om op medische noodsituaties te reageren, zoals een strategische voorraad, medische noodteams en andere relevante capaciteiten, zorgt de Commissie ervoor dat er doeltreffende coördinatie en synergieën worden bewerkstelligd met andere programma’s en fondsen van de Unie en in het bijzonder met het EU4Health-programma1 bis en met relevante Europese en internationale actoren.
_______________________
1 bis Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een actieprogramma voor de Unie op het gebied van gezondheid voor de periode 2021-2027 en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 282/2014 (“EU4Health-programma”) (COM(2020)0405).
Amendement 53 Voorstel voor een besluit Artikel 1 – alinea 1 – punt 8 – letter a Besluit nr. 1313/2013/EU Artikel 12 – lid 3 – alinea 1
De rescEU-capaciteit wordt door de Commissie of de lidstaten aangekocht, gehuurd, geleaset en/of anderszins gecontracteerd. De Commissie kan rescEU-capaciteit aankopen, huren, leasen of anderszins contracteren voor de opslag en distributie van leveringen of het verlenen van diensten aan de lidstaten, door middel van aanbestedingsprocedures die in overeenstemming zijn met de financiële regels van de Unie. Wanneer rescEU-capaciteit door de lidstaten wordt aangekocht, gehuurd, geleaset of anderszins gecontracteerd, kan de Commissie de lidstaten directe subsidies toekennen zonder een oproep tot het indienen van voorstellen.
De rescEU-capaciteit wordt door de Commissie of de lidstaten aangekocht, gehuurd, geleaset en/of anderszins gecontracteerd. De Commissie kan rescEU-capaciteit aankopen, huren, leasen of anderszins contracteren voor de opslag en distributie van kwalitatief hoogwaardige leveringen of het verlenen van diensten aan de lidstaten, door middel van aanbestedingsprocedures die in overeenstemming zijn met de financiële regels van de Unie.Wanneer de Commissie rescEU-capaciteit aankoopt, behoudt zij de eigendom van die capaciteit, zelfs wanneer die over lidstaten wordt verdeeld. Wanneer rescEU-capaciteit door de Commissie wordt aangekocht, gehuurd, geleaset of anderszins gecontracteerd, behoudt de Commissie de volledige controle over die capaciteit. Wanneer de Commissie niet-herbruikbare capaciteit aankoopt, kan zij de eigendom van die capaciteit aan de verzoekende lidstaat overdragen. Wanneer rescEU-capaciteit door de lidstaten wordt aangekocht, gehuurd, geleaset of anderszins gecontracteerd, kan de Commissie de lidstaten directe subsidies toekennen zonder een oproep tot het indienen van voorstellen.
Amendement 54 Voorstel voor een besluit Artikel 1 – alinea 1 – punt 8 – letter a Besluit nr. 1313/2013/EU Artikel 12 – lid 3 – alinea 3
rescEU-capaciteit wordt ondergebracht bij de lidstaten die deze capaciteit aankopen, huren, leasen of anderszins contracteren. Om de rampbestendigheid van de Unie te vergroten, moet rescEU-capaciteit die door de Commissie wordt aangekocht, gehuurd, geleaset of anderszins gecontracteerd, strategisch vooraf in de Unie worden aangelegd. In overleg met de lidstaten kan rescEU-capaciteit die door de Commissie wordt aangekocht, gehuurd, geleaset of anderszins gecontracteerd ook in derde landen worden opgeslagen via betrouwbare netwerken die door bevoegde internationale organisaties worden beheerd.
rescEU-capaciteit wordt ondergebracht bij de lidstaten die deze capaciteit aankopen, huren, leasen of anderszins contracteren. Om de rampbestendigheid van de Unie te vergroten, moet rescEU-capaciteit die door de Commissie wordt aangekocht, gehuurd, geleaset of anderszins gecontracteerd, strategisch vooraf in de Unie worden aangelegd.
