Resolutie van het Europees Parlement van 17 december 2020 over de beraadslagingen van de Commissie verzoekschriften in 2019 (2020/2044(INI))
Het Europees Parlement,
– gezien zijn eerdere resoluties over het resultaat van de beraadslagingen van de Commissie verzoekschriften,
– gezien de artikelen 10 en 11 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU),
– gezien de artikelen 24 en 227 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), die uiting geven aan het belang dat in het Verdrag wordt gehecht aan het recht van EU-burgers en -ingezetenen om hun zorgen onder de aandacht van het Parlement te brengen,
– gezien artikel 228 VWEU inzake de rol en taken van de Europese Ombudsman,
– gezien artikel 44 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie inzake het recht om verzoekschriften in te dienen bij het Europees Parlement,
– gezien de bepalingen van het VWEU met betrekking tot de inbreukprocedure, en met name de artikelen 258 en 260,
– gezien artikel 54 en artikel 227, lid 7 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie verzoekschriften (A9-0230/2020),
A. overwegende dat na de Europese verkiezingen, die van 23 tot en met 26 mei 2019 hebben plaatsgevonden en na de installatie van het nieuwe Parlement op 2 juli 2019, de Commissie verzoekschriften haar constituerende vergadering heeft gehouden op 10 juli 2019;
B. overwegende dat het Parlement in 2019 1 357 verzoekschriften heeft ontvangen, wat neerkomt op een stijging van 11,23 % ten opzichte van de 1 220 in 2018 ingediende verzoekschriften hetgeen erop wijst dat EU-burgers en -ingezetenen, ondanks de recesperiode in verband met de Europese verkiezingen, hun recht om verzoekschriften in te dienen, zijn blijven uitoefenen;
C. overwegende dat het aantal gebruikers dat een of meer verzoekschriften op het internetportaal voor verzoekschriften van het Parlement heeft ondersteund, in 2019 is toegenomen ten opzichte van 2018 en een totaal van 28 075 heeft bereikt; overwegende dat het aantal klikken ter ondersteuning van verzoekschriften 31 679 bedroeg;
D. overwegende dat van de in 2019 ingediende verzoekschriften 41 door een of meer burgers werden medeondertekend, 8 door meer dan 100 burgers en 3 door meer dan 10 000 burgers;
E. overwegende dat het aantal verzoekschriften bescheiden bleef in vergelijking met de totale bevolking van de EU; overwegende dat uit het totale aantal ontvangen verzoekschriften blijkt dat er meer inspanningen en passende maatregelen nodig zijn om de burgers meer bekend te maken met het petitierecht; overwegende dat als burgers van het petitierecht gebruikmaken zij verwachten dat de EU-instellingen een meerwaarde bieden bij het vinden van een oplossing voor hun problemen;
F. overwegende dat van de 1 357 in 2019 ingediende verzoekschriften 938 ontvankelijk zijn verklaard, 406 niet-ontvankelijk zijn verklaard en 13 zijn ingetrokken; overwegende dat het relatief hoge percentage (30 %) van de niet-ontvankelijke verzoekschriften in 2019 laat zien dat er nog steeds sprake is van een algemeen gebrek aan duidelijkheid over de werkterreinen van de EU; overwegende dat het in dit verband noodzakelijk is dit probleem aan te pakken met voorlichtingscampagnes ter verduidelijking van de bevoegdheden van de Unie en de procedure voor het indienen van verzoekschriften bij het Europees Parlement;
G. overwegende dat de criteria voor de ontvankelijkheid van verzoekschriften zijn vastgelegd in artikel 227 VWEU en artikel 226 van het Reglement, op grond waarvan verzoekschriften moeten worden ingediend door EU-burgers of -ingezetenen die rechtstreeks de gevolgen ondervinden van aangelegenheden die tot de werkterreinen van de Europese Unie behoren;
H. overwegende dat het recht om een verzoekschrift in te dienen bij het Europees Parlement tot de grondrechten behoort van de Europese burger; overwegende dat het recht om verzoekschriften in te dienen EU-burgers en ingezetenen een open, democratisch en transparant mechanisme biedt om hun gekozen vertegenwoordigers rechtstreeks aan te spreken en daarom een belangrijk element is van actieve deelname van burgers aan de werkzaamheden van de EU;
I. overwegende dat democratisch bestuur op basis van transparantie, doeltreffende bescherming van de grondrechten, en de opname in de politieke agenda van de EU van verzoeken van EU-burgers noodzakelijk zijn om de rechtstreekse participatie van de burgers te vergroten en de kwaliteit van het besluitvormingsproces van de EU te verbeteren; overwegende dat een democratisch en transparant bestuur ook moet worden beschouwd als een hoeksteen voor het vergroten van de doeltreffendheid en de burgervriendelijkheid van de werkzaamheden van de Commissie verzoekschriften;
J. overwegende dat het recht om verzoekschriften in te dienen het reactievermogen van het Parlement op klachten en zorgen over de eerbiediging van de grondrechten van de EU en de naleving van de wetgeving van de EU in de lidstaten vergroot; overwegende dat verzoekschriften onder meer een zeer nuttige bron van informatie vormen van informatie over onjuiste toepassing van en inbreuken op het EU-recht; overwegende dat verzoekschriften het Parlement en andere EU-instellingen in staat stellen om de omzetting en toepassing van het EU-recht en de gevolgen ervan voor EU-burgers en -ingezetenen te beoordelen en tekortkomingen en inconsistenties in het EU-recht aan het licht te brengen die het doel van volledige bescherming van de grondrechten van burgers ondermijnen;
