Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2021/2706(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : B9-0312/2021

Ingediende teksten :

B9-0312/2021

Debatten :

Stemmingen :

PV 10/06/2021 - 2

Aangenomen teksten :

P9_TA(2021)0285

Aangenomen teksten
PDF 180kWORD 56k
Donderdag 10 juni 2021 - Straatsburg
Werkzame stoffen, waaronder flumioxazine
P9_TA(2021)0285B9-0312/2021

Resolutie van het Europees Parlement van 10 juni 2021 over Uitvoeringsverordening (EU) 2021/745 van de Commissie van 6 mei 2021 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wat betreft de verlenging van de goedkeuringsperioden voor de werkzame stoffen aluminiumammoniumsulfaat, aluminiumsilicaat, beflubutamide, benthiavalicarb, bifenazaat, boscalid, calciumcarbonaat, captan, kooldioxide, cymoxanil, dimethomorf, ethefon, extract van theeboom, famoxadone, vetdestillatieresiduen, vetzuren C7 tot en met C20, flumioxazine, fluoxastrobin, flurochloridone, folpet, formetanaat, gibberellinezuur, gibberellinen, heptamaloxyloglucan, gehydrolyseerde eiwitten, ijzersulfaat, metazachloor, metribuzin, milbemectin, Paecilomyces lilacinus stam 251, fenmedifam, fosmet, pirimifos-methyl, plantaardige oliën/raapzaadolie, kaliumwaterstofcarbonaat, propamocarb, prothioconazool, kwartszand, visolie, op geur gebaseerde afweermiddelen van dierlijke of van plantaardige oorsprong/schapenvet, S-metolachloor, onvertakte vlinderferomonen, tebuconazool en ureum (2021/2706(RSP))

Het Europees Parlement,

–  gezien Uitvoeringsverordening (EU) 2021/745 van de Commissie van 6 mei 2021 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wat betreft de verlenging van de goedkeuringsperioden voor de werkzame stoffen aluminiumammoniumsulfaat, aluminiumsilicaat, beflubutamide, benthiavalicarb, bifenazaat, boscalid, calciumcarbonaat, captan, kooldioxide, cymoxanil, dimethomorf, ethefon, extract van theeboom, famoxadone, vetdestillatieresiduen, vetzuren C7 tot en met C20, flumioxazine, fluoxastrobin, flurochloridone, folpet, formetanaat, gibberellinezuur, gibberellinen, heptamaloxyloglucan, gehydrolyseerde eiwitten, ijzersulfaat, metazachloor, metribuzin, milbemectin, Paecilomyces lilacinus stam 251, fenmedifam, fosmet, pirimifos-methyl, plantaardige oliën/raapzaadolie, kaliumwaterstofcarbonaat, propamocarb, prothioconazool, kwartszand, visolie, op geur gebaseerde afweermiddelen van dierlijke of van plantaardige oorsprong/schapenvet, S-metolachloor, onvertakte vlinderferomonen, tebuconazool en ureum(1),

–  gezien Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG(2) van de Raad, en met name artikel 17, eerste alinea, en artikel 21,

–  gezien het advies dat het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders op 30 maart 2021 heeft uitgebracht,

–  gezien Uitvoeringsverordening (EU) 2015/408 van de Commissie van 11 maart 2015 inzake uitvoering van artikel 80, lid 7, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot vaststelling van een lijst van stoffen die in aanmerking komen om te worden vervangen(3),

–  gezien de artikelen 11 en 13 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren(4),

–  gezien zijn resolutie van 13 september 2018 over de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 1107/2009 betreffende gewasbeschermingsmiddelen(5),

–  gezien artikel 112, leden 2 en 3, van zijn Reglement,

–  gezien de ontwerpresolutie van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid,

A.  overwegende dat flumioxazine op 1 januari 2003 middels Richtlijn 2002/81/EG(6) van de Commissie in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG(7) van de Raad is opgenomen, en geacht wordt te zijn goedgekeurd krachtens Verordening (EG) nr. 1107/2009;

B.  overwegende dat sinds 2010(8) een procedure loopt voor de verlenging van de goedkeuring van flumioxazine uit hoofde van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 844/2012(9) van de Commissie en dat de desbetreffende aanvraag op 29 februari 2012 is ingediend overeenkomstig artikel 4 van Verordening (EU) nr. 1141/2010(10) van de Commissie;

