Resolutie van het Europees Parlement van 20 oktober 2020 over de uitvoering van de associatieovereenkomst tussen de EU en de Republiek Moldavië (2019/2201(INI))
Het Europees Parlement,
– gezien artikel 8 en titel V, met name de artikelen 21, 22, 36 en 37, van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU), alsook het vijfde deel van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU),
– gezien de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds (AO), die een diepe en brede vrijhandelsruimte (Deep and Comprehensive Free Trade Area, DCFTA) omvat en die op 1 juli 2016 volledig in werking is getreden,
– gezien de instelling van een visumvrije regeling voor onderdanen van de Republiek Moldavië in maart 2014 als gevolg van de door het Europees Parlement en de Raad aangebrachte wijzigingen in Verordening (EG) nr. 539/2001 van de Raad(1),
– gezien de ondertekening in november 2017 van een memorandum van overeenstemming, een leningsovereenkomst en een subsidieovereenkomst inzake microfinanciële bijstand ter waarde van 100 miljoen EUR voor de periode 2017-2018,
– gezien het Moldavische nationale actieplan voor de uitvoering van de associatieovereenkomst tussen de Republiek Moldavië en de Europese Unie voor de periode 2017-2019,
– gezien zijn eerdere resoluties over de Republiek Moldavië, met name de eerdere resolutie van 14 november 2018 over de uitvoering van de associatieovereenkomst tussen de EU en Moldavië(2), zijn resolutie van 5 juli 2018 over de politieke crisis in Moldavië naar aanleiding van de ongeldigverklaring van de burgemeestersverkiezingen in Chisinau(3), van 15 november 2017 over het Oostelijk Partnerschap, in aanloop naar de top in november 2017(4), van 4 juli 2017 over toekenning van macrofinanciële bijstand aan de Republiek Moldavië(5), en van 21 januari 2016 over de associatieovereenkomsten/diepe en brede vrijhandelsruimten met Georgië, Moldavië en Oekraïne(6),
– gezien het besluit van de EU van juli 2018 om de uitbetaling van de eerste tranche macrofinanciële bijstand te bevriezen naar aanleiding van de uitspraak van het hooggerechtshof over de burgemeestersverkiezingen in Chisinau en haar besluit van november 2018 om haar financiële bijstand te staken naar aanleiding van zorgen over de rechtsstaat en de democratische achteruitgang van het land,
– gezien het daaropvolgende besluit van de EU van juli 2019 om de uitbetalingen van begrotingssteun te hervatten in het licht van de toezegging van de Republiek Moldavië om het rechtssysteem te hervormen,
– gezien het besluit van de EU van oktober 2019 om een eerste tranche macrofinanciële bijstand ter waarde van 30 miljoen EUR uit te betalen, naar aanleiding van de uitvoering van belangrijke hervormingen om de democratische normen te verbeteren en de rechtsstaat te beschermen,
– gezien het gezamenlijke werkdocument van de Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) over het uitvoeringsverslag van de associatieovereenkomst met de Republiek Moldavië van 11 september 2019,
– gezien het resultaat van de vijfde vergadering van de Associatieraad tussen de EU en de Republiek Moldavië van 30 september 2019,
– gezien de gezamenlijke verklaringen van de toppen van het Oostelijk Partnerschap, waarvan de meest recente op 24 november 2017 in Brussel heeft plaatsgevonden,
– gezien de conclusies van de Raad Buitenlandse Zaken over de Republiek Moldavië van 26 februari 2018,
– gezien Resolutie 2308 van de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa van 3 oktober 2019 over de werking van de democratie in de Republiek Moldavië,
– gezien de corruptieperceptie-index van 2019 van Transparency International, waarin de Republiek Moldavië van 180 beoordeelde landen en gebieden op de 120e plaats staat (waarbij de eerste plaats het beste is), en die van 2018, waarin de Republiek Moldavië op de 117e plaats staat,
– gezien de Democracy Index 2019 van de Economist Intelligence Unit, waarin de Republiek Moldavië wordt aangemerkt als “hybride regime”,
– gezien het verslag “Freedom in the World” van Freedom House uit 2020, waarin de Republiek Moldavië wordt aangemerkt als “gedeeltelijk vrij”, en het verslag “Nations in Transit” uit 2020, ook van Freedom House, waarin de Republiek Moldavië wordt aangemerkt als een “regime in transitie of hybride regime”,
– gezien het Moldavische nationale actieplan voor de uitvoering van de associatieovereenkomst tussen Moldavië en de EU, het nationale actieplan voor de mensenrechten 2018-2022 en de nationale strategie voor de preventie en bestrijding van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld 2018-2023, waarin de ratificatie van het Verdrag van Istanbul expliciet wordt genoemd,
– gezien de analyses en aanbevelingen van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), in het bijzonder die van 8 maart 2018 getiteld “Young Moldova: Problems, Values and Aspirations”; en die van 20 april 2018 over de herziening van het Moldavische beleid inzake jongerenwelzijn,
– gezien de adviezen en aanbevelingen van de het Bureau voor Democratische Instellingen en Mensenrechten (ODIHR) van de Organisatie voor Veiligheid en samenwerking in Europa en van de Commissie van Venetië van de Raad van Europa, met name die van 15 maart 2018 over de herziening van het kiesstelsel in Moldavië, van 24 juni 2019 over de grondwettelijke situatie en in het bijzonder de mogelijkheid het parlement te ontbinden, en van 14 oktober 2019 over de hervorming van het hooggerechtshof en het openbaar ministerie,
– gezien de gezamenlijke mededeling van de Commissie “Het beleid inzake het Oostelijk Partnerschap na 2020: de weerbaarheid versterken – een Oostelijk Partnerschap dat iedereen ten goede komt” van 18 maart 2020,
– gezien de conclusies van de Raad van 11 mei 2020 over het beleid voor het Oostelijk Partnerschap na 2020,
– gezien de gezamenlijke mededeling van de Commissie en de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s van 8 april 2020 over de wereldwijde EU-respons op COVID-19 en Besluit (EU) 2020/701 van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 2020 betreffende de toekenning van macrofinanciële bijstand aan uitbreidings- en nabuurschapspartners in de context van de COVID-19-pandemie(7),
– gezien het verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad, het derde verslag in het kader van het opschortingsmechanisme voor visumvrijstelling en het begeleidende werkdocument van de diensten van de Commissie, gepubliceerd op 10 juli 2020,
– gezien de aanbeveling van het Europees Parlement aan de Raad, de Commissie en de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid over het Oostelijk Partnerschap, in de aanloop naar de top van juni 2020,
— gezien de aanbevelingen en werkzaamheden van het Parlementaire Associatiecomité EU-Moldavië, de Parlementaire Vergadering Euronest, het Forum voor het maatschappelijk middenveld van het Oostelijk Partnerschap, het Platform voor het maatschappelijk middenveld EU-Moldavië en van andere vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld in de Republiek Moldavië,
– gezien de verklaring en aanbevelingen die werden vastgesteld ter gelegenheid van de zevende bijeenkomst van het Parlementair Associatiecomité EU-Moldavië op 18 en 19 december 2019,
– gezien de conclusies van de verkiezingswaarnemingsmissie van het Europees Parlement bij de parlementsverkiezingen in de Republiek Moldavië op 24 februari 2019, die was geïntegreerd in de internationale verkiezingswaarnemingsmissie onder leiding van de OVSE/ODIHR,
– gezien het economisch steunpakket van de Commissie dat op 29 maart 2020 werd vastgesteld om de Republiek Moldavië en andere landen te helpen bij hun strijd tegen de COVID-19-pandemie en ook de herschikking van bestaande instrumenten omvatte om de sociaaleconomische gevolgen van de crisis te verlichten,
– gezien artikel 54 van zijn Reglement en artikel 1, lid 1, onder e), van en bijlage 3 bij het besluit van de Conferentie van voorzitters van 12 december 2002 betreffende de procedure inzake het verlenen van toestemming voor het opstellen van initiatiefverslagen,
– gezien het advies van de Commissie internationale handel,
– gezien het verslag van de Commissie buitenlandse zaken (A9-0166/2020),
A. overwegende dat de EU en de Republiek Moldavië zich er middels de AO/DCFTA toe hebben verbonden politiek partnerschap te bevorderen en economische integratie te bewerkstelligen en dat de Republiek Moldavië heeft toegezegd het acquis van de EU op te nemen in zijn eigen wetten en praktijken op een groot aantal gebieden; overwegende dat de Unie heeft toegezegd aanzienlijke financiële en begrotingsbijstand te zullen verlenen aan de Republiek Moldavië, op voorwaarde dat Europese kernwaarden en ‑beginselen, zoals de rechtsstaat, mensenrechten en democratische rechten, worden geëerbiedigd en dat corruptie, georganiseerde misdaad, het witwassen van geld, oligarchische structuren en nepotisme gegarandeerd worden bestreden; overwegende dat de samenwerking in gevallen van een ernstige achteruitgang kan worden opgeschort;
B. overwegende dat het Parlement en de Raad op 13 september 2017 een besluit hebben vastgesteld tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de Republiek Moldavië ter waarde van 100 miljoen EUR in het kader van het IMF-programma om de economische en financiële hervormingen van het land te ondersteunen;
C. overwegende dat de EU herhaaldelijk haar bezorgdheid heeft geuit over de rechtsstaat, het gebrek aan vooruitgang bij de vervolging van de verantwoordelijken voor de bankfraude die in 2014 aan het licht is gebracht, en de aanhoudende mensenrechtenschendingen;
D. overwegende dat uit de corruptieperceptie-index van 2018 van Transparency International en de verslagen van Freedom House uit 2020 blijkt dat de situatie in de Republiek Moldavië de afgelopen tijd lichtjes is verbeterd, terwijl uit diezelfde indexen, evenals uit de democratie-index, blijkt dat de situatie met betrekking tot democratie, corruptie, politieke rechten en burgerlijke vrijheden in de Republiek Moldavië over de lange termijn genomen is verslechterd;
