Resolutie van het Europees Parlement van 16 december 2021 over de situatie in Nicaragua (2021/3000(RSP))
Het Europees Parlement,
– gezien zijn eerdere resoluties over Nicaragua, en met name die van 8 juli 2021 over de situatie in Nicaragua(1),
– gezien de verklaringen van de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (VV/HV) namens de EU, met name die van 8 november 2021 over Nicaragua,
– gezien de Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Midden-Amerika, anderzijds(2) (associatieovereenkomst tussen de EU en de landen van Midden-Amerika),
– gezien de verordeningen en besluiten van de Raad betreffende beperkende maatregelen tegen ernstige schendingen van de mensenrechten in Nicaragua en het besluit van de Raad van 11 oktober 2021 tot wijziging van Besluit (GBVB) 2019/1720 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Nicaragua, waarmee de sancties werden verlengd tot 15 oktober 2022(3),
– gezien de gezamenlijke verklaring van 59 landen over Nicaragua van 22 juni 2021 die is aangenomen op de 47e zitting van de VN-Mensenrechtenraad,
– gezien de mondelinge update van de Hoge Commissaris van de VN voor de mensenrechten, Michelle Bachelet, tijdens de 48e zitting van de Mensenrechtenraad van 13 september 2021 over de mensenrechtensituatie in Nicaragua,
– gezien de resolutie van de Algemene Vergadering van de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) van 12 november 2021 over de situatie in Nicaragua,
– gezien de presidentiële actie van president Biden van de Verenigde Staten van 16 november 2021, getiteld “A Proclamation on suspension of Entry as Immigrants and Non-immigrants of Persons Responsible for Policies or Actions That Threaten Democracy in Nicaragua” (“Verklaring over het niet binnenlaten als immigranten en niet-immigranten van personen die verantwoordelijk zijn voor beleidsmaatregelen of daden die een bedreiging vormen voor de democratie in Nicaragua”),
– gezien de verklaringen van de Inter-Amerikaanse Commissie voor de mensenrechten (IACHR), met name die van 10 november 2021, waarin zij zich uitspreekt tegen de mensenrechtenschendingen die tijdens de verkiezingen in Nicaragua zijn gemeld, en die van 20 november 2021, waarin zij haar bevoegdheid ten aanzien van Nicaragua benadrukt en haar teleurstelling uit over het besluit van Nicaragua om het Handvest van de OAS op te zeggen in een context van ernstige schendingen van de mensenrechten,
– gezien de resolutie van de Algemene Vergadering van de OAS van 8 december 2021 over het resultaat van de beraadslagingen van de Permanente Raad van 29 november 2021 over de situatie in Nicaragua,
– gezien het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten van 1966,
– gezien de Regionale Overeenkomst betreffende toegang tot informatie, inspraak van het publiek en toegang tot de rechter met betrekking tot milieuaangelegenheden in Latijns‑Amerika en het Caribisch gebied, die op 4 maart 2018 is ondertekend in Escazú (Costa Rica),
– gezien de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van 1948,
– gezien artikel 132, leden 2 en 4, van zijn Reglement,
A. overwegende dat het regime van president Daniel Ortega op 7 november 2021 een schijnvertoning heeft opgevoerd om de indruk te wekken dat er in Nicaragua een verkiezingsproces plaatsvond, dat in feite vrij noch eerlijk, volledig ondemocratisch, onwettig en doordrongen van fraude was;
B. overwegende dat de zittende president Daniel Ortega, die het land sinds 2007 regeert, zichzelf voor een vijfde – en vierde achtereenvolgende – termijn heeft herkozen, met ongeveer 75 % van de stemmen en een opkomst van 65 %, volgens de Hoge Kiesraad; overwegende dat op basis van geloofwaardige observaties door Nicaraguaanse maatschappelijke organisaties de opkomst veel lager wordt geschat, met ongeveer 81,5 % onthouding;
