Resolutie van het Europees Parlement van 16 december 2021 over de beraadslagingen van de Commissie verzoekschriften in 2020 (2021/2019(INI))
Het Europees Parlement,
– gezien zijn eerdere resoluties over de beraadslagingen van de Commissie verzoekschriften,
– gezien de artikelen 10 en 11 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU),
– gezien de artikelen 20, 24 en 227 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), die uiting geven aan het belang dat in het Verdrag wordt gehecht aan het recht van EU-burgers en -ingezetenen om hun zorgen onder de aandacht van het Parlement te brengen,
– gezien artikel 228 VWEU inzake de rol en taken van de Europese Ombudsman,
– gezien artikel 44 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (het "Handvest") inzake het recht om verzoekschriften in te dienen bij het Europees Parlement,
– gezien de bepalingen van het VWEU met betrekking tot de inbreukprocedure, en met name de artikelen 258 en 260,
– gezien artikel 54 en artikel 227, lid 7, van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie verzoekschriften (A9-0323/2021),
A. overwegende dat het Parlement in 2020 1 573 verzoekschriften heeft ontvangen, wat neerkomt op een stijging met 15,9 % ten opzichte van de 1 357 verzoekschriften die in 2019 zijn ingediend, en een stijging met 28,9 % ten opzichte van de 1 220 verzoekschriften die in 2018 zijn ingediend;
B. overwegende dat het aantal gebruikers dat in 2020 een of meer verzoekschriften op het internetportaal voor verzoekschriften van het Parlement heeft ondersteund, 48 882 bedroeg, wat een aanzienlijke stijging is ten opzichte van de 28 076 gebruikers die in 2019 werden geregistreerd; overwegende dat ook het aantal kliks ter ondersteuning van verzoekschriften in 2020 is toegenomen, tot een totaal van 55 129;
C. overwegende dat het grote aantal verzoekschriften waarin burgers hun bezorgdheid uiten over de noodsituatie op het gebied van de volksgezondheid en op sociaal-economisch gebied ten gevolge van de uitbraak van de COVID-19-pandemie in aanzienlijke mate heeft bijgedragen aan de stijging van het aantal geregistreerde verzoekschriften in 2020 ten opzichte van voorafgaande jaren; overwegende dat 13,23 % van de in 2020 ontvangen verzoekschriften verband hield met de COVID-19-pandemie;
D. overwegende dat uit het grote aantal verzoekschriften dat in 2020 is ingediend, blijkt dat burgers in tijden van crisis op hun gekozen vertegenwoordigers op EU-niveau vertrouwen door hun zorgen en klachten rechtstreeks aan hen voor te leggen;
E. overwegende dat het totaal aantal verzoekschriften evenwel bescheiden blijft in verhouding tot de totale bevolking van de EU en dat daaruit blijkt dat er nog meer inspanningen nodig zijn om ervoor te zorgen dat de burgers zich bewuster worden van hun recht om een verzoekschrift in te dienen en om hen aan te sporen van dat recht gebruik te maken; overwegende dat als burgers van het petitierecht gebruikmaken, zij verwachten dat de EU-instellingen een meerwaarde bieden door een oplossing voor hun problemen te vinden;
F. overwegende dat de criteria voor de ontvankelijkheid van verzoekschriften zijn vastgelegd in artikel 227 van het VWEU en artikel 226 van het Reglement van het Parlement, op grond waarvan verzoekschriften moeten worden ingediend door EU‑burgers of -ingezetenen die rechtstreeks de gevolgen ondervinden van aangelegenheden die tot de werkterreinen van de EU behoren;
G. overwegende dat van de 1 573 in 2020 ingediende verzoekschriften 392 niet-ontvankelijk zijn verklaard en 51 zijn ingetrokken; overwegende dat het relatief hoge percentage (24,92 %) van de niet-ontvankelijk verklaarde verzoekschriften in 2020 laat zien dat er nog steeds sprake is van een algemeen gebrek aan duidelijkheid over de reikwijdte en grenzen van de terreinen die onder de verantwoordelijkheid van de EU vallen;
H. overwegende dat het recht om een verzoekschrift in te dienen bij het Europees Parlement tot de grondrechten van de Europese burger behoort; overwegende dat het recht om verzoekschriften in te dienen EU-burgers en -ingezetenen een open, democratisch en transparant mechanisme biedt om hun gekozen vertegenwoordigers rechtstreeks aan te spreken, en daarom essentieel is voor de actieve deelname van burgers aan de werkzaamheden van de Unie;
I. overwegende dat het Parlement dankzij het petitierecht beter kan reageren op klachten en zorgen over de eerbiediging van de grondrechten van de EU en de naleving van het EU-recht in de lidstaten; overwegende dat verzoekschriften daarom een nuttige bron van informatie zijn om onjuiste toepassing van en inbreuken op het EU-recht op te sporen en het Parlement en andere EU-instellingen aldus in staat stellen om de omzetting en toepassing van het EU-recht en het mogelijke effect ervan op de rechten van EU-burgers en -ingezetenen te beoordelen;