E. overwegende dat de overheidsinstanties in de Republiek Moldavië ondanks de regeringswisselingen zwak blijven en dat de Republiek Moldavië blijft worstelen met het probleem van “gijzeling van de staat”, aangezien de concentratie van de macht en van de controle over alle belangrijke sectoren en de instellingen op de hoogste overheidsniveaus niet noemenswaardig is verminderd;
F. overwegende dat de EU in 2018 de uitbetaling van de laatste twee tranches van het begrotingssteunprogramma voor hervormingen van de justitiële sector heeft opgeschort wegens ernstige schendingen van de rechtsstaat en het democratisch proces;
G. overwegende dat het Europees Hof voor de Rechten van de Mens op 11 juni 2019 (in de zaak Ozdil e.a./Republiek Moldavië) constateerde dat de Republiek Moldavië in september 2018 de rechten op vrijheid, veiligheid, privacy en gezinsleven heeft geschonden toen zijn inlichtingen- en veiligheidsdienst vijf Turkse staatsburgers die asiel hadden aangevraagd, aanhield en gedwongen terugstuurde; overwegende dat deze verhulde uitlevering slechts één voorbeeld is van een systematisch patroon van gedwongen en onvrijwillige verdwijningen en illegale detentie en deportatie naar Turkije van Turkse ingezetenen in tientallen landen wereldwijd;
H. overwegende dat de Commissie, na de vorming in juni 2019 van een regering die van plan was ambitieuze hervormingen door te voeren met een programma dat gericht was op de hervorming van het rechtswezen, de eerste tranche van de macrofinanciële bijstand heeft uitbetaald en de uitbetalingen in het kader van de programma’s inzake sectorale begrotingssteun heeft hervat, maar tegelijk heeft verklaard dat zij strikte conditionaliteit zou blijven toepassen; overwegende dat de Commissie op 10 juli 2020 de uitbetaling heeft goedgekeurd van de tweede en laatste tranche van 30 miljoen EUR in het kader van haar programma voor macrofinanciële bijstand;
I. overwegende dat de Republiek Moldavië geen gebruik heeft kunnen maken van de rest van de middelen die beschikbaar waren in het kader van dit programma, dat in juli 2020 afliep; overwegende dat deze bijstand afhankelijk blijft van de uitvoering van eerder overeengekomen hervormingen, met name die welke gericht zijn op de versterking van de rechtsstaat, democratische normen en tastbare resultaten voor de burgers;
J. overwegende dat het Moldavische parlement in november 2019 een motie van wantrouwen in de in juni 2019 gevormde regering heeft aangenomen, en dat daarna een minderheidsregering en vervolgens een nieuwe coalitieregering werden gevormd; overwegende dat vertegenwoordigers van de Europese instellingen hun bezorgdheid hebben geuit over de manier waarop de vorige regering werd vervangen en over het hervormingsproces dat de Republiek Moldavië in het kader van de AO/DCFTA heeft ingezet;
K. overwegende dat de meerderheid van de nieuwe regeringscoalitie in het parlement van de Republiek Moldavië steeds kleiner wordt, aangezien parlementsleden zich van de regerende alliantie hebben afgewend; overwegende dat er in het najaar presidentsverkiezingen zullen plaatsvinden in de Republiek Moldavië en dat het land zich momenteel in een periode van acute politieke instabiliteit bevindt; overwegende dat president Igor Dodon heeft benadrukt dat het parlement moet worden ontbonden en dat er zo snel mogelijk vervroegde verkiezingen moeten worden gehouden; overwegende dat het grondwettelijk hof van de Republiek Moldavië op 7 juli 2020 heeft geoordeeld dat er pas na de presidentsverkiezingen vervroegde verkiezingen mogen worden gehouden;
L. overwegende dat de regeringen van Rusland en Moldavië op 17 april 2020, als resultaat van onderhandelingen tussen de presidenten van beide landen, een overeenkomst hebben ondertekend voor een lening van 200 miljoen EUR die de Russische Federatie aan de Republiek Moldavië zal verstrekken tegen een preferentiële rente van 2 %; overwegende dat deze overeenkomst op 23 april is geratificeerd en dat het grondwettelijk hof van de Republiek Moldavië de ratificatie van de kredietovereenkomst diezelfde dag, naar aanleiding van een beroep dat werd ingeleid door leden van de parlementaire oppositie, heeft opgeschort totdat volledig is geanalyseerd of de overeenkomst verenigbaar is met de grondwet; overwegende dat de voorzitter van het grondwettelijk hof op 6 mei aangaf dat er druk op het grondwettelijk hof werd uitgeoefend door de Moldavische autoriteiten en dat er pogingen waren gedaan om de rechters van het hof in diskrediet te brengen; overwegende dat het grondwettelijk hof de kredietovereenkomst op 7 mei 2020 ongrondwettelijk verklaarde; overwegende dat er momenteel wordt onderhandeld met de Russische Federatie over een nieuwe kredietovereenkomst;
M. overwegende dat de COVID-19-pandemie heeft aangetoond dat er steeds meer behoefte bestaat aan onderlinge afstemming tussen de Unie en haar buurlanden bij de aanpak van gemeenschappelijke bedreigingen; overwegende dat de Unie onder meer op die behoefte is ingesprongen door financiële hulp beschikbaar te stellen voor haar buurlanden;
N. overwegende dat solidariteit met het Oostelijk Partnerschap tijdens de COVID-19-crisis van cruciaal belang is en dat de Unie aanzienlijke steun heeft verstrekt om de effecten van de uitbraak in de regio op te vangen; overwegende dat de Republiek Moldavië in dit kader zal profiteren van 87 miljoen EUR aan geheroriënteerde bilaterale fondsen;
O. overwegende dat de Unie ook aanvullende macrofinanciële bijstand in de vorm van leningen voor een bedrag van 100 miljoen EUR beschikbaar stelt aan de Republiek Moldavië, in het kader van het besluit om macrofinanciële bijstand te verlenen aan tien partnerlanden in het nabuurschap teneinde hen te helpen de negatieve gevolgen voor de economie van de coronaviruspandemie te beperken; overwegende dat de eerste tranche van het pakket van buitengewone macrofinanciële bijstand zo spoedig mogelijk zal worden uitbetaald, nu het memorandum van overeenstemming met de Republiek Moldavië is geratificeerd; overwegende dat het land zal moeten voldoen aan bepaalde voorwaarden om de tweede tranche, die binnen een jaar na ondertekening van het memorandum zal worden uitbetaald, te kunnen ontvangen; overwegende dat een belangrijke voorafgaande voorwaarde voor het verlenen van deze macrofinanciële bijstand is dat het land eerbied aan de dag legt voor effectieve democratische mechanismen, waaronder een parlementair stelsel met meerdere partijen, de rechtsstaat en de mensenrechten; overwegende dat de sluiting van het memorandum moet worden toegejuicht en dat de uitvoering van de aangegane verbintenissen moet worden gewaarborgd;
P. overwegende dat de Republiek Moldavië internationale en nationale verbintenissen is aangegaan om gendergelijkheid en de versterking van de positie van vrouwen te bevorderen; overwegende dat het land maatregelen heeft getroffen om de politieke vertegenwoordiging van vrouwen te bevorderen, onder meer door de vaststelling van een verplicht genderquotum van 40 % voor de kieslijsten van politieke partijen; overwegende dat er verdere inspanningen nodig zijn om vorderingen te maken met de doelstellingen uit hoofde van de nationale strategie voor gendergelijkheid voor 2017‑2021, waaronder gepaste financiering en sterkere uitvoeringsmechanismen;
Q. overwegende dat de sociale impact van de financiële bijstand en hervormingsinspanningen, ondanks alle economische vooruitgang, tot nu toe redelijk marginaal is; overwegende dat de Republiek Moldavië nog steeds een van de armste landen in Europa is en dat de sociale situatie er, met verlaten dorpen en extreme armoede, erbarmelijk is; overwegende dat in 2018 38,5 % van de werknemers in de Republiek Moldavië werkzaam was in de informele economie en geen toegang had tot enige vorm van sociale bescherming;
R. overwegende dat de bevolking van de Republiek Moldavië sinds 1989 met bijna een derde is geslonken; overwegende dat dit vanuit demografisch oogpunt de slechtste cijfers van heel Europa zijn; overwegende dat Moldaviërs hun land verlaten om op zoek te gaan naar een hoger inkomen, beter onderwijs en betere voorzieningen; overwegende dat deze ontwikkeling langdurige politieke, economische en sociale consequenties heeft; overwegende dat de Republiek Moldavië wordt geconfronteerd met arbeidstekorten en een gebrek aan beroepskrachten zoals verpleegkundigen en artsen; overwegende dat ouderen, waarvan een hoog percentage afhankelijk is van geld dat familieleden hun vanuit het buitenland toesturen, het meest kwetsbare segment van de Moldavische bevolking vormen en een hoog risico lopen om in armoede te vervallen;
S. overwegende dat de problemen van de Republiek Moldavië niet vanuit het buitenland kunnen worden opgelost en het noodzakelijk is de betrokkenheid van de Moldaviërs bij de aanpak van de uitdagingen waarmee hun land wordt geconfronteerd, te vergroten; overwegende dat het belangrijk blijft om de grootste uitdagingen, zoals de strijd tegen corruptie en oligarchische structuren, de eerbiediging van democratische normen, het vinden van oplossingen voor complexe sociale problemen, het garanderen van de pluriformiteit van de media en de aanpak van armoede en emigratie, aan te pakken;
Gemeenschappelijke waarden en algemene beginselen