C.  overwegende dat de goedkeuringsperiode voor de werkzame stof flumioxazine reeds met vijf jaar is verlengd bij Richtlijn 2010/77/EU van de Commissie(11), vervolgens sinds 2015 elk jaar met een jaar is verlengd bij de Uitvoeringsverordeningen (EU) 2015/1885(12), (EU) 2016/549(13), (EU) 2017/841(14), (EU) 2018/917(15), (EU) 2019/707(16) en (EU) 2020/869(17) van de Commissie, en nu nog eens met een jaar zou worden verlengd bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/745 waardoor de geldigheidsperiode tot 30 juni 2022 wordt verlengd;

D.  overwegende dat de Commissie in Uitvoeringsverordening (EU) 2021/745 heeft nagelaten de redenen voor de verlenging anders toe te lichten dan door te vermelden: “Aangezien de beoordeling van die werkzame stoffen om redenen buiten de wil van de aanvragers is uitgesteld, zal de goedkeuring van die werkzame stoffen waarschijnlijk vervallen voordat een besluit over de verlenging ervan is genomen”;

E.  overwegende dat Verordening (EG) nr. 1107/2009 tot doel heeft een hoog niveau van bescherming van de gezondheid van mens en dier en van het milieu te waarborgen, en tegelijkertijd het concurrentievermogen van de landbouw in de Unie te vrijwaren; overwegende dat de bescherming van kwetsbare bevolkingsgroepen zoals zwangere vrouwen, zuigelingen en kinderen bijzondere aandacht verdient;

F.  overwegende dat het voorzorgsbeginsel moet worden toegepast, en dat in Verordening (EG) nr. 1107/2009 wordt bepaald dat gewasbeschermingsmiddelen uitsluitend stoffen mogen bevatten waarvan is aangetoond dat zij een duidelijk voordeel inhouden voor de teelt van planten en waarvan niet wordt verwacht dat zij een schadelijke uitwerking op de gezondheid van mens en dier of onaanvaardbare effecten voor het milieu hebben;

G.  overwegende dat in Verordening (EG) nr. 1107/2009 wordt bepaald dat met het oog op de veiligheid de goedkeuringsperiode voor werkzame stoffen in de tijd beperkt moet zijn; overwegende dat de goedkeuringsperiode in verhouding moet staan tot de mogelijke risico’s die aan het gebruik van dergelijke stoffen verbonden zijn, maar dat deze evenredigheid in het geval van flumioxazine duidelijk ontbreekt;

H.  overwegende dat flumioxazine reeds 18 jaar als werkzame stof is goedgekeurd en reeds al die tijd geïdentificeerd en ingedeeld is als giftig voor de voortplanting categorie 1B en als waarschijnlijk hormoonontregelend;

I.  overwegende dat de Commissie en de lidstaten de mogelijkheid en de verantwoordelijkheid hebben om te handelen overeenkomstig het voorzorgsbeginsel wanneer het risico van schadelijke effecten voor de gezondheid geïdentificeerd is maar er nog wetenschappelijke onzekerheid bestaat, door voorlopige risicobeheermaatregelen vast te stellen die noodzakelijk zijn om een hoog niveau van bescherming van de menselijke gezondheid te waarborgen;

J.  overwegende, meer in het bijzonder, dat in artikel 21 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 is bepaald dat de Commissie de goedkeuring van een werkzame stof te allen tijde opnieuw kan bekijken, met name wanneer zij in het licht van nieuwe wetenschappelijke en technische kennis meent dat er aanwijzingen zijn dat de stof niet langer voldoet aan de in artikel 4 van die verordening bepaalde goedkeuringscriteria, en overwegende dat deze herziening kan leiden tot intrekking of wijziging van de goedkeuring voor die stof;

Giftig voor de voortplanting categorie 1B en hormoonontregelende eigenschappen

K.  overwegende dat flumioxazine overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad(18) een geharmoniseerde indeling heeft als giftig voor de voortplanting categorie 1B, zeer giftig voor in het water levende organismen en zeer giftig voor in het water levende organismen, met langdurige gevolgen;

