Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2021/2712(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Kies een document :

Ingediende teksten :

RC-B9-0324/2021

Debatten :

PV 08/06/2021 - 12
CRE 08/06/2021 - 12

Stemmingen :

PV 10/06/2021 - 9
PV 10/06/2021 - 15

Aangenomen teksten :

P9_TA(2021)0294

Aangenomen teksten
PDF 137kWORD 51k
Donderdag 10 juni 2021 - Straatsburg
De situatie in Afghanistan
P9_TA(2021)0294RC-B9-0324/2021

Resolutie van het Europees Parlement van 10 juni 2021 over de situatie in Afghanistan (2021/2712(RSP))

Het Europees Parlement,

–  gezien zijn eerdere resoluties over Afghanistan,

–  gezien de gezamenlijke koersbepaling van de EU en Afghanistan inzake migratie van 2 oktober 2016,

–  gezien de op 18 februari 2017 ondertekende samenwerkingsovereenkomst inzake partnerschap en ontwikkeling tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Islamitische Republiek Afghanistan, anderzijds,

–  gezien de verklaring van de Noord-Atlantische Raad van 9 december 2020 over de vredesonderhandelingen in Afghanistan,

–  gezien de opmerkingen van president Biden van 14 april 2021 over de koersbepaling in Afghanistan,

–  gezien het kader voor zelfredzaamheid door wederzijdse verantwoording, overeengekomen tijdens de conferentie over Afghanistan van 4 en 5 oktober 2016 in Brussel,

–  gezien de internationale donorconferentie op ministerieel niveau 2020 (Conferentie over Afghanistan) van 23 en 24 november 2020,

–  gezien de gezamenlijke verklaring van de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (VV/HV) en de Indiase minister van Buitenlandse Zaken van 4 mei 2021 over Afghanistan,

–  gezien het communiqué van de speciale gezanten en speciale vertegenwoordigers van de Europese Unie, Frankrijk, Duitsland, Italië, de NAVO, Noorwegen, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten van 7 mei 2021 over het vredesproces in Afghanistan,

–  gezien de Afghanistan Opium Survey 2020, die in april 2021 gezamenlijk is gepubliceerd door de Afghaanse nationale autoriteit voor statistiek en informatie en het Bureau van de Verenigde Naties voor drugs- en misdaadbestrijding,

–  gezien de EU-richtsnoeren ter bevordering en bescherming van de rechten van het kind, over kinderen en gewapende conflicten en over mensenrechtenverdedigers,

–  gezien de resoluties van de VN-Veiligheidsraad over Afghanistan,

–  gezien de resoluties van de VN-Mensenrechtenraad over Afghanistan,

–  gezien de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van 10 december 1948,

–  gezien het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten van 1966,

–  gezien artikel 132, lid 2, van zijn Reglement,

–  gezien artikel 144, lid 5, en artikel 132, lid 4, van zijn Reglement,

A.  overwegende dat de VS en de Taliban in februari 2020 een akkoord hebben ondertekend dat de weg heeft vrijgemaakt voor de eerste rechtstreekse besprekingen tussen de Taliban en vertegenwoordigers van de Islamitische Republiek Afghanistan sinds 2001;

B.  overwegende dat de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Anthony Blinken op 14 april 2021 de eenzijdige terugtrekking van de VS-troepen tegen 11 september 2021 heeft aangekondigd; overwegende dat de NAVO-bondgenoten volgens het principe “in together, out together” hun troepen tegelijkertijd zullen terugtrekken;

C.  overwegende dat de Afghaanse vredesbesprekingen tussen de Afghaanse regering en de Taliban in 2020 in Doha van start zijn gegaan; overwegende dat het staakt-het-vuren niet werd nageleefd en dat de vredesbesprekingen momenteel in een impasse verkeren, waarbij de Taliban wachten op de terugtrekking van de troepen van de bondgenoten;