1. herinnert eraan dat de gemeenschappelijke waarden waarop de Unie is gebouwd – democratie, eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden en de rechtsstaat – ook aan de basis van het politieke partnerschap en de economische integratie tussen de Unie en de Republiek Moldavië liggen; bevestigt opnieuw de toezegging van de Unie om de Europese weg van de Republiek Moldavië te ondersteunen door middel van politieke associatie, economische integratie en de desbetreffende hervormingen; merkt op dat de AO/DCFTA van groot belang is voor de ontwikkeling van de Republiek Moldavië, vooral in de huidige ongewone periode, en prijst de voortdurende inzet die de Moldavische maatschappij en autoriteiten in het kader van dit proces hebben getoond; herinnert er echter aan dat er meer vooruitgang moet worden geboekt met de uitvoering van de AO/DCFTA, teneinde het volledige potentieel te kunnen verwezenlijken en alle vruchten te kunnen plukken, waarbij bijzonder aandacht moet uitgaan naar de onafhankelijkheid van overheidsinstanties, hun weerbaarheid tegen de invloed van oligarchen, de bestrijding van corruptie, rechtvaardigheid, de versterking van de rechtsstaat en het verbeteren van de leefomstandigheden van burgers; onderstreept dat de AO/DCFTA de belangrijkste drijvende kracht is geweest die het proces van structurele hervormingen, democratie en de rechtsstaat heeft aangemoedigd en bevorderd;
2. is ingenomen met alle intenties in de richting van een nauwere politieke, humane en economische integratie met de Unie, in overeenstemming met het beginsel van differentiatie en gebaseerd op de prestaties, resultaten en ambities van de autoriteiten en de maatschappij van de Republiek Moldavië;
3. neemt nota van de conclusies van het artikel IV-overleg van het IMF in maart 2020 en de zesde en laatste beoordeling door de raad van bestuur van het IMF van de economische prestaties van de Republiek Moldavië in het kader van de regelingen voor een uitgebreide kredietfaciliteit en een uitgebreide financieringsfaciliteit, in het bijzonder met betrekking tot het herstel van het Moldavische bankwezen en de versterking van de governance van de financiële sector;
4. is ingenomen met de uitbetaling van de tweede tranche van de macrofinanciële bijstand van de Unie; erkent de hervormingsinspanningen die de Republiek Moldavië heeft geleverd op terreinen als de bestrijding van corruptie, de versterking van het kader voor de bestrijding van het witwassen van geld en de goedkeuring van nieuwe wetgeving inzake de activiteiten van ngo’s, en merkt op dat de Republiek Moldavië deelneemt aan het programma van collegiale toetsing op het gebied van corruptiebestrijding van de OESO (het actieplan van Istanbul);
5. is van mening dat de uitbetaling van de tweede tranche van het EU-programma voor macrofinanciële bijstand voor 2017-2020 moet worden gevolgd door inspanningen aan de zijde van de Moldavische autoriteiten om te voldoen aan relevante voorwaarden op terreinen als de versterking van het kader voor de bestrijding van het witwassen van geld, waarvoor zij concrete en duurzame resultaten moeten voorleggen, alsook de versterking van de onafhankelijkheid van de nationale bank;
6. verzoekt de Moldavische regering en de EU samen te werken om de negatieve gevolgen van de COVID-19-crisis voor de sociale en economische ontwikkeling op te vangen;
7. is ingenomen met het resultaat van de onderhandelingen over het memorandum van overeenstemming inzake het nieuwe EU-programma voor buitengewone macrofinanciële bijstand, waarmee wordt beoogd de negatieve economische gevolgen van de COVID-19-pandemie op te vangen;
Belang van de uitvoering van de AO met het oog op de huidige politieke ontwikkelingen en in de aanloop naar de presidentsverkiezingen van 1 november;
8. merkt op dat het activiteitenprogramma van de Republiek Moldavië van november 2019 minder ambitieus is dan de mondiale agenda 2030 van de vorige regering en is bezorgd over het feit dat de politieke instabiliteit en frequente regeringswisselingen de tenuitvoerlegging van de bepalingen van de AO/DCFTA in het gedrang brengen en het tempo van de hervormingen beperken; steunt het verbinden van de volgende associatieagenda met het nieuwe nationale actieplan voor de uitvoering van de associatieovereenkomst en onderstreept het belang van een snelle vaststelling van de nieuwe agenda, als instrument om de tenuitvoerlegging van de associatieovereenkomst te bespoedigen en de prioriteiten voor de uitvoering ervan te actualiseren, met een actieve parlementaire deelname en input van het maatschappelijk middenveld en andere belanghebbenden in de EU en de Republiek Moldavië; hamert erop dat de voortzetting van de politieke en financiële steun van de EU afhankelijk moet blijven van de verwezenlijking van tastbare hervormingen, in het bijzonder op het gebied van de rechtsstaat en de rechterlijke macht; herinnert er in dit verband aan dat het belangrijk is dat alle prioritaire hervormingen die zijn overeengekomen in de associatieagenda worden doorgevoerd en dat wordt voldaan aan de overeengekomen voorwaarden voor uitbetaling van de tweede en derde tranche van de macrofinanciële bijstand;
9. is ingenomen met de constructieve bijdrage van de Republiek Moldavië aan de samenwerking in het kader van het Oostelijk Partnerschap en moedigt een permanente en geïntensiveerde politieke dialoog aan tussen de landen die deel uitmaken van AO/DCFTA’s en de Commissie over met associatie verband houdende hervormingen; vraagt de Europese Commissie naar behoren gebruik te maken van bestaande mechanismen om de concrete uitvoering van hervormingen te blijven monitoren en een mechanisme van conditionaliteit te ontwikkelen, met duidelijke benchmarks, en het maatschappelijk middenveld, met name op lokaal niveau, hierbij op betekenisvolle wijze te betrekken; is in dit verband van mening dat het essentieel is om de financiële steun voor maatschappelijke organisaties te verhogen, aangezien zij een kritieke rol spelen in de bevordering van deelname aan publieke debatten en het monitoren van zowel de acties van de Moldavische autoriteiten als de doeltreffendheid van het Uniebeleid voor het land; stelt ook voor de ervaring te benutten die is opgedaan met de steungroep voor Oekraïne om een vergelijkbare structuur op te zetten voor de Republiek Moldavië en zo de doeltreffendheid en zichtbaarheid van de EU-steun te vergroten;
10. benadrukt dat de situatie in de Republiek Moldavië op de lange termijn op de voet moet worden gevolgd, onder meer in de aanloop naar de verkiezingen, in overeenstemming met de normale werkwijzen en normen van OVSE/ODIHR, met name in de huidige periode van crisis, aangezien de aankomende presidentsverkiezingen een test zullen zijn voor de democratie en de rechtsstaat in het land;
11. verzoekt de Moldavische autoriteiten in dit verband ervoor te zorgen dat de presidentsverkiezingen, die gepland staan voor 1 november 2020, vrij en eerlijk zijn en dringt er bij de Moldavische autoriteiten op aan de kieswetgeving verder te verbeteren om de effectiviteit van het recht om te stemmen, eerlijke verkiezingscampagnes en de transparantie van het wetgevingsproces en het democratisch toezicht te verzekeren, teneinde een toereikende publieke controle op de activiteiten van de regering en het parlement mogelijk te maken; eist dat de Moldavische autoriteiten ervan afzien om regels en regelgeving te wijzigen met het oog op politiek gewin, hetgeen altijd zal eindigen in politieke onrust en instabiliteit die de inzet voor structurele hervormingen ondergraaft; benadrukt met het oog op toekomstige verkiezingen het belang van de democratische legitimiteit van de regering, transparantie bij de vorming van coalities, de eerbiediging van de wil van kiezers en van een regeringsmeerderheid die een afspiegeling vormt van de stem die de bevolking heeft uitgebracht;
12. dringt er bij de Moldavische autoriteiten op aan de democratische mechanismen te versterken, onder meer door een parlementair meerpartijenstelsel in te voeren, en vrije, onafhankelijk en pluriforme media te garanderen alsook eerlijke toegang tot financiering en media; dringt er in dit verband op aan dat de Moldavische autoriteiten de weerbaarheid tegen desinformatie en manipulatie van informatie door binnenlandse en buitenlandse actoren, online en offline, vergroten en urgente maatregelen nemen tegen het kopen van stemmen, het intimideren van verkiezingswaarnemers, verkiezingsomkoping en andere corrupte praktijken, alsook het misbruik van overheidsmiddelen, aangezien deze praktijken alle democratische inspanningen van de politieke spelers in de Republiek Moldavië ondermijnen en tenietdoen;
13. benadrukt dat er sprake moet zijn van sterke en eerlijke rivaliteit tussen presidentskandidaten en dat dit niet mogelijk is zonder een gezond en transparant systeem voor de financiering van partijen en van presidentiële campagnes;
14. dringt er bij de Moldavische regering op aan alle noodzakelijke maatregelen te treffen om te garanderen dat de Moldavische burgers die in Transnistrië of buiten de Republiek Moldavië wonen op inclusieve, transparante en eerlijke wijze kunnen deelnemen aan verkiezingen, zonder dat hierbij sprake is van buitenlandse inmenging;
Hervormingen en institutioneel kader
15. is ingenomen met de hervormingen die hebben geleid tot de invoering van een visumvrije regeling met de Unie; merkt op dat de burgers van de Republiek Moldavië uitgebreid gebruikgemaakt hebben van het programma en dat dit een goed voorbeeld is van de manier waarop de uitvoering van de AO/DCFTA concrete gevolgen heeft voor het leven van burgers door contacten met andere mede-Europeanen te bevorderen; verzoekt de Unie en de Republiek Moldavië meer contacten tussen mensen en uitwisselingen te stimuleren zodat bevolkingsgroepen positieve indrukken van elkaar krijgen;
16. is verheugd dat meer dan 2,3 miljoen Moldavische burgers sinds 2014 gebruik hebben gemaakt van de visumvrije regeling en merkt op dat de Republiek Moldavië volgens het laatste verslag van de Commissie nog steeds voldoet aan de vereisten voor visumliberalisering en dat het visumvrije verkeer blijft zorgen voor positieve economische, sociale en culturele voordelen voor de Unie en voor de Republiek Moldavië; moedigt beide zijden aan het vrije verkeer van personen ook tijdens de crisis te handhaven;
