Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 7 april 2022 over het voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de instelling en de werking van een evaluatiemechanisme voor de controle van en het toezicht op de toepassing van het Schengenacquis en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1053/2013 (COM(2021)0278 – C9-0349/2021 – 2021/0140(CNS))
(Bijzondere wetgevingsprocedure – raadpleging)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(2021)0278),
– gezien artikel 70 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C9‑0349/2021),
– gezien de bijdragen van de Tsjechische Senaat, het Spaanse parlement, het Portugese parlement en de Roemeense Senaat ter zake van het ontwerp van wetgevingshandeling,
– gezien artikel 82 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (A9‑0054/2022),
1. hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;
2. verzoekt de Commissie haar voorstel krachtens artikel 293, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie dienovereenkomstig te wijzigen;
3. verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;
4. wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel van de Commissie;
5. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad, de Commissie en de nationale parlementen.
Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
Amendement 1 Voorstel voor een verordening Overweging 1
(1) Voor het Schengengebied zonder binnengrenscontroles is het van vitaal belang dat de lidstaten het Schengenacquis efficiënt en effectief toepassen. Dat acquis omvat maatregelen op het gebied van de buitengrenzen, maatregelen die de afwezigheid van controles aan de binnengrenzen compenseren en een sterk toezichtskader, welke tezamen het vrije verkeer vergemakkelijken en voor een hoog niveau van veiligheid, rechtvaardigheid en bescherming van de grondrechten zorgen, met inbegrip van de bescherming van persoonsgegevens.
(1) Voor het Schengengebied zonder grenstoezicht aan de binnengrenzen is het van vitaal belang dat de lidstaten het Schengenacquis efficiënt en effectief toepassen. Dat acquis omvat maatregelen op het gebied van de buitengrenzen, maatregelen die de afwezigheid van controles aan de binnengrenzen compenseren en een sterk toezichtskader, welke tezamen het vrije verkeer waarborgen, alsook een hoog niveau van veiligheid, rechtvaardigheid en bescherming van de grondrechten, met inbegrip van de bescherming van persoonsgegevens.
Amendement 2 Voorstel voor een verordening Overweging 4
(4) Om de effectiviteit en efficiëntie daarvan te vergroten, moet het Schengenevaluatie- en toezichtmechanisme worden versterkt. Het herziene evaluatie- en toezichtmechanisme moet erop gericht zijn een hoog niveau van wederzijds vertrouwen tussen de lidstaten te handhaven door te waarborgen dat de lidstaten het Schengenacquis daadwerkelijk toepassen volgens de overeengekomen gemeenschappelijke normen en grondbeginselen en -regels en aldus bijdragen tot een goed functionerende Schengenruimte.
(4) Om de effectiviteit en efficiëntie daarvan te vergroten, moet het Schengenevaluatie- en toezichtmechanisme worden versterkt. Het herziene evaluatie- en toezichtmechanisme moet erop gericht zijn een hoog niveau van wederzijds vertrouwen tussen de lidstaten te handhaven door te waarborgen dat de lidstaten het Schengenacquis daadwerkelijk toepassen volgens de overeengekomen gemeenschappelijke normen en grondbeginselen en -regels, om te zorgen voor een goed functionerende Schengenruimte, met volledige inachtneming van de grondrechten en zonder controles aan de binnengrenzen.
Amendement 3 Voorstel voor een verordening Overweging 5
(5) Het evaluatie- en toezichtmechanisme moet deze doelstellingen verwezenlijken door middel van objectieve en onpartijdige evaluaties die het mogelijk maken snel tekortkomingen in de toepassing van het Schengenacquis vast te stellen welke de correcte werking van het Schengengebied zouden kunnen verstoren, ervoor zorgen dat deze tekortkomingen snel worden verholpen en de basis vormen voor een dialoog over de werking van het Schengengebied als geheel. Dit vereist nauwe samenwerking tussen de lidstaten en de Commissie, een evenwichtige verdeling van gedeelde verantwoordelijkheden en handhaving van het door onderlinge beoordeling gekenmerkte karakter van het systeem. Dit vereist ook een nauwere betrokkenheid van het Europees Parlement. Gezien de omvang van de wijzigingen moet Verordening (EU) nr. 1053/2013 worden ingetrokken en door een nieuwe verordening worden vervangen.
