Conclusies van de bijeenkomst van de Europese Raad van 24 en 25 maart 2022: onder meer over de recentste ontwikkelingen in de oorlog tegen Oekraïne en de EU-sancties tegen Rusland en de tenuitvoerlegging daarvan
Resolutie van het Europees Parlement van 7 april 2022 over de conclusies van de bijeenkomst van de Europese Raad van 24 en 25 maart 2022, onder meer met betrekking tot de recentste ontwikkelingen in de oorlog in Oekraïne en de sancties van de EU tegen Rusland en de uitvoering daarvan (2022/2560(RSP))
Het Europees Parlement,
– gezien zijn eerdere resoluties over Rusland en Oekraïne, met name die van 16 december 2021 over de situatie aan de Oekraïense grens en in de door Rusland bezette gebieden van Oekraïne(1) en van 1 maart 2022 over de Russische aanval op Oekraïne(2),
– gezien de verklaringen van de leiders van het Europees Parlement van 16 en 24 februari 2022 over Oekraïne,
– gezien de verklaring van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlands en veiligheidsbeleid namens de EU van 24 februari 2022 over de inval van de gewapende strijdkrachten van de Russische Federatie in Oekraïne,
– gezien de verklaring van de voorzitter van de Europese Raad en de voorzitter van de Commissie van 24 februari 2022 over de ongekende en niet-uitgelokte militaire agressie van Rusland tegen Oekraïne,
– gezien de Verklaring van Versailles van 11 maart 2022,
– gezien de conclusies van de Europese Raad van 25 maart 2022,
– gezien de verklaring van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid namens de EU van 4 april 2022 over de door Russische troepen begane wreedheden in Boetsja en andere Oekraïense steden,
– gezien de besluiten van de Raad over sancties en beperkende maatregelen tegen Rusland, waaronder diplomatieke maatregelen, individuele beperkende maatregelen zoals bevriezingen van tegoeden en reisbeperkingen, beperkingen van de economische betrekkingen met de Krim en Sebastopol, alsook met de niet door de regering gecontroleerde gebieden rond Donetsk en Loegansk, economische sancties, beperkingen van media en beperkingen van de economische samenwerking,
– gezien de door de Commissie voor internationaal recht van de VN ontwikkelde beginselen van Neurenberg, die bepalen wat een oorlogsmisdaad is,
– gezien het Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof,
– gezien het Handvest van de Verenigde Naties,
– gezien het Verdrag van Genève en de bijbehorende aanvullende protocollen,
– gezien de Slotakte van Helsinki van en de daaropvolgende documenten,
– gezien de resoluties van de Algemene Vergadering van de VN van 2 maart 2022 over de agressie tegen Oekraïne en van 24 maart 2022 over de humanitaire gevolgen van de agressie tegen Oekraïne,
– gezien het VN-Verdrag inzake de voorkoming en de bestraffing van genocide,
– gezien de beschikking van het Internationaal Gerechtshof van 16 maart 2022,
– gezien het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens, het Memorandum van Boedapest inzak veiligheidsgaranties en het Document van Wenen en de bijbehorende aanvullende protocollen,
– gezien artikel 132, leden 2 en 4, van zijn Reglement,
A. overwegende dat overeenkomstig het VN-Handvest en de beginselen van het internationaal recht alle staten gelijke soevereiniteit genieten en “[zich] in hun internationale betrekkingen onthouden (...) van bedreiging met of het gebruik van geweld tegen de territoriale integriteit of de politieke onafhankelijkheid van een staat”; overwegende dat de Russische Federatie sinds 24 februari 2022 een illegale, niet-uitgelokte en niet-gerechtvaardigde aanvalsoorlog tegen Oekraïne voert, en overwegende dat het Internationaal Gerechtshof de Russische Federatie op 16 maart 2022 heeft opgedragen haar militaire operaties op het grondgebied van Oekraïne onmiddellijk op te schorten;
B. overwegende dat duizenden Oekraïense burgers sinds 24 februari 2022 bij de Russische agressie en invasie zijn omgekomen of gewond zijn geraakt, terwijl bijna 6,5 miljoen Oekraïense burgers intern ontheemd zijn en meer dan 4 miljoen gevlucht zijn naar buurlanden, bovenop de meer dan 14 000 mensen, zowel militairen als burgers, die de voorgaande acht jaar om het leven zijn gekomen als gevolg van de bezetting door de Russische Federatie van de Krim en het hierdoor veroorzaakte conflict in Oost-Oekraïne;