J. overwegende dat het Parlement lange tijd een voortrekkersrol heeft gespeeld bij de ontwikkeling van de verzoekschriftenprocedure op internationaal niveau en over de meest open en transparante verzoekschriftenprocedure in Europa beschikt, waardoor indieners van verzoekschriften aan zijn activiteiten kunnen deelnemen;
K. overwegende dat de Commissie verzoekschriften elk verzoekschrift dat bij het Parlement wordt ingediend, zorgvuldig bestudeert en behandelt; overwegende dat elke indiener het recht heeft om binnen een redelijke termijn in zijn eigen taal of in de taal waarin het verzoekschrift is gesteld een antwoord te ontvangen met informatie over het door de Commissie verzoekschriften genomen ontvankelijkheidsbesluit en de follow-upacties; overwegende dat elke indiener kan verzoeken om op basis van relevante ontwikkelingen zijn verzoekschrift opnieuw te openen;
L. overwegende dat de activiteiten van de Commissie verzoekschriften gebaseerd zijn op de inbreng van de indieners; overwegende dat de informatie die indieners in hun verzoekschriften en tijdens vergaderingen verstrekken, samen met de beoordeling van de Commissie en de antwoorden van de lidstaten en andere organen, van cruciaal belang zijn voor de werkzaamheden van de commissie; overwegende dat ontvankelijke verzoekschriften ook een waardevolle bijdrage leveren aan de werkzaamheden van de andere parlementaire commissies, aangezien zij door de Commissie verzoekschriften voor advies of ter informatie aan andere commissies worden toegezonden;
M. overwegende dat de Commissie verzoekschriften het grootste belang hecht aan de behandeling en openbare bespreking van verzoekschriften tijdens haar vergaderingen; overwegende dat indieners het recht hebben om hun verzoekschriften te presenteren, en vaak het woord nemen tijdens de bespreking en zo actief bijdragen aan het werk van de commissie; overwegende dat de Commissie verzoekschriften in 2020 13 commissievergaderingen heeft gehouden, waarin 116 verzoekschriften werden besproken in aanwezigheid van 110 indieners, van wie er 78 actief deelnamen door het woord te voeren; overwegende dat het lagere aantal verzoekschriften dat in 2020 tijdens vergaderingen werd besproken ten opzichte van 2019 wordt verklaard door de ingekorte vergadertijden van de commissie, vooral van april tot juli, vanwege de beperkte vertolkingsfaciliteiten als gevolg van de voorzorgsmaatregelen van het Parlement in het kader van de pandemie;
N. overwegende dat de belangrijkste punten van zorg die in de in 2020 ingediende verzoekschriften aan de orde worden gesteld, betrekking hebben op de grondrechten (met name de gevolgen van de noodmaatregelen in verband met COVID-19 voor de rechtsstaat en de democratie, de vrijheid van verplaatsing, het recht op werk, het recht op informatie en het recht op onderwijs, evenals een groot aantal verzoekschriften over lhbtq+-rechten in de Unie), gezondheid (met name vraagstukken in verband met de volksgezondheidscrisis als gevolg van de pandemie, gaande van de bescherming van de gezondheid van de burgers, met inbegrip van behandelingen en beschermingsmiddelen, tot het beheer van de gezondheidscrisis in de lidstaten en de aanschaf en distributie van vaccins), het milieu (met name mijnbouwactiviteiten en de gevolgen daarvan voor het milieu, de nucleaire veiligheid, luchtverontreiniging en de achteruitgang van de natuurlijke ecosystemen), justitie (met name vraagstukken in verband met toegang tot de rechter, vermeende procedurele onregelmatigheden en zorgen over de rechtsstaat, alsook grensoverschrijdende gevallen van ontvoering van kinderen en voogdijrechten), werkgelegenheid (met name de toegang tot de arbeidsmarkt en precair werk), onderwijs (met name kwesties in verband met discriminatie bij de toegang tot onderwijs), en de interne markt (met name kwesties met betrekking tot nationale reisbeperkingen in het kader van de pandemie en de gevolgen daarvan voor het vrije verkeer van personen binnen en buiten de EU), en de uitvoering van het akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie, naast vele andere werkterreinen;
O. overwegende dat 79,7 % (1 254) van de in 2020 ontvangen verzoekschriften werd ingediend via het internetportaal voor verzoekschriften van het Parlement, in vergelijking met 73,9 % (1 003) in 2019, hetgeen bevestigt dat het internetportaal voor verzoekschriften van het Parlement verreweg het meest gebruikte kanaal is geworden voor indiening van verzoekschriften van burgers aan het Parlement;