(5) Het evaluatie- en toezichtmechanisme moet deze doelstellingen verwezenlijken door middel van objectieve en onpartijdige evaluaties die het mogelijk maken snel tekortkomingen in de toepassing van het Schengenacquis vast te stellen welke de correcte werking van het Schengengebied zouden kunnen verstoren, ervoor zorgen dat deze tekortkomingen snel worden verholpen en de basis vormen voor een echte politieke dialoog tussen de lidstaten over de werking van het Schengengebied als geheel. Dit vereist nauwe samenwerking tussen de lidstaten en de Commissie, een evenwichtige verdeling van gedeelde verantwoordelijkheden en handhaving van het door onderlinge beoordeling gekenmerkte karakter van het systeem. Dit vereist ook een nauwere betrokkenheid van het Europees Parlement. Gezien de omvang van de wijzigingen moet Verordening (EU) nr. 1053/2013 worden ingetrokken en door een nieuwe verordening worden vervangen.
Amendement 4 Voorstel voor een verordening Overweging 6
(6) Het evaluatie- en toezichtmechanisme kan alle – huidige en toekomstige – gebieden van het Schengenacquis bestrijken, met uitzondering van de gebieden waarvoor uit hoofde van het recht van de Unie reeds een specifiek evaluatiemechanisme bestaat. Het evaluatie- en toezichtmechanisme moet alle relevante wetgeving en operationele activiteiten bestrijken die bijdragen tot de werking van het Schengengebied.
(6) Het evaluatie- en toezichtmechanisme moet alle – huidige en toekomstige – gebieden van het Schengenacquis bestrijken, met uitzondering van de gebieden waarvoor uit hoofde van het recht van de Unie reeds een specifiek evaluatiemechanisme bestaat. Het evaluatie- en toezichtmechanisme moet zowel de efficiëntie van buitengrenscontroles als het ontbreken van binnengrenscontroles betreffen. Het evaluatie- en toezichtmechanisme moet alle relevante wetgeving en operationele activiteiten bestrijken die bijdragen tot de werking van een ruimte zonder grenstoezicht aan de binnengrenzen.
Amendement 5 Voorstel voor een verordening Overweging 7
(7) Bij alle evaluaties moet overeenkomstig de conclusies van de Europese Raad van 1 en 2 maart 2012 worden nagegaan of de autoriteiten die het Schengenacquis toepassen, correct functioneren. De evaluatie moet ook betrekking hebben op de praktijken van particuliere entiteiten, zoals luchtvaartmaatschappijen of externe dienstverleners, voor zover zij in het kader van hun samenwerking met de lidstaten betrokken zijn bij of gevolgen ondervinden van de uitvoering van het Schengenacquis. Gezien de steeds grotere rol van de organen en instanties van de Unie bij de uitvoering van het Schengenacquis, moet het evaluatie- en toezichtmechanisme de controle van de activiteiten van deze organen en instanties van de Unie ondersteunen, voor zover zij namens de lidstaten taken vervullen ter ondersteuning van de operationele toepassing van de bepalingen van het Schengenacquis. De controle van deze activiteiten moet deel uitmaken van de evaluatie van de lidstaten en worden uitgevoerd onverminderd en met volledige inachtneming van de verantwoordelijkheden die zijn toegekend aan de Commissie en aan de relevante bestuursorganen van de betrokken organen en instanties, krachtens hun oprichtingsverordeningen en hun in die verordeningen opgenomen eigen evaluatie- en toezichtprocedures. Indien uit evaluaties blijkt dat er tekortkomingen zijn met betrekking tot functies die worden uitgevoerd of ondersteund door organen of instanties van de Unie, dient de Commissie hun betrokken bestuursorganen daarvan in kennis te stellen.
(7) Bij alle evaluaties moet overeenkomstig de conclusies van de Europese Raad van 1 en 2 maart 2012 worden nagegaan of de autoriteiten die het Schengenacquis toepassen, correct functioneren en of zij het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (“het Handvest”) naleven. De evaluatie moet ook betrekking hebben op de praktijken van particuliere entiteiten, zoals luchtvaartmaatschappijen of externe dienstverleners, voor zover zij in het kader van hun samenwerking met de lidstaten betrokken zijn bij of gevolgen ondervinden van de uitvoering van het Schengenacquis. Gezien de steeds grotere rol van de organen en instanties van de Unie bij de uitvoering van het Schengenacquis, moet het evaluatie- en toezichtmechanisme de controle van de activiteiten van deze organen en instanties van de Unie ondersteunen, voor zover zij namens de lidstaten taken vervullen ter ondersteuning van de operationele toepassing van de bepalingen van het Schengenacquis. De controle van deze activiteiten moet deel uitmaken van de evaluatie van de lidstaten en worden uitgevoerd onverminderd en met volledige inachtneming van de verantwoordelijkheden die zijn toegekend aan de Commissie en aan de relevante bestuursorganen van de betrokken organen en instanties, krachtens hun oprichtingsverordeningen en hun in die verordeningen opgenomen eigen evaluatie- en toezichtprocedures. Indien uit evaluaties blijkt dat er tekortkomingen zijn met betrekking tot functies die worden uitgevoerd of ondersteund door organen of instanties van de Unie, dient de Commissie dat op te nemen in het evaluatieverslag en de bevoegde bestuursorganen van deze organen en instanties hierbij te betrekken.