D.  overwegende dat de EU sinds 2001 actief aanwezig is in Afghanistan om de sociale en economische ontwikkeling te steunen en de internationale bijstand te coördineren; overwegende dat veel EU-lidstaten, NAVO-partners en geallieerde landen met militaire en civiele middelen hebben bijgedragen aan de stabilisering en ontwikkeling in Afghanistan, waarbij talrijke slachtoffers en zware verliezen te betreuren waren; overwegende dat een stabiel en onafhankelijk Afghanistan dat zelfredzaam is en weigert een toevluchtsoord te zijn voor terroristische groeperingen nog altijd van het grootste belang is voor de veiligheid van de EU, de NAVO en hun lidstaten;

E.  overwegende dat het van het allergrootste belang is om de vooruitgang van de afgelopen twee decennia in Afghanistan, met name op het gebied van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden, in stand te houden;

F.  overwegende dat vrouwen en hun rechten in de Afghaanse vredesbesprekingen niet evenredig vertegenwoordigd zijn, en dat de onderhandelende partijen op dit gebied een grotere inzet moeten tonen;

G.  overwegende dat vrouwen, kinderen en etnische minderheden het zwaarst zullen worden getroffen indien de Afghaanse vredesbesprekingen mislukken en een militaire oplossing voor het conflict wordt gezocht; overwegende dat Afghaanse vrouwen nu al hun bewegingen beperken om risico’s te vermijden, en dat de toegang van kinderen tot onderwijs en spel wordt belemmerd door de dreiging van geweld;

H.  overwegende dat de veiligheidssituatie in Afghanistan geleidelijk verslechtert en dat het aantal aanvallen op Afghaanse strijdkrachten toeneemt, evenals de gerichte moorden op Afghaanse activisten, mediamedewerkers, opvoeders, artsen, rechters en regeringsfunctionarissen; overwegende dat het aantal aanvallen van de Taliban sinds het begin van de Afghaanse vredesbesprekingen aanzienlijk is toegenomen, met het doel de controle over door de regering gecontroleerde gebieden over te nemen; overwegende dat Afghanistan in de wereldwijde terrorisme-index voor 2020 als het zwaarst getroffen land werd gerangschikt; overwegende dat 4 miljoen van de 36 miljoen inwoners van het land ontheemd zijn; overwegende dat 3 miljoen mensen binnen het land ontheemd zijn als gevolg van geweld en nog eens 1 miljoen als gevolg van natuurrampen; overwegende dat al 2,5 miljoen Afghanen het land zijn ontvlucht op zoek naar veiligheid, waarvan de meerderheid zich in Iran en Pakistan heeft gevestigd;

I.  overwegende dat Afghanistan de grootste begunstigde van EU-ontwikkelingshulp ter wereld is; overwegende dat de steun van de EU aan Afghanistan de afgelopen 20 jaar heeft geleid tot aanzienlijk vooruitgang wat betreft levensverwachting, geletterdheid, moeder- en kindersterfte en vrouwenrechten; overwegende dat de EU tussen 2002 en 2020 meer dan 4 miljard EUR heeft verstrekt en reeds 1,2 miljard EUR aan langetermijn- en noodhulp heeft toegezegd voor de periode 2021-2025; overwegende dat deze belofte vergezeld ging van een mededeling van de EU en landen die samen goed zijn voor ongeveer 80 % van de officiële ontwikkelingshulp aan Afghanistan, waarin werd gewezen op de belangrijkste vereisten om steun te blijven ontvangen, waaronder blijvende inzet voor de democratie, de rechtsstaat en de mensenrechten;

J.  overwegende dat er in Afghanistan in de meeste gevallen geen verantwoording wordt afgelegd voor aanslagen en moorden; overwegende dat de leden van de VN‑Veiligheidsraad op 12 maart 2021 het alarmerende aantal gerichte aanvallen op burgers in Afghanistan hebben veroordeeld;

K.  overwegende dat de recente uitbarsting van geweld heeft plaatsgevonden tegen een achtergrond van langdurige, wijdverbreide schendingen van de mensenrechten in het land door terroristen, gewapende groepen en veiligheidstroepen, waaronder buitengerechtelijke executies, foltering en seksueel geweld; overwegende dat in de 20 jaar durende oorlog naar schatting ongeveer 150 000 mensen zijn omgekomen, waaronder 35 000 burgers;