P. overwegende dat het internetportaal voor verzoekschriften in 2020 verder is ontwikkeld en gebruikersvriendelijker, veiliger en toegankelijker voor burgers is gemaakt; overwegende dat de veelgestelde vragen (FAQ) zijn bijgewerkt en dat enkele verbeteringen zijn aangebracht in verband met gegevensbescherming om gevolg te geven aan de aanbevelingen van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming, en dat een nieuw wachtwoordherstelmechanisme is ingevoerd; overwegende dat de koppeling tussen het internetportaal voor verzoekschriften, ePeti en PETIGREF verder is ontwikkeld en dat er werkzaamheden zijn verricht om de integratie van externe ontwikkelingen en Hermes te verzekeren; overwegende dat een groot aantal individuele ondersteuningsaanvragen met succes is afgehandeld;
Q. overwegende dat veel verzoekschriften in verband met COVID-19 in 2020 via de spoedprocedure op de agenda zijn geplaatst;
R. overwegende dat de Commissie verzoekschriften in 2020 slechts één onderzoeksmissie heeft ondernomen; overwegende dat geen andere onderzoeksmissies konden plaatsvinden vanwege de pandemie en het besluit van de voorzitter van het Parlement om alle parlementaire evenementen, met inbegrip van delegaties, te schrappen, als een van de noodzakelijke voorzorgsmaatregelen om de verspreiding van COVID-19 te beteugelen en de gezondheidsrisico’s voor de leden en het personeel van het Parlement zoveel mogelijk te beperken;
S. overwegende dat de Commissie verzoekschriften als medeverantwoordelijke commissie, samen met de ter zake bevoegde commissies (de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (LIBE) en de Commissie cultuur en onderwijs (CULT)), op 15 oktober 2020 een openbare hoorzitting heeft georganiseerd over het Europees burgerinitiatief (EBI) getiteld “Minority SafePack – één miljoen handtekeningen voor verscheidenheid in Europa”; overwegende dat de hoorzitting vanwege de pandemie in hybride vorm werd gehouden en de organisatoren van het EBI op afstand aan de vergadering konden deelnemen, terwijl het publiek de vergadering via webstreaming kon volgen;
T. overwegende dat de Commissie als hoedster van de Verdragen een essentiële rol speelt in de werkzaamheden van de Commissie verzoekschriften en dat de informatie die door de indieners wordt verstrekt nuttig is om mogelijke inbreuken op of onjuiste toepassing van het Europees recht op te sporen;
U. overwegende dat de strategie van Commissie voor de behandeling van verzoekschriften gebaseerd is op haar mededeling van 2016 getiteld “EU-wetgeving: betere resultaten door betere toepassing” (C(2016)8600);
V. overwegende dat in de jaarverslagen van de Commissie over de controle op de toepassing van het EU-recht op heel algemene wijze wordt verwezen naar verzoekschriften, waaruit blijkt dat er geen goed systeem is om informatie over verzoekschriften en hun verband met inbreukprocedures of EU-handelingen te verzamelen;
W. overwegende dat de Commissie verzoekschriften op grond van het Reglement verantwoordelijk is voor de betrekkingen met de Europese Ombudsman, die klachten over mogelijk wanbeheer binnen de EU-instellingen en -organen onderzoekt; overwegende dat de huidige Europese Ombudsman, Emily O’Reilly, haar jaarverslag voor 2019 heeft voorgelegd aan de Commissie verzoekschriften tijdens haar vergadering van 3 september 2020;
X. overwegende dat de Commissie verzoekschriften lid is van het Europees netwerk van ombudsmannen, waar ook de Europese Ombudsman, nationale en regionale ombudsmannen en soortgelijke instanties in de lidstaten, kandidaat-lidstaten en andere landen van de Europese Economische Ruimte deel van uitmaken, en dat ten doel heeft de uitwisseling van informatie over het recht en beleid van de EU te bevorderen en beste praktijken uit te wisselen;
1. benadrukt de fundamentele rol van de Commissie verzoekschriften bij de bescherming en bevordering van de rechten van de EU-burgers en -ingezetenen door ervoor te zorgen dat de bekommernissen en klachten van de indieners tijdig en doeltreffend worden behandeld en dat zij, waar mogelijk, worden opgelost via een open, democratische, snelle en transparante verzoekschriftenprocedure; wijst op het cruciale belang van verzoekschriften om de beginselen van directe democratie te bevorderen en de actieve participatie van EU-burgers te verbeteren;
2. benadrukt dat de deelname van burgers aan het besluitvormingsproces van de Unie van essentieel belang is voor de totstandbrenging van een democratischere, open en transparante Unie; beklemtoont dat de Commissie verzoekschriften een fundamentele rol speelt bij het betrekken van Europese burgers bij de activiteiten van de Unie en een discussieforum vormt waar burgers hun stem kunnen laten horen in de EU-instellingen; roept de EU-instellingen op om in de beleidsvorming beter te reageren op de problemen van burgers door rekening te houden met de meningen en klachten die in verzoekschriften naar voren zijn gebracht;