C. overwegende dat Daniel Ortega alle overige Nicaraguaanse autoriteiten de instructie heeft gegeven alle beschikbare middelen in te zetten om het resultaat van het verkiezingsproces te vervalsen; overwegende dat de Nicaraguaanse autoriteiten tussen mei en november 2021 alle geloofwaardige verkiezingsconcurrentie doeltreffend hebben uitgeschakeld en de integriteit van het verkiezingsproces teniet hebben gedaan door de stelselmatige en willekeurige opsluiting, agressieve bejegening en intimidatie van zeven presidentskandidaten en zo’n veertig oppositieleiders, studenten- en plattelandsleiders, journalisten, mensenrechtenactivisten en vertegenwoordigers van het bedrijfsleven; overwegende dat de willekeurig gearresteerde personen geconfronteerd worden met valse, politiek gemotiveerde en dubbelzinnige beschuldigingen van strafbare feiten waar geen enkel bewijs voor is, en dat de procedurele waarborgen tijdens hun proces ernstig geschonden worden, wat wijst op het gebrek aan onafhankelijkheid van de rechterlijke macht; overwegende dat de door het regime geleide Hoge Kiesraad de rechtspersoonlijkheid van alle onafhankelijke oppositiepartijen, waarbij zeven presidentskandidaten zijn aangesloten, heeft ingetrokken;
D. overwegende dat volgens maatschappelijke organisaties op de verkiezingsdag 285 daden van politiek geweld en verkiezingsdwang werden geregistreerd, waaronder intimidatie, pesterijen, bedreigingen en chantage, die voornamelijk gericht waren op overheidspersoneel, werknemers in de publieke sector, studenten en medisch personeel, om hen tot stemmen te dwingen; overwegende dat het Nicaraguaanse regime de bevolking van Nicaragua heeft beroofd van haar politieke en burgerrechten, alsook van haar vrijheid van meningsuiting, vereniging en vreedzame vergadering, tientallen maatschappelijke organisaties heeft verboden en zijn verplichtingen op het gebied van de mensenrechten en fundamentele vrijheden uit hoofde van de grondwet van Nicaragua, het Inter-Amerikaans Democratisch Handvest en internationale verdragen waarbij het land partij is, niet is nagekomen;
E. overwegende dat het regime steeds meer zijn pijlen richt en de aanval inzet op de journalistiek, de persvrijheid en het recht op informatie; overwegende dat zeven internationale mediakanalen het land niet binnen mochten om de frauduleuze verkiezingen te verslaan; overwegende dat onafhankelijke verenigingen van journalisten tussen 25 oktober en 7 november 2021 ten minste 52 aanvallen op onafhankelijke journalisten hebben aangekaart; overwegende dat op 7 november 2021 alleen officiële mediakanalen geaccrediteerd waren, wat in strijd is met het recht op informatie en de vrijheid van meningsuiting en verder bijdroeg aan de censuur en stopzetting van de berichtgeving; overwegende dat de onderdrukking van onder meer mensenrechtenverdedigers, milieuactivisten, voorvechters van de rechten van vrouwen en lhbtiq-personen, maatschappelijke en politieke leiders, bedrijfsleiders, advocaten en medisch en ngo-personeel overeenkomstige patronen vertoont;
F. overwegende dat tussen 3 en 7 november 2021 in het land zo’n 35 willekeurige aanhoudingen zijn gemeld; overwegende dat slechts negen van de gevangenen zijn vrijgelaten en dat er nog 26 worden vastgehouden; overwegende dat dit inhoudt dat er in totaal ten minste 170 mensen op willekeurige gronden vastzitten; overwegende dat deze schendingen van de mensenrechten, die naar verluidt voornamelijk worden begaan door politieagenten, gemeentefunctionarissen, semi-overheidsfunctionarissen en burgergroeperingen die de milities bijstaan, in de dagen voorafgaand aan de frauduleuze verkiezingen in aantal toenamen;
G. overwegende dat in het verslag van de IACHR van oktober 2021 wordt verklaard dat in Nicaragua met de inzet van onderdrukking, corruptie, verkiezingsfraude en structurele straffeloosheid een politiestaat tot stand is gekomen die door de regering is opgetuigd om “voor onbepaalde tijd de macht en voorrechten en immuniteiten te behouden”;