C. overwegende dat de oorlog in Oekraïne een maand na het begin van de Russiche aanval nog altijd onschuldige levens eist; overwegende dat de gruweldaden die de Russische troepen begaan een nieuw dieptepunt hebben bereikt met de ontdekking - op zondag 3 april 2022 - van de lichamen van gedode burgers (mannen en vrouwen) in de straten van Boetsja, een stad waar het Oekraïense leger bijna een maand lang geen toegang toe had; overwegende dat deze feiten zonder enige twijfel de oprichting rechtvaardigen van een commissie die onderzoek gaat doen naar alle misdaden die het Russische leger sinds het begin van de oorlog heeft gepleegd;
D. overwegende dat het Russische leger doorgaat met het uitvoeren van willekeurige beschietingen en luchtaanvallen op woonwijken en civiele infrastructuur, zoals ziekenhuizen, scholen en kinderdagverblijven, waardoor Mariupol, Volnovakha en andere steden en dorpen geheel of bijna geheel verwoest zijn;
E. overwegende dat Oekraïne tot nu toe een ongekende mate van weerstand en veerkracht heeft getoond en het Rusland onmogelijk heeft gemaakt zijn aanvankelijke doel voor de oorlog te verwezenlijken, namelijk het hele land bezetten;
F. overwegende dat de Commissie op 5 april 2022 nieuwe sancties heeft voorgesteld en aangekondigd, en werkt aan aanvullende sanctiepakketten; overwegende dat de eerste EU-santies tegen de Russische Federatie in maart 2014 zijn opgelegd naar aanleiding van de illegale annexatie van de Krim in 2014, en verder overwegende dat het meest recente pakket op 15 maart 2022 is vastgesteld in het verlengde van de niet-uitgelokte en ongerechtvaardigde Russische invasie van Oekraïne op 24 februari 2022; overwegende dat de EU ook sancties heeft vastgesteld tegen Belarus als reactie op zijn betrokkenheid bij de Russische agressie en invasie;
G. overwegende dat sancties effect sorteren, maar dat de EU door de aankoop van fossiele brandstoffen uit Rusland nog steeds middelen aan het regime verstrekt die de oorlog helpen financieren;
H. overwegende dat de EU tot 800 miljoen EUR per dag aan Rusland betaalt voor de levering van fossiele brandstoffen, oftewel bijna 300 miljard EUR per jaar;
I. overwegende dat bijna vijfhonderd internationale bedrijven en ondernemingen ervoor hebben gekozen hun activiteiten in Rusland te onderbreken of zich volledig uit de Russische markt terug te trekken; overwegende dat sommige bedrijven echter gewoon zaken blijven doen in Rusland, en winst uit activiteiten op de Russische markt belangrijker vinden dan veiligheid en sociale verantwoordelijkheid, waardoor de gevolgen van de sancties worden afgezwakt en de veroordeling van de Russische Federatie door de internationale gemeenschap wordt ondermijnd;
J. overwegende dat uit academisch onderzoek(3) blijkt dat een verbod op de invoer van fossiele brandstoffen uit Rusland gevolgen zou hebben voor de economische groei in de EU, wat naar schatting zou neerkomen op een verlies van nog geen 3 % van het bbp, terwijl de potentiële verliezen voor de Russische economie in dezelfde periode 30 % van het bbp zouden bedragen en cruciaal zouden zijn om de Russische agressie te stoppen;
K. overwegende dat Voorzitter Metsola op 1 april 2022 de Verkhovna Rada toesprak en namens het Europees Parlement een ontmoeting had met de president en de premier van Oekraïne en met de fractieleiders;
1. veroordeelt in de strengst mogelijke bewoordingen de de aanvalsoorlog van de Russische Federatie regen Oekraïne en de betrokkenheid van Belarus hierbij, en eist dat de Russische Federatie onmiddellijk alle militaire activiteiten in Oekraïne stopzet, en alle strijdkracht en militaire uitrusting onvoorwaardelijk terugtrekt uit het gehele internationaal erkende grondgebied van Oekraïne; rouwt met de bevolking van Oekraïne om haar vreselijke verlies en lijden;