L.  overwegende dat er sinds 2001 aantoonbare vooruitgang is geboekt op het gebied van de rechten van vrouwen en meisjes in Afghanistan, waaronder toegang tot onderwijs, gezondheidszorg en deelname aan het maatschappelijk en politiek leven; overwegende dat die verbeteringen ongetwijfeld de meest succesvolle verwezenlijkingen zijn in de recente ontwikkeling van het land; overwegende dat die gedeeltelijke vooruitgang nu wordt bedreigd en dringend moet worden beschermd en versterkt;

M.  overwegende dat vrouwen en meisjes ondanks die verbeteringen nog steeds dagelijks worden geconfronteerd met ontstellende bedreigingen zoals belemmeringen voor de toegang tot essentiële diensten en aanvallen, waaronder huiselijk, seksueel en gendergerelateerd geweld; overwegende dat Afghanistan volgens de “Vrouwen, vrede en veiligheid”-index voor 2019/20 het op een na slechtste land voor vrouwen is; overwegende dat bij de bomaanslag op de meisjesschool Sayed al-Shuhada in Kabul op 8 mei 2021 ten minste 85 doden en 147 gewonden zijn gevallen, voor het merendeel schoolmeisjes; overwegende dat op 2 maart 2021 drie vrouwelijke journalisten zijn vermoord in Jalalabad;

N.  overwegende dat de armoede in Afghanistan door de COVID-19-pandemie dramatisch is toegenomen; overwegende dat COVID-19-gerelateerde maatregelen en de verslechterende veiligheidssituatie hebben geleid tot beperkingen bij de toegang van humanitaire hulp aan het Afghaanse volk;

O.  overwegende dat Afghanistan in 2021 naar verwachting te maken zal krijgen met droogte, waardoor het huidige aantal van 5,5 miljoen mensen dat in een noodsituatie leeft wat betreft voedselonzekerheid nog zal toenemen, en dat naar verwachting nog eens 17,6 miljoen mensen te maken zullen krijgen met acute voedselonzekerheid;

P.  overwegende dat de economische kosten van terrorisme in Afghanistan in 2018 bijna 20 % van het bbp van het land vertegenwoordigden en de Afghaanse kinderen beroven van hun toekomst, de mogelijkheid om een opleiding te volgen, vooruitzichten op stabiele werkgelegenheid en diensten zoals door de staat verstrekte gezondheidszorg;

Q.  overwegende dat Afghaanse bedrijven het slachtoffer zijn van afpersing door de Taliban, die landbouwers dwingen tot opiumteelt en illegale mijnbouwactiviteiten;

1.  is van mening dat Afghanistan zich in een kritieke situatie bevindt, gezien de combinatie van de fragiele binnenlandse situatie, een verslechterende veiligheidssituatie, de feitelijke impasse in de intra-Afghaanse vredesbesprekingen en het besluit om de VS- en NAVO-troepen uiterlijk op 11 september 2021 terug te trekken, hetgeen kan leiden tot nieuwe onzekerheden, minder stabiliteit, het risico op een intensivering van de interne conflicten en een vacuüm dat in het ergste geval door de Taliban zal worden opgevuld; merkt met bezorgdheid op dat dit een zeer zorgwekkend perspectief zou zijn voor het land en voor de duurzaamheid van de sociaal-politieke verwezenlijkingen en vorderingen van de afgelopen 20 jaar;

2.  maakt zich grote zorgen en veroordeelt in de scherpste bewoordingen de alarmerende toename van het geweld in Afghanistan, met inbegrip van gerichte moorden op kinderen, vrouwelijke beroepsbeoefenaars, journalisten en mediamedewerkers, mensenrechtenverdedigers, het maatschappelijk middenveld, activisten, artsen, regeringsfunctionarissen en magistraten; dringt er bij alle partijen op aan onmiddellijk overeenstemming te bereiken over een permanent en alomvattend staakt-het-vuren;