H. overwegende dat diverse internationale organisaties en meer dan veertig landen hun sterke afkeuring hebben uitgesproken over de verkiezingen in Nicaragua en hebben geweigerd deze verkiezingen als democratisch te erkennen;
I. overwegende dat het Nicaraguaanse regime de afgelopen jaren steeds restrictievere wetten heeft aangenomen, waardoor onderdrukking onderdeel van het systeem is geworden en de misdaden die in het land zijn gepleegd door het aannemen van deze wetten legaal zijn geworden; overwegende dat Nicaragua is veranderd in een door angst beheerste republiek, met meer dan 140 000 burgers die zijn gedwongen in ballingschap te gaan en die in uiterst moeilijke sociaal-economische omstandigheden leven;
J. overwegende dat het Nicaraguaanse regime het grondgebied van de inheemse bevolking en van de inwoners van Afrikaanse oorsprong heeft ontbost en verwoest doordat zij concessies verleent aan mijnbouwbedrijven en illegale vestiging steunt; overwegende dat er in 2020 in Nicaragua twaalf milieuactivisten zijn gedood, tegenover vijf in 2019, wat Nicaragua in 2020 tot het gevaarlijkste land per hoofd van de bevolking maakte voor voorvechters van landrechten en milieuactivisten; overwegende dat er nog steeds sprake is van straffeloosheid als het gaat om moorden en daden van agressie die sinds januari 2020 tegen inheemse volkeren in Nicaragua worden gepleegd in verband met territoriale geschillen, met name in de autonome regio aan de noordelijke Caribische kust, zoals de moord op negen tot een inheems volk behorende personen op 23 augustus 2020 en het seksueel misbruik van twee vrouwen bij een aanval naar aanleiding van een landgeschil in verband met de goudwinning in Sauni;
1. veroordeelt de door het regime Ortega-Murillo georkestreerde schijnverkiezingen van 7 november 2021 waarin alle internationale democratische normen voor geloofwaardige, inclusieve, eerlijke en transparante verkiezingen zijn geschonden; verwerpt de geldigheid van de uitslagen van de schijnverkiezingen en daarmee ook de democratische legitimiteit van iedere institutionele autoriteit die uit deze gemanipuleerde stemming is voortgekomen; staat achter de verklaringen waarin wordt gesteld dat deze verkiezingen de omvorming van Nicaragua tot een autocratisch regime hebben voltooid;
2. verzoekt de Nicaraguaanse autoriteiten de mensenrechten te waarborgen en verdedigen en de Nicaraguaanse bevolking toe te staan haar politieke en burgerrechten uit te oefenen; dringt erop aan dat er verkiezingen worden gehouden in overeenstemming met internationale normen en het Inter-Amerikaans Democratisch Handvest zodat de democratische aspiraties van de bevolking van Nicaragua kunnen worden verwezenlijkt, en dat internationale en maatschappelijke organisaties zonder beperkingen toegang krijgen tot het land;
3. betuigt opnieuw zijn solidariteit met de Nicaraguaanse bevolking en veroordeelt het geweld, de stelselmatige aanvallen op leiders van de politieke oppositie, de onderdrukking van vertegenwoordigers uit het maatschappelijk middenveld, personen die opkomen voor de mensenrechten en de media, alsmede van hun familieleden, en met name de dodelijke slachtoffers die hierdoor zijn gevallen, de wijdverbreide straffeloosheid waarmee misdaden tegen hen worden gepleegd en de aanhoudende corruptie van functionarissen van het Nicaraguaanse regime; herinnert eraan dat deze daden een duidelijke schending van de mensenrechten, de democratie en de rechtsstaat vormen en laten zien dat president Daniel Ortega, vicepresident Rosario Murillo en functionarissen van het Nicaraguaanse regime weigeren deze beginselen en waarden te verdedigen;