Amendement 6 Voorstel voor een verordening Overweging 9
(9) De kwetsbaarheidsbeoordeling door Frontex is een mechanisme dat het bij deze verordening ingestelde evaluatie- en toezichtmechanisme aanvult en dat zowel de kwaliteitscontrole op het niveau van de Unie moet waarborgen als moet zorgen voor voortdurende paraatheid op zowel Unie- als nationaal niveau ten aanzien van problemen aan de buitengrenzen. Beide mechanismen vormen een onderdeel van het Europees geïntegreerd grensbeheer. De synergieën tussen de kwetsbaarheidsbeoordeling en het evaluatie- en toezichtmechanisme moeten worden gemaximaliseerd om een beter situatiebeeld van de werking van het Schengengebied te verkrijgen en daarbij moeten dubbel werk en tegenstrijdige aanbevelingen zoveel mogelijk moeten worden vermeden. Daartoe dienen Frontex en de Commissie geregeld informatie uit te wisselen over de resultaten van beide mechanismen. Voor het vergroten van de strategische focus en een gerichtere opzet van de evaluatie zijn ook meer synergieën nodig met de relevante mechanismen en platforms die worden beheerd door agentschappen van de Unie en nationale overheden, zoals het Europees multidisciplinair platform tegen criminaliteitsdreiging (European Multidisciplinary Platform Against Criminal Threats, Empact) of het toezicht dat door de Commissie met de steun van eu-LISA wordt uitgeoefend met betrekking tot de voorbereiding van de lidstaten op de uitvoering van relevante IT-systemen alsook de bevindingen van de nationale mechanismen voor kwaliteitscontrole.
(9) De kwetsbaarheidsbeoordeling door Frontex is een mechanisme dat het bij deze verordening ingestelde evaluatie- en toezichtmechanisme aanvult en dat zowel de kwaliteitscontrole op het niveau van de Unie moet waarborgen als moet zorgen voor voortdurende paraatheid op zowel Unie- als nationaal niveau ten aanzien van problemen aan de buitengrenzen. Deze kwetsbaarheidsbeoordeling moet worden verwerkt in het jaarlijkse evaluatieprogramma, zodat het situationeel bewustzijn actueel is. Beide mechanismen vormen een onderdeel van het Europees geïntegreerd grensbeheer. De synergieën tussen de kwetsbaarheidsbeoordeling en het evaluatie- en toezichtmechanisme moeten worden gemaximaliseerd om een beter situatiebeeld van de werking van het Schengengebied te verkrijgen en daarbij moeten dubbel werk en tegenstrijdige aanbevelingen zoveel mogelijk moeten worden vermeden. Daartoe dienen Frontex en de Commissie geregeld informatie uit te wisselen over de resultaten van beide mechanismen. Voor het vergroten van de strategische focus en een gerichtere opzet van de evaluatie zijn ook meer synergieën nodig met de relevante mechanismen en platforms die worden beheerd door agentschappen van de Unie en nationale overheden, zoals het Europees multidisciplinair platform tegen criminaliteitsdreiging (European Multidisciplinary Platform Against Criminal Threats, Empact) of het toezicht dat door de Commissie met de steun van eu-LISA wordt uitgeoefend met betrekking tot de voorbereiding van de lidstaten op de uitvoering van relevante IT-systemen alsook de bevindingen van de nationale mechanismen voor kwaliteitscontrole.
