Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2020/0089M(NLE)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A9-0202/2020

Ingediende teksten :

A9-0202/2020

Debatten :

Stemmingen :

PV 11/11/2020 - 26

Aangenomen teksten :

P9_TA(2020)0298

Aangenomen teksten
PDF 136kWORD 50k
Woensdag 11 november 2020 - Brussel
Overeenkomst tussen de EU en China: samenwerking op het gebied van geografische aanduidingen en de bescherming daarvan (resolutie)
P9_TA(2020)0298A9-0202/2020

Niet-wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 11 november 2020 over het ontwerp van besluit van de Raad betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de regering van de Volksrepubliek China betreffende samenwerking op het gebied van geografische aanduidingen en de bescherming daarvan (08359/2020 – C9-0298/2020 – 2020/0089M(NLE))

Het Europees Parlement,

–  gezien het ontwerp van besluit van de Raad (08359/2020),

–  gezien de ontwerpovereenkomst tussen de Europese Unie en de regering van de Volksrepubliek China betreffende samenwerking op het gebied van geografische aanduidingen en de bescherming daarvan (08361/2020),

–  gezien het verzoek om goedkeuring dat de Raad heeft ingediend krachtens artikel 207, lid 3, en artikel 207, lid 4, eerste alinea, juncto artikel 218, lid 6, tweede alinea, onder a), punt v), en artikel 218, lid 7, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU),

–  gezien de Overeenkomst inzake de handelsaspecten van de intellectuele eigendom (de “TRIPS-Overeenkomst”) van de Wereldhandelsorganisatie (WTO),

–  gezien de mededeling van de Commissie van 14 oktober 2015, getiteld “Handel voor iedereen – Naar een meer verantwoord handels- en investeringsbeleid” (COM(2015)0497),

–  gezien de mededeling van de Commissie van 1 juli 2014, getiteld “Handel, groei en intellectuele eigendom – Strategie voor de bescherming en handhaving van intellectuele-eigendomsrechten in derde landen” (COM(2014)0389),

–  gezien het werkdocument van de diensten van de Commissie met een verslag over de bescherming en handhaving van intellectuele-eigendomsrechten in derde landen (SWD(2019)0452),

–  gezien de gezamenlijke verklaringen na afloop van de 20e top EU-China van 16 juli 2018 en de 21e top EU-China van 9 april 2019,

–  gezien de gezamenlijke mededeling van 12 maart 2019, getiteld “EU-China – Een strategische visie” (JOIN(2019)0005),

–  gezien zijn resolutie van 9 juni 2015 over de strategie voor de bescherming en handhaving van intellectuele-eigendomsrechten in derde landen(1),

–  gezien zijn resolutie van 12 september 2018 over de stand van zaken van de betrekkingen tussen de EU en China(2),

–  gezien zijn wetgevingsresolutie van 11 november 2020(3) over het ontwerp van besluit,

–  gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU), en met name titel V inzake het extern optreden van de Unie,

–  gezien het VWEU, en met name de artikelen 91, 100, 168, en 207, juncto artikel 218, lid 6, onder a), punt v), en artikel 218, lid 7,

–  gezien artikel 105, lid 2, van zijn Reglement,

–  gezien het advies van de Commissie visserij,

–  gezien de brief van de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling,

–  gezien het verslag van de Commissie internationale handel (A9-0202/2020),

A.  overwegende dat de bescherming van geografische aanduidingen op internationaal niveau een essentieel onderdeel is van het handelsbeleid van de EU;

B.  overwegende dat de EU de grootste exporteur van agrovoedingsproducten ter wereld is, en in 2019 een recordhandelsoverschot heeft bereikt van 39 miljard EUR;

C.  overwegende dat de gemiddelde waarde van producten met een geografische aanduiding twee keer zo hoog is als die van producten zonder dergelijk kwaliteitsmerk;

D.  overwegende dat de export van agrovoedingsproducten uit de EU naar China de afgelopen tien jaar sterk is toegenomen, met een jaarlijks groeipercentage van meer dan 20 % in de periode 2009-2019; overwegende dat het EU-handelstekort van 1 miljard EUR in 2009 werd omgezet in een handelsoverschot van meer dan 9 miljard EUR in 2019, wat China de op twee na grootste exportbestemming maakt voor agrovoedingsproducten uit de EU, na het VK en de VS; overwegende dat de Chinese invoer van agrovoedingsproducten naar verwachting de komende tien jaar verder zal toenemen;