Amendement 55 Voorstel voor een besluit Artikel 1 – alinea 1 – punt 8 – letter a bis (nieuw) Besluit nr. 1313/2013/EU Artikel 12 – lid 5
(a bis) lid 5 wordt vervangen door:
5. Een lidstaat die rescEU-capaciteit bezit, huurt of leaset, zorgt voor de registratie van die capaciteit in het Cecis, en voor de beschikbaarheid en inzetbaarheid van die capaciteit voor operaties van het Uniemechanisme.
“5.DeCommissie of de lidstaat die rescEU-capaciteit bezit, huurt, leaset of anderszins contracteert, zorgt voor de registratie van die capaciteit in het Cecis, en voor de beschikbaarheid en inzetbaarheid van die capaciteit voor operaties van het Uniemechanisme.
rescEU-capaciteit mag uitsluitend voor nationale doeleinden, als bedoeld in artikel 23, lid 4 bis, worden gebruikt wanneer de capaciteit niet wordt gebruikt of niet nodig is voor responsoperaties in het kader van het Uniemechanisme.
rescEU-capaciteit mag uitsluitend voor nationale doeleinden, als bedoeld in artikel 23, lid 4 bis, worden gebruikt wanneer de capaciteit niet wordt gebruikt of niet nodig is voor responsoperaties in het kader van het Uniemechanisme.
rescEU-capaciteit wordt gebruikt overeenkomstig de krachtens artikel 32, lid 1, onder g), vastgestelde uitvoeringshandelingen en operationele overeenkomsten tussen de Commissie en de lidstaat die dergelijke capaciteit bezit, leaset of huurt, waarin de algemene voorwaarden voor de inzet van rescEU-capaciteit, met inbegrip van deelnemend personeel, nader worden bepaald.
rescEU-capaciteit wordt gebruikt overeenkomstig de krachtens artikel 32, lid 1, onder g), vastgestelde uitvoeringshandelingen en operationele overeenkomsten tussen de Commissie en de lidstaat die dergelijke capaciteit bezit, leaset of huurt, waarin de algemene voorwaarden voor de inzet van rescEU-capaciteit, met inbegrip van deelnemend personeel, nader worden bepaald.
De algemene voorwaarden in de operationele overeenkomsten zorgen er tevens voor dat rescEU-capaciteit wordt ingezet in overeenstemming met dit besluit, in het bijzonder met de in lid 6 van dit artikel opgenomen verplichting om rescEU-capaciteit beschikbaar te stellen en met de in artikel 1 opgenomen algemene doelstellingen. In deze algemene voorwaarden worden ook de te nemen maatregelen in geval van niet-naleving bepaald, om passend gebruik van EU-financiering te waarborgen.”
Amendement 56 Voorstel voor een besluit Artikel 1 – alinea 1 – punt 8 – letter b Besluit nr. 1313/2013/EU Artikel 12 – lid 10 – alinea 1
rescEU-capaciteit kan buiten de Unie worden ingezet, overeenkomstig de leden 6 tot en met 9 van dit artikel.
rescEU-capaciteit kan buiten de Unie worden ingezet, overeenkomstig de leden 6 tot en met 9 van dit artikel. De Commissie stelt specifieke bepalingen vast om de aflegging van verantwoording en het correcte gebruik van de rescEU-capaciteit in derde landen te garanderen, inclusief het bieden van toegang voor EU-controleurs. De zichtbaarheid van het Uniemechanisme in derde landen wordt gegarandeerd overeenkomstig artikel 20 bis, lid 1 en 2, van dit besluit.
Amendement 57 Voorstel voor een besluit Artikel 1 – alinea 1 – punt 8 bis (nieuw) Besluit nr. 1313/2013/EU Artikel 13 – lid 1 – alinea 2 – punt f bis (nieuw)
(8 bis) Aan artikel 13, lid 1, tweede alinea, wordt het volgende punt toegevoegd:
“f bis) het creëren van capaciteit voor specifieke expertise op het gebied van respons die kan worden gebruikt in geval van rampen die gevolgen hebben voor het cultureel erfgoed.”
