Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2018/0243(COD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A9-0198/2021

Ingediende teksten :

A9-0198/2021

Debatten :

Stemmingen :

PV 09/06/2021 - 16

Aangenomen teksten :

P9_TA(2021)0279

Aangenomen teksten
PDF 136kWORD 47k
Woensdag 9 juni 2021 - Straatsburg
Instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking 2021-2027 - Europa in de wereld ***II
P9_TA(2021)0279A9-0198/2021
Resolutie
 Bijlage

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 9 juni 2021 betreffende het standpunt van de Raad in eerste lezing met het oog op de vaststelling van een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking – Europa in de wereld, tot wijziging en intrekking van Besluit nr. 466/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Verordening (EU) 2017/1601 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009 van de Raad (06879/1/2021 – C9-0191/2021 – 2018/0243(COD))

(Gewone wetgevingsprocedure: tweede lezing)

Het Europees Parlement,

–  gezien het standpunt van de Raad in eerste lezing (06879/1/2021 – C9-0191/2021),

–  gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van 12 december 2018(1),

–  gezien het advies van het Comité van de Regio’s van 6 december 2018(2),

–  gezien zijn in eerste lezing geformuleerde standpunt(3) inzake het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2018)0460),

–  gezien het gewijzigde voorstel van de Commissie (COM(2020)0459),

–  gezien artikel 294, lid 7, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–  gezien het overeenkomstig artikel 74, lid 4, van zijn Reglement door de bevoegde commissies goedgekeurde voorlopig akkoord,

–  gezien artikel 67 van zijn Reglement,

–  gezien de gezamenlijke beraadslagingen van de Commissie buitenlandse zaken en de Commissie ontwikkelingssamenwerking overeenkomstig artikel 58 van het Reglement,

–  gezien de aanbeveling voor de tweede lezing van de Commissie buitenlandse zaken en de Commissie ontwikkelingssamenwerking (A9‑0198/2021),

1.  hecht zijn goedkeuring aan het standpunt van de Raad in eerste lezing;

2.  hecht zijn goedkeuring aan de verklaringen die als bijlage bij onderhavige resolutie zijn gevoegd en die zullen worden bekendgemaakt in de C-serie van het Publicatieblad van de Europese Unie;

3.  neemt kennis van de verklaringen van de Commissie die als bijlage bij onderhavige resolutie zijn gevoegd en die zullen worden bekendgemaakt in de C-serie van het Publicatieblad van de Europese Unie;

4.  constateert dat de handeling is vastgesteld overeenkomstig het standpunt van de Raad;

5.  verzoekt zijn Voorzitter de handeling samen met de voorzitter van de Raad overeenkomstig artikel 297, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie te ondertekenen;

6.  verzoekt zijn secretaris-generaal de handeling te ondertekenen nadat is nagegaan of alle procedures naar behoren zijn uitgevoerd, en samen met de secretaris-generaal van de Raad zorg te dragen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie, samen met de verklaringen die als bijlage bij onderhavige resolutie zijn gevoegd;

7.  verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.

(1) PB C 45 van 4.2.2019, blz. 1.
(2) PB C 86 van 7.3.2019, blz. 295.
(3) PB C 108 van 26.3.2021, blz. 312.


BIJLAGE BIJ DE WETGEVINGSRESOLUTIE

Verklaring van het Europees Parlement over de opschorting van de in het kader van de externe financieringsinstrumenten toegekende steun

Het Europees Parlement wijst erop dat Verordening (EU) 2021/947 tot vaststelling van het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking – Europa als wereldspeler een algemene verwijzing bevat naar de mogelijkheid om steun op te schorten zonder daarbij de concrete grondslag voor een dergelijk besluit te specificeren. Van een dergelijke opschorting van steun moet gebruik worden gemaakt indien een partnerland aanhoudend verzuimt de beginselen van democratie, de rechtsstaat en goed bestuur, evenals internationaal erkende normen op het gebied van nucleaire veiligheid, na te leven of de mensenrechten en de fundamentele vrijheden te eerbiedigen.

Het Europees Parlement merkt evenwel op dat er voor het nabuurschap, in tegenstelling tot andere geografische samenwerkingsgebieden, specifieke bepalingen bestaan, met name in artikel 20, lid 2, die voorzien in meer steun voor het maatschappelijk middenveld, conflictpreventie en vredesopbouw, contacten tussen mensen, met inbegrip van samenwerking tussen lokale autoriteiten en de verbetering van de staat van de mensenrechten, alsook in crisissteunmaatregelen in het geval van ernstige of aanhoudende achteruitgang van de democratie, de mensenrechten of de rechtsstaat of bij een verhoogd risico op conflicten. Het Europees Parlement is van mening dat deze verhoogde steun voor bovengenoemde terreinen ook moet worden verleend indien achteruitgang optreedt op deze gebieden in landen die buiten het nabuurschap vallen, en wijst er in het bijzonder op dat in artikel 4, lid 5, is bepaald dat via thematische programma’s ten uitvoer gelegde maatregelen tevens mogen worden uitgevoerd indien het geografisch programma is opgeschort.