E.  overwegende dat de verkoop van producten die door een geografische aanduiding van de EU worden beschermd, waaronder wijn, agrovoedingsproducten en gedistilleerde dranken, wereldwijd goed is voor 74,76 miljard EUR(4), oftewel 6,8 % van de verkoop van de agrovoedingssector in de EU en 15,4 % van de EU-uitvoer van agrovoedingsproducten;

F.  overwegende dat de EU wereldwijd bekendstaat om haar knowhow en haar productie van hoogwaardige agrovoedingsproducten;

G.  overwegende dat alle ingevoerde agrovoedingsproducten gecontroleerd moeten worden en moeten voldoen aan de gezondheids-, veiligheids- en dierenwelzijnsvoorschriften waaraan EU-producenten in de hele toeleveringsketen van de landbouw moeten voldoen, waarmee de hoge waarde en kwaliteit van die producten wordt gewaarborgd;

H.  overwegende dat de bescherming van geografische aanduidingen van de EU in China vaak tekortschiet, waardoor EU-producenten aanzienlijke economische verliezen lijden;

I.  overwegende dat de overeenkomst voortbouwt op de ervaring die is opgedaan in het kader van het proefproject van de EU en China inzake samenwerking op het gebied van geografische aanduidingen, dat liep in de periode 2007-2012;

J.  overwegende dat een aanzienlijk deel van de wereldwijde economische groei naar verwachting buiten Europa zal worden gerealiseerd;

K.  overwegende dat producenten en exporteurs van agrovoedingsproducten in een moeilijk internationaal handelsklimaat moeten opereren;

L.  overwegende dat deze overeenkomst van belang is met het oog op de mondiale erkenning van geografische aanduidingen;

M.  overwegende dat deze overeenkomst een belangrijke eerste stap is en zo spoedig mogelijk moet worden uitgebreid om talrijke geografische aanduidingen van de EU die nog van de overeenkomst uitgesloten zijn, te beschermen;

N.  overwegende dat de sluiting van deze overeenkomst laat zien dat de EU en China in staat zijn om bilaterale overeenkomsten te sluiten mits er goed rekening wordt gehouden met gemeenschappelijke belangen;

1.  is ingenomen met de sluiting van deze overeenkomst tussen de EU en de Volksrepubliek China betreffende samenwerking op het gebied van geografische aanduidingen en de bescherming daarvan; is ingenomen met de bescherming van Europese geografische aanduidingen op de Chinese markt; beschouwt de doeltreffende uitvoering van de overeenkomst als een belangrijke stap in het proces van het opbouwen van vertrouwen tussen partijen en als belangrijk signaal dat China bereid is tot samenwerking met de EU; verwacht dat er ook op andere gebieden waarop wordt samengewerkt stappen gezet zullen worden in de richting van eerlijke handel;

2.  wijst op het belang van de strategische betrekkingen tussen de EU en China en verzoekt de lidstaten en instellingen van de EU om China met één stem te benaderen en daarbij een gecoördineerde aanpak te volgen; benadrukt dat handel en investeringen op regels, waarden en een multilateraal handelsstelsel gebaseerd moeten zijn; dringt er bij China op aan om in het kader van de WTO en andere multilaterale initiatieven een actievere rol te spelen, zijn WTO-verplichtingen volledig na te komen en zijn verworven economische macht af te stemmen op zijn ontwikkelingsniveau; benadrukt dat eerbiediging van de mensenrechten een voorwaarde is voor het onderhouden van handels- en investeringsbetrekkingen met de EU, en dringt er bij China op aan zijn internationale verplichtingen na te komen en zich ertoe te verbinden de mensenrechten te eerbiedigen, met name in het licht van de lopende onderhandelingen over de bilaterale investeringsovereenkomst; is ernstig bezorgd over de gemelde uitbuiting en opsluiting van Oeigoeren in fabrieken in China;

3.  pleit voor invoering van financiële sancties voor bedrijven die geografische aanduidingen niet eerbiedigen en die producten met geografische aanduidingen namaken;