L.  overwegende dat de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) al in 2014 en vervolgens in 2017 en 2018 heeft geconcludeerd dat er kritieke aandachtspunten waren aangezien flumioxazine als giftig voor de voortplanting categorie 1B is ingedeeld en dat het potentiële hormoonontregelende effect van flumioxazine een kwestie was die niet kon worden afgesloten en een kritiek aandachtspunt was;

M.  overwegende dat flumioxazine in 2015 bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/408 op de “lijst van stoffen die in aanmerking komen om te worden vervangen” is geplaatst omdat het overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1272/2008 is of moet worden ingedeeld als giftig voor de voortplanting categorie 1A of 1B;

N.  overwegende dat in punt 3.6.4 van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1107/2009 wordt bepaald dat een werkzame stof slechts kan worden goedgekeurd wanneer hij niet als giftig voor de voortplanting categorie 1B is ingedeeld, tenzij met bij de aanvraag gevoegde documenten wordt aangetoond dat een werkzame stof nodig is ter bestrijding van een op geen enkele andere manier, ook niet met niet-chemische methoden, te beheersen ernstig fytosanitair gevaar, in welk geval risicobeperkende maatregelen moeten worden genomen teneinde te waarborgen dat de blootstelling daaraan van de mens en het milieu wordt geminimaliseerd;

O.  overwegende dat de rapporteur-lidstaat op 1 februari 2018 in het licht van nieuwe wetenschappelijke gegevens bij het Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA) een voorstel tot geharmoniseerde indeling en etikettering van flumioxazine krachtens Verordening (EG) nr. 1272/2008 heeft ingediend; overwegende dat het Comité risicobeoordeling (RAC) van het ECHA op 15 maart 2019 een advies heeft goedgekeurd waarin de indeling van flumioxazine wordt gewijzigd van giftig voor de voortplanting categorie 1B in giftig voor de voortplanting categorie 2; overwegende dat dit waarschijnlijk zal leiden tot een herindeling van flumioxazine in bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 1272/2008, maar dat dit nog niet is gebeurd; overwegende dat flumioxazine tot dan nog altijd als giftig voor de voortplanting categorie 1B is ingedeeld;

P.  overwegende dat in punt 3.6.5 van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1107/2009 wordt bepaald dat een werkzame stof slechts kan worden goedgekeurd wanneer hij niet wordt geacht hormoonontregelende eigenschappen te hebben die schadelijk kunnen zijn voor de mens, tenzij de blootstelling van mensen aan die werkzame stof, die beschermstof of die synergist in een gewasbeschermingsmiddel in realistische voorgestelde gebruiksomstandigheden te verwaarlozen is, dat wil zeggen dat het middel wordt gebruikt in gesloten systemen of in andere omstandigheden die contact met mensen uitsluiten en waarbij residuen van de werkzame stof, de beschermstof of de synergist in kwestie in levensmiddelen en diervoeders de overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad(19) vastgestelde standaardwaarde niet overschrijden;

Q.  overwegende dat sinds 2014 het vermoeden bestaat dat flumioxazine hormoonontregelende eigenschappen heeft(20); overwegende dat de criteria om te bepalen of een stof een hormoonontregelaar is in de context van Verordening (EG) nr. 1107/2009, zoals uiteengezet in Verordening (EU) 2018/605 van de Commissie(21), sinds 20 oktober 2018 van toepassing zijn(22); overwegende dat de desbetreffende richtsnoeren zijn goedgekeurd op 5 juni 2018(23); overwegende dat de Commissie de EFSA echter pas op 4 december 2019 heeft opgedragen het hormoonontregelend vermogen van flumioxazine volgens de nieuwe criteria te beoordelen;

R.  overwegende dat de EFSA in september 2020 haar bijgewerkte intercollegiale toetsing van de risicobeoordeling van de werkzame stof flumioxazine heeft gepubliceerd(24), waarin zij hormoonontregelende eigenschappen niet kon uitsluiten aangezien verschillende lacunes in de gegevens werden vastgesteld, ook met betrekking tot andere veiligheidsaspecten, die tot kritieke aandachtspunten leidden;