17. erkent de inspanningen die de Moldavische autoriteiten hebben geleverd om gevolg te geven aan de aanbevelingen die zijn opgenomen in de jaarverslagen van het opschortingsmechanisme voor visumvrijstelling; beveelt aan verder te gaan met de toepassing van benchmarks met betrekking tot het beleid van visumliberalisering en verzoekt de autoriteiten zich te blijven inspannen om te voldoen aan deze benchmarks, in het bijzonder op het gebied van corruptiebestrijding, de justitiële sector te versterken, de wetgeving inzake het witwassen van geld toe te passen en concrete maatregelen te nemen om iets te doen aan de stijging van het aantal ongegronde asielaanvragen; maakt zich in dit verband zorgen om het toenemende aantal Moldavische staatsburgers dat illegaal in het Schengengebied blijkt te verblijven (+ 47 %) en over de stijging in het aantal asielaanvragen (+ 48 %); vraagt de Moldavische autoriteiten gevolg te geven aan de toezeggingen die zijn gedaan in het kader van de visumliberalisering voor het Schengengebied met betrekking tot een doeltreffend beheer van migratie en ervoor te zorgen dat de asielrechten van aanvragers uit derde landen in de Republiek Moldavië worden gewaarborgd;
18. is ingenomen met het feit dat het parlement van de Republiek Moldavië talrijke rechtshandelingen heeft vastgesteld in overeenstemming met de in de AO vastgelegde toezeggingen van het land, namelijk op het gebied van openbaar bestuur, beheer van de overheidsfinanciën en hervormingen van het rechtssysteem; onderstreept dat het belangrijk is dat deze handelingen volledig ten uitvoer worden gelegd, onder meer door middel van het vaststellen van secundaire wetgeving;
19. is ingenomen met de vooruitgang die is geboekt bij het beheer van de overheidsfinanciën en verzoekt de Moldavische autoriteiten om de uitvoering van andere AO/DCFTA-hervormingen te versnellen door de rechtsstaat te versterken;
20. erkent dat de Republiek Moldavië cruciale stappen heeft genomen om de prestaties van het openbaar bestuur te verbeteren; verzoekt de Moldavische regering derhalve om de volledige uitvoering te garanderen van de hervormingen van het openbaar bestuur 2016‑2020, in overeenstemming met de OESO/SIGMA-beginselen van openbaar bestuur; spoort de Moldavische autoriteiten verder aan om de transparantie te vergroten en wijdverspreide corruptie in het openbaar bestuur te bestrijden, alsook een nationale school voor openbaar bestuur op te richten;
21. benadrukt dat een efficiëntere en duurzamere uitvoering van de AO alleen mogelijk is als overheidsinstanties en -agentschappen onpartijdig en professioneel worden bestuurd; uit in dit verband wederom zijn zorgen dat er niet consequent wordt ingezet op verbeteringen in de publieke sector, waardoor competente mensen ervan afzien een loopbaan in het openbaar bestuur na te streven, en benadrukt dat er een professioneel openbaar bestuur moet worden ontwikkeld en dat jonge mensen moeten worden aangemoedigd om aan de slag te gaan in de publieke sector, zodat een transparanter bestuur kan worden bewerkstelligd waarin nepotisme en vriendjespolitiek niet leiden tot een chronische politisering van het bestuur;
22. dringt erop aan zo snel mogelijk van start te gaan met een uitgebreidere decentralisatiehervorming, met inbegrip van de hervormingen met betrekking tot het bestuurlijk-territoriale systeem van de Republiek Moldavië, regionale ontwikkeling en bestuurlijke decentralisering, inclusief de mogelijkheid om lokale belastingen te innen; onderstreept in dit verband dat lokale autoriteiten intensiever en op meer terreinen moeten samenwerken, zodat het aantal lokale besturen kan worden verminderd en bijkomende maatregelen kunnen worden genomen om hun onafhankelijkheid te vergroten en hun werkingskosten te verminderen; verzoekt de Moldavische autoriteiten de beginselen van lokale democratie en lokale autonomie te eerbiedigen in overeenstemming met het Europees Handvest inzake lokale autonomie, door lokale overheden de nodige bevoegdheden en toereikende financiering te verschaffen en door hun effectieve werking te verzekeren;
23. is bezorgd over de hoge mate van concentratie en politisering van de media en de reclamesector, die ertoe leidt dat het vertrouwen van het publiek in de media laag is; verzoekt de Moldavische autoriteiten de hervorming van de mediasector voort te zetten en daarbij met name te garanderen dat het maatschappelijk middenveld meer bij dit proces wordt betrokken; verzoekt om herziening van de audiovisuele wet en de liberalisering van de reclamemarkt, overeenkomstig de Europese normen inzake vrije en pluriforme media, zoals is aanbevolen door de Europese Commissie en de Commissie van Venetië, teneinde volledige transparantie te verschaffen omtrent eigendom in de media- en reclamebranche;
24. is van mening dat het versterken van de pluriformiteit en onafhankelijkheid van de media een prioriteit moet zijn in de partnerschapsbetrekkingen tussen de Unie en de Republiek Moldavië en dat dit ook naar behoren tot uiting moet komen in de financiële toewijzingen; verzoekt de Commissie de steun voor onafhankelijke media, ook in de regio’s, te verhogen; vraagt de Moldavische autoriteiten de COVID-19-pandemie niet te misbruiken om maatregelen te nemen die de vrijheid van meningsuiting inperken en het vermogen van de media om op onafhankelijke en onpartijdige manier verslag te doen van alle dimensies van de impact van de coronacrisis op de samenleving beperken; uit zijn zorgen over de verspreiding van nepnieuws en desinformatie in de Republiek Moldavië tijdens de coronaviruscrisis en wijst erop dat zowel lokale autoriteiten als de Unie specifieke programma’s moeten ontwikkelen voor de bevordering van mediageletterdheid, de bestrijding van desinformatie en de bevordering van kwalitatief hoogwaardige, geverifieerde media-inhoud;
25. verzoekt de Moldavische autoriteiten met klem vrije en onafhankelijke media te bevorderen en onder meer door een onafhankelijke audit de effectiviteit van de Audiovisuele Raad als onafhankelijke toezichthouder te waarborgen, door iets te doen aan de aanhoudende intimidatie van journalisten, de politisering en het gebrek aan transparantie van overheidsinstanties en toezichthouders en de gebrekkige publieke toegang tot informatie en kwalitatief hoogwaardige media-inhoud, alsook door transparantie met betrekking tot het eigenaarschap van media te verzekeren;
26. onderstreept dat de Unie de grootste verstrekker van steun aan de Republiek Moldavië is; neemt met bezorgdheid nota van de constante propaganda, desinformatiecampagnes en denigrerende opmerkingen van regerende politici jegens de Unie, waardoor een verstoord en niet-realistisch beeld ontstaat op de openbare televisie en in de media; betreurt dergelijke openbare aanvallen op de steun en het imago van de Unie, aangezien deze de uitvoering van de AO en de betrekkingen tussen de EU en de Republiek Moldavië ondermijnen; verzoekt de Moldavische autoriteiten een einde te maken aan de desinformatie- en anti-EU-propagandacampagnes waaraan de burgers van de Republiek Moldavië in het algemeen worden blootgesteld en de steun voor de bestrijding van nepnieuws, hybride oorlogsvoering in communicatie, gerichte desinformatiecampagnes en de aantasting van mediaprogramma’s op te voeren; onderstreept dat politieke betrokkenheid bij de massamedia de fundamentele vrijheden en toegang tot informatie structureel ondermijnt;
27. betreurt dat de huidige regering in Chisinau zich steeds verder afkeert van de Europese weg, hetgeen ten koste gaat van de democratische ambities van het land, en dringt er bij alle pro-Europese politieke partijen op aan door middel van dialoog op zoek te gaan naar oplossingen, zodat de continuïteit van het Europese integratieproces van de Republiek Moldavië wordt verzekerd en de vruchten van de AO/DCFTA volledig kunnen worden geplukt;
28. verzoekt de Moldavische autoriteiten zich meer in te spannen om te waarborgen dat de kansen die de AO/DCFTA biedt en de bijstand en programma’s van de EU ook het lokale niveau bereiken, waaronder afgelegen delen van het land, en in het bijzonder plattelandsgebieden, zodat bewoners kunnen aandringen op positieve veranderingen in hun gemeenschappen, met name in gemeenschappen die het gevoeligst zijn voor post-Sovjet-sentimenten en manipulatie door Rusland;
29. is van mening dat de autoriteiten transparante informatie moeten verstrekken over de externe bijstand die zij willen aanvragen en dat financiering vanuit de Russische Federatie, met inbegrip van de geostrategische voorwaarden en de langetermijngevolgen voor de economie van dit soort financiering, openlijk moet worden besproken in het parlement en met deskundigen en het maatschappelijk middenveld; is van mening dat de autoriteiten het algemene publiek ook de nodige verklaringen moet verschaffen omtrent de voorwaarden die zijn verbonden aan de financiële bijstand van de EU; onderstreept dat de EU-voorwaarden moeten worden gezien als kansen om de noodzakelijke hervormingen door te voeren;
30. onderstreept dat Russische desinformatie moet worden bestreden door middel van op feiten gebaseerde, toegankelijke en kwalitatief hoogwaardige informatie, alsook door middel van voorlichtingscampagnes om het publieke bewustzijn te vergroten; spoort de autoriteiten van de Republiek Moldavië aan te streven naar een diepgaandere samenwerking met de Unie en haar lidstaten teneinde de toepassing van optimale werkwijzen te verbeteren en oplossingen te vinden voor de bestrijding van desinformatie, propaganda, manipulatie en vijandige beïnvloeding door externe krachten, waarmee wordt beoogd verdeeldheid te kweken, het land te destabiliseren en de integriteit van de interne politieke processen en de betrekkingen met de Unie te ondermijnen;