4.  wijst erop dat de overeenkomst een positief signaal geeft aan de internationale gemeenschap, waaronder aan multilaterale instanties; is ingenomen met het hoge niveau van bescherming dat krachtens de overeenkomst geboden wordt aan 100 Europese en 100 Chinese geografische aanduidingen, dat hoger ligt dan het huidige niveau van bescherming dat in het kader van de TRIPS-Overeenkomst van de WTO geboden wordt, met name voor levensmiddelen, maar ook voor wijn en gedistilleerde dranken; merkt op dat binnen vier jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst nog eens 175 geografische aanduidingen van de EU en van China zullen worden beschermd; merkt op dat de EU meer dan 3 300 geografische aanduidingen heeft; verzoekt de Commissie om zo snel mogelijk werk te maken van de uitbreiding van deze overeenkomst om de komende jaren zo veel mogelijk geografische aanduidingen die aan de vereisten voldoen te beschermen, waaronder geografische aanduidingen die betrekking hebben op visserij- en aquacultuurproducten; verzoekt de Commissie voorts om het Parlement op de hoogte te houden van de voortgang van de onderhandelingen over de uitbreiding van de overeenkomst; herinnert eraan dat de laatste hand aan de overeenkomst werd gelegd toen de EU-Verdragen nog van toepassing waren in het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland en dat er acht producten uit het VK op de overeengekomen lijsten staan; spoort de Commissie ertoe aan de lidstaten te raadplegen en deze producten zo spoedig mogelijk na afloop van de overgangsperiode te vervangen door producten uit EU-lidstaten;

5.  is ingenomen met de bepaling dat producenten van producten met een geografische aanduiding rechtstreeks een aanvraag kunnen indienen bij het in deze overeenkomst voorziene Gezamenlijk Comité als hun product niet in de aanvankelijk overeengekomen lijsten staat, of als hun product een beschermde status krijgt nadat de overeenkomst in werking is getreden; verzoekt huidige en potentiële belanghebbenden, onder meer binnen de Europese visserij- en de aquacultuursector, zich vertrouwd te maken met deze bepaling;

6.  stelt vast dat de EU een groot handelstekort met China heeft, maar herinnert eraan dat de EU op het gebied van agrovoedingsproducten een handelsoverschot heeft;

7.  herinnert eraan dat het belangrijk is het EU-model voor de bescherming van geografische aanduidingen te promoten als een belangrijk instrument om de authenticiteit en unieke kenmerken van geregistreerde EU-producten te waarborgen, als nuttig marketinginstrument dat zakelijke mogelijkheden biedt en als symbool van cultureel erfgoed; erkent het rijke Europese en Chinese erfgoed op het gebied van traditionele hoogwaardige voedingsmiddelen en het belang van de bescherming van geografische aanduidingen in dit verband; dringt er bij de Commissie, de lidstaten en de Chinese regering op aan om zich in te zetten voor de bescherming van dit erfgoed en ervoor te zorgen dat het zowel in China als in Europa erkend wordt, om de producten die ertoe behoren bescherming te bieden en ook oorsprongsbenamingen te beschermen, en om culturele uitwisseling en openheid te bevorderen;

8.  betreurt dat sommige producten met een geografische aanduiding van de EU ondanks de bescherming waarin de overeenkomst voorziet toch niet naar China kunnen worden uitgevoerd vanwege de Chinese normen voor de invoer van levensmiddelen; verzoekt de Commissie om de dialoog met China over de erkenning van de voedselveiligheidsnormen van de EU, die tot de hoogste ter wereld behoren, voort te zetten; dringt er bij China op aan om ongerechtvaardigde belemmeringen voor de uitvoer van agrovoedingsmiddelen uit de EU weg te nemen, in het kader van de handelsbetrekkingen wederkerigheid te garanderen en te zorgen voor naleving, verbetering en strikte tenuitvoerlegging en handhaving van sanitaire en fytosanitaire normen, om oneerlijke concurrentie tegen te gaan;

9.  verzoekt China daarnaast om het bestaande multilaterale kader op het gebied van de bescherming van geografische aanduidingen te steunen door zich aan te sluiten bij de overeenkomst van Lissabon en de Akte van Genève van de WIPO, zoals van kracht sinds 26 februari 2020;

