Resolutie van het Europees Parlement van 24 november 2020 over het standpunt van de Raad inzake het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 9 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2020 bij het voorstel betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds van de Europese Unie voor bijstand aan Kroatië en Polen in verband met een natuurramp en voor de betaling van voorschotten aan Kroatië, Duitsland, Griekenland, Hongarije, Ierland, Portugal en Spanje naar aanleiding van een volksgezondheidscrisis (12522/2020 – C9-0341/2020 – 2020/0297(BUD))
Het Europees Parlement,
– gezien artikel 314 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
– gezien artikel 106 bis van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie,
– gezien Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012(1), en met name artikel 44,
– gezien de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2020, definitief vastgesteld op 27 november 2019(2),
– gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020(3) (MFK‑verordening),
– gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer(4),
– gezien Besluit 2014/335/EU, Euratom van de Raad van 26 mei 2014 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie(5),
– gezien het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 9/2020, goedgekeurd door de Commissie op 9 oktober 2020 (COM(2020)0961),
– gezien het standpunt inzake het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 9/2020, op 30 oktober 2020 vastgesteld door de Raad en op 3 november 2020 toegezonden aan het Europees Parlement (12522/2020 – C9‑0341/2020),
– gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over de beschikbaarstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds van de Europese Unie voor bijstand aan Kroatië en Polen in verband met een natuurramp en voor de betaling van voorschotten aan Kroatië, Duitsland, Griekenland, Hongarije, Ierland, Portugal en Spanje naar aanleiding van een volksgezondheidscrisis (COM(2020)0960),
– gezien de artikelen 94 en 96 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Begrotingscommissie (A9‑0223/2020),
A. overwegende dat ontwerp van gewijzigde begroting nr. 9/2020 betrekking heeft op de beschikbaarstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds van de Europese Unie (SFEU) om financiële bijstand te verlenen aan Kroatië en Polen naar aanleiding van natuurrampen die in de loop van 2020 hebben plaatsgevonden, alsmede voor het betalen van voorschotten aan zeven lidstaten, namelijk Kroatië, Duitsland, Griekenland, Hongarije, Ierland, Portugal en Spanje naar aanleiding van de ernstige volksgezondheidscrisis die begin 2020 door de COVID-19-uitbraak is veroorzaakt;
B. overwegende dat de Commissie derhalve voorstelt de begroting voor 2020 te wijzigen en begrotingsonderdeel 13 06 01 “Bijstand aan lidstaten in het geval van een grote natuurramp die ernstige gevolgen heeft voor de levensomstandigheden van de burgers, het natuurlijke milieu of de economie” te verhogen met 823 548 633 EUR aan vastleggings- en betalingskredieten;
C. overwegende dat Kroatië heeft verzocht om uitbetaling van een voorschot krachtens artikel 4 bis van Verordening (EG) nr. 2012/2002(6), en dat de Commissie op 10 augustus 2020 een voorschot van 88 951 877 EUR op de verwachte financiële bijdragen van de Unie heeft toegekend; overwegende dat de kredieten voor voorschotten die oorspronkelijk op de begroting 2020 beschikbaar waren, reeds volledig zijn opgebruikt en dat de Commissie daarom voorstelt de nodige extra middelen beschikbaar te stellen binnen het jaarlijkse maximum dat voor het SFEU is vastgesteld;
D. overwegende dat met ontwerp van gewijzigde begroting nr. 9/2020 wordt voorgesteld om 734 596 756 EUR aan vastleggings- en betalingskredieten in de begroting 2020 op te nemen, na aftrek van het al aan Kroatië betaalde voorschot van 88 951 877 EUR;
E. overwegende dat het Solidariteitsfonds van de Europese Unie een speciaal instrument is in de zin van de MFK-verordening en dat de desbetreffende vastleggings- en betalingskredieten buiten de MFK-plafonds om moeten worden gebudgetteerd;
1. neemt kennis van het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 9/2020 zoals ingediend door de Commissie;
2. keurt het standpunt van de Raad inzake het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 9/2020 goed;
3. verzoekt zijn Voorzitter te constateren dat de gewijzigde begroting nr. 8/2020 definitief is vastgesteld en zorg te dragen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie;
4. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie, alsmede aan de nationale parlementen.
Verordening (EG) nr. 2012/2002 van de Raad van 11 november 2002 tot oprichting van het Solidariteitsfonds van de Europese Unie (PB L 311 van 14.11.2002, blz. 3).