31. neemt kennis van de vorderingen die het parlement van de Republiek Moldavië heeft gemaakt met betrekking tot de goedkeuring van de nieuwe wet inzake niet-commerciële organisaties, als onderdeel van de voorwaarden waaraan moet worden voldaan om in aanmerking te komen voor macrofinanciële bijstand van de EU; verwacht dat de snelle en doeltreffende uitvoering ervan zal bijdragen aan de volledige eerbiediging van de rechten en vrijheden van het maatschappelijk middenveld en niet-gouvernementele organisaties, alsmede van de vrijheid van vereniging; vraagt de Moldavische regering de ontwikkeling van het maatschappelijk middenveld beter te ondersteunen; wijst op de centrale rol die ngo’s spelen in democratische samenlevingen en hoopt dat de nieuwe wetgeving de transparantie van de publieke besluitvorming zal verbeteren en een gemoderniseerd kader zal verschaffen voor de werking van het maatschappelijk middenveld in het land; verzoekt de Moldavische autoriteiten met klem geen druk uit te oefenen op ngo’s en andere maatschappelijke spelers; betreurt het wantrouwen en de vijandigheid waarmee politici het maatschappelijk middenveld in het algemeen benaderen; dringt aan op een meer betekenisvolle en actievere betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld bij beleidvormingsprocessen, met name op het gebied van mensenrechten en fundamentele vrijheden, zodat ngo’s kunnen optreden als waakhond en de betrokken overheidsinstellingen ter verantwoording kunnen roepen; verzoekt de Commissie en de lidstaten in het licht daarvan politieke, technische en financiële steun te verlenen aan het maatschappelijk middenveld en dringt er bij de EU-instellingen op aan duidelijkere regels vast te stellen om te voorkomen dat subsidies worden verstrekt aan zogenaamde “gongo’s” (ngo’s die zijn opgericht en worden gefinancierd door overheden via informele kanalen);
32. verzoekt de Moldavische autoriteiten transparantie in publieke besluitvorming te bevorderen en in alle stadia een gepaste betrokkenheid en raadpleging van belanghebbenden en het maatschappelijk middenveld te garanderen, waardoor ook de publieke controle op en maatschappelijk aanvaardbaarheid van de doorgevoerde hervormingen zullen toenemen;
33. is verheugd over de wijzigingen van de kieswetgeving die in augustus 2019 zijn goedgekeurd en de uitspraak van het grondwettelijk hof van Moldavië van februari 2020 over de territoriale vereisten voor de oprichting van politieke partijen;
34. wijst erop dat de COVID-19-crisis aan het licht heeft gebracht dat het gezondheidszorgstelsel van de Republiek Moldavië onderontwikkeld is en worstelt met de recente stijging van het aantal besmettingen; vraagt de Commissie, de lidstaten en de Republiek Moldavië met klem intensiever samen te werken aan de bestendigheid van de volksgezondheid, optimale werkwijzen uit te wisselen en de handen ineen te slaan met het maatschappelijk middenveld, de zakenwereld en de kmo-gemeenschap om epidemiestrategieën vast te stellen voor de kwetsbaarste groepen van de samenleving; verzoekt de Moldavische regering het gezondheidszorgstelsel te versterken, de sanitaire normen, met name in ziekenhuizen, aan te scherpen en de bevolking op transparante en inclusieve wijze alle relevante informatie te verstrekken over de pandemie;
Samenwerking op het gebied van gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB) en vooruitgang bij de oplossing van het conflict over Transnistrië
35. is verheugd over de deelname van de Republiek Moldavië aan missies en operaties in het kader van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid (GVDB) op het gebied van cyberbeveiliging en onderzoeken naar cybermisdaden, en over de samenwerking van het land met de NAVO; is bovendien verheugd dat de Republiek Moldavië zich naar de GBVB-verklaringen van de EU voegt; vraagt de EU-instellingen de Republiek Moldavië te betrekken bij nieuwe vormen van samenwerking op het gebied van cyberveiligheid, hybride bedreigingen en onderzoeken naar cybermisdaden;
36. beaamt dat de missie van de Europese Unie voor bijstandsverlening inzake grensbeheer (EUBAM) in Moldavië en Oekraïne een belangrijke rol speelt bij de afstemming van het grensbeheer en de douaneregelingen ter plaatse op het grensbeheer en de douaneregelingen van de Unie, alsook bij de oplossing van de kwestie Transnistrië;
37. erkent de unieke ervaring en deskundigheid van de Republiek Moldavië evenals de bijdrage die het land kan leveren aan het GVDB van de Unie en pleit voor de intensivering van de samenwerking met betrekking tot EU-gerelateerd defensiebeleid, met inbegrip van deelname aan PESCO, zodra de kwestie van deelname door derde landen is opgehelderd;
38. herhaalt dat de EU haar steun toezegt aan de soevereiniteit en de territoriale integriteit van de Republiek Moldavië en de inspanningen in het kader van het 5+2-onderhandelingsproces om een vreedzame, duurzame, alomvattende, politieke oplossing te vinden voor het conflict in Transnistrië die gestoeld is op de eerbiediging van de soevereiniteit en de territoriale integriteit van de Republiek Moldavië binnen de internationaal erkende grenzen van het land en de toekenning van een speciale status aan Transnistrië, om ervoor te zorgen dat de mensenrechten ook worden beschermd in de gebieden die momenteel niet onder zeggenschap van constitutionele autoriteiten staan; herinnert eraan dat de Algemene Vergadering van de VN op 22 juni 2018 een resolutie heeft aangenomen waarin zij de Russische Federatie met klem verzoekt haar troepen en wapens onvoorwaardelijk uit het grondgebied van de Republiek Moldavië terug te trekken, en opnieuw aangeeft achter de onmiddellijke uitvoering van die resolutie te staan;
39. spoort de Moldavische regering aan door te gaan met het bevorderen van een klimaat dat gunstig is voor de oplossing van conflicten, alsook met het ondersteunen van activiteiten die het vertrouwen en de contacten tussen mensen in door conflicten verdeelde gemeenschappen bevorderen;
40. beaamt dat de Republiek Moldavië en de regio Transnistrië op het gebied van veiligheid steeds sterker van elkaar afhankelijk zijn en dat hun stabiliteit de belangrijkste troef is voor het voorkomen en bestrijden van veiligheidskwesties, zoals hybride bedreigingen, cyberaanvallen, cyberinmenging in verkiezingen, desinformatie- en propagandacampagnes en inmenging door derden in politieke, verkiezings- en andere democratische processen;
41. is ingenomen met de inspanningen van de Moldavische regering om de voordelen en de visumvrije regeling van de DCFTA te verruimen tot de regio Transnistrië, waardoor niet alleen de mobiliteit in en de handel met de regio zijn toegenomen, maar ook het aantal activiteiten dat de economische samenwerking versterkt en de uitwisseling van goederen en diensten tussen de Republiek Moldavië en Transnistrië bevordert;
42. is van oordeel dat de DCFTA tot een enorme verschuiving van de handel van de Euraziatische Economische Unie naar de Unie heeft geleid door tariefvrije toegang tot EU-markten te garanderen voor Transnistrische bedrijven die geregistreerd zijn aan de westelijke oever van de Dnjestr en worden onderworpen aan douanecontroles door Moldavische ambtenaren; spoort de Moldavische autoriteiten aan de EU-markten verder te naderen wat handel en contacten betreft, om markttoegang, transparantie en goede bedrijfspraktijken te bevorderen en de mogelijkheden voor oligarchen om de markt te manipuleren en monopoliseren te beperken;
43. onderstreept dat alle oplossingen voor de kwestie Transnistrië moeten getuigen van eerbied voor het recht van de Republiek Moldavië om haar eigen koers te kiezen voor het defensie- en buitenlands beleid;
44. verzoekt de autoriteiten van de Republiek Moldavië met klem de ontwikkeling en uitvoering te overwegen van het pakket wetten inzake terreinen zoals conflictpreventie en crisisbeheer, dat deel uitmaakte van het nationale actieplan voor de uitvoering van de associatieovereenkomst voor 2017-2019;
Rechtsstaat en goed bestuur
45. is bezorgd over de trage voortgang met betrekking tot de doorvoering van hervormingen op het gebied van de rechtsstaat en democratische instellingen; verzoekt de regering van de Republiek Moldavië met klem de justitiële hervormingen onverwijld te voltooien om de onafhankelijkheid, onpartijdigheid en doeltreffendheid van de rechterlijke macht en gespecialiseerde anticorruptie-instellingen te waarborgen; verzoekt de Moldavische regering in dit verband te zorgen voor een transparant proces voor het voorstellen van wijzigingen van de Moldavische grondwet die betrekking hebben op de Hoge Raad voor de Magistratuur, alsook voor het goedkeuren daarvan, en zich daarbij te beroepen op internationale precedenten en optimale werkwijzen, in overeenstemming met de aanbevelingen van de Commissie van Venetië en in overleg met deskundigen van de Raad van Europa en de EU, en met het maatschappelijk middenveld en andere belanghebbenden; betreurt dat de wijzigingen met betrekking tot de benoeming van de leden van de Hoge Raad voor de Magistratuur door het parlement zijn gejaagd; onderstreept dat de onafhankelijkheid van de Hoge Raad voor de Magistratuur moet worden gewaarborgd en verzoekt de Moldavische autoriteiten ervoor te zorgen dat rechters op basis van verdienstelijkheid worden gekozen en gepromoveerd;
46. verzoekt de autoriteiten doeltreffende raadplegingen te blijven houden om een opzet en een actieplan voor de justitiële hervormingen vast te stellen die gebaseerd zijn op een integrale analyse, ter waarborging van een brede consensus onder belanghebbenden en strikte overeenstemming met de Moldavische grondwet en Europese normen;
47. is bezorgd over het geringe vertrouwen in de integriteit en doeltreffendheid van de rechterlijke macht, alsook over haar gevoeligheid voor politieke druk, waardoor haar onafhankelijkheid wordt belemmerd; verzoekt de autoriteiten van de Republiek Moldavië ervoor te zorgen dat de benoeming van rechters transparant verloopt en dat de procureur-generaal, zijn medewerkers en openbare aanklagers in het algemeen hun werk onafhankelijk uitvoeren en voldoen aan de hoogste professionele en integriteitsnormen;