Amendement 7 Voorstel voor een verordening Overweging 10
(10) In aanvulling op de afzonderlijke evaluaties van de correcte uitvoering en toepassing van de gegevensbeschermingsvereisten van het Schengenacquis, moet er bij de evaluatie bijzondere aandacht worden besteed aan de controle van de eerbiediging van de grondrechten bij de toepassing van het Schengenacquis. Teneinde de capaciteit van het evaluatie- en toezichtmechanisme om schendingen van de grondrechten op relevante beleidsterreinen vast te stellen, te vergroten, moeten aanvullende maatregelen worden genomen. De Schengenevaluatoren moeten daartoe naar behoren worden opgeleid, er moet beter gebruik worden gemaakt van relevante informatie van het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten en de deskundigen van dat bureau moeten beter worden betrokken bij de opzet en de uitvoering van evaluaties. Voorts moet bij de programmering, de opzet en de uitvoering van evaluaties rekening worden gehouden met bewijsmateriaal dat openbaar is gemaakt of is verstrekt via onafhankelijke toezichtmechanismen of door relevante derden op eigen initiatief, zoals ombudsmannen, autoriteiten die toezicht houden op de eerbiediging van de grondrechten en niet-gouvernementele en internationale organisaties.
(10) In aanvulling op de afzonderlijke evaluaties van de correcte uitvoering en toepassing van de gegevensbeschermingsvereisten van het Schengenacquis, moet er bij de evaluatie bijzondere aandacht worden besteed aan de controle van de eerbiediging van de grondrechten bij de toepassing van het Schengenacquis. Teneinde de capaciteit van het evaluatie- en toezichtmechanisme om schendingen van de grondrechten op relevante beleidsterreinen vast te stellen, te vergroten, moeten aanvullende maatregelen worden genomen. De Schengenevaluatoren moeten daartoe naar behoren worden opgeleid, er moet beter gebruik worden gemaakt van relevante informatie van het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten en de deskundigen van dat bureau moeten beter worden betrokken bij de opzet en de uitvoering van evaluaties. De Commissie moet met name, in samenwerking met het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten, specifieke benchmarks ontwikkelen die moeten worden opgenomen in de standaardvragenlijst en waaraan de naleving van de grondrechten kan worden getoetst. Voorts moet bij de programmering, de opzet en de uitvoering van evaluaties rekening worden gehouden met bewijsmateriaal dat openbaar is gemaakt of is verstrekt via onafhankelijke toezichtmechanismen of door relevante derden op eigen initiatief, zoals ombudsmannen, autoriteiten die toezicht houden op de eerbiediging van de grondrechten en niet-gouvernementele en internationale organisaties.
Amendement 8 Voorstel voor een verordening Overweging 12
(12) De vormen van evaluaties en methoden moeten een flexibeler opzet krijgen om het evaluatie- en toezichtmechanisme efficiënter te maken en beter in staat te stellen zich aan te passen aan nieuwe omstandigheden en ontwikkelingen op wetgevingsgebied en om het gebruik van de middelen van de lidstaten, de Commissie en de organen en instanties van de Unie te stroomlijnen. Periodieke evaluaties door middel van bezoeken moeten het belangrijkste evaluatiemiddel zijn. Het aandeel onaangekondigde bezoeken en thematische evaluaties moet geleidelijk worden vergroot om een evenwichtiger gebruik van de beschikbare instrumenten te waarborgen. De vormen van evaluatie moeten duidelijk worden omschreven. Afhankelijk van het beleidsterrein en de aard van de evaluatie- en toezichtactiviteit moet het evaluatie- en toezichtmechanisme het mogelijk maken verschillende lidstaten tegelijkertijd te evalueren en evaluaties volledig of gedeeltelijk op afstand te verrichten alsook de evaluatie van verschillende beleidsterreinen te combineren. Het evaluatie- en toezichtmechanisme moet gericht zijn op het opstellen van uitgebreide verslagen van de evaluatie van de lidstaten waarin de algemene prestaties van de lidstaat bij de toepassing van het Schengenacquis worden beoordeeld.
(12) De vormen van evaluaties en methoden moeten een flexibeler opzet krijgen om het evaluatie- en toezichtmechanisme efficiënter te maken en beter in staat te stellen zich aan te passen aan nieuwe omstandigheden en ontwikkelingen op wetgevingsgebied en om het gebruik van de middelen van de lidstaten, de Commissie en de organen en instanties van de Unie te stroomlijnen. Periodieke evaluaties door middel van bezoeken moeten het belangrijkste evaluatiemiddel zijn. Het aandeel onaangekondigde bezoeken en thematische evaluaties moet geleidelijk worden vergroot om een evenwichtiger gebruik van de beschikbare instrumenten te waarborgen. De vormen van evaluatie moeten duidelijk worden omschreven. Afhankelijk van het beleidsterrein en de aard van de evaluatie- en toezichtactiviteit moet het evaluatie- en toezichtmechanisme het mogelijk maken verschillende lidstaten tegelijkertijd te evalueren en, in aanvulling op evaluaties met fysieke aanwezigheid, evaluaties volledig of gedeeltelijk op afstand te verrichten alsook de evaluatie van verschillende beleidsterreinen te combineren. Het evaluatie- en toezichtmechanisme moet gericht zijn op het opstellen van uitgebreide verslagen van de evaluatie van de lidstaten waarin de algemene prestaties van de lidstaat bij de toepassing van het Schengenacquis worden beoordeeld.