K. overwegende dat burgers zich doorgaans tot de Commissie verzoekschriften wenden als laatste redmiddel, wanneer andere organen en instellingen worden geacht niet in staat te zijn hun bezorgdheid weg te nemen;
L. overwegende dat het Parlement lang een voorloper is geweest in de internationale ontwikkeling van de verzoekschriftenprocedure en beschikt over de meest open en transparante verzoekschriftenprocedure in Europa, die de deelname van indieners aan zijn activiteiten mogelijk maakt;
M. overwegende dat de Commissie verzoekschriften elk verzoekschrift zorgvuldig heeft onderzocht; overwegende dat elke indiener het recht heeft om binnen een redelijke termijn en in zijn eigen taal of in de taal waarin het verzoekschrift is gesteld een antwoord en informatie over het door de Commissie verzoekschriften genomen ontvankelijkheidsbesluit en follow-upacties te ontvangen;
N. overwegende dat de activiteiten van de Commissie verzoekschriften gebaseerd zijn op de inbreng en bijdragen van de indieners; overwegende dat de door indieners verschafte informatie samen met door de Commissie, de lidstaten en andere instanties geboden expertise van essentieel belang zijn voor het werk van de Commissie verzoekschriften; overwegende dat ontvankelijke verzoekschriften dikwijls een waardevolle inbreng bieden in het werk van andere parlementaire commissies en interfractiewerkgroepen;
O. overwegende dat een aanzienlijk aantal verzoekschriften publiekelijk wordt behandeld in vergaderingen van de Commissie verzoekschriften; overwegende dat indieners dikwijls worden uitgenodigd om hun verzoekschriften te presenteren en volwaardig deelnemen aan de discussie, en zo actief bijdragen aan het werk van de commissie; overwegende dat in 2019 de Commissie verzoekschriften 9 gewone commissievergaderingen heeft gehouden, waarin 250 verzoekschriften werden besproken in aanwezigheid van 239 indieners, terwijl 126 van de indieners actief deelnamen door het woord te voeren; overwegende dat de rol van de commissie bij het versterken van de positie van de Europese burgers een belangrijke bijdrage levert aan de versterking van het imago en de autoriteit van het Parlement;
P. overwegende dat de voornaamste punten van zorg die in de in 2019 ingediende verzoekschriften aan de orde zijn gesteld, betrekking hebben op milieukwesties (met name kwesties in verband met vervuiling, bescherming en instandhouding en afvalbeheer), grondrechten (met name de rechten van het kind, stemrechten en de rechten van EU-burgers, vooral in het kader van de brexit), constitutionele zaken (met name kwesties in verband met de Europese verkiezingen en de terugtrekking van het VK uit de EU), gezondheid (met name kwesties in verband met gezondheidszorg en de effecten van gevaarlijke en giftige stoffen), vervoer (met name rechten van luchtvaartpassagiers en treinreizigers, grensoverschrijdende verbindingen en winter- en zomertijdwijzigingen), en de interne markt (met name kwesties in verband met consumentenrechten en het vrij personenverkeer), werkgelegenheid (met name toegang tot de arbeidsmarkt en precaire contracten), en cultuur en onderwijs (met name toegang tot onderwijs voor kinderen met een handicap en intimidatie op school), alsook op vele andere werkterreinen;
Q. overwegende dat in 2019 73,9 % van de ontvangen verzoekschriften (1 003 verzoekschriften) via het internetportaal voor verzoekschriften van het Parlement werd ingediend, tegenover 70,7 % (863 verzoekschriften) in 2018;
R. overwegende dat het internetportaal voor verzoekschriften in 2019 verder is ontwikkeld tot een versie met een responsief webdesign, in overeenstemming met de nieuwe vormgeving van de website van het Europees Parlement (Europarl); overwegende dat het portaal daarom gebruiksvriendelijker en toegankelijker is geworden voor de burgers, die deze nu op elk apparaat kunnen gebruiken, en dat het voor de toepassing van de Europese norm EN 301 549 geoptimaliseerd is; overwegende dat het ook gedeeltelijk in overeenstemming is met de norm “Web Content Accessibility Guidelines (WCAG) 2.1 level AA”; overwegende dat de nieuwe privacyverklaring in alle taalversies is geüpload in de e-mailtemplates en op de registratiepagina, en dat audio-captcha voor de registratie van gebruikersaccounts is ingeschakeld; overwegende dat het internetportaal voor verzoekschriften en e-Petition verder zijn geïntegreerd door hun synchronisatiemechanisme te verbeteren; overwegende dat een groot aantal individuele ondersteuningsaanvragen met succes is afgehandeld;
S. overwegende dat, vanwege de recesperiode in verband met de Europese verkiezingen, geen informatiebezoeken hebben plaatsgevonden inzake verzoekschriften waarvoor in 2019 een onderzoek liep; overwegende dat de commissie de follow-up van een aantal eerdere informatiebezoeken heeft afgehandeld en van twee in 2018 afgelegde bezoeken de verslagen heeft goedgekeurd; overwegende dat voor 2020 een aantal informatiebezoeken zijn gepland;