2. onderstreept dat de militaire agressie en invasie een ernstige schending van het internationaal recht, met name het Verdrag van Genève en de aanvullende protocollen daarbij en het Handvest van de Verenigde Naties, vormen, en roept de Russische Federatie ertoe op de verantwoordelijkheden van een permanent lid van de VN‑Veiligheidsraad inzake de handhaving van vrede en veiligheid weer op zich te nemen en haar verplichtingen uit hoofde van de Slotakte van Helsinki, het Handvest van Parijs voor een Nieuw Europa en het Memorandum van Boedapest inzake veiligheidsgaranties weer na te komen; beschouwt de Russische inval in Oekraïne niet alleen als een aanval op een soeverein land, maar ook als een aanval op de beginselen en het mechanisme van samenwerking en veiligheid in Europa en de op regels gebaseerde internationale orde, zoals gedefinieerd in het VN-Handvest;
3. spreekt zijn woede en verontwaardiging uit over de gerapporteerde wreedheden, waaronder de verkrachting en executie van burgers, de gedwongen verplaatsing, de plunderingen, het schieten op civiele infrastructuur, zoals ziekenhuizen, medische voorzieningen, scholen, schuilplaatsen en ambulances, en het beschieten van burgers die de conflictgebieden proberen te ontvluchten via vooraf overeengekomen humanitaire corridors waaraan de Russische strijdkrachten zich in een aantal bezette Oekraïense steden, zoals Boetsja, hebben gecommitteerd; dringt erop aan dat de plegers van oorlogsmisdaden en andere ernstige mensenrechtenschendingen, alsook de verantwoordelijke regeringsfunctionarissen en militaire leiders ter verantwoording worden geroepen; herinnert eraan dat de internationale gemeenschap in geval van oorlogsmisdaden en genocide verplicht is op te treden en gebruik moet maken van alle instrumenten die haar ter beschikking staan; spreekt zijn volledige steun uit voor het onderzoek dat de aanklager van het Internationaal Strafhof (ICC) is gestart naar oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid, alsook het werk van de onderzoekscommissie van de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor de mensenrechten; roept de EU-instellingen op om in internationale instellingen en procedures en bij het ICC of andere relevante internationale tribunalen of rechtbanken alle nodige stappen te ondernemen om de daden van Vladimir Poetin en Aliaksandr Loekasjenko als oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid te vervolgen, en actief deel te nemen aan het onderzoek ernaar; dringt aan op de oprichting van een speciaal VN-tribunaal voor de misdaden in Oekraïne; is van mening dat het nuttig zou zijn gebruik te maken van het internationaal, onpartijdig en onafhankelijk mechanisme ter ondersteuning van internationale onderzoeken naar oorlogsmisdaden in Oekraïne; verzoekt de lidstaten en de EU hun capaciteit te vergroten om daadwerkelijk iets te doen aan de straffeloosheid voor diegenen die oorlogsmisdaden hebben gepleegd of daaraan hebben deelgenomen;
4. herhaalt dat de leveringen van wapens moeten doorgaan en opgevoerd moeten worden om Oekraïne in staat te stellen zich effectief te verdedigen; herhaalt zijn steun voor alle defensieve hulp aan de Oekraïense strijdkrachten die individueel door de lidstaten en gezamenlijk via de Europese Vredesfaciliteit (EPF) wordt verleend; is ingenomen met het besluit om de bijstand aan Oekraïne via de Europese Vredesfaciliteit te verhogen met nog eens 500 miljoen EUR, en dringt aan op een verdere verhoging van concrete bijdragen voor de dringende versterking van de Oekraïense defensiecapaciteiten, zowel bilateraal als in het kader van de EPF;