4. herhaalt zijn oproep tot onmiddellijke en onvoorwaardelijke vrijlating van alle op willekeurige gronden vastgezette politieke gevangenen, oppositieleden, mensenrechten- en milieuactivisten en journalisten, en tot nietigverklaring van gerechtelijke procedures die tegen hen lopen; veroordeelt het voortdurende geestelijk en lichamelijk misbruik waaraan zij door de politie en gevangenisautoriteiten worden onderworpen en waarvan vooral vrouwen doelwit zijn, evenals het feit dat sommigen van hen in absolute afzondering zijn opgesloten, zonder contact met hun advocaat en familie en zonder toegang tot medische zorg; herinnert eraan dat Nicaragua zich moet houden aan de standaardminimumregels van de VN voor de behandeling van gevangenen (de Nelson Mandela-regels), hetgeen een verplichting blijft uit hoofde van het internationaal recht; eist dat het regime onmiddellijk bewijs levert dat de vastgezette personen nog leven, en dat zij bewijst waar zij worden vastgehouden; verwerpt het besluit van het regime-Ortega om de gerechtelijke processen tegen hen te bevriezen, waarmee hun voorlopige hechtenis van onbeperkte duur is geworden;
5. dringt aan op gerechtigheid en verantwoordingsplicht voor alle slachtoffers in overeenstemming met de Nicaraguaanse wetgeving, internationale verbintenissen en verplichtingen door middel van onpartijdige, grondige en onafhankelijke onderzoeken; spoort de Nicaraguaanse autoriteiten aan tot vergaande structurele hervormingen om de minimale juridische waarborgen en een eerlijke procesgang te garanderen; veroordeelt voorts het toenemende geweld en de toenemende intimidatie – met inbegrip van feminicide – waarmee mensenrechtenverdedigers, lhbtiq-personen en voorvechters van de rechten van vrouwen en inheemse volkeren in het land worden geconfronteerd; dringt er bij de Nicaraguaanse autoriteiten op aan een einde te maken aan de onderdrukking en de schending van de mensenrechten, en terug te keren naar de volledige eerbiediging van de mensenrechten, met name door alle beperkende en onrechtmatige wetten af te schaffen en de rechtspersoonlijkheid van mensenrechtenorganisaties te herstellen; verzoekt de EU en haar lidstaten de oprichting van een onderzoeks- en verantwoordingsmechanisme binnen de VN-Mensenrechtenraad te ondersteunen;
6. herhaalt dat de enige oplossing voor de ernstige politieke crisis in Nicaragua een inclusieve en betekenisvolle nationale dialoog is en betreurt de aanhoudende desinteresse en onwil van het Nicaraguaanse regime om een dergelijk proces op gang te brengen; merkt op dat het houden van vrije, eerlijke en transparante verkiezingen, het herstel van de rechtsstaat en vrijheden, de beëindiging van onderdrukking en angst, de vrijlating van op willekeurige gronden vastgezette politieke gevangenen, het herstel van de wettelijke status van de politieke partijen die op willekeurige gronden waren uitgesloten en de terugkeer van ballingen zonder uitzondering en met volledige garanties, noodzakelijke voorwaarden zijn voor welke dialoog dan ook met het Nicaraguaanse regime; dringt er bij de EU en haar lidstaten op aan om nu en in de toekomst maatschappelijke organisaties te ondersteunen bij hun inspanningen om de voorwaarden te scheppen voor een dialoog die kan leiden tot democratische transitie, in overeenstemming met hetgeen in maart 2019 is overeengekomen;
7. steunt de VV/HV in zijn verklaring dat alle instrumenten die de EU ter beschikking staan om aanvullende maatregelen te nemen, waaronder ook maatregelen die verder kunnen gaan dan beperkingen gericht op individuen, overwogen worden, terwijl tegelijkertijd wordt beoogd maatregelen te vermijden die de ontberingen van de Nicaraguaanse bevolking zouden kunnen verergeren; juicht toe dat Rosario Murillo samen met enkele anderen is opgenomen op de lijst van personen aan wie sancties zijn opgelegd, die is verlengd tot oktober 2022; dringt erop aan dat Daniel Ortega onmiddellijk op deze lijst wordt opgenomen;