T. overwegende dat de Commissie verzoekschriften het Europees burgerinitiatief beschouwt als een belangrijk instrument van participatieve democratie dat burgers de mogelijkheid biedt tot actieve betrokkenheid bij de ontwikkeling van Europees beleid en wetgeving; overwegende dat er een gebrek is aan effectieve communicatie betreffende het EBI;
U. overwegende dat de media een sleutelrol spelen in elk democratisch systeem en het proces van de Commissie verzoekschriften transparanter maken; overwegende dat een kwaliteitspers een essentieel element is voor de hele Europese Unie; overwegende dat er in sommige Europese media verwarring bestaat over de rol en bevoegdheden van de Commissie verzoekschriften;
V. overwegende dat de Commissie verzoekschriften op grond van het Reglement verantwoordelijk is voor de betrekkingen met de Europese Ombudsman, die klachten over mogelijk wanbeheer binnen instellingen en organen van de Unie onderzoekt; overwegende dat in 2019 de Commissie verzoekschriften een sleutelrol heeft gespeeld bij de organisatie van de verkiezing van de Europese Ombudsman door de openbare hoorzitting van de kandidaten overeenkomstig artikel 231 van het Reglement te organiseren; overwegende dat Emily O’Reilly op 18 december 2019 is herkozen tot Europese Ombudsman voor de zittingsperiode 2019-2024;
W. wijst op zijn resolutie van 17 januari 2019 over het strategisch onderzoek van de Ombudsman OI/2/2017 betreffende de transparantie van het wetgevingsoverleg in de voorbereidende instanties van de Raad van de EU(1), waarin steun wordt uitgesproken voor de Ombudsman in haar onderzoek en er bij de Raad op aan wordt gedrongen alle maatregelen te nemen die nodig zijn om de aanbevelingen van de Ombudsman zo snel mogelijk uit te voeren; overwegende dat noch de Ombudsman noch de resolutie van het Parlement een reactie heeft kunnen ontlokken van de Raad en dat deze geen stappen in de richting van tenuitvoerlegging heeft ondernomen;
X. overwegende dat in 2019 de betrekkingen tussen de Commissie verzoekschriften en de Europese Ombudsman verder zijn versterkt, zoals blijkt uit de actieve deelname van de Ombudsman aan de vergaderingen van de commissie; overwegende dat na zijn resolutie van 12 februari 2019 inzake het statuut en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van het ambt van de Europese ombudsman(2), Emily O'Reilly heeft deelgenomen aan de commissievergadering van 2 april 2019 voor een gedachtewisseling over haar voorgestelde nieuwe prerogatieven, en tijdens de vergadering van 4 september 2019 haar jaarverslag voor 2018 aan de Commissie verzoekschriften heeft gepresenteerd;
Y. overwegende dat de Commissie verzoekschriften lid is van het Europees netwerk van ombudsmannen, waar ook de Europese Ombudsman, nationale en regionale ombudsmannen en soortgelijke instanties van de lidstaten, kandidaat-lidstaten en andere landen van de Europese Economische Ruimte deel van uitmaken, en dat ten doel heeft de uitwisseling van informatie over het recht en het beleid van de EU en het delen van beste praktijken te bevorderen;
Z. overwegende dat de activiteiten van het verzoekschriftennetwerk moeten worden verbeterd door te zorgen voor een effectievere samenwerking tussen de commissies die verzoekschriften behandelen; overwegende dat het verzoekschriftennetwerk de dialoog en samenwerking met de Commissie en andere EU-instellingen moet versterken om te waarborgen dat kwesties die door burgers in verzoekschriften aan de orde worden gesteld, adequaat worden aangepakt en opgelost;
AA. overwegende dat voorzitter Von der Leyen in haar richtsnoeren voor de Europese Commissie 2019-2024, heeft toegezegd met een wetgevingshandeling te zullen reageren op resoluties van het Parlement op basis van artikel 225 VWEU, teneinde het Parlement een sterkere rol te geven bij het initiëren van EU-wetgeving; overwegende dat de Commissie verzoekschriften een strategische rol moet spelen bij het leggen van een rechtstreeks verband tussen het initiatiefrecht van het Parlement en de kwesties die burgers via verzoekschriften aan de orde stellen;
1. herinnert eraan dat de Commissie verzoekschriften, als enige commissie die rechtstreeks met de burgers communiceert, haar sleutelrol bij de verdediging en bevordering van de rechten van EU-burgers en -ingezetenen binnen de bevoegdheden van de commissie moet versterken, door ervoor te zorgen dat de zorgen en klachten van indieners tijdig worden onderzocht en opgelost door middel van een open, democratische, flexibele en transparante verzoekschriftenprocedure en een versterkte samenwerking en dialoog met andere EU-instellingen en nationale, regionale en lokale autoriteiten, en door een bevooroordeelde of gepolitiseerde reactie op indieners te vermijden;