3.  is bezorgd over de kwetsbaarheid en de instabiliteit van de Afghaanse regering en haar gebrek aan controle in een groot deel van het land, waardoor de impact van het geweld op de burgerbevolking wordt verergerd; roept de Taliban op om meteen een einde te maken aan hun aanvallen op burgers en de nationale strijdkrachten, en het internationaal humanitair recht ten volle te eerbiedigen; betuigt zijn oprechte medeleven en steun aan de slachtoffers van terreuraanvallen en hun families;

4.  benadrukt de noodzaak om te voorkomen dat Afghanistan een mislukte staat wordt en herhaalt zijn gehechtheid aan een onder Afghaanse leiding en verantwoordelijkheid gevoerd vredesproces en wederopbouw na het conflict als de enige geloofwaardige weg naar inclusieve vrede, veiligheid en ontwikkeling op lange termijn; benadrukt dat dit belangrijker is dan ooit, aangezien de datum van terugtrekking van de troepen van de VS en de NAVO snel nadert; dringt er bij de Raad, de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) en de Commissie op aan zo spoedig mogelijk een alomvattende strategie voor toekomstige samenwerking met Afghanistan na de terugtrekking van de NAVO-troepen voor te bereiden en aan het Parlement voor te leggen, en dringt er bij de EU en haar lidstaten, de NAVO en de VS op aan zich hiervoor te blijven inzetten;

5.  steunt in dit verband de onmiddellijke hervatting van de vredesonderhandelingen in Doha met het oog op een politieke oplossing voor het conflict en een permanent, nationaal onderhandeld staakt-het-vuren; benadrukt dat alleen een politieke oplossing hoop op duurzame vrede biedt en beveelt de partijen aan de hulp in te roepen van een derde partij als bemiddelaar, zoals de Verenigde Naties, om te helpen overeenstemming te bereiken over een politieke routekaart voor een welvarend Afghanistan; spoort de EDEO en de Commissie aan om een grotere rol te spelen door er bij beide partijen op aan te dringen rond de onderhandelingstafel te gaan zitten en indien de Afghanen dit wensen steun of bemiddeling te bieden;

6.  bevestigt nogmaals dat een via onderhandelingen bereikte politieke oplossing die tot vrede leidt moet voortbouwen op de economische, sociale en politieke verwezenlijkingen van de afgelopen 20 jaar; benadrukt dat de ontwikkeling van Afghanistan op de lange termijn zal afhangen van verantwoordingsplicht, goed bestuur, duurzame menselijke veiligheid, met inbegrip van het terugdringen van de armoede en het scheppen van banen, toegang tot sociale en gezondheidsdiensten, onderwijs en de bescherming van fundamentele vrijheden en mensenrechten;

7.  spoort de Afghaanse regering aan het Afghaanse parlement actief te betrekken bij alle relevante processen, een einde te maken aan alle maatregelen die doeltreffende samenwerking tussen de regering en het parlement in de weg staan en de rechten in verband met parlementair toezicht te verbeteren, en is van mening dat het parlement de diverse Afghaanse bevolking moet vertegenwoordigen; wijst erop dat er steun moet blijven worden verleend voor het houden van vrije en eerlijke verkiezingen in overeenstemming met internationale normen, dat verkiezingswaarnemingsmissies in het land moeten worden gesteund en dat de transparantie ten aanzien van overheidsuitgaven moet worden verbeterd, zodat de Afghaanse regering volledige verantwoording aflegt aan haar burgers;

8.  herinnert eraan dat de Afghaanse staat, om voort te kunnen bouwen op de verwezenlijkingen van de afgelopen 20 jaar, zich daadwerkelijk moet inzetten voor de strijd tegen en preventie van terrorisme, gewapende groeperingen en drugsproductie en -handel, het beheer van irreguliere en gedwongen migratie en de aanpak van de onderliggende oorzaken ervan, het tegengaan van regionale instabiliteit, het uitbannen van armoede, het voorkomen van radicalisering die tot gewelddadig extremisme leidt en het bestrijden van straffeloosheid voor schendingen van de mensenrechten en het internationaal humanitair recht;