Amendement 58 Voorstel voor een besluit Artikel 1 – alinea1 – punt 9 Besluit nr. 1313/2013/EU Artikel 15 – lid 3 – punt b
b) het in samenwerking met de getroffen lidstaat verzamelen en analyseren van gevalideerde informatie over de situatie om gemeenschappelijke situatiekennis te genereren, en het doorgeven van die informatie aan de lidstaten;
b) het in samenwerking met de getroffen lidstaat verzamelen en analyseren van gevalideerde informatie over de situatie om gemeenschappelijk bewustzijn omtrent de situatie en de respons op de situatie te genereren, en het rechtstreeks doorgeven van die informatie aan de lidstaten;
Amendement 59 Voorstel voor een besluit Artikel 1 – alinea 1 – punt 9 bis (nieuw) Besluit nr. 1313/2013/EU Artikel 16 – lid 2
(9 bis) In artikel 16 wordt lid 2 vervangen door:
2. Interventies als bedoeld in dit artikel, kunnen hetzij als autonome bijstandsinterventie, hetzij als bijdrage tot een door een internationale organisatie geleide interventie worden uitgevoerd. De coördinatie door de Unie wordt volledig geïntegreerd in de algemene coördinatie door het Bureau voor de Coördinatie van Humanitaire Aangelegenheden van de Verenigde Naties (OCHA), waarbij de leidende rol van deze organisatie in acht wordt genomen. In geval van door de mens veroorzaakte rampen of complexe noodsituaties, ziet de Commissie toe op de conformiteit met de Europese consensus over humanitaire hulp, en het respect voor de humanitaire beginselen.
“2. Interventies als bedoeld in dit artikel, kunnen hetzij als autonome bijstandsinterventie, hetzij als bijdrage tot een door een internationale organisatie geleide interventie worden uitgevoerd. De coördinatie door de Unie wordt volledig geïntegreerd in de algemene coördinatie door het Bureau voor de Coördinatie van Humanitaire Aangelegenheden van de Verenigde Naties (OCHA), waarbij de leidende rol van deze organisatie in acht wordt genomen. In geval van door de mens veroorzaakte rampen of complexe noodsituaties, pleegt de Commissie telkens waar mogelijk overleg met humanitaire actoren waaronder plaatselijke actoren en ziet zij toe op de conformiteit met de Europese consensus over humanitaire hulp, en het respect voor de humanitaire beginselen.”
Amendement 60 Voorstel voor een besluit Artikel 1 – alinea 1 – punt 10 Besluit nr. 1313/2013/EU Artikel 17 – lid 1 – punt a
a) naar aanleiding van een verzoek om een preventie-expertise overeenkomstig artikel5, lid2;
a) naar aanleiding van een verzoek om een preventie-expertise overeenkomstig artikel 5, lid 2, met name in het geval van een pandemie;
Amendement 61 Voorstel voor een besluit Artikel 1 – alinea 1 – punt 10 Besluit nr. 1313/2013/EU Artikel 17 – lid 1 – punt b
b) naar aanleiding van een verzoek om een paraatheidsexpertise overeenkomstig artikel 13, lid 3;
b) naar aanleiding van een verzoek om een paraatheidsexpertise overeenkomstig artikel 13, lid 3, met name in het geval van een pandemie;
Amendement 62 Voorstel voor een besluit Artikel 1 – alinea 1 – punt 11 Besluit nr. 1313/2013/EU Artikel 18 – lid 1 – punt a bis (nieuw)
(a bis) het ontwikkelen van cartografisch materiaal voor de snelle inzet en mobilisatie van middelen, in het bijzonder rekening houdend met de specifieke kenmerken van grensoverschrijdende regio’s met het oog op grensoverschrijdende risico’s zoals natuurbranden;
Amendement 63 Voorstel voor een besluit Artikel 1 – alinea 1 – punt 12 – letter b bis (nieuw) Besluit nr. 1313/2013/EU Artikel 19 – lid 3 – alinea 1
(b bis) in lid 3 wordt de eerste alinea vervangen door:
De in lid 1 bedoelde financiële middelen zijn ook bestemd voor uitgaven voor voorbereidings-, monitoring-, controle-, audit- en evaluatieactiviteiten die noodzakelijk zijn voor het beheer van het Uniemechanisme en het verwezenlijken van de doelstellingen ervan.