48. wijst er in dit verband op dat de doeltreffende werking van de Moldavische overheid wordt ondermijnd door een doorsijpelend gebrek aan middelen en kennis van goed bestuur, de rechtsstaat en de mensenrechten; verzoekt de Commissie de financiering te verhogen via de beschikbare instrumenten voor begrotingssteun en technische bijstand om de capaciteit en efficiëntie van de justitiële en rechtshandhavingsinstanties te versterken, en daarbij rekening te houden met de vooruitgang op het gebied van de doorvoering van de hervormingen;
49. verzoekt de autoriteiten van de Republiek Moldavië met klem de volledige onafhankelijkheid van het grondwettelijk hof te versterken en ervoor te zorgen dat het niet wordt blootgesteld aan enige vorm van politieke inmenging; verwerpt ten stelligste alle pogingen om de rechters van het grondwettelijk hof te intimideren of onder druk te zetten en veroordeelt het feit dat de rechters van het hof voor de uitspraak van het arrest inzake de Russische lening enorm onder druk zijn gezet en zijn gechanteerd en geïntimideerd; betreurt ten zeerste dat getracht wordt het grondwettelijk hof te politiseren en dat het openbaar ministerie noch het anticorruptiecentrum iets doet om de onafhankelijkheid van het grondwettelijk hof te beschermen;
50. is bezorgd over het aanhoudend, langdurig uitblijven van vorderingen op het gebied van corruptie in de Republiek Moldavië en verzoekt de regering daarom met klem de strijd tegen corruptie en gijzeling van de overheid op te voeren, evenals de bestrijding van witwaspraktijken, smokkel en georganiseerde misdaad, met inbegrip van mensenhandel; verzoekt de regering van de Republiek Moldavië concrete maatregelen vast te stellen om de onafhankelijkheid, de integriteit en de doeltreffendheid van het bureau van het nationaal anticorruptiecentrum en het anticorruptiebureau van het openbaar ministerie te versterken en ervoor te zorgen dat overheidsinstellingen en rechtshandhavingsinstanties voor de bestrijding van corruptie worden gedepolitiseerd; wijst erop dat er aanhoudende, consequente inspanningen nodig zijn om corruptie op hoog niveau en georganiseerde misdaad te voorkomen en te vervolgen; is van mening dat dit de enige manier is om het vertrouwen van de Moldavische burgers terug te winnen en ervoor te zorgen dat in de Republiek Moldavië duurzame hervormingen kunnen worden doorgevoerd; verzoekt de Commissie maatschappelijke organisaties die fraude en witwaspraktijken monitoren, veel consequenter te ondersteunen;
51. vraagt de autoriteiten met klem zich meer in te spannen om georganiseerde misdaad te bestrijden en criminele netwerken te ontmantelen;
52. is ingenomen met de goedkeuring op 21 mei 2020 van de wet inzake sancties voor witwaspraktijken en pleit voor de snelle opstelling van richtsnoeren voor de toepassing van de nieuwe wetgeving, alsook voor gespecialiseerde opleiding van de betrokken autoriteiten; vraagt alle belanghebbenden zich consequent te blijven inspannen voor de bestrijding van smokkel en witwaspraktijken, de ontmanteling van criminele netwerken en de beperking van de invloed van oligarchen; pleit voor intensievere samenwerking met Europol, Interpol en douane-organisaties zoals de WDO en de anticorruptienetwerken van de OESO;
53. neemt met bezorgdheid kennis van de conclusie van het uitvoeringsverslag 2019 inzake de associatieovereenkomst met Moldavië van de Commissie en de EDEO dat geen vaart is gemaakt met de invoering van instrumenten en de oprichting van organen voor het voorkomen van fraude en witwaspraktijken; verwacht dat de nieuwe regering voortbouwt op de stappen die onlangs door de vorige regering zijn genomen ter bestrijding van corruptie en ter ontmanteling van criminele structuren en witwaspraktijken;
54. neemt kennis van de maatregelen die zijn genomen om de betrokkenen bij de in 2014 aan het licht gekomen grote bankfraude en andere witwaszaken te vervolgen; uit opnieuw zijn bezorgdheid over het aanhoudend verzuim om iedereen die betrokken was bij de grote bankfraude die in 2014 aan het licht kwam, op transparante wijze te vervolgen, alsook over de langzame terugvordering van de gestolen activa; toont zich wederom bezorgd over het feit dat er tot op heden nauwelijks activa zijn teruggevorderd en benadrukt dat in dit verband verdere stappen moeten worden ondernomen; verzoekt de Moldavische autoriteiten het vervolgingsproces op te voeren en alle betrokkenen onverwijld te berechten en de verduisterde gelden terug te vorderen; verzoekt de lidstaten de autoriteiten van de Republiek Moldavië substantiële bijstand te verlenen in het kader van het onderzoek naar de zaak indien zij hierom vragen;
55. is ingenomen met de goedkeuring op 18 juni 2020 van de nieuwe wet inzake de afschaffing van het burgerschapsprogramma voor niet-ingezetenen van de EU vanaf 1 september 2020, aan het einde van het huidige moratorium; is van mening dat dit een cruciale stap is om het risico op corruptie, belastingontduiking en witwaspraktijken in de Republiek Moldavië te verlagen; merkt op dat, totdat het programma wordt afgeschaft, alleen bestaande aanvragen zullen worden verwerkt en verzoekt de Commissie nauwgezet te volgen hoe dit wordt gedaan;
56. verzoekt de autoriteiten van de Republiek Moldavië met klem de transparantie inzake de financiering van politieke partijen te vergroten en alle onregelmatigheden op een eerlijke en onpartijdige manier te onderzoeken; benadrukt dat de corruptie binnen de politieke klasse in het land moet worden bestreden; maakt zich grote zorgen om de recente aantijgingen dat parlementsleden zouden zijn omgekocht om van politieke kleur te veranderen en dat er sprake zou zijn van ontvoering en intimidatie van en uitoefening van druk op verkozen vertegenwoordigers; wijst erop dat deze aantijgingen moeten worden onderzocht en dat dergelijk gedrag onverenigbaar is met de kernwaarden van de AO met de Republiek Moldavië; wijst er voorts op dat politieke partijen de verantwoordelijkheid hebben om corruptie binnen de eigen gelederen tegen te gaan; verzoekt de autoriteiten er bovendien voor te zorgen dat de middelen van liefdadigheidsstichtingen niet voor verkiezingscampagnes worden ingezet; verzoekt de autoriteiten met klem het gebruik van administratieve middelen ten gunste van de regerende politieke klasse tijdens de verkiezingscampagne te verbieden;
Mensenrechten en fundamentele vrijheden
57. stelt vast dat de wetgeving inzake de bescherming van de mensenrechten is verbeterd, met name dankzij het nieuwe actieplan voor de mensenrechten 2018-2022; verzoekt de Moldavische autoriteiten de inspanningen ter bescherming van de mensenrechten en fundamentele vrijheden aanzienlijk op te voeren en in dit verband tevens uitvoeringsmaatregelen en secundaire wetgeving vast te stellen, in het bijzonder voor minderheden en kwetsbare groepen, zoals vrouwen en kinderen die door mensenhandelaren worden misbruikt, taalkundige minderheden, mensen met een beperking, Roma en mensen die tot de LGBTI+-gemeenschap behoren, om zo de eerbiediging van de mensenrechten te erkennen als cruciaal criterium en essentiële voorwaarde voor een democratische samenleving; vreest dat belangrijke problemen op het gebied van de mensenrechten onopgelost en onbestraft blijven, waaronder druk, politiek gemotiveerde vervolgingen en arrestaties, marteling, willekeurige arrestaties, wrede en levensbedreigende omstandigheden in gevangenissen, willekeurige of wederrechtelijke inmenging in het privéleven en gebruik van gedwongen of verplichte kinderarbeid;
58. toont zich buitengewoon bezorgd over de situatie van Moldaviërs die vanwege de COVID-19-crisis zonder sociale bescherming in lidstaten van de EU zijn gestrand; verzoekt de Commissie en de lidstaten er in het kader van COVID-19 voor te zorgen dat seizoensarbeiders uit derde landen op dezelfde manier worden behandeld als EU-onderdanen, zoals bepaald in Richtlijn 2014/36/EU(8), en herinnert eraan dat deze werknemers dezelfde arbeids- en sociale rechten hebben als EU-burgers; verzoekt de lidstaten te zorgen voor hoogwaardige huisvesting voor grensoverschrijdende werknemers en seizoensarbeiders, die moet worden losgekoppeld van hun bezoldiging, alsook voor fatsoenlijke voorzieningen, privacy voor huurders en schriftelijke huurovereenkomsten die door de arbeidsinspectie worden gehandhaafd; vraagt de lidstaten in dit verband bovendien normen vast te stellen;
59. merkt met bezorgdheid op dat de sociale toezeggingen die in het kader van de associatieovereenkomst zijn gedaan, en met name die op het gebied van arbeidsinspectie, maatregelen ter bestrijding van discriminatie en sociale dialoog, slechts in beperkte mate zijn opgevolgd; vreest dat de vorderingen die zijn gemaakt wat het aanpakken van macrofinanciële kwetsbaarheden betreft, niet volstaan om de levensstandaard aanzienlijk te verhogen en nu als gevolg van de COVID-19-crisis in het gedrang zullen komen; dringt aan op de verplichte betrokkenheid van vakbonden en maatschappelijke organisaties bij de uitvoering van de AO’s;
60. onderstreept dat de Unie ervoor moet zorgen dat de Republiek Moldavië zich aan haar toezeggingen houdt met betrekking tot de sociale dimensie van de AO; verzoekt de Commissie gedetailleerde jaarlijkse voortgangsverslagen te verstrekken over de uitvoering van de sociale en arbeidsgerelateerde punten van de AO, die niet alleen een analyse moeten omvatten van de omzetting van de richtlijnen en normen van de Unie ter zake, maar ook van de daadwerkelijke toepassing daarvan; verzoekt de Commissie voorstellen van arbeidsdeskundigen met betrekking tot de invoering van een sanctiemechanisme voor schendingen van de overeengekomen normen ter harte te nemen; stelt voor de uitbetaling van macrofinanciële bijstand als pressiemiddel of voorwaarde te gebruiken om de Republiek Moldavië te dwingen de arbeidsomstandigheden van haar beroepsbevolking te verbeteren;