3. wijst nogmaals op het belang van een permanent openbaar debat over de werkterreinen van de Unie, teneinde ervoor te zorgen dat de burgers correct worden geïnformeerd over de reikwijdte van de bevoegdheden van de Unie en de verschillende niveaus van besluitvorming; roept in dit verband op tot doeltreffende bewustmakingscampagnes; benadrukt dat de actieve betrokkenheid van de pers- en communicatiediensten op Europees en nationaal niveau en actievere sociale media de zichtbaarheid van de werkzaamheden van de Commissie verzoekschriften zouden vergroten en ervoor zouden zorgen dat zij beter inspeelt op de bezorgdheid van het publiek;
4. is van mening dat deze inspanning ook zou bijdragen tot het voorkomen van desinformatie over de werkzaamheden van de Commissie verzoekschriften, in overeenstemming met de door de Commissie bevorderde bestrijding van desinformatie, en zou helpen om de kennis van burgers te vergroten over hun recht om verzoekschriften in te dienen, evenals over de reikwijdte en grenzen van de bevoegdheden van de Unie en van de Commissie verzoekschriften, teneinde het aantal niet-ontvankelijke verzoekschriften te verminderen; is van mening dat het ook belangrijk is de aandacht te vestigen op succesverhalen waarin een door een indiener aangekaarte kwestie met de steun van de Commissie verzoekschriften is opgelost; benadrukt in dit opzicht het belang van het beleid van de EU inzake meertalige communicatie teneinde een beter contact met de burgers te ontwikkelen;
5. benadrukt dat de Conferentie over de toekomst van Europa moet worden aangegrepen als een kans om de rol van de Commissie verzoekschriften uit te leggen aan de EU‑burgers, teneinde burgers beter bewust te maken van het recht om verzoekschriften in te dienen en hen aan te sporen actief deel te nemen en hun zorgen en ideeën kenbaar te maken aan hun gekozen vertegenwoordigers;
6. wijst erop dat verzoekschriften voor de burgers als een deur naar de Europese instellingen fungeren en voor het Parlement en de andere EU-instellingen een unieke gelegenheid vormen om rechtstreeks in contact te treden met de EU-burgers en -ingezetenen, hun problemen te begrijpen en een regelmatige dialoog met hen te onderhouden, met name in gevallen waarin zij gevolgen ondervinden van de onjuiste toepassing van het EU-recht; benadrukt de noodzaak van nauwere samenwerking tussen de Commissie verzoekschriften en bevoegde commissies, de instellingen, organen en instanties van de Unie en de nationale, regionale en lokale autoriteiten bij vragen of voorstellen inzake de tenuitvoerlegging en de naleving van de EU-wetgeving, met inbegrip van de noodzakelijke antwoorden aan de commissie; meent dat een dergelijke samenwerking van cruciaal belang is voor het aanpakken en wegnemen van de zorgen van burgers over de toepassing van het EU-recht en bijdraagt tot de versterking van de democratische legitimiteit en verantwoordingsplicht van de Unie; roept derhalve op tot een actievere deelname van de vertegenwoordigers van de lidstaten aan de commissievergaderingen en tot een snellere beantwoording van de verzoeken om verduidelijking of informatie die de Commissie verzoekschriften aan de nationale autoriteiten doet toekomen; dringt er bij de Commissie op aan maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat het toepassingsgebied van artikel 51 van het Handvest zo coherent en zo ruim mogelijk wordt uitgelegd;
7. roept de Commissie op een actievere rol te spelen in de Commissie verzoekschriften om ervoor te zorgen dat de burgers een gedetailleerd en begrijpelijk antwoord krijgen;
8. benadrukt dat de aanpak en de standpunten van de Commissie in haar antwoorden aan de Commissie verzoekschriften moeten worden geëerbiedigd, evenals haar rol als hoedster van de Verdragen;
9. herinnert eraan dat verzoekschriften in aanzienlijke mate bijdragen aan de rol van de Commissie als hoedster van de Verdragen; beklemtoont dat versterkte samenwerking tussen de Commissie verzoekschriften en de Commissie essentieel is voor de succesvolle behandeling van verzoekschriften; spoort de Commissie aan geen algemene maar tijdige, precieze, duidelijke en gerichte antwoorden te verschaffen teneinde de concrete verzoeken van de indieners doelgericht te beantwoorden; roept de Commissie op om te zorgen voor transparantie en toegang tot documenten en informatie in het kader van EU Pilot-procedures met betrekking tot ontvangen verzoekschriften en reeds afgesloten EU-Pilot-procedures en inbreukprocedures, en om alle in verzoekschriften aan de orde gestelde kwesties in verband met inbreuken op de EU-wetgeving als een prioriteit te beschouwen wanneer wordt overwogen een inbreukprocedure in te leiden, met name wanneer de kwesties verband houden met milieuwetgeving;