“De in de leden 1 en 1 bis van dit artikel en in artikel 19 bis bedoelde financiële middelen zijn ook bestemd voor uitgaven voor voorbereidings-, monitoring-, controle-, audit- en evaluatieactiviteiten die noodzakelijk zijn voor het beheer van het Uniemechanisme en het verwezenlijken van de doelstellingen ervan.”
Amendement 64 Voorstel voor een besluit Artikel 1 – alinea 1 – punt 12 – letter b ter (nieuw) Besluit nr. 1313/2013/EU Artikel 19 – lid 3 bis (nieuw)
(b ter) het volgend lid wordt ingevoegd:
“3 bis. De in de leden 1 en 1 bis en in artikel 19 bis bedoelde financiële middelen worden toegewezen ter dekking van acties op het gebied van de preventie, de paraatheid en de respons ten aanzien van door de mens of de natuur veroorzaakte rampen.”
Amendement 65 Voorstel voor een besluit Artikel 1 – alinea 1 – punt 12 – letter c Besluit nr. 1313/2013/EU Artikel 19 – lid 4
(c) lid 4 wordt vervangen door:
Schrappen
“4. De in de leden 1 en 1 bis bedoelde financiële middelen worden toegewezen ter dekking van acties op het gebied van de preventie, de paraatheid en de respons ten aanzien van door de mens of de natuur veroorzaakte rampen.”;
Amendement 66 Voorstel voor een besluit Artikel 1 – alinea 1 – punt 12 – letter c bis (nieuw) Besluit nr. 1313/2013/EU Artikel 19 – lid 4
(c bis) lid 4 wordt vervangen door:
4. De financiële middelen als bedoeld in lid 1 worden voor de periode 2014-2020 toegewezen conform de in bijlage I opgenomen percentages en beginselen.
“4. De financiële middelen als bedoeld in lid 1 worden voor de periode 2014-2020 toegewezen conform de in punt 1 van bijlage 1 opgenomen percentages en de in punt 3 van die bijlage opgenomen beginselen.”;
Amendement 67 Voorstel voor een besluit Artikel 1 – alinea 1 – punt 12 – letter c ter (nieuw) Besluit nr. 1313/2013/EU Artikel 19 – lid 4 bis (nieuw)
(c ter) het volgend lid wordt ingevoegd:
“4 bis. De financiële middelen als bedoeld in lid 1 bis van dit artikel en in artikel 19 bis worden voor de periode 2021-2027 toegewezen conform de in punt 2 van bijlage 1 opgenomen percentages en de in punt 3 van die bijlage opgenomen beginselen.”;
Amendement 68 Voorstel voor een besluit Artikel 1 – alinea 1 – punt 12 – letter d Besluit nr. 1313/2013/EU Artikel 19 – leden 5 en 6
(d) de leden 5 en 6 worden geschrapt.
Schrappen
Amendement 69 Voorstel voor een besluit Artikel 1 – alinea 1 – punt 12 – letter d bis (nieuw) Besluit nr. 1313/2013/EU Artikel 19 – lid 5
(d bis) lid 5 wordt vervangen door:
5. De Commissie herziet de in bijlage I opgenomen uitsplitsing in het licht van de resultaten van de tussentijdse evaluatie bedoeld in artikel 34, lid 2, onder a). De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 29 bis, indien nodig als gevolg van de resultaten van die evaluatie, gedelegeerde handelingen vast te stellen, ten einde elk van de cijfers in bijlage I met meer dan 8 procentpunten, oplopend tot 16 procentpunten, aan te passen. Die gedelegeerde handelingen worden uiterlijk op 30 juni 2017 vastgesteld.