2. betreurt het dat indieners nog steeds niet voldoende worden geïnformeerd over de redenen waarom een verzoekschrift niet-ontvankelijk wordt verklaard; benadrukt het belang van een permanente informatiecampagne en een openbaar debat over de werkterreinen van de Unie met duidelijkere en gedetailleerdere informatie over de bevoegdheden van de EU, om het publiek bewust te maken van het recht om verzoekschriften in te dienen bij het Europees Parlement; benadrukt dat dringend alle maatregelen moeten worden genomen om een democratisch bestuur van de EU tot stand te brengen dat gebaseerd is op transparantie, verbeterde bescherming van de grondrechten, en rechtstreekse participatie van de burgers in het besluitvormingsproces van de EU; acht het van essentieel belang een manier te vinden om het petitierecht beter te bevorderen en burgers bewust te maken van dit recht; stelt voor de informatiecampagnes in de Europese Unie te intensiveren om ervoor te zorgen dat de EU-burgers beter op de hoogte zijn van de bevoegdheden van de EU en om de perceptie van de rol van de Commissie verzoekschriften in de publieke opinie te verduidelijken;
3. roept op tot een actievere pers- en communicatiedienst en een actievere aanwezigheid op sociale media, om de zichtbaarheid van de werkzaamheden van de commissie te vergroten en te zorgen voor een snellere reactie van de commissie op publieke zorgen en EU-debatten, door ook de aandacht te vestigen op die gevallen en succesverhalen waarin een door een indiener aangekaarte kwestie met de steun van de Commissie verzoekschriften werd opgelost;
4. stelt voor campagnes en outreach-evenementen te organiseren die gericht zijn op journalisten en de media om vage informatie te voorkomen en zo de relatie tussen de Commissie verzoekschriften en de media te verbeteren; onderstreept dat de media een belangrijke rol spelen bij het contact met de Europese burgers over de dagelijkse werkzaamheden van de Commissie verzoekschriften en met hun activiteiten ertoe kunnen bijdragen dat de Europese burgers beter bekend zijn met de werkzaamheden van de Commissie verzoekschriften; benadrukt dat het de taak van de EU is om de verstrekking van nauwkeurige informatie aan de Europese burgers aan te moedigen;
5. wijst op de mogelijkheden die verzoekschriften het Europees Parlement en andere EU-instellingen bieden om in een rechtstreekse dialoog met EU-burgers en legaal verblijvende personen te treden die worden getroffen door een onjuiste toepassing van het EU-recht of door inconsistenties in de EU-wetgeving, en aan het licht gekomen problemen op te lossen; is daarom ingenomen met het feit dat verzoekschriften de toegang voor burgers tot de Europese instellingen vormen; benadrukt de noodzaak van nauwere samenwerking tussen de Commissie verzoekschriften en bevoegde commissies, de EU-instellingen en de nationale, regionale en lokale autoriteiten bij vragen of voorstellen inzake de tenuitvoerlegging en de naleving van de EU-wetgeving;
6. is van mening dat, om ervoor te zorgen dat verzoekschriften worden doorgestuurd naar de relevante en bevoegde autoriteiten, de samenwerking met de nationale parlementen, de regeringen van de lidstaten, de betrokken nationale instellingen en ombudsmannen moet worden verbeterd;
7. herinnert eraan dat verzoekschriften een waardevolle bijdrage leveren aan de rol van de Commissie als hoedster van de Verdragen; herhaalt dat goede samenwerking tussen de Commissie verzoekschriften en de Commissie van cruciaal belang is en dat snellere antwoorden van de Commissie essentieel zijn voor de behandeling van verzoekschriften; is in dit verband ingenomen met de toezegging van de vicevoorzitter van de Commissie voor interinstitutionele betrekkingen en prognoses, Maroš Šefčovič, tijdens zijn hoorzitting als kandidaat-commissaris, om de behandeling van verzoekschriften door de Commissie verder te verbeteren en ervoor te zorgen dat binnen de termijn van drie maanden nauwkeurige antwoorden worden ingediend; verzoekt de Commissie nogmaals om zowel in het kader van lopende EU-pilotprocedures die verband houden met verzoekschriften als met betrekking tot reeds afgeronde EU-pilotprocedures en inbreukprocedures transparantie en toegang tot documenten te waarborgen;
8. verzoekt de Commissie te streven naar een actievere betrokkenheid van de Commissie verzoekschriften om ervoor te zorgen dat indieners een nauwkeurig antwoord krijgen op hun verzoeken en klachten over de tenuitvoerlegging van het EU-recht;
9. is van mening dat de Commissie de verantwoordelijkheid om op te treden niet alleen bij een indiener mag leggen wanneer er een probleem is vastgesteld in verband met de toepassing of schending van het EU-recht; is van mening dat de Commissie moet nagaan of de nationale autoriteiten stappen ondernemen om het in het verzoekschrift genoemde probleem op te lossen en bereid moet zijn in te grijpen indien de maatregelen van nationale autoriteiten niet efficiënt zijn;
10. onderstreept dat transparantie en toegang van het publiek tot de documenten van alle EU-instellingen, met inbegrip van de Raad, de regel moet zijn, teneinde het hoogste niveau van bescherming van de democratische rechten van de burgers te waarborgen; wijst erop dat de huidige Verordening (EG) nr. 1049/2001(3) niet langer de werkelijke situatie weerspiegelt; verzoekt de Commissie een voorstel in te dienen voor een herschikking van de verordening van 2001, teneinde de transparantie en verantwoordingsplicht te vergroten door goede administratieve praktijken te bevorderen;