10. verzoekt de Commissie haar bevoegdheden met betrekking tot verzoekschriften te verduidelijken, met inbegrip van verzoekschriften die betrekking hebben op aangelegenheden die binnen een werkterrein van de EU vallen, maar niet binnen een beleidsterrein waarop de EU wetgevende bevoegdheid heeft;
11. verzoekt de nationale autoriteiten om in gevallen van systematische niet-naleving van het EU-recht proactief te zijn en de nodige maatregelen te treffen om tegemoet te komen aan de bezorgdheden van de burgers zoals die tot uiting komen in hun verzoekschriften; roept de Commissie op de vooruitgang op het gebied van de naleving van de EU‑wetgeving in de onderzochte gevallen op regelmatige wijze te volgen;
12. benadrukt dat de Commissie verzoekschriften de toegankelijkheidscriteria die in de artikelen 226 en 227 VWEU en in het Reglement van het Europees Parlement zijn vastgesteld, moet eerbiedigen;
13. herinnert eraan dat samenwerking met andere commissies van het Parlement essentieel is voor de nauwgezette en alomvattende behandeling van verzoekschriften; merkt op dat in 2020 56 verzoekschriften voor advies en 385 verzoekschriften ter informatie aan andere commissies zijn toegezonden; is ingenomen met het feit dat van andere commissies 40 adviezen werden ontvangen en 60 kennisgevingen dat verzoekschriften bij hun werkzaamheden in aanmerking werden genomen; merkt op dat openbare hoorzittingen die samen met andere parlementaire commissies worden georganiseerd een grondige behandeling van verzoekschriften vergemakkelijken; herinnert eraan dat indieners op de hoogte worden gesteld van de besluiten om in verband met de behandeling van hun verzoekschrift andere commissies om advies te vragen; verzoekt de parlementaire commissies hun inspanningen op te voeren om actief bij te dragen aan de behandeling van verzoekschriften – door hun deskundigheid aan te tonen – en het Parlement aldus in staat te stellen sneller en uitvoeriger te reageren op de zorgen van de burgers; betreurt dat het verzoekschriftennetwerk in 2020 niet bijeen kon komen als gevolg van de COVID-19-pandemie;
14. is van mening dat het verzoekschriftennetwerk een nuttig instrument is om meer bekendheid te geven aan de in de verzoekschriften aangekaarte kwesties en om de behandeling van verzoekschriften in andere commissies waaraan deze voor advies of ter informatie zijn doorgezonden, te vergemakkelijken; merkt op dat de follow-up van verzoekschriften bij parlementaire en wetgevende werkzaamheden moet worden vergemakkelijkt; is van mening dat dit netwerk de dialoog en samenwerking met de Commissie en andere EU-instellingen moet versterken; vertrouwt erop dat regelmatige vergaderingen van het verzoekschriftennetwerk van cruciaal belang zijn om de samenwerking tussen de parlementaire commissies te versterken middels de uitwisseling van informatie en het delen van beste praktijken tussen de leden van het netwerk; roept het Parlement op een mechanisme te ontwerpen om de Commissie verzoekschriften in staat te stellen rechtstreeks bij het wetgevingsproces betrokken te worden;
15. vestigt de aandacht op zijn resolutie van 17 december 2020 over de beraadslagingen van de Commissie verzoekschriften in 2019(1);
16. onderstreept dat de Commissie verzoekschriften, ondanks de beperkte tijd voor commissievergaderingen in 2020 als gevolg van de voorzorgsmaatregelen van het Parlement ter voorkoming van de verspreiding van COVID-19 in zijn gebouwen en de daaruit voortvloeiende beperkte vertolkingsfaciliteiten, haar advies heeft uitgebracht over belangrijke kwesties die in verzoekschriften aan de orde zijn gesteld door bij te dragen aan een groot aantal parlementaire verslagen, met name over de sluiting van het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie(2), over de controle op de toepassing van het EU-recht 2017 en 2018(3), over de aanbevelingen voor de onderhandelingen over een nieuw partnerschap met het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland(4), over de situatie van de grondrechten in de Europese Unie – Jaarverslag voor de jaren 2018-2019(5), over het terugdringen van ongelijkheid, met speciale aandacht voor armoede onder werkenden(6), over Turkije – jaarlijks voortgangsverslag 2019(7), en over de tenuitvoerlegging van Richtlijn 2000/78/EG tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep in het licht van het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap(8); waardeert de werkzaamheden van het secretariaat van de Commissie verzoekschriften in het algemeen en, in het bijzonder, tijdens de pandemie, aangezien de werkomstandigheden complexer werden; benadrukt dat moet worden nagedacht over de uitdagingen tijdens de pandemie en moet worden gezocht naar manieren om het werk van de commissie te verbeteren, met name in tijden van crisis;