S.  overwegende dat de EFSA met name op het gebied van de toxicologie van zoogdieren verschillende lacunes in de gegevens heeft vastgesteld, problemen die niet konden worden opgelost en kritieke punten van zorg; overwegende dat de EFSA ook lacunes in de gegevens heeft vastgesteld op het gebied van residuen en de veiligheid van de consument, de EFSA niet in staat was de beoordeling van de blootstelling aan grondwater af te ronden vanwege lacunes in de gegevens, en dat de beoordeling van de hormoonontregelende eigenschappen van flumioxazine voor mensen en niet-doelorganismen niet konden worden afgerond vanwege onvolledige gegevensverzamelingen, waardoor de EFSA niet tot een conclusie kon komen over de vraag of aan de criteria voor hormoonontregeling voor zowel mensen als niet-doelorganismen via EATS-modaliteiten is voldaan zoals vastgesteld in punt 3.6.5 en punt 3.8.2 van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1107/2009, zoals gewijzigd bij Verordening (EU) 2018/605;

T.  overwegende dat flumioxazine een groot risico op bioconcentratie inhoudt, zeer giftig is voor algen en waterplanten en matig giftig is voor regenwormen, honingbijen, vissen en ongewervelde waterdieren;

U.  overwegende dat het onaanvaardbaar is dat stoffen die momenteel vallen onder de uitsluitingscriteria voor werkzame stoffen die mutageen, kankerverwekkend of giftig voor de voortplanting zijn, en waarvan niet kan worden uitgesloten dat ze onder de uitsluitingscriteria vallen vanwege de hormoonontregelende werking ervan, die tot doel hebben de gezondheid van mensen en het milieu te beschermen, goedgekeurd blijven voor gebruik in de Unie, met alle risico’s van dien voor de volksgezondheid en het milieu;

V.  overwegende dat aanvragers het in de werkmethoden van de Commissie ingebouwde automatisme van onmiddellijke verlenging van de geldigheidsperioden van werkzame stoffen in gevallen waarin de herziening van de risico’s nog niet afgerond is, “gebruiken” door het herzieningsproces opzettelijk te vertragen middels het indienen van onvolledige gegevens en van verzoeken om meer afwijkingen en speciale voorwaarden, hetgeen onaanvaardbare risico’s voor het milieu en de menselijke gezondheid oplevert, aangezien de blootstelling aan de gevaarlijke stof gedurende die periode doorgaat;

W.  overwegende dat, na een oorspronkelijk voorstel voor niet-verlenging van de goedkeuring door de Commissie in 2014, op grond van het feit dat flumioxazine voldeed aan de uitsluitingscriteria voor giftige stoffen voor de voortplanting categorie 1B, de aanvrager om een afwijking van de toepassing van deze uitsluitingscriteria heeft verzocht; overwegende dat voor een dergelijke afwijking evenwel de ontwikkeling vereist was van relevante beoordelingsmethoden die toen nog niet bestonden, ondanks het feit dat Verordening (EG) nr. 1107/2009 al drie jaar van toepassing was, waardoor het proces van niet-verlenging meerdere jaren heeft stilgelegen;

X.  overwegende dat het Parlement de Commissie en de lidstaten in zijn resolutie van 13 september 2018 over de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 1107/2009 betreffende gewasbeschermingsmiddelen heeft verzocht “ervoor te zorgen dat de procedurele verlenging van de geldigheidsperiode voor de duur van de procedure, overeenkomstig artikel 17 van de verordening, niet zal worden gebruikt voor werkzame stoffen die mutageen, kankerverwekkend en giftig voor de voortplanting zijn en dus opgenomen zijn in categorie 1A of 1B, of voor werkzame stoffen die hormoonontregelende eigenschappen hebben en schadelijk zijn voor mens of dier, zoals momenteel het geval is voor stoffen als flumioxazine, thiacloprid, chlorotoluron en dimoxystrobin”;

Y.  overwegende dat het Parlement in zijn resoluties van 10 oktober 2019(25) en van 10 juli 2020(26) reeds bezwaar heeft gemaakt tegen de twee eerdere verlengingen van de goedkeuringsperiode voor flumioxazine, en dat de Commissie heeft nagelaten een overtuigend antwoord te geven op die resoluties en naar behoren aan te tonen dat een volgende verlenging haar uitvoeringsbevoegdheden niet zou overschrijden;