8. benadrukt dat de corruptie waarvan de familie Ortega-Murillo rechtstreeks profiteert en het patrimonialisme van het Nicaraguaanse regime, dat zich ook uit in de verwoesting van natuurlijke hulpbronnen, endemisch en wijdverbreid zijn en het land in de richting van economische en humanitaire instorting leiden; wijst erop dat de EU en haar lidstaten hun humanitaire bijstand moeten voortzetten om de meest kwetsbaren te ondersteunen, en tegelijkertijd alternatieve maatregelen moeten onderzoeken om de wijdverbreide corruptie aan te pakken; verzoekt de EU en haar lidstaten er in dit verband op toe te zien dat de Europese middelen die worden toegewezen, onder meer via multilaterale en financiële instellingen, niet bijdragen tot een verergering van de corruptie van het regime;
9. is geschokt door de toenemende criminalisering en vervolging van milieuactivisten in Nicaragua; veroordeelt de aanhoudende aanvallen op en daden van agressie tegen de inheemse bevolking van Nicaragua; verzoekt de regering van Nicaragua haar verplichtingen uit hoofde van de Overeenkomst van Escazú na te komen;
10. roept de EU en haar lidstaten op om via hun vertegenwoordigers en ambassades in Nicaragua de situatie ter plaatse nauwlettend in het oog te houden – onder meer door rechtszaken te volgen en door critici en oppositieleiders in de gevangenis of onder huisarrest te bezoeken – en om de uitgifte van noodvisums te faciliteren en tijdelijke opvang om politieke redenen in de lidstaten aan te bieden; wijst op en prijst de belangrijke rol die het maatschappelijk middenveld, mensenrechtenverdedigers, milieuactivisten en journalisten in Nicaragua spelen; verzoekt de Europese Dienst voor extern optreden zijn regelmatige dialoog met maatschappelijke organisaties en mensenrechtenverdedigers te verstevigen en mechanismen ter ondersteuning van hun onontbeerlijke werkzaamheden te versterken;
11. betreurt het feit dat de minister van Buitenlandse Zaken van Nicaragua op 19 november 2021 het Handvest van de OAS heeft opgezegd, en benadrukt dat het land door dit besluit ook geen toegang meer zou hebben tot financiering door de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank en zich zou terugtrekken uit de regionale mechanismen van de OAS voor de bescherming van de mensenrechten; brengt in herinnering dat Nicaragua, ondanks het feit dat het het handvest heeft opgezegd, nog steeds moet voldoen aan zijn verplichtingen uit hoofde van andere instrumenten van de OAS, zoals het Amerikaans Mensenrechtenverdrag; benadrukt dat het wel twee jaar kan duren voor deze terugtrekking een feit is;
12. verzoekt de internationale gemeenschap en democratische eensgezinde partners de politieke druk op het Nicaraguaanse regime binnen multilaterale fora op gecoördineerde wijze op te voeren om bij te dragen tot een snelle transitie waarbij het Nicaraguaanse volk het democratisch bestel en de volkssoevereiniteit volledig kan herwinnen;
13. betreurt dat het Nicaraguaanse regime op 10 december 2021 de diplomatieke banden met het democratische Taiwan heeft verbroken om de totalitaire Volksrepubliek China om steun te kunnen vragen;
14. herinnert eraan dat Nicaragua op grond van de associatieovereenkomst tussen de EU en Midden-Amerika de beginselen van de rechtsstaat, de democratie en de mensenrechten moet eerbiedigen en consolideren; herhaalt dat, gezien de huidige omstandigheden, de democratieclausule van de associatieovereenkomst in werking moet worden gesteld;
15. verzoekt nogmaals om de onmiddellijke uitlevering van Alessio Casimirri aan Italië;
16. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de regeringen en parlementen van de lidstaten, de secretaris-generaal van de Organisatie van Amerikaanse Staten, de Euro-Latijns-Amerikaanse Parlementaire Vergadering, het Centraal-Amerikaans Parlement, de Groep van Lima en de regering en het parlement van de Republiek Nicaragua.