10.  wijst op het belang van geografische aanduidingen in het bredere kader van intellectuele-eigendomsrechten en inspanningen ter bestrijding van namaak van producten; benadrukt dat de overeenkomst de volledige bescherming van de intellectuele-eigendomsrechten van producten moet waarborgen, om de waarde en kwaliteit van de plaatselijke omgeving, onder meer wat betreft infrastructuur, werkgelegenheid en biodiversiteit, te beschermen, om de regionale ontwikkeling te stimuleren en de traceerbaarheid van producten, de transparantie en de voorlichting aan consumenten te verbeteren;

11.  is in dit verband ingenomen met de goedkeuring van de nieuwe Chinese wetgeving inzake de bescherming van intellectuele-eigendomsrechten; verzoekt de Commissie om de tenuitvoerlegging van deze overeenkomst nauwlettend te volgen en dringt aan op een spoedige ratificatie ervan; verzoekt de Commissie daarnaast om met China te blijven samenwerken om de uitvoering van een ambitieuzere overeenkomst op het gebied van intellectuele-eigendomsrechten dichterbij te brengen, opdat de lijst van beschermde geografische aanduidingen van de EU verder wordt uitgebreid; dringt er bij de Commissie op aan om de registratie van geografische aanduidingen in China te monitoren; verzoekt de Commissie om ondernemingen in de EU via de helpdesk betreffende intellectuele-eigendomsrechten ondersteuning te blijven bieden; wijst op de toegevoegde waarde van samenwerking met organen als het Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie voor een goede monitoring en handhaving;

12.  merkt op dat volgens het meest recente verslag over de bescherming en handhaving van intellectuele-eigendomsrechten meer dan 80 % van de in 2018 en 2019 in de EU in beslag genomen nagemaakte en vervalste goederen afkomstig is uit China, en dat de EU-lidstaten hierdoor ongeveer 60 miljard EUR verlies lopen; wijst erop dat het belangrijk blijft om alle ingevoerde producten streng te controleren en testen, om namaak en fraude bij voedingsmiddelen op te sporen; pleit in dit verband voor verregaande en doeltreffende douanesamenwerking tussen de EU en China, als instrument ter bestrijding van namaakproducten en om in het licht van de toegenomen handelsstromen een eerlijke mededinging te waarborgen;

13.  wijst op het belang van een doeltreffende uitvoering en een correcte handhaving op de markt van de bepalingen van de overeenkomst; wijst nogmaals op zijn vastbeslotenheid om de correcte toepassing van de overeenkomst te monitoren en te controleren; verzoekt de Commissie in dit kader om jaarlijks, en voor het eerst een jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst, bij het Parlement verslag uit te brengen over de uitvoering van de overeenkomst; is ingenomen met de recente benoeming van een hoofd handhaving voor de handel en wijst op de cruciale rol die deze zal spelen bij het toezicht op en de verbetering van de naleving van deze overeenkomst; dringt er bij het hoofd handhaving voor de handel op aan om onmiddellijk in actie te komen als de overeenkomst niet correct wordt uitgevoerd;

14.  is bezorgd over de gevolgen die de economische en handelsovereenkomst tussen de Verenigde Staten en China (de zogeheten “US-China Phase One Deal”), die op 14 februari 2020 in werking is getreden, zou kunnen hebben voor de overeenkomst tussen de EU en China betreffende geografische aanduidingen en benadrukt dat deze moet worden uitgevoerd op niet-discriminerende wijze en met volledige inachtneming van de WTO-regels, en zonder verstorende gevolgen voor de handhaving van de verbintenissen die zijn aangegaan in het kader van de overeenkomst tussen de EU en China betreffende geografische aanduidingen; benadrukt dat de EU in verband met mogelijke overlappingen met de “US-China Phase One Deal” ook nauwlettend toezicht moet houden op de tenuitvoerlegging van de tweede lijst van 175 geografische aanduidingen van de EU; verwacht dat EU-exporteurs onmiddellijk voordeel zullen halen uit maatregelen voor handelsbevordering in de agrovoedingssector;

15.  uit zijn diepe bezorgdheid over de vele belemmeringen waarmee Europese bedrijven en landbouwers geconfronteerd worden bij de toegang tot en het ontplooien van activiteiten op de Chinese markt en die samenhangen met het feit dat China een staatssysteem kent; is van mening dat eerlijke mededinging tussen Europese en Chinese bedrijven tot meer kansen en meer innovatie zou leiden en dringt er bij de Commissie op aan om met de Chinese autoriteiten te werken aan het wegnemen van deze belemmeringen;