9.  betreurt dat de Commissie de gezamenlijke verklaring over samenwerking op het gebied van migratie vóór de ondertekening ervan niet heeft voorgelegd aan het Parlement en dat het Parlement zich er derhalve niet over heeft kunnen uitspreken; roept de Commissie op om een mensenrechteneffectbeoordeling van de gezamenlijke verklaring over samenwerking op het gebied van migratie uit te voeren;

10.  uit zijn bezorgdheid over de dreiging die uitgaat van terrorisme voor Afghanistan en de regio, met name de aanhoudende aanwezigheid van de Islamitische Staat in Irak en de Levant (Da’esh) en hun bondgenoten, met name de Islamitische Staat van de provincie Khorasan en Al-Qaida; herinnert eraan dat de terroristische daden in Afghanistan door verschillende actoren worden gepleegd, waaronder de Taliban, Al-Qaida en de zogenaamde Islamitische Staat; benadrukt dat er een reëel risico bestaat op nog meer instabiliteit en geweld naarmate de troepen van de VS en de NAVO zich terugtrekken; herhaalt derhalve dat de EU dringend moet zorgen voor coördinatie met de belanghebbenden, waaronder de Afghaanse regering en veiligheidstroepen, de VS, de NAVO en de VN, om de overgang zo soepel mogelijk te laten verlopen;

11.  veroordeelt alle terroristische activiteiten en aanvallen in Afghanistan; onderstreept dat het belangrijk is terrorismefinanciering doeltreffend te bestrijden en financiële netwerken die terrorisme ondersteunen op te rollen; is zeer verontrust over de bevindingen in het verslag van het VN-monitoringteam, waaruit blijkt dat de banden tussen de Taliban en Al-Qaida nauwer zijn aangehaald, en over de waarschuwing daarin dat de Taliban gekant zijn tegen vredesbesprekingen en de voorkeur geven aan een militaire machtsovername; neemt voorts nota van de berichten dat de Taliban actief militaire operaties in 2021 aan het voorbereiden zijn;

12.  herinnert eraan dat er geen duurzame ontwikkeling kan zijn zonder veiligheid en vice versa; merkt in dit verband op dat bij de internationale steun aan Afghanistan na de terugtrekking van troepen een alomvattende benadering moet worden gehanteerd om de financiële en technische steun voor veiligheid, met inbegrip van de Afghaanse nationale defensie- en veiligheidstroepen, en voor hervormingen op het gebied van economie en ontwikkeling voort te zetten, met bijzondere nadruk op het versterken van de democratie, de rechtsstaat en de mensenrechten, met name voor vrouwen, jongeren en minderheden;

13.  erkent het werk van lokale en internationale ngo’s, die ondanks de veiligheidsrisico’s diensten, bijstand en hulp bieden aan de Afghaanse bevolking; blijft bezorgd over het gevaarlijke klimaat waarin maatschappelijke organisaties, met inbegrip van journalisten en mensenrechtenverdedigers, opereren; dringt er bij de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO), de Commissie en de lidstaten op aan aanzienlijke steun te blijven verlenen aan het maatschappelijk middenveld en hun dialoog met de Afghaanse regering voort te zetten om de belemmeringen voor de activiteiten van niet-gouvernementele organisaties dringend weg te nemen; spoort de Afghaanse autoriteiten, de Taliban en alle andere relevante actoren aan de veiligheid van lokale en internationale maatschappelijke organisaties, ngo’s en humanitaire organisaties te waarborgen;

14.  dringt erop aan om onder toezicht van de VN een geloofwaardig en transparant onderzoek te voeren naar de recente aanslag op een meisjesschool, waarbij 85 dodelijke slachtoffers vielen, waarvan de meeste meisjes tussen 11 en 17 jaar oud waren, en de aanslag van 12 mei 2020 op de kraamafdeling van het Dasht-e Barchi-ziekenhuis in Kabul, dat door Artsen zonder Grenzen werd ondersteund; verzoekt de EDEO, de Commissie en de lidstaten te overwegen om er bij de VN-Mensenrechtenraad op aan te dringen een onderzoekscommissie op te richten in verband met ernstige schendingen van het internationaal humanitair recht in Afghanistan;