17. wijst erop dat de leden van de Commissie verzoekschriften in de aanbevelingen voor de onderhandelingen over een nieuw partnerschap met het Verenigd Koninkrijk hebben benadrukt dat elke EU-burger die in het Verenigd Koninkrijk verblijft, het recht heeft een verzoekschrift in te dienen bij het Europees Parlement overeenkomstig artikel 227 van het VWEU, het recht heeft deel te nemen aan het Europees burgerinitiatief (ECI) en het recht heeft zich na afloop van de overgangsperiode (naar verwachting 31 december 2020) tot de Europese Ombudsman te wenden, en dat zij de Ombudsman hebben verzocht om de voortzetting van haar werkzaamheden die van start zijn gegaan ten tijde van de onderhandelingen over het terugtrekkingsakkoord, met als doel ervoor te zorgen dat de onderhandelingen over een toekomstig partnerschap tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk transparant verlopen;
18. vestigt de aandacht op het grote aantal verzoekschriften over COVID-19 dat de Commissie verzoekschriften in 2020 heeft behandeld en beantwoord, waarbij zij in de meeste gevallen gebruik heeft gemaakt van haar urgentieprocedure; benadrukt dat in de meeste van deze verzoekschriften werd aangedrongen op de bescherming van de fundamentele rechten en vrijheden van de burgers tegen de noodmaatregelen, met inbegrip van lockdowns, en op transparantie bij de ontwikkeling, aankoop en distributie van COVID-19-vaccins; benadrukt dat deze verzoekschriften ook vragen omvatten over behandelingen en beschermingsmiddelen, evenals over de beoordeling van het beheer van de gezondheidscrisis in de lidstaten; herinnert er tevens aan dat veel indieners hun bezorgdheid hebben geuit over de gevolgen van de nationale noodmaatregelen, waaronder lockdowns, voor de democratie, de rechtsstaat en de grondrechten, en dat zij vraagtekens hebben geplaatst bij de reis- en werkbeperkingen, evenals bij het initiële gebrek aan coördinatie tussen de lidstaten van de controles aan de binnengrenzen, die het vrije verkeer binnen het Schengengebied hebben belemmerd en met name voor veel grenswerkers, studenten en binationale koppels een probleem vormden, alsook bij het beheer van geannuleerde vluchten en reizen tijdens de pandemie en het terugbetalingsbeleid van de betrokken luchtvaartmaatschappijen; herinnert eraan dat alle restrictieve maatregelen noodzakelijk, evenredig en tijdelijk moeten zijn; herinnert eraan dat het waarborgen van een effectieve, gelijke en uniforme toepassing van het EU-recht van cruciaal belang is voor de handhaving van de rechtsstaat, een van de fundamentele waarden van de Unie en haar lidstaten overeenkomstig artikel 2 VEU, zelfs tijdens een crisis zoals de COVID-19-pandemie; is van mening dat de snelle en doeltreffende behandeling van verzoekschriften met name in tijden van grote crisis een voorwaarde is om het vertrouwen van de burgers in de EU-instellingen te winnen;
19. wijst op het besluit dat tijdens de eerste maanden van de pandemie is genomen om in de Commissie verzoekschriften prioriteit te geven aan verzoekschriften in verband met COVID-19, teneinde naar behoren tegemoet te komen aan de urgente verzoeken van burgers tijdens de eerste maanden van 2020;
20. is ernstig bezorgd over de door de COVID-19-pandemie berokkende schade aan de volksgezondheid en sociaal-economische schade; is ingenomen met het uitstekende werk van de Commissie verzoekschriften, die de bezorgdheid van de burgers over de volksgezondheidscrisis en de sociaal-economische crisis in verband met de COVID-19-pandemie onder de aandacht heeft gebracht en er aldus toe heeft bijgedragen dat het Parlement kan inspelen op de behoeften en verwachtingen van de burgers – met name zij die in het bijzonder getroffen zijn door de gezondheidscrisis – ten aanzien van het vermogen van de Unie om een dergelijke mondiale uitdaging aan te pakken; vestigt in dit verband de aandacht op de belangrijke follow-upacties die de Commissie verzoekschriften heeft ondernomen om te reageren op de kwesties die in de verzoekschriften in verband met COVID-19 aan de orde zijn gesteld, en die ertoe hebben geleid dat de resoluties over het Schengensysteem en de maatregelen die zijn genomen tijdens de COVID-19-crisis(9), over de rechten van personen met een verstandelijke handicap en hun familie tijdens de COVID-19-crisis(10), en over het aanpakken van dakloosheid in de Europese Unie(11) in de plenaire vergadering werden aangenomen;