16.  wijst op de reeds lang bestaande noodzaak om op het gebied van handel en investeringen een gelijk speelveld te creëren tussen de EU en China, met bijzondere aandacht voor wederkerigheid op het gebied van markttoegang, overheidsopdrachten en financiële diensten; dringt er bij beide partijen op aan om in dit kader op constructieve wijze samen te werken, te streven naar marktgebaseerde hervormingen en krachtige stappen voorwaarts te zetten, met name wat betreft de lopende onderhandelingen over de bilaterale investeringsovereenkomst, maar daarnaast ook op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen, de verwezenlijking van de doelstellingen inzake duurzame ontwikkeling en de bestrijding van klimaatverandering in overeenstemming met de Overeenkomst van Parijs; verzoekt China opnieuw om stappen te zetten in de richting van een ambitieuze hervorming van de WTO, onder meer in de vorm van een omvattend pakket regels inzake industriële subsidies; herhaalt zijn zorgen over de marktverstorende praktijken van Chinese staatsbedrijven, gedwongen overdracht van technologie en gegevenslokalisatie, industriële overcapaciteit en daaraan gerelateerde dumping bij uitvoer en andere oneerlijke handelspraktijken; herhaalt dat de bilaterale en multilaterale samenwerking met het oog op duurzame ontwikkeling en een eerlijk handelsstelsel moet worden verbeterd door sociale en milieunormen te bevorderen die gebaseerd zijn op de eerbiediging en tenuitvoerlegging van internationale verdragen en overeenkomsten; maakt zich zorgen over de slechte prestaties van China wat betreft de bestrijding van illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij; wijst op het gebrek aan transparantie als het gaat om de wereldwijde registratie van vaartuigen en de visserijvloot en benadrukt dat Chinese subsidies leiden tot oneerlijke concurrentie ten nadele van de visserijsector van de EU; verzoekt China om alles in het werk te stellen om zijn rechtskader inzake de bestrijding van illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te versterken en de wetgeving op dit gebied beter te handhaven;

17.  herinnert eraan dat bij de onderhandelingen over de brede investeringsovereenkomst tussen de EU en China aanzienlijke en ambitieuze vorderingen moeten worden geboekt om de huidige asymmetrie op de markt aan te pakken; wijst erop dat de brede investeringsovereenkomst een ambitieus hoofdstuk over handel en duurzame ontwikkeling moet omvatten ter bescherming van de mensenrechten, met inbegrip van de fundamentele arbeidsnormen, ter bevordering van duurzame ontwikkeling en ter bestrijding van klimaatverandering, in overeenstemming met de Overeenkomst van Parijs; wijst erop dat het essentieel is dat een gelijk speelveld, wederkerigheid en een niet-discriminerende behandeling van de partijen bij de overeenkomst en hun bedrijfsleven, burgers en maatschappelijke organisaties gewaarborgd worden; verzoekt de partijen om de transparantie te verbeteren en bij de tenuitvoerlegging van de overeenkomst te zorgen voor een parlementaire dimensie; wijst erop dat de EU-markt voor overheidsopdrachten open is voor Chinese ondernemingen, waaronder staatsbedrijven, terwijl Europese ondernemingen vaak moeite hebben om toegang te krijgen tot aanbestedingsmogelijkheden op Chinese markten; verzoekt de Commissie en China om de samenwerking tussen de EU en China te intensiveren om milieudoelstellingen te verwezenlijken;

18.  benadrukt dat de handelsbetrekkingen van de EU harmonieuze regionale betrekkingen tussen China en zijn buurlanden vereisen, alsook een vreedzame co-existentie met alle gebieden die een bijzondere band met Europa hebben gehad; wijst erop dat de volledige naleving door China van eerdere internationale verbintenissen in de regio het pad zal effenen voor een correcte uitvoering van deze overeenkomst;

19.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de regeringen en parlementen van de lidstaten en de regering van de Volksrepubliek China en het Nationale Volkscongres.

(1) PB C 407 van 4.11.2016, blz. 18.
(2) PB C 433 van 23.12.2019, blz. 103.
(3) Aangenomen teksten, P9_TA(2020)0297.
(4) Studie van de Commissie, gepubliceerd in april 2020, https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/nl/IP_20_683

Laatst bijgewerkt op: 1 februari 2021Juridische mededeling - Privacybeleid