Amendement 9 Voorstel voor een verordening Overweging 13
(13) Er moet vaker gebruik worden gemaakt van thematische evaluaties om een vergelijkende analyse van de praktijken van de lidstaten te maken. Deze evaluaties moeten plaatsvinden om de uitvoering te beoordelen van belangrijke wetswijzigingen wanneer deze van toepassing worden, en van nieuwe initiatieven, en om kwesties te beoordelen in het kader van beleidsterreinen of praktijken van lidstaten waarbij van overeenkomstige uitdagingen sprake is.
(13) Er moet vaker gebruik worden gemaakt van thematische evaluaties om een vergelijkende analyse van de praktijken van de lidstaten te maken. Deze evaluaties moeten plaatsvinden om de uitvoering te beoordelen van belangrijke wetswijzigingen wanneer deze van toepassing worden, en van nieuwe initiatieven, en om kwesties te beoordelen in het kader van beleidsterreinen of vergelijkbare beleidsmaatregelen en praktijken in de lidstaten.
Amendement 10 Voorstel voor een verordening Overweging 14
(14) Onaangekondigde bezoeken, die tot de meest doeltreffende instrumenten behoren om de praktijken van de lidstaten te controleren, moeten, afhankelijk van hun doel, plaatsvinden zonder voorafgaande kennisgeving aan de betrokken lidstaat of slechts met een kennisgeving op korte termijn. Onaangekondigde bezoeken zonder voorafgaande kennisgeving moeten plaatsvinden voor onderzoeksdoeleinden, om na te gaan of wordt voldaan aan de verplichtingen uit hoofde van het Schengenacquis, onder meer naar aanleiding van aanwijzingen met betrekking tot het ontstaan van systemische problemen die aanzienlijke gevolgen kunnen hebben voor de werking van het Schengengebied of naar aanleiding van schendingen van de grondrechten, met name in geval van beschuldigingen van ernstige schendingen van de grondrechten aan de buitengrenzen. In dergelijke gevallen zou het verstrekken van een voorafgaande kennisgeving de nuttige werking van het bezoek tenietdoen. Als het hoofddoel van het bezoek een steekproefsgewijze controle van de uitvoering van het Schengenacquis door de lidstaat is, moet een onaangekondigd bezoek 24 uur vooraf worden aangekondigd.
(14) Onaangekondigde bezoeken, die tot de meest doeltreffende instrumenten behoren om de praktijken van de lidstaten te controleren, moeten plaatsvinden zonder voorafgaande kennisgeving aan de betrokken lidstaat. Onaangekondigde bezoeken moeten plaatsvinden voor onderzoeksdoeleinden, om na te gaan of wordt voldaan aan de verplichtingen uit hoofde van het Schengenacquis, onder meer naar aanleiding van aanwijzingen met betrekking tot het ontstaan van systemische problemen die negatieve gevolgen kunnen hebben voor de werking van het Schengengebied of kunnen leiden tot schendingen van de grondrechten, met name in geval van beschuldigingen van ernstige schendingen van de grondrechten aan de buitengrenzen.
Amendement 11 Voorstel voor een verordening Overweging 14 bis (nieuw)
(14 bis) Van een kort van tevoren aangekondigd bezoek, dat een aanvullend instrument is, moet de lidstaat ten hoogste 24 uur voor het bezoek in kennis worden gesteld. Een kort van tevoren aangekondigd bezoek moet alleen plaatsvinden als het uitvoeren van een steekproefsgewijze controle van de uitvoering van het Schengenacquis door een lidstaat het hoofddoel van het bezoek is.