21. beklemtoont de belangrijke bijdrage die de Commissie verzoekschriften heeft geleverd aan de bescherming van de rechten van het kind, zoals blijkt uit de behandeling van een aantal verzoekschriften over de ontvoering van kinderen door ouders in Japan; wijst in dit verband op de resolutie over de internationale en nationale ontvoering door ouders van EU-kinderen in Japan, waarvan de ontwerpresolutie op 16 juni 2020 door de Commissie verzoekschriften is goedgekeurd en op 8 juli 2020 in de plenaire vergadering is aangenomen(12);
22. vestigt de aandacht op de hoorzitting van 29 oktober 2020, getiteld “Union citizenship: Empowerment, Inclusion, Participation”, die de Commissie verzoekschriften samen met de Commissie juridische zaken, de Commissie constitutionele zaken en de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken heeft gehouden; is van mening dat het Parlement met deze hoorzitting een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan het verslag over het EU-burgerschap 2020 van de Commissie en aan de lopende werkzaamheden van de Commissie verzoekschriften over de betrokkenheid van burgers;
23. merkt op dat gezondheid, samen met de grondrechten, in 2020 voor indieners van verzoekschriften het belangrijkste punt van zorg was en erkent dat gezondheidskwesties in verband met de COVID-19-pandemie centraal stonden in de werkzaamheden van de Commissie verzoekschriften; vestigt de aandacht op de resolutie over aanvullende financiering voor biomedisch onderzoek naar myalgische encefalomyelitis, waarvan de ontwerpresolutie op 30 april 2020 door de commissie is goedgekeurd en op 18 juni 2020 in de plenaire vergadering is aangenomen(13); herinnert eraan dat de resolutie van het Parlement warm is onthaald door de wetenschappelijke gemeenschap en patiënten, omdat in de resolutie wordt opgeroepen om in de lidstaten meer bewustzijn te creëren over dit soort ziekten door opleidingen aan te bieden die gericht zijn op werknemers van overheidsinstellingen, zorgverleners en ambtenaren in het algemeen; herhaalt in dit verband zijn oproep tot gecoördineerde en intensievere onderzoeksinspanningen en aanvullende financiering, waaronder in het kader van het programma Horizon Europa, ter ondersteuning van de vooruitgang in het onderzoek, om de menselijke en sociaal-economische gevolgen aan te pakken van het toenemende aantal mensen dat moet leven en werken terwijl ze lijden aan langdurig invaliderende en chronische aandoeningen;
24. merkt op dat milieukwesties in 2020 voor indieners een punt van ernstige zorg zijn gebleven; betreurt dat de milieuvoorschriften in de lidstaten niet altijd correct worden toegepast, zoals beschreven in de talrijke verzoekschriften waarin klachten worden geuit over luchtverontreiniging, de aantasting van natuurlijke ecosystemen, nucleaire veiligheid en de impact van mijnbouwactiviteiten op het milieu; beklemtoont dat het belangrijk is tegemoet te komen aan de verwachtingen van de EU-burgers op het gebied van milieubescherming; dringt er derhalve bij de Commissie op aan om samen met de lidstaten te zorgen voor een correcte uitvoering van de EU-wetgeving op dit gebied;
25. is verheugd over de specifieke beschermende rol die de Commissie verzoekschriften binnen de EU vervult in het kader van de tenuitvoerlegging van het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap; wijst op de belangrijke lopende werkzaamheden van de commissie in verband met verzoekschriften over kwesties met betrekking tot handicaps; merkt op dat het aantal verzoekschriften over handicaps in 2020 bijna is verdubbeld in vergelijking met het voorgaande jaar; beklemtoont dat discriminatie en toegang tot onderwijs en werkgelegenheid nog steeds tot de belangrijkste uitdagingen voor personen met een handicap behoren en is van mening dat de Commissie en de lidstaten meer moeten doen om essentiële diensten volledig toegankelijk te maken; dringt aan op de tenuitvoerlegging van concrete voorstellen om inclusiviteit te bevorderen en de erkenning en overdraagbaarheid van vaardigheden in de EU te vergemakkelijken;
26. herinnert eraan dat de Commissie verzoekschriften in 2020 specifieke aandacht heeft besteed aan de bespreking van verzoekschriften over de moeilijkheden die mensen met een verstandelijke handicap en hun gezinnen hebben ondervonden tijdens de COVID‑19-pandemie, met name wat betreft de toegang tot gezondheidsdiensten, persoonlijke bijstand en contact met familie en verzorgers; vestigt in dit verband de aandacht op de resolutie over de rechten van personen met een verstandelijke handicap en hun familie tijdens de COVID-19-crisis, die de Commissie verzoekschriften heeft ingediend en die op 8 juli 2020 in de plenaire vergadering is aangenomen; is ingenomen met het resultaat van de jaarlijkse workshop van de Commissie verzoekschriften over de bescherming van de rechten van personen met een handicap – de nieuwe strategie inzake handicaps – die plaatsvond tijdens de commissievergadering van 28 oktober 2020;