5. roept op tot de totstandbrenging van veilige doortochten en humanitaire corridors voor de evacuatie van burgers die op de vlucht zijn voor bombardementen en tot de versterking van de netwerken voor humanitaire hulp van de EU in Oekraïne (onder meer voor brandstof, voedsel, geneesmiddelen, drinkwatervoorziening, energiegeneratoren en tenten); stelt voor dat de Commissie peer-to-peer steunregelingen voor Oekraïne invoert om de doeltreffendheid van de hulp te vergroten; roept ertoe op bijzondere aandacht te besteden aan de situatie van kinderen, zowel niet-begeleide minderjarigen als kinderen die met hun gezin op de vlucht zijn, en dringt erop aan elk kind dat een toevlucht zoekt in de eerste plaats te behandelen als kind en bescherming te bieden aan alle personen die Oekraïne ontvluchten, ongeacht hun sociale of etnische achtergrond, gender, seksuele geaardheid, vaardigheden of migratiestatus; prijst de lidstaten en de buurlanden van Oekraïne voor hun snelle en positieve reactie op de toestroom van meer dan 4 miljoen vluchtelingen die de oorlog ontvluchten; verwelkomt de inwerkingstelling van de Richtlijn tijdelijke bescherming(4) en dringt aan op de bevordering van mechanismen om de vluchtelingen te spreiden over de lidstaten, met inbegrip van snel, gecoördineerd vervoer van vluchtelingen, met name voor niet-begeleide kinderen en kinderen met een handicap die specifieke zorg behoeven;
6. benadrukt dat de reactie van de EU en haar politieke inzet de vijandige uitdaging moeten aangaan en evenveel inspanningen moeten leveren als onze gelijkgezinde Oekraïense partners, die vechten en zich opofferen voor Europese waarden en beginselen, die verder reiken dan het huidige lidmaatschap van de EU;
7. betuigt zijn onverdeelde solidariteit met de bevolking van Oekraïne en haar sterke aspiratie om het land om te vormen tot een democratische en welvarende Europese staat; neemt kennis van de wil van Oekraïne om deel uit te maken van het Europese project, zoals blijkt uit zijn op 28 februari 2022 ingediende aanvraag van EU‑lidmaatschap; herhaalt zijn verzoek aan de EU-instellingen om te werken aan de toekenning aan Oekraïne van de status van kandidaat-lidstaat, als duidelijk politiek signaal van hun inzet, overeenkomstig artikel 49 van het Verdrag betreffende de Europese Unie en op basis van verdienste, en in de tussentijd te blijven werken aan de integratie van Oekraïne in de interne markt van de EU in overeenstemming met de associatieovereenkomst; is ingenomen met de Verklaring van Versailles van de Europese Raad, waarin staat dat Oekraïne lid is van onze Europese familie;
8. veroordeelt ten stelligste de Russische retoriek waarbij toespeling wordt gemaakt op het mogelijke gebruik door de Russische Federatie van massavernietigingswapens, en benadrukt het feit dat de inzet hiervan onaanvaardbaar zou zijn en zeer ernstige gevolgen zou hebben; veroordeelt tevens de overname door de Russische troepen van actieve of ontmantelde nucleaire installaties en locaties op het grondgebied van Oekraïne, en benadrukt dat een goede omgang met deze installaties van cruciaal belang is voor de gezondheid in de hele regio; onderstreept de cruciale rol van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie (IAEA) bij het waarborgen van de veiligheid van de nucleaire installaties in Oekraïne; steunt de oproep van de Oekraïense autoriteiten aan de VN-Veiligheidsraad om onmiddellijk maatregelen te nemen om de uitsluitingszone van de kerncentrale van Tsjernobyl te demilitariseren en de IAEA toe te staan onmiddellijk de volledige controle over het terrein van de kerncentrale over te nemen;
9. is verheugd over de snelle aanneming van sancties door de Raad en prijst de eensgezindheid van de EU-instellingen en de lidstaten in hun reactie op de agressie van Rusland tegen Oekraïne, alsmede de hoge mate van coördinatie tussen de leden van de G7; roept alle partners, in het bijzonder de kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten van de EU, op zich bij de sanctiepakketten aan te sluiten; verwelkomt de pas opgerichte Russian Elites, Proxies, and Oligarchs (REPO) Task Force, die tot doel heeft de werkzaamheden van de EU, de G7 en Australië op het gebied van sancties tegen Russische en Belarussische oligarchen te coördineren; verzoekt de Europese Dienst voor extern optreden en de Commissie hun contacten te intensiveren met landen die zich nog niet bij de EU hebben aangesloten door sancties tegen de Russische Federatie in te voeren, met gebruikmaking van de invloed van de EU en het volledige scala van de hun ter beschikking staande instrumenten om dat doel te bereiken, en door zo nodig ondersteuning te bieden; betreurt het feit dat bepaalde kandidaat-lidstaten zich niet bij de sancties van de EU hebben aangesloten; dringt aan op de opstelling van een duidelijk actieplan ten aanzien van niet-EU-landen die het ontwijken van sancties door de Russische Federatie vergemakkelijken; dringt er bij de Raad op aan bijkomende, strenge sancties vast te stellen die een weerspiegeling zijn van de ongebreidelde escalatie van de Russische agressie en de schokkende wreedheden van de Russische strijdkrachten, die ontegenzeglijk oorlogsmisdaden vormen;
