Geen bezwaar tegen een gedelegeerde handeling: officiële controles aan de grenscontrolepost waar goederen de Unie verlaten en bepaalde bepalingen inzake doorvoer en overlading
Besluit van het Europees Parlement om geen bezwaar te maken tegen de gedelegeerde verordening van de Commissie van 29 oktober 2020 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2124 wat betreft de officiële controles aan de grenscontrolepost waar goederen de Unie verlaten en bepaalde bepalingen inzake doorvoer en overlading (C(2020)07418 – 2020/2855(DEA))
Het Europees Parlement,
– gezien de gedelegeerde verordening van de Commissie van 29 oktober 2020 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2124 wat betreft de officiële controles aan de grenscontrolepost waar goederen de Unie verlaten en bepaalde bepalingen inzake doorvoer en overlading (C(2020)07418),
– gezien het schrijven van de Commissie van 6 november 2020, waarin zij het Parlement verzoekt te verklaren dat het geen bezwaar zal maken tegen de gedelegeerde verordening,
– gezien de brief van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid van 2 december 2020 aan de voorzitter van de Conferentie van commissievoorzitters,
– gezien artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
– gezien Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles)(1), en met name artikel 51, lid 1, punten b) en d), en artikel 144, lid 6,
– gezien artikel 111, lid 6, van zijn Reglement,
– gezien de aanbeveling voor een besluit van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid,
– gezien er geen bezwaar werd gemaakt binnen de in artikel 111, lid 6, derde en vierde streepjes, van zijn Reglement gestelde termijn, die op 15 december 2020 verstreek,
A. overwegende dat Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2124 van de Commissie(2) regels vaststelt voor de uitvoering van officiële controles door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten(3) van zendingen van dieren en goederen bij doorvoer, overlading en verder vervoer door de Unie;
B. overwegende dat de Commissie krachtens artikel 51, lid 1, punten b) en d), van Verordening (EU) 2017/625 gemachtigd is gedelegeerde handelingen vast te stellen betreffende voorschriften houdende de termijnen en regelingen voor de uitvoering van documentencontroles en, indien noodzakelijk, overeenstemmingscontroles en materiële controles van categorieën dieren en goederen waarop de in artikel 47, lid 1, van die verordening bedoelde officiële controles van toepassing zijn en die de Unie uit een derde land binnenkomen over zee of door de lucht, wanneer die goederen of dieren uit een vaartuig of vliegtuig worden gehaald en onder douanetoezicht naar een ander vaartuig of vliegtuig in dezelfde haven of op dezelfde luchthaven worden overgebracht met het oog op verder vervoer (“overgeladen zendingen”), alsook betreffende voorschriften om de gevallen vast te stellen waarin en de voorwaarden waaronder de doorvoer van zendingen van de in artikel 47, lid 1, van deze verordening bedoelde categorieën dieren en goederen kan worden toegestaan en waarin bepaalde officiële controles van dergelijke zendingen aan grenscontroleposten moeten worden uitgevoerd, met inbegrip van de gevallen waarin en de voorwaarden waaronder goederen in speciaal erkende douane-entrepots of in vrije zones moeten worden opgeslagen;
C. overwegende dat de Commissie het Parlement de gedelegeerde handeling op 29 oktober 2020 heeft doen toekomen, en dat op die datum de periode van twee maanden begon voor het Parlement om de tekst te bestuderen en, in voorkomend geval, bezwaar tegen die gedelegeerde handeling te maken;
D. overwegende, onder andere, dat de gedelegeerde handeling voor flexibiliteit zorgt ten aanzien van het beheer van officiële controles van zendingen door Groot-Brittannië van een lidstaat naar Ierland en vice versa (“landbrug”), in concreto in de vorm van het gebruik van nationale informatiebeheersystemen, en dus bijdraagt tot geringere administratieve lasten voor de betrokken lidstaat;
E. overwegende dat de gedelegeerde handeling zo snel mogelijk in werking moet treden en van toepassing moet zijn vanaf 1 januari 2021, teneinde ervoor te zorgen dat de maatregelen in de verordening in kwestie na afloop van de overgangstermijn als bedoeld in het Akkoord over de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie op 31 december 2020 daadwerkelijk kunnen worden getroffen;
1. verklaart geen bezwaar te maken tegen de gedelegeerde verordening;
2. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.
Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2124 van de Commissie van 10 oktober 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft voorschriften voor officiële controles van zendingen van dieren en goederen bij doorvoer, overlading en verder vervoer door de Unie, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 798/2008, (EG) nr. 1251/2008, (EG) nr. 119/2009, (EU) nr. 206/2010, (EU) nr. 605/2010, (EU) nr. 142/2011 en (EU) nr. 28/2012 van de Commissie, Uitvoeringsverordening (EU) 2016/759 van de Commissie, en Beschikking 2007/777/EG van de Commissie (PB L 321 van 12.12.2019, blz. 73).
Overeenkomstig het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland, in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, is deze verordening van toepassing op en in het Verenigd Koninkrijk ten aanzien van Noord-Ierland.