Amendement 12 Voorstel voor een verordening Overweging 15
(15) De programmering via meerjarige en jaarlijkse evaluatieprogramma’s van de in het kader van deze verordening uitgevoerde activiteiten heeft reeds bewezen meerwaarde te hebben voor het waarborgen van de voorspelbaarheid en zekerheid. Daarom moet de Commissie, in samenwerking met de lidstaten, meerjarige en jaarlijkse evaluatieprogramma’s vaststellen. Deze programma’s moeten ook de nodige flexibiliteit bieden zodat zij zich in de loop van de tijd kunnen aanpassen aan het dynamische karakter van het Schengenacquis. In geval van overmacht moeten de programma’s in overleg met de betrokken lidstaten kunnen worden aangepast zonder de programma’s formeel te hoeven wijzigen. In het meerjarige evaluatieprogramma, dat voor zeven jaar wordt vastgesteld, moeten de specifieke prioritaire gebieden worden aangegeven waarop de periodieke evaluaties betrekking moeten hebben. Deze aanpak moet meer flexibiliteit, een betere prioritering en een evenwichtiger en strategischer gebruik van alle beschikbare instrumenten mogelijk maken. De verlenging van het meerjarig evaluatieprogramma van vijf naar zeven jaar zou ook moeten leiden tot een intensiever, scherper en gerichter toezicht op de lidstaten, zonder verlaging van het controleniveau.
(15) De programmering via meerjarige en jaarlijkse evaluatieprogramma’s van de in het kader van deze verordening uitgevoerde activiteiten heeft reeds bewezen meerwaarde te hebben voor het waarborgen van de voorspelbaarheid en zekerheid. Daarom moet de Commissie, in samenwerking met de lidstaten, meerjarige en jaarlijkse evaluatieprogramma’s vaststellen. Deze programma’s moeten ook de nodige flexibiliteit bieden zodat zij zich in de loop van de tijd kunnen aanpassen aan het dynamische karakter van het Schengenacquis. In geval van overmacht moeten de programma’s in overleg met de betrokken lidstaten kunnen worden aangepast zonder de programma’s formeel te hoeven wijzigen. In het meerjarige evaluatieprogramma, dat voor zeven jaar wordt vastgesteld, moeten de specifieke prioritaire gebieden worden aangegeven waarop de periodieke evaluaties betrekking moeten hebben. Deze aanpak moet zorgen voor meer flexibiliteit, meer mogelijkheden voor aanpassing aan de hand van actuele informatie die bij verschillende analyses is verzameld om een beter situationeel beeld van de werking van het Schengengebied te verkrijgen, een betere prioritering, alsook een evenwichtiger en strategischer gebruik van alle beschikbare instrumenten. De verlenging van het meerjarig evaluatieprogramma van vijf naar zeven jaar zou ook moeten leiden tot een intensiever, scherper en gerichter toezicht op de lidstaten, zonder verlaging van het controleniveau.
Amendement 13 Voorstel voor een verordening Overweging 16
(16) De evaluatie- en toezichtactiviteiten moeten worden uitgevoerd door teams die bestaan uit vertegenwoordigers van de Commissie en uit door de lidstaten aangewezen deskundigen. Deze vertegenwoordigers en deskundigen moeten over passende kwalificaties beschikken, met inbegrip van gedegen theoretische kennis en praktische ervaring. Om de deelname van een voldoende aantal ervaren deskundigen te bespoedigen en te vereenvoudigen, moet de Commissie in nauwe samenwerking met de lidstaten een pool van deskundigen samenstellen en in stand houden. De pool moet de belangrijkste bron van deskundigen voor evaluatie- en toezichtactiviteiten zijn.
(16) De evaluatie- en toezichtactiviteiten moeten worden uitgevoerd door teams die bestaan uit vertegenwoordigers van de Commissie, door de lidstaten aangewezen deskundigen en waarnemers van de Unie. Deze vertegenwoordigers en deskundigen moeten over passende kwalificaties beschikken, met inbegrip van gedegen theoretische kennis en praktische ervaring, en moeten de passende opleiding hebben gevolgd.Om de integriteit te waarborgen van de evaluatieverslagen die worden opgesteld door teams na een evaluatie, in het kader waarvan de activiteiten van een instelling, orgaan of instantie van de Unie die betrokken is bij de uitvoering van het Schengenacquis in samenwerking met de autoriteiten van een lidstaat zijn geëvalueerd, mogen de waarnemers van de Unie geen belangenconflict hebben. Om de deelname van een voldoende aantal ervaren deskundigen te bespoedigen en te vereenvoudigen, moet de Commissie in nauwe samenwerking met de lidstaten een pool van deskundigen samenstellen en in stand houden. De pool moet de belangrijkste bron van deskundigen voor evaluatie- en toezichtactiviteiten zijn.