10. roept de lidstaten op steun te verlenen aan het zenden van VN vredeshandhavers om de 15 kernreactoren in Oekraïne te beschermen, in nauwe samenwerking met de missie van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie; benadrukt dat de Algemene Vergadering van de VN, overeenkomstig haar Resolutie 377, wel degelijk over subsidiaire beslissingsbevoegdheden beschikt wanneer de Veiligheidsraad niet in staat is om adequate besluiten te nemen over aangelegenheden op het gebied van vredeshandhaving;
11. roept de leiders van de EU en van andere staten op om Rusland uit te sluiten van de G20 en andere multilaterale samenwerkingsorganisaties, zoals de Mensenrechtenraad van de VN, Interpol, de Wereldhandelsorganisatie en de UNESCO, wat een belangrijk teken zou zijn dat de internationale gemeenschap niet terug zal keren naar normalisering van de betrekkingen met het aggresieve land;
12. onderstreept dat de volledige en doeltreffende toepassing van de bestaande sancties in de hele EU en door de internationale bondgenoten van de EU nu een prioriteit moet zijn; roept de lidstaten op een rechtsgrond vast te stellen en, waar nodig, snel in het leven te roepen om de volledige en daadwerkelijke naleving van sancties binnen de nationale rechtsgebieden onverwijld te waarborgen; roept de Commissie en de toezichthoudende autoriteiten van de EU op om nauwlettend toe te zien op de effectieve en alomvattende uitvoering van alle EU-sancties door de lidstaten en om omzeiling van de sancties aan te pakken;
13. dringt er bij de lidstaten op aan ervoor te zorgen dat de nationale strafmaatregelen tegen overtreding van de EU-sancties doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn; verwelkomt de aankondiging van een informatiecentrum voor sancties en een routekaart (met criteria en een tijdschema) voor de overstap van de opsporing van systematische niet-naleving van EU-sancties naar inbreukprocedures voor het Hof van Justitie van de Europese Unie;
14. roept de Raad op verdere sancties op te leggen aan publieke personen die in Rusland agressieve propaganda verspreiden ter ondersteuning van de Russische agressie tegen Oekraïne;
15. wijst erop dat de belastinginkomsten van Ruslands grootste buitenlandse ondernemingen een aanzienlijk deel van de begroting van Rusland vertegenwoordigen en naar schatting goed zijn voor een derde van de militaire uitgaven; verwelkomt in dit verband het besluit van talrijke westerse bedrijven om te weigeren zaken te doen in Rusland of er hun producten en diensten te leveren; roept particuliere ondernemingen op hun investeringen uit Rusland terug te trekken, hun productie uit Rusland terug te halen, en lopende contracten op te zeggen; roept grote IT bedrijven op om gebruikers in Rusland de toegang tot hun producten, diensten en besturingssystemen grotendeels of volledig te ontzeggen;
16. dringt erop aan de doeltreffendheid van de bestaande sancties te vergroten, onder meer door, in overleg met de gelijkgestemde internationale partners van de EU, alle banken van de Russische Federatie uit te sluiten van het betaalsysteem Swift en door alle onder Russische vlag varende, in Rusland geregistreerde, als Russische eigendom aangemerkte, door Russische personen gecharterde of geëxploiteerde schepen, schepen die afkomstig zijn van of onderweg zijn naar een Russische haven of anderszins met Rusland verbonden zeeschepen, met inbegrip van Sovcomflot, de toegang te ontzeggen tot de territoriale wateren van de EU en te verbieden in EU-havens aan te meren; roept op tot een verbod op vrachtvervoer over de weg van en naar het grondgebied van Rusland en Belarus en stelt voor het uitvoerverbod uit te breiden tot leveringen waarvoor contracten zijn gesloten vóór de inwerkingtreding van de sancties, maar die nog niet volledig zijn afgerond; vraagt om de invoering van secundaire sancties tegen alle in de EU en derde landen geregistreerde entiteiten die de Russische en Belarussische regimes helpen sancties te omzeilen;