“5. De Commissie herziet de in bijlage I opgenomen uitsplitsing in het licht van de resultaten van de evaluatie bedoeld in artikel 34, lid 3. De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 29 bis, indien nodig als gevolg van onverwachte gebeurtenissen die van invloed zijn op de uitvoering van de begroting of in het licht van een nieuwe rescEU-capaciteit, gedelegeerde handelingen tot wijziging van bijlage I vast te stellen, teneinde elk van de cijfers in de punten 1 en 2 van bijlage I met meer dan 10 procentpunten aan te passen.”;
Amendement 70 Voorstel voor een besluit Artikel 1 – alinea 1 – punt 12 – letter d ter (nieuw) Besluit nr. 1313/2013/EU Artikel 19 – lid 6
(d ter) lid 6 wordt vervangen door:
6. Indien dit in geval een noodzakelijke herziening van de begrotingsmiddelen die beschikbaar zijn voor responsacties om dwingende redenen van urgentie vereist is, is de Commissie bevoegd gedelegeerde handelingen vast te stellen ten einde elk van de cijfers in bijlage I met meer dan 8 procentpunten, oplopend tot 16 procentpunten, aan te passen, binnen de beschikbare begrotingstoewijzingen en volgens de procedure bepaald in artikel 31.
“6. Indien dit in geval een noodzakelijke herziening van de begrotingsmiddelen die beschikbaar zijn voor responsacties om dwingende redenen van urgentie vereist is, is de Commissie bevoegd gedelegeerde handelingen vast te stellen overeenkomstig artikel 30 voor het wijzigen van bijlage I ten einde elk van de cijfers in de punten 1 en 2 in bijlage I met meer dan 10 procentpunten aan te passen, binnen de beschikbare begrotingstoewijzingen en volgens de procedure bepaald in artikel 31.”;
Amendement 71 Voorstel voor een besluit Artikel 1 – alinea 1 – punt 12 – letter d quater Besluit nr. 1313/2013/EU Artikel 19 – lid 6 bis (nieuw)
(d quater) aan artikel 19 wordt het volgende lid toegevoegd:
“6 bis.De beschikbare jaarlijkse kredieten worden door het Europees Parlement en de Raad goedgekeurd onverminderd de bepalingen van Verordening (EU, Euratom) nr. .../... van de Raad tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2021-2027 en het Interinstitutioneel Akkoord van … 2020 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer.”
Amendement 72 Voorstel voor een besluit Artikel 1 – alinea 1 – punt 13 Besluit nr. 1313/2013/EU Artikel 19 bis – lid 1
De in artikel 2 van Verordening [herstelinstrument voor de Europese Unie] bedoelde maatregelen worden in het kader van dit besluit uitgevoerd door middel van de in artikel 3, lid 2, onder a), punt iv), van die verordening bedoelde bedragen, die onderworpen zijn aan artikel 4, lid 4, en artikel 8, van die verordening.
De in artikel 2 van Verordening [herstelinstrument voor de Europese Unie] bedoelde maatregelen worden in het kader van dit besluit uitgevoerd met een bedrag van 2 187 620 000 EUR in lopende prijzen als bedoeld in artikel 3, lid 2, onder a), punt iv), van die verordening, onder voorbehoud van het bepaalde in artikel 4, leden 4 en 8, van die verordening.