Amendement 14 Voorstel voor een verordening Overweging 19
(19) De evaluatieverslagen moeten kort en bondig zijn. Zij moeten gericht zijn op de tekortkomingen die een aanzienlijke impact hebben en aangeven op welke gebieden belangrijke verbeteringen mogelijk zijn. Minder belangrijke bevindingen mogen geen deel uitmaken van de verslagen. Het team moet deze bevindingen desalniettemin aan het einde van de evaluatieactiviteit meedelen aan de geëvalueerde lidstaat, met inbegrip van de autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor het desbetreffende nationale mechanisme voor kwaliteitscontrole. Het team moet actief proberen beste praktijken vast te stellen met het oog op vermelding daarvan in de verslagen. Met name nieuwe en innovatieve maatregelen die de toepassing van de gemeenschappelijke regels aanzienlijk verbeteren en die door andere lidstaten in de praktijk zouden kunnen worden gebracht, moeten in het verslag als beste praktijk worden aangemerkt.
(19) De evaluatieverslagen moeten beknopt zijn en een overzicht bieden van de vastgestelde tekortkomingen en aangeven op welke gebieden belangrijke verbeteringen nodig zijn. Het team moet de bevindingen aan het einde van de evaluatieactiviteit meedelen aan de geëvalueerde lidstaat, met inbegrip van de autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor het desbetreffende nationale mechanisme voor kwaliteitscontrole. Het team moet actief proberen beste praktijken vast te stellen met het oog op vermelding daarvan in de verslagen. Met name nieuwe en innovatieve maatregelen die de toepassing van de gemeenschappelijke regels aanzienlijk verbeteren en die door andere lidstaten in de praktijk zouden kunnen worden gebracht, moeten in het verslag als beste praktijk worden aangemerkt.
Amendement 15 Voorstel voor een verordening Overweging 20
(20) Evaluatieverslagen moeten in de regel aanbevelingen bevatten voor het verhelpen van vastgestelde tekortkomingen (met inbegrip van schendingen van de grondrechten) en door de Commissie in één handeling worden vastgesteld bij wijze van een uitvoeringshandeling via de onderzoeksprocedure bedoeld in artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/201136. Wanneer het verslag en de aanbevelingen worden neergelegd in één document waarvoor één enkele goedkeuringsprocedure geldt, versterkt dat de intrinsieke band tussen de bevindingen van de evaluatie en de aanbevelingen. Bovendien moet de versnelde publicatie van de aanbevelingen de lidstaten in staat stellen de tekortkomingen sneller en efficiënter te verhelpen. Tegelijkertijd moet het gebruik van de onderzoeksprocedure ervoor zorgen dat de lidstaten betrokken zijn bij het besluitvormingsproces dat tot de vaststelling van de aanbevelingen leidt.
(20) Evaluatieverslagen moeten in beginsel aanbevelingen bevatten voor het verhelpen van vastgestelde tekortkomingen (met inbegrip van schendingen van de grondrechten) en moeten door de Commissie onverwijld en in één handeling worden vastgesteld bij wijze van een uitvoeringshandeling via de onderzoeksprocedure bedoeld in artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/201136. Er moet bijzondere aandacht worden besteed aan het vaststellen en verhelpen van schendingen van de grondrechten. Wanneer het verslag en de aanbevelingen worden neergelegd in één document waarvoor één enkele goedkeuringsprocedure geldt, versterkt dat de intrinsieke band tussen de bevindingen van de evaluatie en de aanbevelingen. Bovendien moet de versnelde publicatie van de aanbevelingen de lidstaten in staat stellen de tekortkomingen sneller en efficiënter te verhelpen. Tegelijkertijd moet het gebruik van de onderzoeksprocedure ervoor zorgen dat de lidstaten betrokken zijn bij het besluitvormingsproces dat tot de vaststelling van de aanbevelingen leidt.