61. toont zich bezorgd over de eerbiediging van de mensenrechten in de regio Transnistrië, met name in het licht van de COVID-19-pandemie;
62. verzoekt de Commissie onderbelichte onderdelen van associatieovereenkomsten bij te werken, waaronder belangrijke beleidsterreinen zoals gender, de Europese Green Deal en de voorkoming van gezondheidscrises;
63. onderstreept dat gendergelijkheid een randvoorwaarde voor duurzame en inclusieve ontwikkeling is; verzoekt de Moldavische regering en autoriteiten met klem maatregelen te nemen om de vertegenwoordiging en gelijke behandeling van vrouwen in alle lagen van het politieke en maatschappelijke leven verder te verbeteren; vraagt de Commissie gendergelijkheid in al haar beleidsmaatregelen, programma’s en werkzaamheden met betrekking tot de Republiek Moldavië op te nemen en spoort de autoriteiten van de Republiek Moldavië aan programma’s te bevorderen die een consequente gendergelijkheidsdimensie hebben, meer steun bieden aan de meest achtergestelde en kwetsbaarste bevolkingsgroepen, en wetgeving uit te voeren om haatzaaien en lichamelijk geweld ten aanzien van kwetsbaardere groepen tegen te gaan;
64. verzoekt de Moldavische autoriteiten met klem het Verdrag van Istanbul te ratificeren, dat op 6 februari 2017 door de Republiek Moldavië is ondertekend, maar waarvan de ratificatie, die in het nationale actieplan voor de mensenrechten 2018-2022 en de nationale strategie voor de preventie en bestrijding van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld 2018-2023 expliciet als doelstelling wordt genoemd, traag verloopt; wijst erop dat geweld tegen vrouwen en meisjes in de Republiek Moldavië aan de orde van de dag is en dat twee op de vijf vrouwen vanaf de leeftijd van vijftien jaar te maken krijgen met lichamelijk en/of seksueel geweld, al dan niet door hun partner;
65. pleit voor vervolgstappen met betrekking tot de uitvoering van de nationale wetgeving inzake de voorkoming en bestrijding van mensenhandel, voor de aanzienlijke verbetering van de kwaliteit van de dienstverlening aan slachtoffers, en voor betere bescherming van en bijstand en steun voor slachtoffers van misdrijven, in het bijzonder kinderen, tijdens het onderzoek en na de gerechtelijke procedure; pleit bovendien voor een betere ondersteuning van slachtoffers tijdens hun re-integratie in de maatschappij; pleit voor meer samenwerking tussen de justitiële autoriteiten en de handhavingsinstanties van de Republiek Moldavië en de lidstaten, teneinde grensoverschrijdende misdaad, en met name mensenhandel en handel in illegale drugs, te beperken;
66. dringt er bij de autoriteiten op aan het recht op een eerlijk proces en de eerbiediging van de mensenrechten in gevangenissen te garanderen door onder meer iets te doen aan de ontoereikende zorgverlening; benadrukt in dit verband dat een veilige omgeving voor gevangenen tot stand moet worden gebracht; pleit voorts voor maatregelen om selectieve en politiek gemotiveerde rechtspleging te vermijden;
67. verzoekt de Moldavische autoriteiten nogmaals ervoor te zorgen dat alle uitleveringsverzoeken van derde landen op transparante wijze worden behandeld volgens gerechtelijke procedures die volledig stroken met de Europese beginselen en normen;
68. pleit voor concretere maatregelen om de omstandigheden in gevangenissen te verbeteren en mensen met een beperking niet langer tegen hun wil in gevangen te zetten in psychiatrische ziekenhuizen; pleit voor de volledige uitbanning van marteling en mishandeling in gevangenissen als methoden om gevangengenomen of gearresteerde politieke tegenstanders onder druk te zetten;
69. neemt kennis van de maatregelen die op nationaal niveau zijn genomen om marteling te voorkomen en bestrijden, maar onderstreept dat de Republiek Moldavië door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens nog altijd regelmatig wordt veroordeeld voor marteling en mishandeling; dringt daarom aan op de oprichting van een volledig onafhankelijk agentschap dat gespecialiseerd is in het onderzoeken van vermeende marteling en andere mensenrechtenschendingen door de politie en andere rechtshandhavers;
70. is bezorgd over de haatzaaiende uitlatingen die nog altijd tijdens het publieke debat worden gedaan, onder meer door politici en door leiders van religieuze en andere gemeenschappen; benadrukt dat deze uitlatingen met name gericht zijn tegen vrouwen en mensen die tot de LGBTI+-gemeenschap behoren; verzoekt ambtenaren geen haatzaaiende uitlatingen te doen en dit soort uitlatingen in voorkomend geval publiekelijk te verwerpen, en verzoekt de autoriteiten het juridisch en institutioneel kader voor het tegengaan van haatzaaien beter af te stemmen om het verschijnsel met behulp van alle beschikbare mechanismen te kunnen bestrijden;
71. herinnert eraan dat reeds een wetsvoorstel voor een soort Magnitski-wet aan het Moldavische parlement is voorgelegd; spoort de wetgevende macht aan over te gaan tot de evaluatie van de wet, die, indien hij wordt goedgekeurd, zal bijdragen aan de bestrijding van mensenrechtenschendingen, corruptie en witwaspraktijken;
Handel en economische samenwerking
72. is van mening dat de EU bij de verlening van bijstand aan de Republiek Moldavië prioriteit moet blijven toekennen aan de verbetering van de levensstandaard van de burgers en dat deze bijstand gericht moet worden op terreinen zoals de bevordering van de ontwikkeling van kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s), de ondersteuning van jongeren en de algemene hervorming van het onderwijs en de gezondheidszorg;
73. is ingenomen met ondernemersinitiatieven waarmee wordt beoogd een gunstig klimaat voor start-ups tot stand te brengen in de Republiek Moldavië; stelt niettemin vast dat aanvullende hervormingen van de overheidssector en financiële bijstand nodig zijn om nieuwe werkgelegenheidskansen te scheppen die jongeren en geschoolde werknemers ertoe aanzetten naar hun land van herkomst terug te keren;
74. verzoekt de Commissie bij te dragen aan het aanpakken van de economische struikelblokken waar Moldavische jongeren tegenaan lopen door te investeren in programma’s die ondernemerschap onder jongeren en sociaal ondernemerschap bevorderen; verzoekt de Commissie bovendien te helpen bij het beter afstemmen van het onderwijsstelsel op de vraag op de arbeidsmarkt; beklemtoont dat geïnvesteerd moet worden in programma’s die gericht zijn op jongeren uit plattelandsgebieden, aangezien zij tot de kwetsbaarste segmenten van de bevolking behoren en minder sociaal-economische kansen hebben dan jongeren uit stedelijke gebieden;
75. stelt vast dat het zogenaamde braindrainverschijnsel, dat doorgaans zijn oorsprong vindt in een gebrek aan vertrouwen in de rechterlijke macht, nepotisme en het uitblijven van ingrijpende hervormingen in het land van herkomst, een ernstige bedreiging vormt voor de toekomst van de Republiek Moldavië; is bezorgd over de grootschalige emigratie van Moldavische burgers waardoor de negatieve demografische trends worden gekentekend; spoort de Moldavische regering aan verdere maatregelen te nemen om dit verschijnsel te voorkomen en tegen te gaan door onder meer kansen te scheppen voor jongeren, de voorwaarden en lonen in hun land van herkomst te verbeteren en jonge ondernemers te steunen, zodat jongeren na hun studie of stage in het buitenland kunnen terugkeren; verzoekt de Commissie in haar programma’s bijzondere aandacht te besteden aan deze kwestie;
76. is ingenomen met de diversifiëring van de Moldavische economie en is verheugd dat de handel tussen de Republiek Moldavië en de Unie aanzienlijk is toegenomen en de Unie de grootste investeerder in het land is; is verheugd dat 70 % van de totale uitvoer van de Republiek Moldavië in 2018 naar de Unie is gegaan en dat 56 % van de handel van het land in hetzelfde jaar met de Unie werd gevoerd; spoort verdere vooruitgang aan op gebieden zoals het douanewetboek, de bescherming van intellectuele-eigendomsrechten, met inbegrip van geografische aanduidingen, de aanscherping van sanitaire en fytosanitaire normen, de verbetering van de marktvoorwaarden op het gebied van energie, overheidsopdrachten en toegang tot financiering voor kmo’s;
77. spoort aan tot de volledige uitvoering van de DCFTA teneinde de bilaterale handels- en investeringsbetrekkingen tussen de EU en Moldavië verder te intensiveren, onder meer door niet-tarifaire handelsbelemmeringen weg te nemen, de toegang tot de eengemaakte markt te faciliteren en vooruitgang te boeken met betrekking tot de integratie daarin; wijst erop dat de DCFTA met de Republiek Moldavië moet stroken met de voorschriften uit de hoofdstukken over duurzame ontwikkeling, in overeenstemming met de internationale verbintenissen, en met name met de Overeenkomst van Parijs, en met de voorschriften van de WTO;
78. prijst het feit dat het Moldavische parlement de Europese Leader-aanpak als basis voor zijn nationale plattelandsbeleid heeft genomen; spoort de Republiek Moldavië, onder meer aan de hand van gerichte maatregelen in het kader van de volgende nationale strategie voor landbouw en plattelandsontwikkeling, aan de mogelijkheden voor preferentiële uitvoer naar de Unie ten volle te benutten door doeltreffender en duurzamer te verbouwen op landbouwgrond en de toegang tot evenals het gebruik van grond op democratischere wijze te benaderen, zodat landbouwproducten kunnen worden geproduceerd die de relatieve voordelen van de Moldavische landbouw versterken;
79. is ingenomen met de aanpassing van de regelgeving aan het EU-acquis en spoort de Commissie aan technische en financiële bijstand voor deze onderneming en de uiteindelijke uitvoering te verlenen aan de Moldavische instellingen en overheidsdiensten; benadrukt dat deze bijstand moet worden gebruikt om de kennis van mensenrechten en de rechtsstaat te bevorderen en verzoekt de Moldavische autoriteiten sneller vorderingen te maken met betrekking tot de aanpassing aan de AO/DCFTA op het gebied van diergezondheid en voedselveiligheid;