27. herinnert eraan dat het onderhouden van de betrekkingen met de Europese Ombudsman een van de taken is die het Reglement aan de Commissie verzoekschriften heeft opgedragen; is verheugd over de constructieve samenwerking van het Parlement met de Europese Ombudsman en over zijn betrokkenheid bij het Europese netwerk van ombudsmannen; erkent de regelmatige bijdragen die de Europese Ombudsman gedurende het hele jaar levert aan de werkzaamheden van de Commissie verzoekschriften; is stellig van oordeel dat de instellingen, organen en instanties van de Unie moeten zorgen voor een consistente en doeltreffende follow-up van de aanbevelingen van de Ombudsman;
28. acht het van essentieel belang dat burgers rechtstreeks kunnen worden betrokken bij het indienen van wetgevingsvoorstellen; benadrukt dat het EBI voor de Commissie verzoekschriften een belangrijk instrument voor actief burgerschap is, alsook een uniek instrument voor Europese participatieve democratie, en dat het daarom op open en responsieve wijze moet worden benaderd; benadrukt dat openbare hoorzittingen een uitstekende kans zijn voor de organisatoren om hun initiatief in het openbaar aan de EU-instellingen en deskundigen voor te leggen, zodat de Commissie en het Parlement een goed inzicht kunnen krijgen in de gewenste resultaten van het EBI; roept de Commissie op te overwegen op basis van de inhoud van succesvolle EBI’s een wetgevingsvoorstel in te dienen;
29. onderstreept dat transparantie en toegang van het publiek tot de documenten van de EU‑instellingen van essentieel belang zijn om het hoogste niveau van bescherming van de democratische rechten van de burgers te waarborgen en ervoor te zorgen dat zij vertrouwen hebben in de EU-instellingen; wijst erop dat de huidige Verordening (EG) nr. 1049/2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie niet langer de werkelijke situatie weerspiegelt; betreurt ten zeerste dat de herziening van Verordening (EG) nr. 1049/2001 al jaren geblokkeerd is en dat er geen vooruitgang wordt geboekt; verzoekt de Commissie een voorstel in te dienen voor een herschikking van de verordening van 2001, teneinde de transparantie en verantwoordingsplicht te vergroten door goede administratieve praktijken te bevorderen, in overeenstemming met de vereisten van het Verdrag van Lissabon;
30. onderstreept dat het internetportaal voor verzoekschriften een essentieel instrument is om een vlotte, efficiënte en transparante verzoekschriftenprocedure te waarborgen; is in dit verband ingenomen met de verbeteringen op het gebied van gegevensbescherming en veiligheidskenmerken, die het portaal gebruiksvriendelijker en veiliger hebben gemaakt voor de burgers; beklemtoont dat de inspanningen moeten worden voortgezet om het portaal via sociale media bekender te maken, het gemakkelijker te maken het portaal te raadplegen en het portaal volledig toegankelijk te maken voor alle burgers, met name voor personen met een handicap, onder meer door de indiening van verzoekschriften in nationale gebarentalen mogelijk te maken; dringt erop aan dat er meer informatie wordt gepubliceerd op het webportaal voor verzoekschriften, onder meer over de voortgang van de verzoekschriften en onderzoeken in andere instellingen; roept op om te beoordelen hoe het gebruik van een gestolen of valse identiteit kan worden voorkomen en benadrukt dat het geautomatiseerde registratie- en handtekeningsysteem dringend moet worden gewijzigd of bijgewerkt om het echt flexibel te maken en de burgers in staat te stellen in real time deel te nemen overeenkomstig hun behoeften; steunt de oprichting van één digitale portaalsite waar burgers toegang hebben tot en alle informatie kunnen vinden over de verzoekschriftenprocedures;
31. merkt op dat het aantal mensen dat een of meer verzoekschriften steunt sterk toeneemt, maar dat veel indieners nog steeds zeggen dat de stappen die moeten worden ondernomen om een verzoekschrift op het internetportaal voor verzoekschriften van het Parlement te steunen, ingewikkeld zijn; is van mening dat de burgers hun petitierecht beter zouden kunnen uitoefenen als de procedure wordt vereenvoudigd;
32. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie en het verslag van de Commissie verzoekschriften te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de Europese Ombudsman, de regeringen en de parlementen van de lidstaten, alsmede aan hun verzoekschriftencommissies en nationale ombudsmannen of soortgelijke bevoegde organen in de lidstaten.