Z.  overwegende dat na de vorige verlenging in 2020 van de geldigheidsduur van 26 werkzame stoffen, waaronder flumioxazine, krachtens Uitvoeringsverordening (EU) 2020/869, de geldigheidsduur van de goedkeuring van slechts vier van onder die Uitvoeringsverordening vallende 26 stoffen zijn verlengd of niet zijn verlengd, terwijl de geldigheidsduur van 44 werkzame stoffen krachtens Uitvoeringsverordening (EU) 2021/745 is verlengd, waarvan er vele voor de derde of de vierde keer zijn verlengd;

1.  is van mening dat Uitvoeringsverordening (EU) 2021/745 de in Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uitvoeringsbevoegdheden overschrijdt;

2.  is van mening dat Uitvoeringsverordening (EU) 2021/745 niet in overeenstemming is met het recht van de Unie, aangezien ze het voorzorgsbeginsel niet in acht neemt;

3.  laakt ten zeerste de ernstige vertragingen bij het hergoedkeuringsproces en bij de identificatie van hormoonontregelende stoffen;

4.  is van mening dat het besluit om de geldigheidsduur voor flumioxazine opnieuw te verlengen, niet in overeenstemming is met de veiligheidscriteria als bedoeld in Verordening (EG) nr. 1107/2009, en niet stoelt op bewijs dat deze stof veilig kan worden gebruikt, noch op een bewezen hoogdringende noodzaak voor het gebruik van deze werkzame stof voor de voedselproductie in de Unie;

5.  verzoekt de Commissie Uitvoeringsverordening (EU) 2021/745 in te trekken en een nieuw ontwerp aan de commissie voor te leggen dat rekening houdt met het wetenschappelijk bewijs betreffende de schadelijke eigenschappen van alle stoffen in kwestie, in het bijzonder flumioxazine;

6.  verzoekt de Commissie tijdens de volgende vergadering van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders een voorstel voor te leggen houdende niet-verlenging van de goedkeuring van flumioxazine;

7.  verzoekt de Commissie het Parlement in kennis te stellen van de specifieke redenen waarom de beoordeling van de stoffen is vertraagd om redenen buiten de wil van de aanvragers, welke specifieke eindpunten nog worden beoordeeld en waarom deze beoordeling zo veel tijd vergt;

8.  verzoekt de Commissie nogmaals enkel ontwerpuitvoeringsverordeningen voor te leggen voor verlenging van de geldigheidsperioden voor stoffen waarvan de huidige wetenschappelijke stand van zaken wellicht niet zal leiden tot een voorstel van de Commissie houdende niet-verlenging van de goedkeuring van de werkzame stof in kwestie;

9.  verzoekt de Commissie nogmaals de goedkeuringen voor stoffen waarvan bewezen is of ten aanzien waarvan het redelijke vermoeden bestaat dat ze niet aan de criteria van Verordening (EG) nr. 1107/2009 voldoen, in te trekken;

10.  verzoekt de lidstaten nogmaals de goedkeuringen voor werkzame stoffen waarvoor zij de rapporterende lidstaat zijn, naar behoren en tijdig te herzien, en ervoor te zorgen dat de huidige vertragingen zo snel mogelijk worden weggewerkt;

11.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie, alsmede aan de regeringen en parlementen van de lidstaten.