11. merkt op dat de Commissie verzoekschriften vaak klachten ontvangt over schendingen van de rechtsstaat door bepaalde autoriteiten; herinnert eraan dat het waarborgen van een effectieve, gelijke en uniforme toepassing van het EU-recht van cruciaal belang is voor de handhaving van de rechtsstaat, een van de waarden waarop de Unie en haar lidstaten berusten overeenkomstig artikel 2 VEU; verzoekt de Commissie, met inachtneming van het subsidiariteitsbeginsel, de toezeggingen na te komen die zij heeft gedaan in haar mededeling van 17 juli 2019 getiteld “Versterking van de rechtsstaat in de Unie: Een blauwdruk voor actie” (COM(2019)0343), teneinde een cultuur van eerbiediging van de rechtsstaat te bevorderen, samenwerking met nationale autoriteiten te versterken, en te zorgen voor een effectief gemeenschappelijk antwoord op daadwerkelijke dreigingen binnen de Unie;
12. dringt er bij de Commissie op aan maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat het toepassingsgebied van artikel 51 zo coherent en zo ruim mogelijk wordt uitgelegd; meent dat de verwachtingen van de meeste indieners met betrekking tot de bij het Handvest aan hen toegekende rechten hoog zijn en verder strekken dan het huidige toepassingsgebied ervan;
13. is van mening dat samenwerking met andere parlementaire commissies essentieel is voor de alomvattende behandeling van verzoekschriften; merkt op dat in 2019, 65 verzoekschriften voor advies en 351 ter informatie naar andere commissies zijn gezonden en dat van andere commissies 38 adviezen werden ontvangen en 9 kennisgevingen dat verzoekschriften bij hun werkzaamheden in aanmerking werden genomen; merkt ook op dat in 2018, 47 verzoekschriften voor advies en 660 ter informatie naar andere commissies zijn gezonden en dat van andere commissies 30 adviezen werden ontvangen en 38 kennisgevingen dat verzoekschriften bij hun werkzaamheden in aanmerking werden genomen; herinnert eraan dat indieners op de hoogte worden gesteld van besluiten om in verband met de behandeling van hun verzoekschriften andere commissies advies te vragen; onderstreept daarom het belang van de bijdrage van andere commissies om het Parlement in staat te stellen sneller en efficiënter te reageren op de bezorgdheid van de burgers;
14. vertrouwt erop dat het verzoekschriftennetwerk een nuttig instrument is om de aandacht te vestigen op de kwesties die in verzoekschriften aan de orde komen en om de behandeling te vergemakkelijken van verzoekschriften in andere commissies waarnaar ze ter informatie of ter informatie worden gestuurd; merkt op dat een adequate opvolging van verzoekschriften in parlementaire en wetgevende werkzaamheden nodig is; benadrukt dat het verzoekschriftennetwerk kan worden beschouwd als een strategisch instrument ter bevordering van het in artikel 225 VWEU verankerde wetgevend initiatiefrecht van het Europees Parlement, waarmee de tekortkomingen en inconsistenties in het EU-recht die in verzoekschriften aan de orde worden gesteld, worden aangepakt om de volledige bescherming van de burgerrechten te waarborgen; is van mening dat reguliere vergaderingen van het verzoekschriftennetwerk van essentieel belang zijn voor nauwere samenwerking tussen de parlementaire commissies door middel van de uitwisseling van informatie en het delen van optimale praktijken tussen de leden van het netwerk; benadrukt dat een nauwere band tussen de commissies ook het inplannen van hoorzittingen en parlementaire onderzoeken over dezelfde onderwerpen efficiënter kan doen verlopen; pleit voor het ontwerpen van een mechanisme om de Commissie verzoekschriften in staat te stellen rechtstreeks bij het wetgevingsproces betrokken te worden;
15. wijst op de belangrijkste jaarverslagen die de Commissie verzoekschriften in 2019 heeft goedgekeurd, namelijk het Jaarverslag over de activiteiten van de Commissie verzoekschriften in 2018(4) en het Jaarverslag over de werkzaamheden van de Europese Ombudsman in 2018(5);
16. merkt op dat de Commissie verzoekschriften haar standpunt over belangrijke kwesties die in verzoekschriften aan de orde gesteld zijn tot uiting heeft gebracht in haar bijdragen aan parlementaire en wetgevingsverslagen, met name inzake de tenuitvoerlegging van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie in het institutionele kader(6) van de EU en inzake het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende het einde van de omschakeling tussen winter- en zomertijd en tot intrekking van Richtlijn 2000/84/EG(7);
17. onderstreept dat veel verzoekschriften hebben geleid tot wetgevende en politieke initiatieven, hetzij in de vorm van verslagen of ontwerpresoluties, hetzij in de vorm van prejudiciële uitspraken of inbreukprocedures;