17. roept op om per direct een volledig embargo op de Russische invoer van olie, kolen, kernbrandstof en gas in te stellen, Nordstream 1 en 2 volledig af te sluiten, en een plan voor te leggen om de continuïteit van de energievoorziening van de EU op de korte termijn te blijven garanderen; roept de Commissie, de Europese Dienst voor extern optreden en de lidstaten op een alomvattend actieplan voor de EU op te stellen voor verdere sancties en duidelijk te communiceren over rode lijnen en maatregelen om de sancties af te bouwen ingeval Rusland stappen onderneemt om de onafhankelijkheid, soevereiniteit en territoriale integriteit van Oekraïne binnen zijn internationaal erkende grenzen te herstellen en zijn troepen volledig van het grondgebied van Oekraïne terugtrekt;
18. benadrukt nogmaals dat het belangrijk is energiebronnen, technologieën en aanvoerroutes te diversifiëren, naast verdere investeringen in energie-efficiëntie, hernieuwbare energie, oplossingen voor gas- en elektriciteitsopslag en duurzame langetermijninvesteringen in overeenstemming met de Europese Green Deal; benadrukt dat het belangrijk is duurzame energieleveringen te waarborgen van de handelspartners van de EU door middel van de bestaande en toekomstige vrijhandelsovereenkomsten, om de afhankelijkheid van de EU van Rusland, met name voor grondstoffen, verder te verminderen; dringt voorts aan op de totstandbrenging van gemeenschappelijke strategische energiereserves en energieaankoopmechanismen op EU-niveau om de energiezekerheid te vergroten en tegelijkertijd de externe energieafhankelijkheid en de prijsvolatiliteit te verminderen; roept op om te gaan werken aan de oprichting van een gasunie, op basis van gemeenschappelijke inkoop van gas door de lidstaten;
19. dringt er bij de lidstaten op aan de samenwerking met Russische bedrijven bij bestaande en nieuwe nucleaire projecten te beëindigen, onder meer in Finland, Hongarije en Bulgarije, waar Russische deskundigen door westerse kunnen worden vervangen, en geleidelijk een eind te maken aan het gebruik van de diensten van Rosatom; roept op tot beëindiging van de wetenschappelijke samenwerking met Russische energiebedrijven, zoals Rosatom, en andere relevante Russische wetenschappelijke entiteiten; vraagt dat de sancties tegen Belarus in overeenstemming worden gebracht met de sancties tegen Rusland om eventuele mazen te dichten die Poetin in staat stellen de hulp van Loekasjenka te gebruiken om sancties te omzeilen;
20. dringt er bij de internationale energie-organisaties op aan de rol van Rusland in hun activiteiten te heroverwegen, met inbegrip van de mogelijke opschorting van samenwerkingsprojecten tussen Rusland en de IAEA, en de opschorting van de Russische deelname aan multilaterale projecten;
21. onderstreept dat alle bezittingen van Russische functionarissen en de aan het regime van Poetin gelieerde oligarchen, hun vertegenwoordigers en stromannen, alsook van deze groepen die in Belarus aan het regime van Loekasjenko gelieerd zijn, in beslag genomen moeten worden en dat hun visa moeten worden ingetrokken, als onderdeel van een volledig en onmiddellijk verbod op gouden paspoorten, visa en verblijfsvergunningen; onderstreept dat ook aan een bredere groep van Russische functionarissen, gouverneurs, burgemeesters en leden van de economische elite die het huidige beleid van het regime-Poetin accepteren en ervan profiteren, sancties moeten worden opgelegd;