15.  wijst erop dat straffeloosheid en corruptie ernstige belemmeringen blijven vormen voor de verbetering van de veiligheidscoördinatie, de verstrekking van openbare diensten en economische hervormingen; is ingenomen met de totstandbrenging in november 2020 van de corruptiebestrijdingscommissie in Afghanistan, die de onlangs aangenomen strategie voor corruptiebestrijding moet uitvoeren, en dringt er bij de EDEO en de Commissie op aan in voldoende EU-steun te blijven voorzien voor de bestrijding van corruptie in het land;

16.  benadrukt dat Europese steun afhankelijk zal blijven van het behouden van en voortbouwen op de verwezenlijkingen van de afgelopen 20 jaar, de daadwerkelijke verbetering van inclusief en verantwoordelijk bestuur, de versterking van de instellingen, het democratisch pluralisme en de rechtstaat, de bestrijding van corruptie en de versterking van de onafhankelijke media, de mensenrechten en fundamentele vrijheden voor alle Afghanen, met name vrouwen, kinderen en alle personen die tot een minderheid of risicogroep behoren; herinnert eraan dat het recht van meisjes op onderwijs, dat een belangrijke verwezenlijking van de afgelopen 20 jaar is, niet mag worden betwist; wijst op de noodzaak van duidelijke benchmarks en monitoringmechanismen om de geboekte vooruitgang en het efficiënte en transparante gebruik van EU-middelen te meten;

17.  wijst erop dat de vooruitgang die de afgelopen 20 jaar op het gebied van vrouwenrechten in Afghanistan is geboekt absoluut in stand moet worden gehouden; herinnert aan de deelname van vrouwen namens de Afghaanse regering aan de vredesonderhandelingen en dringt erop aan dat er in het vredesproces geen compromissen worden gesloten over de rechten van vrouwen; benadrukt dat vooruitgang op het gebied van vrouwenrechten in gebieden van het land die niet onder controle van de regering staan, eveneens aan bod moet komen tijdens de onderhandelingen; dringt erop aan dat vrouwenorganisaties tijdens de onderhandelingen beter vertegenwoordigd zijn en ten volle worden geraadpleegd; benadrukt dat de volledige deelname van vrouwen in de fase na de wederopbouw en in het politieke en maatschappelijke leven in Afghanistan een fundamentele voorwaarde is voor de totstandbrenging van duurzame vrede, veiligheid en ontwikkeling; roept de EDEO, de Commissie en de lidstaten op om steun te blijven verlenen aan de empowerment van vrouwen als belangrijke voorwaarde voor de voortzetting van financiële bijstand aan het land;

18.  betreurt ten zeerste dat vrouwen en meisjes nog steeds met grote problemen te kampen hebben, zoals huiselijk, seksueel en gendergerelateerd geweld, gedwongen huwelijken en beperkte toegang tot gezondheidszorg; benadrukt dat vooruitgang op die gebieden voor de EU een hoge prioriteit moet blijven; is ingenomen met de door de EU gefinancierde projecten ter ondersteuning van de empowerment van vrouwen en hun deelname aan de besluitvorming;

19.  herhaalt dat de EU Afghanistan moet blijven steunen in de strijd tegen de COVID-19-pandemie, de Afghanen van vaccins moet voorzien en moet bijdragen aan de organisatie van de vaccinatie-inspanningen;

20.  benadrukt dat het belangrijk is dat de dringende bedreigingen voor de voedselzekerheid als gevolg van de klimaatverandering, droogten en de COVID-19-pandemie worden aangepakt; verzoekt de EU haar toezegging die werd gedaan tijdens de donorconferentie voor Afghanistan van 2020 na te komen en spoort de EDEO en DG ECHO van de Commissie (directoraat-generaal Europese Civiele Bescherming en Humanitaire Hulp) aan een leidende rol op zich te nemen en de financieringskloof te dichten, om ervoor te zorgen dat voedselhulp tijdig wordt gemobiliseerd en gecoördineerd teneinde de dreigende voedselonzekerheid aan te pakken; dringt er bij alle donoren op aan hun humanitaire hulp te handhaven of op te voeren, met name hun steun voor het Afghaanse gezondheidsstelsel en de bevordering van de toegang tot gezondheidszorg voor Afghaanse vrouwen en meisjes;