18. merkt op dat milieukwesties de voornaamste bron van zorg waren die indieners in 2019 hebben aangekaart; wijst in dit verband op de ontwerpresolutie overeenkomstig artikel 227, lid 2, van het Reglement, over afvalbeheer, die op 21 maart 2019 door de Commissie verzoekschriften is goedgekeurd en op 4 april 2019 in de plenaire vergadering is aangenomen(8); benadrukt dat afvalbeheer een van de belangrijkste mondiale uitdagingen op sociaaleconomisch en milieugebied vormt en herhaalt zijn verzoek om preventie, hergebruik, gescheiden inzameling en recycling te bevorderen met het oog op de transitie naar een circulaire economie; verzoekt de Commissie nogmaals het potentieel van het systeem voor vroegtijdige waarschuwing, zoals vastgelegd in de herziene afvalrichtlijnen, ten volle te benutten; vestigt de aandacht op het eindverslag van het informatiebezoek aan Valledora (Italië), dat op 11 april 2019 is goedgekeurd, en verzoekt de bevoegde nationale, regionale en lokale autoriteiten ervoor te zorgen dat alle daarin vervatte aanbevelingen volledig en consequent worden uitgevoerd;
19. vestigt de aandacht op de hoorzitting over ontkenning van klimaatverandering die de Commissie verzoekschriften samen met de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid heeft gehouden op 21 maart 2019; is van mening dat de Commissie verzoekschriften klimaatontkenning moet blijven tegengaan, onder meer door te pleiten voor doeltreffende en afschrikkende sancties tegen belangengroepen die lobbyen bij EU-instellingen waarvan de activiteiten direct of indirect verband houden met de ontkenning van de klimaatverandering; benadrukt dat het van het allergrootste belang is ervoor te zorgen dat de toekomstige werkzaamheden van de Commissie verzoekschriften een specifieke focus op klimaatverandering waarborgen met het oog op de versterking van de algemene activiteiten van de EU-instellingen die erop gericht zijn de Europese Green Deal en de Overeenkomst van Parijs consequent ten uitvoer te leggen;
20. wijst op de studie “Cross-border nuclear safety, liability and cooperation in the European Union” (Grensoverschrijdende nucleaire veiligheid, aansprakelijkheid en samenwerking in de Europese Unie), en de studie "Endocrine Disruptors: From Scientific Evidence to Human Health Protection” (Hormoonontregelaars: van wetenschappelijk bewijs tot bescherming van de menselijke gezondheid), waartoe de Commissie verzoekschriften opdracht heeft gegeven naar aanleiding van een aantal verzoekschriften waarin zorgen werden geuit over deze kwesties, en die tijdens haar vergaderingen van 20 februari 2019 en 2 april 2019 zijn gepresenteerd; betreurt het dat de milieuvoorschriften niet altijd correct ten uitvoer worden gelegd in de lidstaten, zoals blijkt uit talrijke verzoekschriften; benadrukt hoe belangrijk het is om te voldoen aan de verwachtingen van de EU-burgers inzake de bescherming van het milieu, en dringt er daarom bij de Commissie op aan om, samen met de lidstaten, te zorgen voor de correcte tenuitvoerlegging van de EU-wetgeving op dit gebied; is ervan overtuigd dat de Commissie haar activiteiten moet opvoeren om ervoor te zorgen dat de milieubeoordelingen die door de lidstaten worden uitgevoerd met het oog op de goedkeuring van infrastructuurprojecten waarbij indieners hebben gewezen op ernstige risico’s voor de menselijke gezondheid en het milieu, gebaseerd zijn op nauwkeurige en uitgebreide analyses die volledig in overeenstemming zijn met het EU-recht;
21. maakt zich ernstige zorgen over de ernstige gezondheidsschade die burgers lijden – de grootste negatieve gevolgen worden geregistreerd onder kinderen – die wonen in gebieden waar enorme hoeveelheden kankerverwekkende stoffen worden geproduceerd; is ervan overtuigd dat de Commissie ten volle gebruik moet maken van en consequent uitvoering moet geven aan de bepalingen van bijlage XIV bij Verordening (EG) nr. 1907/2006 (Reach) met betrekking tot autorisatieplichtige stoffen die kankerverwekkend, persistent of bioaccumulerend zijn, om ervoor te zorgen dat deze stoffen worden vervangen door niet-toxische alternatieve stoffen, onder meer door daartoe industriële processen te bevorderen;
22. vestigt de aandacht op het grote aantal verzoekschriften over de brexit die in 2019 zijn ingediend en die grotendeels vragen om de bescherming van de rechten van EU-burgers voor en na de brexit; is ingenomen met het uitstekende werk van de Commissie verzoekschriften, dat ertoe heeft bijgedragen dat de door deze indieners geuite bezorgdheid ertoe heeft bijgedragen dat de rechten van de burgers een van de belangrijkste prioriteiten van het Parlement in de brexitonderhandelingen zijn gebleven; benadrukt dat er veel burgers zijn – zowel in de EU als in het Verenigd Koninkrijk – die zich, gelet op de onzekerheid van een brexit zonder akkoord, tot de Commissie verzoekschriften hebben gewend omdat zij vrezen dat hun rechten, als gevolg van het gebrek aan overeenstemming, in gevaar zijn; wijst erop dat het, met het oog op het behoud van de rechten van EU-burgers die in een andere dan hun eigen lidstaat wonen, nuttig kan zijn passende wetgeving vast te stellen indien de lidstaat zijn status ten opzichte van de EU wijzigt;