Amendement 73 Voorstel voor een besluit Artikel 1 – alinea 1 – punt 14 Besluit nr. 1313/2013/EU Artikel 20 bis – lid 1 – alinea 2
Elke vorm van bijstand of financiering die uit hoofde van dit besluit wordt verstrekt, moet de nodige zichtbaarheid krijgen. De lidstaten zorgen er met name voor dat bij de openbare communicatie over acties die in het kader van het Uniemechanisme worden gefinancierd:
Elke vorm van bijstand of financiering die uit hoofde van dit besluit wordt verstrekt, moet de nodige zichtbaarheid krijgen overeenkomstig de specifieke richtsnoeren die de Commissie voor specifieke interventies heeft vastgesteld. De lidstaten zorgen er met name voor dat bij de openbare communicatie over acties die in het kader van het Uniemechanisme worden gefinancierd:
Amendement 74 Voorstel voor een besluit Artikel 1 – alinea 1 – punt 14 Besluit nr. 1313/2013/EU Artikel 20 bis – lid 1 – alinea 2 bis (nieuw)
Wanneer rescEU-capaciteit wordt gebruikt voor nationale doeleinden als bedoeld in artikel 12, lid 5, erkennen de lidstaten de oorsprong van die capaciteit en geven zij zichtbaarheid aan de financiering van de Unie die is gebruikt om die capaciteit aan te kopen, op dezelfde wijze als bedoeld in de eerste alinea van dit lid.
Amendement 75 Voorstel voor een besluit Artikel 1 – alinea 1 – punt 15 – letter a bis (nieuw) Besluit nr. 1313/2013/EU Artikel 21 – lid 1 – punt h
(a bis) in artikel 21 wordt lid 1, onder h), vervangen door:
h) ondersteunen van de activiteiten inzake paraatheid, als bedoeld in artikel 13;
“h) ondersteunen van de activiteiten inzake paraatheid, als bedoeld in artikel 13, met name door middel van de versterking van bestaande opleidingsnetwerken, de synergieën tussen deze netwerken, en de bevordering van de oprichting van nieuwe netwerken met aandacht voor innovatieve oplossingen en nieuwe risico’s en uitdagingen;”
Amendement 76 Voorstel voor een besluit Artikel 1 – alinea 1 – punt 15 – letter b Besluit nr. 1313/2013/EU Artikel 21 – lid 3 – alinea 3
De in dit lid bedoelde financiële bijstand kan middels meerjarige werkprogramma’s worden uitgevoerd. Voor acties die langer dan één jaar duren, kunnen de begrotingsvastleggingen over jaarlijkse tranches worden verdeeld.
Schrappen
Amendement 77 Voorstel voor een besluit Artikel 1 – alinea 1 – punt 18 Besluit nr. 1313/2013/EU Artikel 25 – lid 2
2. De Commissie voert de financiële steun van de Unie uit in overeenstemming met het Financieel Reglement, in direct beheer of in indirect beheer met organen als bedoeld in artikel 62, lid 1, onder c), van het Financieel Reglement.
2. De Commissie voert de financiële bijstand van de Unie uit in direct beheer overeenkomstig Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 of in indirect beheer met de in artikel 62, lid 1, onder c), van die verordening bedoelde organen. Bij de keuze van de uitvoeringswijze voor het verlenen van de financiële bijstand wordt de voorkeur gegeven aan direct beheer. Wanneer dit gerechtvaardigd is gezien de aard en de inhoud van de actie in kwestie, kan de Commissie gebruikmaken van indirect beheer. De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 30 gedelegeerde handelingen vast te stellen om dit besluit aan te vullen door de vaststelling van acties in het kader van het Uniemechanisme die in indirect beheer kunnen worden uitgevoerd.
Amendement 78 Voorstel voor een besluit Artikel 1 – alinea 1 – punt 18 Besluit nr. 1313/2013/EU Artikel 25 – lid 4 – alinea 1
Voor de uitvoering van dit besluit stelt de Commissie door middel van uitvoeringshandelingen jaarlijkse of meerjarige werkprogramma’s vast. Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 33, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure. De jaarlijkse of meerjarige werkprogramma’s bevatten de beoogde doelstellingen, de verwachte resultaten, de uitvoeringsmethode en het totale bedrag dat met de uitvoering is gemoeid. Ook bevatten zij een beschrijving van de te financieren acties, een indicatie van het bedrag dat aan elke actie wordt toegewezen en een indicatief tijdschema voor de uitvoering. Voor de in artikel 28, lid 2, bedoelde financiële steun bevatten de jaarlijkse of meerjarige werkprogramma’s een beschrijving van de acties die voor elk daarin bedoeld land zijn voorzien.