Het Europees Parlement meent dat de volgens de gewone wetgevingsprocedure overeengekomen algemene financiële regeling door een eventuele opschorting van de in het kader van deze instrumenten verleende steun zou worden gewijzigd. Indien een dergelijk besluit wordt genomen, heeft het Europees Parlement als medewetgever en tak van de begrotingsautoriteit het recht zijn prerogatieven in dat verband ten volle uit te oefenen.

Verklaring van het Europees Parlement over Besluit 2010/427/EU van de Raad en strategische coördinatie

Het Europees Parlement merkt op dat de in artikel 9 van Besluit 2010/427/EU van de Raad opgenomen verwijzingen naar de instrumenten van de Unie voor extern optreden zijn verouderd, en is derhalve van mening dat dit artikel met het oog op juridische duidelijkheid moet worden bijgewerkt overeenkomstig de in artikel 27, lid 3, van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde procedure om rekening te houden met de instrumenten van de Unie voor externe bijstand die van toepassing zijn in de MFK-periode 2021-2027, te weten het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking – Europa als wereldspeler, het instrument voor pretoetredingssteun, het Europees instrument voor internationale samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid, en het besluit betreffende de LGO-associatie, met inbegrip van Groenland.

Het Europees Parlement verzoekt de Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) een strategische coördinatiestructuur op te zetten die is samengesteld uit alle relevante diensten van de Commissie en de EDEO, om te zorgen voor samenhang, synergie, transparantie en verantwoordingsplicht overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EU) 2021/947 tot vaststelling van het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking – Europa als wereldspeler.

Verklaring van de Commissie over een geopolitieke dialoog met het Europees Parlement over het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking (NDICI) – Europa als wereldspeler

De Europese Commissie, indachtig de politieke controletaken van het Europees Parlement zoals vastgelegd in artikel 14 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, verbindt zich ertoe met het Parlement een geopolitieke dialoog op hoog niveau te voeren over de uitvoering van Verordening (EU) 2021/947 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking (NDICI) – Europa als wereldspeler. Deze dialoog moet het mogelijk maken van gedachten te wisselen met het Europees Parlement, met wiens standpunten over de uitvoering van het NDICI ten volle rekening zal worden gehouden.

In het kader van de geopolitieke dialoog zullen algemene richtsnoeren voor de uitvoering van het NDICI aan bod komen, onder andere wat betreft de programmering vóór de vaststelling van programmeringsdocumenten, en specifieke onderwerpen zoals het gebruik van de buffer of de toepassing van hefboomwerking die zou kunnen leiden tot wijziging van de middelen voor migratie, of de opschorting van bijstand aan een partnerland wanneer dit land de beginselen van de democratie, de rechtsstaat, goed bestuur, eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden aanhoudend schendt.

De geopolitieke dialoog zal als volgt worden gestructureerd:

i)  een dialoog op hoog niveau tussen de hoge vertegenwoordiger/vicevoorzitter, de commissaris die belast is met Internationale Partnerschappen, de commissaris die belast is met Nabuurschap en Uitbreiding, en het Europees Parlement.

ii)  een permanente dialoog op het niveau van hoge ambtenaren met de werkgroepen AFET en DEVE om te zorgen voor adequate voorbereiding en follow-up van de dialoog op hoog niveau.

De dialoog op hoog niveau vindt ten minste tweemaal per jaar plaats. Een van deze bijeenkomsten kan samenvallen met de presentatie door de Commissie van het ontwerp van de jaarlijkse begroting.

Verklaring van de Commissie over de overwegingen 50 en 51 en artikel 8, lid 10

Programma’s ter ondersteuning van regionale migratie zullen ondersteuning bieden voor brede, evenwichtige en op maat gesneden partnerschappen met landen van herkomst of doorreis en gastlanden, op basis van een flexibele, stimulerende aanpak en met ondersteuning van een coördinatiemechanisme in het kader van het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking (NDICI) – Europa als wereldspeler. Waar nodig worden deze aangevuld met acties in het kader van de landenprogramma’s.

Om ervoor te zorgen dat deze middelen zo efficiënt en doeltreffend mogelijk worden gebruikt, overeenkomstig de beleidsprioriteiten van de Unie en de partnerlanden, zal de Europese Commissie deze prioriteiten actief implementeren, met gebruikmaking van alle relevante instrumenten, en zal zij deelnemen aan gesynchroniseerde en efficiënte coördinatie met de lidstaten. Zij zal het Europees Parlement en de Raad nauwgezet en regelmatig informeren, zodat van gedachten kan worden gewisseld.

Laatst bijgewerkt op: 8 oktober 2021Juridische mededeling - Privacybeleid