23. herinnert aan de specifieke beschermende rol die de Commissie verzoekschriften vervult in de context van de tenuitvoerlegging van het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap; wijst op de belangrijke lopende werkzaamheden van de commissie in verband met verzoekschriften over handicapgerelateerde problemen; merkt op dat het aantal verzoekschriften over handicapgerelateerde problemen in 2019 is gedaald in vergelijking met het voorgaande jaar; merkt echter op dat toegankelijkheid en discriminatie nog steeds een van de belangrijkste uitdagingen voor personen met een handicap vormen; herinnert eraan dat in 2019 de Commissie verzoekschriften bijzondere aandacht heeft besteed aan de behandeling van verzoekschriften over inclusief onderwijs voor gehandicapte kinderen; dringt aan op een nieuwe vaardighedenagenda die in Europa een centrale plaats moet innemen, en op concrete voorstellen over de wijze waarop inclusiviteit bevorderd en de erkenning en overdraagbaarheid van vaardigheden binnen Europa vergemakkelijkt kunnen worden;
24. is verheugd dat in 2019 de Commissie verzoekschriften zich heeft ingelaten met de bezorgdheid van burgers over de transparantie en verantwoordingsplicht van de EU-instellingen, zoals aan de orde gesteld in meerdere verzoekschriften; herinnert er in dit verband aan dat de commissie tijdens haar vergadering van 2 april 2019 een workshop heeft georganiseerd over belangenconflicten – integriteit, verantwoordingsplicht en transparantie in de instellingen en agentschappen van de EU, waarin de bereikte resultaten ten aanzien van belangenconflicten, integriteit, verantwoordingsplicht, transparantie, gedragscodes en draaideurconstructies in de instellingen en agentschappen van de EU, werden onderzocht; wijst op de belangrijke bijdrage van de Europese Ombudsman aan het debat, die een keynote speech hield over de resultaten en uitdagingen voor de EU-instellingen;
25. dringt aan op de snelle vaststelling van juridische hervormingen om het gebrek aan transparantie van het besluitvormingsproces van de EU, belangenconflicten en alle ethische kwesties op EU-niveau die van invloed zijn op het wetgevingsproces, aan te pakken met betrekking tot aangelegenheden die door burgers in hun verzoekschriften aan de orde worden gesteld;
26. vestigt de aandacht op de meerderheidssteun die de plenaire vergadering van het Parlement heeft gegeven aan de resolutie van 17 januari 2019 over het strategisch onderzoek OI/2/2017 van de Europese Ombudsman betreffende de transparantie van het wetgevingsoverleg in de voorbereidende instanties van de Raad van de Europese Unie(9); herinnert eraan dat de Raad, als medewetgever een onontbeerlijke instelling is voor de burgers van de Unie; betreurt het feit dat er nog steeds tal van besprekingen en vergaderingen van de Raad achter gesloten deuren plaatsvinden; verzoekt de Raad een beleid van grotere transparantie te voeren om het vertrouwen van de burgers in openbare instellingen te vergroten; moedigt de Raad aan om bepaalde bijeenkomsten en documenten breder bekend te maken om tot een betere communicatie met de Europese burgers en de nationale parlementen te komen;
27. neemt kennis van het resultaat van de openbare hoorzitting die de Commissie verzoekschriften op 12 november 2019 heeft gehouden over de Foreign Account Tax Compliance Act van de VS (FATCA) en de extraterritoriale gevolgen daarvan voor EU-burgers; betreurt het feit dat de Commissie en de Raad meer waarde lijken te hechten aan de internationale betrekkingen met de VS dan aan de rechten en belangen van EU-burgers, met name in het geval van FATCA, en verzoekt hen hun verantwoordelijkheid te nemen en onmiddellijke en zinvolle maatregelen te nemen ter ondersteuning van de betrokken burgers, zoals het Parlement heeft gevraagd in zijn resolutie van 5 juli 2018 over de negatieve gevolgen van de Amerikaanse Foreign Account Tax Compliance Act voor EU-burgers(10);
28. wijst op de belangrijke lopende werkzaamheden van de Commissie verzoekschriften om de bescherming van het dierenwelzijn in de EU te waarborgen, zoals blijkt uit het grote aantal verzoekschriften over dit onderwerp dat in 2019 in zijn vergaderingen is behandeld; is van mening dat het van het allergrootste belang is om een nieuwe EU-strategie te lanceren om alle bestaande tekortkomingen weg te werken en de volledige en doeltreffende bescherming van het dierenwelzijn te garanderen door middel van een helder en alomvattend wetgevingskader dat volledig voldoet aan de vereisten van artikel 13 VWEU; vestigt de aandacht op de openbare hoorzitting over de herwaardering van de wolvenpopulatie in de EU, die de Commissie verzoekschriften op 5 december 2019 samen met de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid, en in samenwerking met de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling heeft gehouden, om uiting te geven aan de bezorgdheid van de burgers over het rechtskader voor de bescherming van de wolf en over de gevolgen van wolven en andere grote carnivoren zoals de populatie bruine beren voor het milieu en de plattelandsgemeenschappen; benadrukt dat grote carnivoren in het kader van de habitatrichtlijn in de meeste lidstaten beschermde soorten zijn; verzoekt de lidstaten beter gebruik te maken van de instrumenten in het kader van de bestaande EU-wetgeving om mogelijke conflicten over het behoud van beschermde grote carnivoren aan te pakken; verzoekt de Commissie zo spoedig mogelijk een bijgewerkte EU-leidraad inzake de regels voor beschermde soorten voor te leggen, om een bevredigende co-existentie van mensen en grote carnivoren in de getroffen gebieden tot stand te brengen;