Voor de uitvoering van dit besluit stelt de Commissie door middel van uitvoeringshandelingen jaarlijkse werkprogramma’s vast. Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 33, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure. De jaarlijkse werkprogramma’s bevatten de beoogde doelstellingen, de verwachte resultaten, de uitvoeringsmethode en het totale bedrag dat met de uitvoering is gemoeid. Ook bevatten zij een beschrijving van de te financieren acties, een indicatie van het bedrag dat aan elke actie wordt toegewezen en een indicatief tijdschema voor de uitvoering. Voor de in artikel 28, lid 2, bedoelde financiële steun bevatten de jaarlijkse werkprogramma’s een beschrijving van de acties die voor elk daarin bedoeld land zijn voorzien.
Amendement 79 Voorstel voor een besluit Artikel 1 – alinea 1 – punt 18 Besluit nr. 1313/2013/EU Artikel 25 – lid 4 – alinea 2
Voor acties in het kader van de in hoofdstuk IV vastgelegde rampenrespons, die niet op voorhand kunnen worden gepland, zijn geen jaarlijkse of meerjarige werkprogramma’s vereist.
Voor acties in het kader van de in hoofdstuk IV vastgelegde rampenrespons, die niet op voorhand kunnen worden gepland, is geen jaarlijks werkprogramma vereist.
Amendement 80 Voorstel voor een besluit Artikel 1 – alinea 1 – punt 18 Besluit nr. 1313/2013/EU Artikel 25 – lid 5
5. In aanvulling op artikel 12, lid 4, van het Financieel Reglement worden de vastleggings- en betalingskredieten die aan het einde van het begrotingsjaar waarvoor zij in de jaarlijkse begroting waren opgenomen, niet zijn gebruikt, automatisch overgedragen en kunnen zij worden vastgelegd en betaald tot en met 31 december van het volgende jaar. De overgedragen vastleggingen worden uitsluitend gebruikt voor responsacties. De overgedragen vastleggingen worden in het volgende begrotingsjaar als eerste gebruikt.
5. In aanvulling op artikel 12, lid 4, van het Financieel Reglement worden de vastleggings- en betalingskredieten die aan het einde van het begrotingsjaar waarvoor zij in de jaarlijkse begroting waren opgenomen, niet zijn gebruikt, automatisch overgedragen en kunnen zij worden vastgelegd en betaald tot en met 31 december van het volgende jaar. De overgedragen vastleggingen worden gebruikt voor preventie-, paraatheids- en responsacties. De overgedragen vastleggingen worden in het volgende begrotingsjaar als eerste gebruikt.
Amendement 81 Voorstel voor een besluit Artikel 1 – alinea 1 – punt 20 – letter a Besluit nr. 1313/2013/EU Artikel 30 – lid 2
2. De bevoegdheid om de in artikel 6, lid 5, en artikel 21, lid 3, tweede alinea, bedoelde gedelegeerde handelingen vast te stellen wordt aan de Commissie verleend tot en met 31 december 2027.
2. De bevoegdheid om de in artikel 6, lid 5, artikel 19, leden 5 en 6, artikel 21, lid 3, tweede alinea, en artikel 25, lid 2, bedoelde gedelegeerde handelingen vast te stellen wordt aan de Commissie verleend tot en met 31 december 2027.
Amendement 82 Voorstel voor een besluit Artikel 1 – alinea 1 – punt 20 – letter a bis (nieuw) Besluit nr. 1313/2013/EU Artikel 30 – lid 3
(a bis) lid 3 wordt geschrapt.
Amendement 83 Voorstel voor een besluit Artikel 1 – alinea 1 – punt 20 – letter b Besluit nr. 1313/2013/EU Artikel 30 – lid 4
4. De in artikel 6, lid 5, en artikel 21, lid 3, tweede alinea, bedoelde bevoegdheidsdelegatie kan te allen tijde door het Europees Parlement of de Raad worden ingetrokken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking van het besluit in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.