21.  herinnert eraan dat de gevolgen van de papaverteelt verder reiken dan de grenzen van Afghanistan en ook de buurlanden treffen, alsook Europa, dat de belangrijkste bestemming is van de in Afghanistan geproduceerde heroïne; wijst erop dat de Afghaanse regering meer inspanningen moet leveren om deze dreiging tegen te gaan en wijst nogmaals op de noodzaak van landbouwontwikkeling en -steun op langere termijn om betrouwbare banen en inkomsten die niet uit de papaverteelt komen tot stand te brengen; merkt op dat dit een noodzakelijke stap is om de illegale drugshandel, het witwassen van geld en de financiering van terrorisme aan te pakken;

22.  wijst op de potentiële economische groei die Afghanistan kan verwezenlijken door zijn natuurlijke hulpbronnen op duurzame wijze te gebruiken; benadrukt dat Europese hulp voor de ontwikkeling van infrastructuur de Afghaanse bevolking ten goede kan komen door werkgelegenheid en middelen voor essentiële overheidsdiensten te verschaffen en ervoor te zorgen dat het milieu wordt beschermd;

23.  benadrukt dat Europese middelen moeten worden gebruikt om te investeren in betere regionale verbindingen ter bevordering van de handel en doorvoer, waardoor Afghanistan de middelen zou krijgen om economische groei te verwezenlijken;

24.  herinnert eraan dat Afghanistan door land wordt omgeven en op het kruispunt van Azië en het Midden-Oosten ligt, en erkent dat steun en positieve samenwerking van Centraal-Aziatische buurlanden en regionale mogendheden, in het bijzonder China, Iran, India, Rusland en Pakistan, van het grootste belang zijn voor de stabilisering, ontwikkeling en economische levensvatbaarheid van Afghanistan; roept de EDEO en de lidstaten op om hun dialoog met de buurlanden van Afghanistan te intensiveren; wijst op de cruciale rol van deze landen bij het stabiliseren van Afghanistan en het voorkomen dat er chaos uitbreekt zodra de buitenlandse troepen het land verlaten; wijst op de noodzaak van meer coördinatie tussen de EU en de VS ten aanzien van Afghanistan, zodat beide partijen in de mate van het mogelijke een belangrijke rol in het land kunnen blijven spelen;

25.  herinnert eraan dat de regeringen van de landen die hun troepen uit Afghanistan terugtrekken verantwoordelijk zijn voor de bescherming van en, indien nodig, de verstrekking van visa aan en repatriëring van plaatselijke medewerkers, met name vertalers, die hun werk hebben ondersteund en wier leven nu mogelijk ernstig in gevaar is; dringt erop aan dat dit wordt voorafgegaan door een grondige individuele beoordeling, waarbij ten volle rekening wordt gehouden met alle geschiktheids- en veiligheidsaspecten;

26.  verzoekt de EDEO, de Commissie en de lidstaten de veiligheid van de Europese strijdkrachten en personeelsleden in Afghanistan te waarborgen, alsook die van de plaatselijke medewerkers die voor de vertegenwoordigingen van de lidstaten of de EU-delegatie in het land werken of hebben gewerkt; verzoekt de EDEO en de Commissie bij te dragen aan de financiering van een versterkte veiligheidszone om een diplomatieke aanwezigheid na de terugtrekking van de troepen te waarborgen;

27.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de vicevoorzitter/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de speciale gezant van de EU voor Afghanistan, de regeringen en parlementen van de lidstaten, en de regering en het parlement van de Islamitische Republiek Afghanistan.

Laatst bijgewerkt op: 8 oktober 2021Juridische mededeling - Privacybeleid