(1) PB L 160 van 7.5.2021, blz. 89.
(2) PB L 309 van 24.11.2009, blz. 1.
(3) PB L 67 van 12.3.2015, blz. 18.
(4) PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13.
(5) PB C 433 van 23.12.2019, blz. 183.
(6) Richtlijn 2002/81/EG van de Commissie van 10 oktober 2002 houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad teneinde flumioxazine op te nemen als werkzame stof (PB L 276 van 12.10.2002, blz. 28).
(7) Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1).
(8) Richtlijn 2010/77/EU van de Commissie van 10 november 2010 tot wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad wat betreft de geldigheidsduur van de opneming van bepaalde werkzame stoffen in bijlage I (PB L 293 van 11.11.2010, blz. 48).
(9) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 844/2012 van de Commissie van 18 september 2012 tot vaststelling van de nodige bepalingen voor de uitvoering van de verlengingsprocedure voor werkzame stoffen, als bedoeld in Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (PB L 252 van 19.9.2012, blz. 26).
(10) Verordening (EU) nr. 1141/2010 van de Commissie van 7 december 2010 tot vaststelling van de procedure voor de verlenging van de opneming van een tweede groep werkzame stoffen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad en tot opstelling van de lijst van die stoffen (PB L 322 van 8.12.2010, blz. 10).
(11) Richtlijn 2010/77/EU van de Commissie van 10 november 2010 tot wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad wat betreft de geldigheidsduur van de opneming van bepaalde werkzame stoffen in bijlage I (PB L 293 van 11.11.2010, blz. 48).
(12) Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1885 van de Commissie van 20 oktober 2015 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wat betreft de verlenging van de geldigheidsduur voor de werkzame stoffen 2,4-D, acibenzolar-s-methyl, amitrol, bentazon, cyhalofop-butyl, diquat, esfenvaleraat, famoxadone, flumioxazine, DPX KE 459 (flupyrsulfuron methyl), glyfosaat, iprovalicarb, isoproturon, lambda-cyhalothrin, metalaxyl-M, metsulfuronmethyl, picolinafen, prosulfuron, pymetrozine, pyraflufen-ethyl, thiabendazole, thifensulfuron-methyl en triasulfuron (PB L 276 van 21.10.2015, blz. 48).
(13) Uitvoeringsverordening (EU) 2016/549 van de Commissie van 8 april 2016 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wat betreft de verlenging van de geldigheidsduur voor de werkzame stoffen bentazon, cyhalofop-butyl, diquat, famoxadone, flumioxazine, DPX KE 459 (flupyrsulfuron methyl), metalaxyl-M, picolinafen, prosulfuron, pymetrozine, thiabendazole en thifensulfuron-methyl (PB L 95 van 9.4.2016, blz. 4).
(14) Uitvoeringsverordening (EU) 2017/841 van de Commissie van 17 mei 2017 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wat betreft de verlenging van de geldigheidsduur voor de werkzame stoffen alfa-cypermethrin, Ampelomyces quisqualis stam AQ 10, benalaxyl, bentazon, bifenazaat, bromoxynil, carfentrazone-ethyl, chloorprofam, cyazofamide, desmedifam, diquat, DPX KE 459 (flupyrsulfuron-methyl), etoxazool, famoxadone, fenamidone, flumioxazine, foramsulfuron, Gliocladium catenulatum stam J1446, imazamox, imazosulfuron, isoxaflutool, laminarin, metalaxyl-M, methoxyfenozide, milbemectin, oxasulfuron, pendimethalin, fenmedifam, pymetrozine, S-metolachloor en trifloxystrobin (PB L 125 van 18.5.2017, blz. 12).
(15) Uitvoeringsverordening (EU) 2018/917 van de Commissie van 27 juni 2018 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wat betreft de verlenging van de geldigheidsduur voor de werkzame stoffen alfa-cypermethrin, beflubutamide, benalaxyl, benthiavalicarb, bifenazaat, boscalid, bromoxynil, captan, carvon, chloorprofam, cyazofamide, desmedifam, dimethoaat, dimethomorf, diquat, ethefon, ethoprofos, etoxazool, famoxadone, fenamidone, fenamifos, fenmedifam, flumioxazine, fluoxastrobin, folpet, foramsulfuron, formetanaat, fosmet, Gliocladium catenulatum stam J1446, isoxaflutool, metalaxyl-M, methiocarb, methoxyfenozide, metribuzin, milbemectin, oxasulfuron, Paecilomyces lilacinus stam 251, pirimifos-methyl, propamocarb, prothioconazool, pymetrozine en S-metolachloor (PB L 163 van 28.6.2018, blz. 13).