22. roept op om te beginnen met de werkzaamheden voor een Marshallplan-achtig fonds (het Ukraine Solidarity Trust Fund) om Oekraïne na de oorlog weer op te bouwen, een grootschalig investeringsprogramma op te zetten en het groeipotentieel van het land te mobiliseren; is van mening dat het fonds ruimhartig van opzet moet zijn en onder meer gefinancierd moet worden door de EU, haar lidstaten, donorbijdragen en de Russische vergoeding voor oorlogsschade, met inbegrip van Russische tegoeden die eerder als gevolg van sancties zijn bevroren en overeenkomstig het internationale recht geconfisqueerd moeten worden;
23. verzoekt de EU om in het kader van de onderhandelingen over het wetgevingspakket inzake het witwassen van geld en de bestrijding van de financiering van terrorisme de financiële transparantie snel te vergroten, alle mazen te dichten die bedoeld zijn om de uiteindelijke gerechtigden te verbergen, en ervoor te zorgen dat alle tegoeden die door Russische oligarchen in de Unie worden aangehouden, in beslag worden genomen; dringt er in dit verband op aan dat alle financiële instellingen in niet-EU-landen die zich bezighouden met het witwassen van geld of dit mogelijk maken, op een zwarte lijst worden geplaatst;
24. roept op tot de instelling van een solidariteitsmechanisme van de EU om de economische en sociale gevolgen van de oorlog van Rusland tegen Oekraïne en van de opgelegde sancties op te vangen; wijst erop dat de doeltreffende sancties tegen de Russische Federatie en de stroom van miljoenen vluchtelingen die Oekraïne ontvluchten als gevolg van de Russische agressie en invasie, leiden tot onvermijdelijke economische en sociale uitdagingen in de hele EU en haar lidstaten; dringt aan op compenserende maatregelen en alternatieve leveringen van goederen en energiebronnen om deze negatieve gevolgen te beperken, alsook op effectieve maatregelen tegen onaanvaardbare speculatie die deze nog verergert, onder meer door lering te trekken uit de succesvolle maatregelen die de EU heeft genomen als reactie op de COVID-19-pandemie;
25. is verheugd over de verklaringen van een groot aantal Europese steden dat zij hun samenwerkings- en partnerschapsregelingen met Russische steden en organisaties hebben beëindigd; roept plaatselijke regeringen en steden op hun partnerschapsovereenkomsten met de steden van de Russische Federatie te herzien en te beëindigen, en in plaats daarvan samenwerkingen met Oekraïense zustersteden tot stand te brengen;
26. benadrukt dat het belangrijk is ervoor te zorgen dat de Oekraïense landbouwsector zo snel mogelijk weer goed kan functioneren, waarbij alles in het werk moet worden gesteld om het komende zaai- en teeltseizoen veilig te stellen en veilige transport-, voedsel- en brandstofcorridors van en naar het land mogelijk te maken; roept op tot het openen van groene corridors over land om Oekraïne te kunnen voorzien van alles wat nodig is om de landbouwproductie in stand te houden ( zoals bestrijdingsmiddelen en kunstmest) en om alle landbouwproducten die nog uitgevoerd kunnen worden Oekraïne uit te brengen;
27. spreekt zijn krachtige steun uit voor het besluit van de aanklager van het ICC om een onderzoek te starten naar de vermeende oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid die in Oekraïne zijn begaan, en onderstreept dat het belangrijk is snel te werk te gaan en vooruitgang te boeken om het nodige bewijsmateriaal te verkrijgen; dringt daarom aan op financiële en praktische steun voor het belangrijke werk van het Internationaal Strafhof, bijvoorbeeld door de adviesmissie van de EU in Oekraïne toe te staan hulp te bieden bij de verzameling van bewijsmateriaal;
28. roept de EU en haar lidstaten op een wereldwijd sanctiemechanisme tegen corruptie in te stellen en snel gerichte sancties aan te nemen tegen personen die verantwoordelijk zijn voor corruptie in de hogere geledingen van Rusland en Belarus;
29. roept de lidstaten en de Commissie op alle legitieme internationale en nationale processen te steunen om een onderzoek in te stellen naar vermeende misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden die in Oekraïne zouden zijn begaan, teneinde alle daders en medeplichtigen voor een rechtbank ter verantwoording te roepen;