29. acht het van essentieel belang dat burgers rechtstreeks kunnen worden betrokken bij het indienen van wetgevingsvoorstellen; benadrukt dat het EBI een fundamenteel instrument is voor actief burgerschap en inspraak van het publiek; is ingenomen met de vaststelling op 17 april 2019 van de nieuwe regels voor het EBI, die een aantal structurele en technische verbeteringen meebrengen om dit instrument gebruiksvriendelijker en toegankelijker te maken en om de deelname van EU-burgers aan het democratische proces van de Unie te vergroten; wijst op het grote aantal nieuwe EBI’s die de Commissie in 2019 heeft geregistreerd, waaruit blijkt dat burgers de mogelijkheid aangrijpen gebruik te maken van participatieve instrumenten voor inspraak in de beleidsvorming en de wetgevingsprocessen; dringt aan op meer informatiecampagnes over de rol van het EBI om het gebruik van dit hulpmiddel door de Europese burgers te bevorderen; betreurt het dat de meerderheid van succesvolle EBI’s tot dusver niet hebben geleid tot een wetgevingsvoorstel van de Commissie; moedigt de Commissie aan om EBI’s zo open en responsief mogelijk te benaderen om van dit instrument een echt succes van de Europese participatiedemocratie in de ogen van de burgers te maken; verzoekt de Commissie daarom een wetgevingsvoorstel in te dienen op basis van een succesvol EBI dat door het Europees Parlement werd gesteund;
30. herinnert eraan dat het onderhouden van de betrekkingen met de Europese Ombudsman een van de taken is die het Reglement aan de Commissie verzoekschriften heeft opgedragen; is ingenomen met de succesvolle samenwerking tussen het Parlement en de Europese Ombudsman en haar betrokkenheid bij het Europese netwerk van ombudsmannen; wijst op de zeer goede betrekkingen tussen de Europese Ombudsman en de Commissie verzoekschriften; merkt de belangrijke rol op die de Commissie verzoekschriften in 2019 heeft gespeeld bij het transparante en efficiënte verloop van de openbare hoorzittingen van de kandidaten in het kader van de verkiezing van de Europese Ombudsman;
31. waardeert de regelmatige bijdragen die de Europese Ombudsman gedurende het hele jaar levert aan de werkzaamheden van de Commissie verzoekschriften; is stellig van oordeel dat de instellingen, organen en instanties van de Unie moeten zorgen voor een consistente en doeltreffende follow-up van de aanbevelingen van de Ombudsman;
32. herinnert eraan dat het internetportaal voor verzoekschriften een essentieel instrument is om een vlot, efficiënt en transparant verzoekschriftenproces te waarborgen; is ingenomen in dit verband met de afstemming ervan op de vormgeving van de website van het Europees Parlement (Europarl); herinnert eraan dat vanaf eind 2017 documenten zoals agenda’s, notulen en mededelingen van de Commissie verzoekschriften automatisch naar het portaal worden geüpload, waardoor de burgers over een reactiever, transparanter en toegankelijker portaal beschikken; benadrukt dat de inspanningen moeten worden voortgezet om het portaal toegankelijker te maken voor personen met een handicap, met inbegrip van ontwikkelingen die indieners in staat stellen verzoekschriften in te dienen in de nationale gebarentalen van de EU, om ervoor te zorgen dat alle burgers van de Unie gebruik kunnen maken van hun recht om verzoekschriften in te dienen bij het Europees Parlement, zoals vastgelegd in de artikelen 20 en 24 VWEU en in artikel 44 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie; bepleit het internetportaal voor verzoekschriften zichtbaarder te maken op de website van het Europees Parlement; is van mening dat het petitierecht rechtstreeks verband houdt met de activiteiten van de instelling en een zichtbare en gemakkelijk toegankelijke plaats op de website van het EP verdient; dringt aan op onderzoek naar manieren om het gebruik van gestolen of valse identiteiten te voorkomen;
33. onderstreept dat het aantal mensen dat een of meer verzoekschriften ondersteunt op het internetportaal voor verzoekschriften van het Parlement weliswaar is toegenomen ten opzichte van 2018, maar dat sommige indieners nog steeds technische problemen melden bij de ondersteuning van verschillende verzoekschriften;
34. onderstreept dat het ePetitions-instrument voor de werking van de Commissie verzoekschriften een belangrijke databank vormt, dringt echter aan op verbetering en modernisering van de interface om het toegankelijker te maken en het gebruik ervan te vergemakkelijken;
35. feliciteert het secretariaat van de Commissie verzoekschriften met de doeltreffende en uiterst zorgvuldige wijze waarop de behandeling van verzoekschriften plaatsvindt, in overeenstemming met de richtsnoeren van de commissie en de procedure voor de behandeling van verzoekschriften door de administratie van het Europees Parlement;
36. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie en het verslag van de Commissie verzoekschriften te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de Europese Ombudsman, de regeringen en de parlementen van de lidstaten, alsmede aan hun verzoekschriftencommissies en nationale ombudsmannen of andere soortgelijke organen in de lidstaten.
Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43).