80. is ingenomen met de nationale strategie “Digitaal Moldavië 2020”, maar eist evenwel dat de Commissie ondersteuning en bijstand biedt voor programma’s en hervormingen op het gebied van media- en informatiegeletterdheid die het huidige digitale tijdperk weerspiegelen, en dat zij de sectorale samenwerking in de digitale economie bevordert; verzoekt de Republiek Moldavië een betrouwbare digitale markteconomie tot stand te brengen om aan de behoefte aan vooruitgang op het gebied van open gegevens te voldoen, de toelating tot digitale systemen uit te breiden en de toegang van burgers tot elektronische diensten en diverse communicatiediensten te verbeteren;
81. verzoekt de Commissie investeringen te ondersteunen in sectoren met potentieel voor ontwikkeling, groei en concurrentievermogen in de EU, en in het bijzonder in drie sectoren die van strategisch belang zijn (namelijk duurzame energie en klimaat, de digitale eengemaakte markt en cyberbeveiliging, en vervoer);
82. verzoekt de Moldavische regering tevens bijzondere aandacht te besteden aan de sociale dimensie van handel en duurzame ontwikkeling door arbeidsnormen te eerbiedigen en te handhaven, alle IAO-verdagen te ratificeren en volledig uit te voeren en de resterende tekortkomingen in het stelsel voor arbeidsinspectie te verhelpen, alsook door de beperkingen en tekortkomingen van het stelsel voor arbeidsinspectie en de problemen met betrekking tot het rechtsstelsel aan te pakken, die een negatieve invloed hebben op de handhaving van arbeidsnormen;
83. verzoekt de Moldavische autoriteiten beleid vast te stellen en uit te voeren ter regulering van de handel van entiteiten uit rechtsgebieden die de internationale transparantienormen niet toepassen (offshore-rechtsgebieden) of ondernemingen die onder direct of indirect zeggenschap staan van dergelijke bedrijven, met overheidsinstellingen (via overheidsopdrachten, privatisering, concessies en publiek-private partnerschappen);
84. verzoekt de EU te overwegen landen die een AO/DCFTA hebben met de Unie te laten toetreden tot de gemeenschappelijke eurobetalingsruimte (SEPA), aangezien dit ten goede zal komen aan de burgers en nieuwe kansen zal bieden voor de ontwikkeling van kmo’s;
Energie, milieu en klimaatverandering
85. verzoekt de Moldavische regering de energiesector verder te hervormen om de veerkracht en transparantie met betrekking tot kosten en contracten in de sector te vergroten, en de energieonafhankelijkheid en -efficiëntie te verbeteren, in het bijzonder door de onderlinge energieverbindingen met de Unie uit te breiden, energiebronnen, waaronder hernieuwbare-energiebronnen, te diversifiëren, en de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen te verminderen; benadrukt dat al deze aspecten van cruciaal belang zijn om de energiezekerheid van het land te vergroten;
86. is ingenomen met de maatregelen ter vergroting van de institutionele capaciteit en de onafhankelijkheid van de regelgevende instantie voor energie en spoort aan tot het nemen van de dringend noodzakelijke maatregelen voor de uitvoering van het derde energiepakket, in het bijzonder op het gebied van aardgas, ter waarborging van de volledige naleving van het acquis van de energiegemeenschap; verzoekt in het bijzonder de nationale regelgevende instantie voor energie van de Republiek Moldavië de voorschriften inzake de energiemarkt, die berusten op eerlijke mededinging, goed te keuren en ervoor te zorgen dat deze door alle marktpartijen, waaronder staatsagenten, worden nageleefd;
87. beklemtoont hoe belangrijk het is om, onder meer met het oog op de diversifiëring van de energietoevoer van de Republiek Moldavië, de samenwerking op het gebied van infrastructuur in de regio uit te breiden en om de connectiviteit van de Moldavische energiesector te verbeteren en tegelijkertijd milieuduurzaamheid te waarborgen;
88. onderstreept het belang van de diversifiëring van het elektriciteitsnet van de Republiek Moldavië; verzoekt de Moldavische autoriteiten met klem zorg te dragen voor de tijdige uitvoering van het project om het elektriciteitsnet van de Republiek Moldavië en het net van Roemenië met elkaar te verbinden door de benodigde steun en middelen te verschaffen;
89. spoort de Moldavische autoriteiten aan zich te blijven inspannen om de energiezekerheid van het land te vergroten en pleit voor de voltooiing van de gaspijpleiding tussen Ungheni en Chisinau voor het einde van 2020; verzoekt bovendien de Commissie de Republiek Moldavië op te nemen in de stresstests die voor de interne energiemarkt worden uitgevoerd;
90. prijst de regelingen die in december 2019 zijn getroffen tussen de Republiek Moldavië, Oekraïne en Roemenië om de doorvoer van gas naar Oekraïne en de Republiek Moldavië via de Trans-Balkan-pijpleiding mogelijk te maken, en het actieplan van februari 2020 om de onafhankelijkheid van de transmissiesysteembeheerder Moldovatransgaz te waarborgen;
91. is ingenomen met de stappen die zijn genomen om het elektriciteitsnet van de Republiek Moldavië via Roemenië asynchroon te verbinden met dat van de Unie, wat een belangrijke mijlpaal vormt in het proces om de energie-infrastructuur van de Republiek Moldavië te versterken en diversifiëren; verzoekt alle autoriteiten de doelstelling om het energienet van de Republiek Moldavië uiterlijk in 2024 te verbinden met dat van Roemenië, met EU-steun te verwezenlijken;
92. is verheugd over het pakket van de Republiek Moldavië voor klimaat en milieu van februari 2019 en de nationale respons, waarmee het land het vierde land ter wereld werd dat zijn geactualiseerde nationaal bepaalde bijdrage (NDC2), met inbegrip van een ambitieuzere doelstelling voor de vermindering van broeikasgasemissies, indiende bij het secretariaat van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering (UNFCCC); pleit voor meer inspanningen ten aanzien van de nationale toezeggingen in verband met de Overeenkomst van Parijs van 2015 om klimaatverandering te bestrijden, alsook voor de opname van klimaat in alle beleidsgebieden;
93. roept de Republiek Moldavië op haar betrokkenheid bij de strijd tegen klimaatverandering verder te intensiveren, met name op het gebied van afvalbeheer en het beheer van het water van de rivier de Nistru, en verzoekt de Commissie de deelname van de Republiek Moldavië aan de Europese Green Deal te faciliteren en ervoor te zorgen dat de DCFTA niet in strijd is met de daarin neergelegde milieudoelstellingen en -initiatieven;
94. beaamt het belang van de verdere modernisering van het onderwijsstelsel van de Republiek Moldavië en onderkent de steeds grotere rol die jongeren in alle levenssferen spelen; verzoekt de EU nadere steun te verlenen, met name op het gebied van beroepsonderwijs en -opleiding, teneinde aan de behoeften van de arbeidsmarkt tegemoet te komen; benadrukt dat mogelijkheden op het gebied van vrijwilligerswerk en burgerparticipatie voor jongeren moeten worden bevorderd en dat meer moet worden geïnvesteerd in jongeren door de financiering voor bestaande mobiliteitsprogramma’s zoals Erasmus+, Creatief Europa en Horizon 2020 te verhogen en de deelname van Moldaviërs aan deze programma te vergroten;
95. spoort de Commissie aan in overleg op maat gemaakte programma’s voor burgers voor te bereiden en op te zetten en begunstigden in dit kader rechtstreeks te raadplegen door gebruik te maken van het onlineplatform voor de aanvraag van programmamiddelen en verslaglegging over het gebruik ervan; vraagt dat in dit verband rekening wordt gehouden met de doelstellingen van de Europese Green Deal, alsook met de dagelijkse behoeften van de Moldavische burgers;
Institutionele bepalingen
96. beklemtoont dat er alleen echte, langdurige ontwikkeling teweeg kan worden gebracht mits de politieke klasse oprecht vastberaden is om het land te hervormen en de AO met de EU daadwerkelijk uit te voeren; spoort in dit verband alle politieke spelers en krachten in het land aan hun steentje bij te dragen en een begin te maken aan een meerpartijenstelsel, en te goeder trouw samen te werken aan de strategische doelstellingen van de Republiek Moldavië, zodat de kwaliteit van de democratie en de levensstandaard van de burgers kunnen worden verhoogd; spoort de Moldavische autoriteiten met het oog daarop aan gebruik te maken van een Jean Monnet-dialoog om de dialoog tussen partijen en parlementaire capaciteitsopbouw te ondersteunen;
97. vraagt alle instellingen van de EU en de lidstaten, in nauwe samenwerking met de autoriteiten van de Republiek Moldavië, de voordelen van de AO/DCFTA en EU-bijstand beter uit te leggen aan de burgers van de Republiek Moldavië;
98. verzoekt de Commissie de delegatie van de Europese Unie in de Republiek Moldavië, de monitoring en het projectteam in Chisinau te versterken, teneinde de Republiek Moldavië te helpen doeltreffend te communiceren over haar aanpassing aan het EU-recht, desinformatie te bestrijden en positieve indrukken van de EU en de Republiek Moldavië te bevorderen bij alle betrokken partijen;
o o o
99. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Europese Commissie en de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, alsook aan de president, de regering en het parlement van de Republiek Moldavië.
Verordening (EG) nr. 539/2001 van de Raad van 15 maart 2001 tot vaststelling van de lijst van derde landen waarvan de onderdanen bij overschrijding van de buitengrenzen in het bezit moeten zijn van een visum en de lijst van derde landen waarvan de onderdanen van die plicht zijn vrijgesteld (PB L 81 van 21.3.2001, blz. 1).
Richtlijn 2014/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen van derde landen met het oog op tewerkstelling als seizoenarbeider (PB L 94 van 28.3.2014, blz. 375).