4. De in artikel 6, lid 5, artikel 19, leden 5 en 6, artikel 21, lid 3, tweede alinea, en artikel 25, lid 2, bedoelde bevoegdheidsdelegatie kan te allen tijde door het Europees Parlement of de Raad worden ingetrokken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking van het besluit in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.
Amendement 84 Voorstel voor een besluit Artikel 1 – alinea 1 – punt 20 – letter c Besluit nr. 1313/2013/EU Artikel 30 – lid 7
7. Een overeenkomstig artikel 6, lid 5, of artikel 21, lid 3, tweede alinea, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie heeft meegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.
7. Een overeenkomstig artikel 6, lid 5, artikel 19, leden 5 en 6, artikel 21, lid 3, tweede alinea, of artikel 25, lid 2, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie heeft meegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.
Amendement 85 Voorstel voor een besluit Artikel 1 – alinea 1 – punt 22 bis (nieuw) Besluit nr. 1313/2013/EU Artikel 34 – lid 2 – alinea 1 bis (nieuw)
(22 bis) aan artikel 34, lid 2, wordt de volgende alinea toegevoegd:
“Uiterlijk ... [24 maanden na de inwerkingtreding van dit wijzigingsbesluit] evalueert de Commissie de werking van het Uniemechanisme en de coördinatie en synergieën met het EU4Health-programma en andere gezondheidswetgeving van de Unie, met het oog op de indiening van een wetgevingsvoorstel dat de instelling van een specifiek Europees gezondheidsresponsmechanisme zou omvatten.”
Amendement 86 Voorstel voor een besluit Artikel 1 – alinea 1 – punt 23 Besluit nr. 1313/2013/EU Bijlage I
23) Bijlage I wordt geschrapt.
Schrappen
Amendement 87 Voorstel voor een besluit Artikel 1 – alinea 1 – punt 23 bis (nieuw) Besluit nr. 1313/2013/EU Bijlage I
(23 bis) Bijlage I wordt als volgt gewijzigd:
Bijlage I
“Bijlage I
Percentages en beginselen voor de toewijzing van de financiële middelen voor de uitvoering van het Uniemechanisme, bedoeld in artikel 19, leden 1 en 1 bis, en artikel 19 bis
Percentages voor de toewijzing van de financiële middelen voor de uitvoering van het Uniemechanisme, bedoeld in artikel 19, lid 1
1. Percentages voor de toewijzing van de financiële middelen voor de uitvoering van het Uniemechanisme, bedoeld in artikel 19, lid 1, in de periode 2014-2020
Preventie: 20 % +/- 8 procentpunten
Preventie: 10 % +/- 10 procentpunten
Paraatheid: 50 % +/- 8 procentpunten
Paraatheid: 65 % +/- 10 procentpunten
Respons: 30 % +/- 8 procentpunten
Respons: 25 % +/- 10 procentpunten
2. Percentages voor de toewijzing van de financiële middelen voor de uitvoering van het Uniemechanisme, bedoeld in artikel 19, lid 1 bis, en artikel 19 bis, in de periode 2021-2027
Preventie: 8 % +/- 10 procentpunten
Paraatheid: 80 % +/- 10 procentpunten
Respons: 12 % +/- 10 procentpunten
Beginselen
3. Beginselen
Bij het uitvoeren van dit besluit, verleent de Commissie prioriteit aan acties waarvoor in dit besluit een termijn is vastgesteld binnen de periode tot het verstrijken van die termijn, met het oog op het halen van die termijn.
Bij het uitvoeren van dit besluit, verleent de Commissie prioriteit aan acties waarvoor in dit besluit een termijn is vastgesteld binnen de periode tot het verstrijken van die termijn, met het oog op het halen van die termijn.”
De zaak werd voor interinstitutionele onderhandelingen terugverwezen naar de bevoegde commissie op grond van artikel 59, lid 4, vierde alinea, van het Reglement (A9-0148/2020).