(16) Uitvoeringsverordening (EU) 2019/707 van de Commissie van 7 mei 2019 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wat betreft de verlenging van de geldigheidsduur voor de werkzame stoffen alfa-cypermethrin, beflubutamide, benalaxyl, benthiavalicarb, bifenazaat, boscalid, bromoxynil, captan, cyazofamide, desmedifam, dimethoaat, dimethomorf, diuron, ethefon, etoxazool, famoxadone, fenamifos, fenmedifam, flumioxazine, fluoxastrobin, folpet, foramsulfuron, formetanaat, fosmet, metalaxyl-M, methiocarb, metribuzin, milbemectin, Paecilomyces lilacinus stam 251, pirimifos-methyl, propamocarb, prothioconazool, S-metolachloor en tebuconazool (PB L 120 van 8.5.2019, blz. 16).
(17) Uitvoeringsverordening (EU) 2020/869 van de Commissie van 24 juni 2020 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wat betreft de verlenging van de goedkeuringsperiode voor de werkzame stoffen beflubutamide, benalaxyl, benthiavalicarb, bifenazaat, boscalid, bromoxynil, captan, cyazofamide, dimethomorf, ethefon, etoxazool, famoxadone, fenamifos, flumioxazine, fluoxastrobin, folpet, formetanaat, metribuzin, milbemectin, Paecilomyces lilacinus stam 251, fenmedifam, fosmet, pirimifos-methyl, propamocarb, prothioconazool en S‐metolachloor (PB L 201 van 25.6.2020, blz. 7).
(18) Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels, tot wijziging en intrekking van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006 (PB L 353 van 31.12.2008, blz. 1).
(19) Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (PB L 70 van 16.3.2005, blz. 1).
(20) Conclusie van de EFSA betreffende de peer review met betrekking tot bestrijdingsmiddelen, Conclusion on the peer review of the pesticide risk assessment of the active substance flumioxazin, EFSA Journal 2014;12(6):3736, https://www.efsa.europa.eu/en/efsajournal/pub/3736
(21) Verordening (EU) 2018/605 van de Commissie van 19 april 2018 tot wijziging van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1107/2009 met betrekking tot de vaststelling van wetenschappelijke criteria voor de vaststelling van hormoonontregelende eigenschappen (PB L 101 van 20.4.2018, blz. 33).
(22) Verordening (EU) 2018/605 van de Commissie van 19 april 2018 tot wijziging van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1107/2009 met betrekking tot de vaststelling van wetenschappelijke criteria voor de vaststelling van hormoonontregelende eigenschappen (PB L 101 van 20.4.2018, blz. 33).
(23) Het Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA) en de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) met ondersteuning van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (JRC), Guidance for the identification of endocrine disruptors in the context of Regulations (EU) No 528/2012 and (EC) No 1107/2009 (“Richtsnoeren voor de identificatie van hormoonontregelende stoffen in het kader van de Verordeningen (EU) nr. 528/20212 en (EG) nr. 1107/2009”), EFSA Journal 2018;16(6):5311, https://www.efsa.europa.eu/en/efsajournal/pub/5311
(24) Conclusie van de EFSA betreffende de peer review met betrekking tot bestrijdingsmiddelen, Updated peer review of the pesticide risk assessment of the active substance flumioxazin, EFSA Journal 2020;18(9):6246, https://www.efsa.europa.eu/en/efsajournal/pub/6246
(25) Resolutie van het Europees Parlement van 10 oktober 2019 over Uitvoeringsverordening (EU) 2019/707 van de Commissie van 7 mei 2019 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wat betreft de verlenging van de goedkeuringsperiode voor de werkzame stoffen alfa-cypermethrin, beflubutamide, benalaxyl, benthiavalicarb, bifenazaat, boscalid, bromoxynil, captan, cyazofamide, desmedifam, dimethoaat, dimethomorf, diuron, ethefon, etoxazool, famoxadone, fenamifos, fenmedifam, flumioxazine, fluoxastrobin, folpet, foramsulfuron, formetanaat, fosmet, metalaxyl-M, methiocarb, metribuzin, milbemectin, Paecilomyces lilacinus stam 251, pirimifos-methyl, propamocarb, prothioconazool, S-metolachloor en tebuconazool (Aangenomen teksten, P9_TA(2019)0026).
(26) Resolutie van het Europees Parlement van 10 juli 2020 over het ontwerp van de uitvoeringsbesluit van de Commissie tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wat betreft de verlenging van de goedkeuringsperiode voor de werkzame stoffen beflubutamide, benalaxyl, benthiavalicarb, bifenazaat, boscalid, bromoxynil, captan, cyazofamide, dimethomorf, ethefon, etoxazool, famoxadone, fenamifos, flumioxazine, fluoxastrobin, folpet, formetanaat, metribuzin, milbemectin, Paecilomyces lilacinus stam 251, fenmedifam, fosmet, pirimifos-methyl, propamocarb, prothioconazool en S-metolachloor (Aangenomen teksten, P9_TA(2020)0197).

Laatst bijgewerkt op: 8 oktober 2021Juridische mededeling - Privacybeleid