30. wijst er nogmaals op dat Russische desinformatie onderdeel uitmaakt van Ruslands oorlogsinspanningen in Oekraïne en dat de sancties van de EU tegen Russische staatsmedia eenvoudig kunnen worden omzeild door gebruik te maken van VPN, satelliet-tv en slimmetelevisiefuncties; verzoekt de Commissie en de lidstaten het verbod op Russische staatspropagandakanalen volledig uit te voeren;
31. dringt erop aan de openbaarmakingsvereisten waar Europese financiële instellingen zich aan moeten houden, uit te breiden, teneinde de bevoegde autoriteiten inzicht te verschaffen in alle door de bepaalde Russische en Belarussische burgers aangehouden activa, en dus niet alleen hun deposito’s; brengt in herinnering dat de burgers van de EU het klokkenluidersinstrument van de Commissie kunnen gebruiken voor het anoniem melden van schendingen van vroegere, huidige en geplande sancties tegen Russische en Belarussische personen en entiteiten; is van oordeel dat de individuele sanctielijst moet worden uitgebreid met de namen van al diegenen die momenteel profijt trekken van nauwe banden met de Russische c.q. de Belarussische regering, respectievelijk dat in het verleden hebben gedaan; verzoekt de Commissie ten volle gebruik te maken van het kader voor de aanpak van witwaspraktijken en Rusland en Belarus op te nemen op de lijst van hoogrisicojurisdicties als bedoeld in artikel 9 van de vierde antiwitwasrichtlijn(5); verzoekt de Commissie een voorstel te presenteren voor de oprichting van een speciaal orgaan dat belast gaat zijn met het monitoren van de uitvoering van de financiële sancties en andere beperkende maatregelen van de EU; roept de Commissie op om de door elke lidstaat bevroren en in beslag genomen tegoeden in kaart te brengen en te publiceren; juicht de inspanningen toe van het maatschappelijk middenveld en onderzoeksjournalisten om de bezittingen van Russische oligarchen in de openbaarheid te brengen;
32. verwelkomt de besluiten van internationale organisaties, onder meer op het gebied van cultuur en sport, om de deelname van Rusland op te schorten; roept de lidstaten op het niveau van vertegenwoordiging van de Russische Federatie te verlagen en het aantal Russische en Belarussische diplomatieke en consulaire personeelsleden in de EU te beperken, met name wanneer zij zich schuldig maken aan spionage of desinformatie of zich bezighouden met militaire aangelegenheden; dringt erop aan ononderbroken voor coördinatie te zorgen met de trans-Atlantische bondgenoten en gelijkgezinde partners, zoals die in de NAVO, de G7, en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling, de leden van de Europese Vrijhandelsassociatie, de associatielanden en de kandidaat-lidstaten; benadrukt dat de EU doortastend moet reageren wanneer veronderstelde partners de EU-standpunten niet ondersteunen,
33. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de Raad, de Commissie, de regeringen en parlementen van de lidstaten, de Verenigde Naties, de NAVO, de G7, de Raad van Europa, de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa, de president, de regering en het parlement van Oekraïne, de president, de regering en het parlement van de Russische Federatie, en de president, de regering en het parlement van Belarus.
Onder meer van Bachmann et al., de Europese Centrale Bank, Deutsche Bank Research, Oxford Economics, Goldman Sachs, enz. zoals samengevat door de Sachverständigenrat zur Begutachtung der gesamtwirtschaftlichen Entwicklung (German Council of Economic Experts) in zijn rapport van maart 2022 getiteld “Auswirkungen eines möglichen Wegfalls russischer Rohstofflieferungen auf Energiesicherheit und Wirtschaftsleistung: Auszug aus der aktualisierten Konjunkturprognose 2022 und 2023”.
Richtlijn 2001/55/EG van de Raad van 20 juli 2001 betreffende minimumnormen voor het verlenen van tijdelijke bescherming in geval van massale toestroom van ontheemden en maatregelen ter bevordering van een evenwicht tussen de inspanning van de lidstaten voor de opvang en het dragen van de consequenties van de opvang van deze personen (PB L 212 van 7.8.2001, blz. 12).