__________________
__________________
36 PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13.
36 PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13.
Amendement 16 Voorstel voor een verordening Overweging 22
(22) Bovendien moeten, wanneer uit evaluaties blijkt dat er sprake is van een ernstige tekortkoming, specifieke bepalingen van toepassing zijn om ervoor te zorgen dat onmiddellijk corrigerende maatregelen worden genomen. Zodra de geëvalueerde lidstaat in kennis is gesteld van een ernstige tekortkoming moet deze, gezien het risico dat een dergelijke tekortkoming met zich meebrengt, onmiddellijk maatregelen beginnen te nemen om de tekortkoming te verhelpen, en daarbij zo nodig alle beschikbare operationele en financiële middelen inzetten. Corrigerende maatregelen moeten worden onderworpen aan kortere uiterste termijnen en een scherpere politieke controle en scherper politiek toezicht gedurende het hele proces. In dit verband moet de Commissie de Raad en het Europees Parlement onmiddellijk op de hoogte brengen wanneer uit een evaluatie blijkt dat er sprake is van een ernstige tekortkoming en uiterlijk één jaar na de datum van de evaluatie een nieuw bezoek “wegens ernstige tekortkomingen” organiseren om na te gaan of de lidstaat de betrokken tekortkomingen heeft verholpen. De Commissie dient een verslag van het nieuwe bezoek aan de Raad voor te leggen.
(22) Bovendien moeten, wanneer uit evaluaties blijkt dat er sprake is van een ernstige tekortkoming, specifieke bepalingen van toepassing zijn om ervoor te zorgen dat onmiddellijk corrigerende maatregelen worden genomen. Zodra de geëvalueerde lidstaat in kennis is gesteld van een ernstige tekortkoming moet deze, gezien het risico dat een dergelijke tekortkoming met zich meebrengt, onmiddellijk maatregelen beginnen te nemen om de tekortkoming te verhelpen, en daarbij zo nodig alle beschikbare operationele en financiële middelen inzetten. Corrigerende maatregelen moeten worden onderworpen aan kortere uiterste termijnen en een scherpere politieke controle en scherper politiek toezicht gedurende het hele proces. In dit verband moet, wanneer uit een evaluatie blijkt dat er sprake is van een ernstige tekortkoming, de Commissie de Raad en het Europees Parlement hiervan onmiddellijk in kennis stellen en moet zij de Raad en het Europees Parlement informeren over reeds ingeleide of nog in te leiden inbreukprocedures tegen de geëvalueerde lidstaat. Voorts moet de Commissie uiterlijk 180 dagen na de datum van de evaluatie een nieuw bezoek “wegens ernstige tekortkomingen” organiseren om na te gaan of de lidstaat de betreffende tekortkomingen heeft verholpen. De Commissie dient een verslag van het nieuwe bezoek aan de Raad en het Europees Parlement voor te leggen. Gezien de ernstige gevolgen die een ernstige tekortkoming kan hebben voor het Schengengebied, dient de Commissie onverwijld een inbreukprocedure overeenkomstig het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie in te leiden om de vastgestelde tekortkomingen aan te pakken.
Amendement 17 Voorstel voor een verordening Overweging 23
(23) De vaststelling van een ernstige tekortkoming vereist een grondige beoordeling per geval op basis van duidelijke criteria met betrekking tot de aard, omvang en mogelijke impact van de problemen, welke criteria per beleidsterrein kunnen verschillen. Een bevinding kan als worden aangemerkt als een ernstige tekortkoming op basis van afzonderlijke, voor de effectieve toepassing van het Schengenacquis wezenlijke factoren of op basis van een combinatie van verschillende factoren. Indien echter wordt aangenomen dat een vastgestelde tekortkoming de algemene werking van het gebied zonder binnengrenstoezicht in gevaar brengt of op korte termijn kan brengen of aanzienlijke negatieve gevolgen kan hebben voor de rechten van individuen, moet een dergelijke tekortkoming als een ernstige tekortkoming worden beschouwd. Wanneer in een evaluatieverslag een ernstige tekortkoming bij de uitvoering van het buitengrenstoezicht wordt vastgesteld, kunnen de artikelen 21 en 29 van Verordening (EU) 2016/399 van het Europees Parlement en de Raad37 van toepassing zijn.
(23) De vaststelling van een ernstige tekortkoming vereist een grondige beoordeling per geval op basis van duidelijke criteria met betrekking tot de aard, omvang en mogelijke impact van de problemen, welke criteria per beleidsterrein kunnen verschillen. Een bevinding kan als worden aangemerkt als een ernstige tekortkoming op basis van afzonderlijke, voor de effectieve toepassing van het Schengenacquis wezenlijke factoren of op basis van een combinatie van verschillende factoren. Indien echter wordt aangenomen dat een vastgestelde tekortkoming de algemene werking van het gebied zonder binnengrenstoezicht in gevaar brengt of op korte termijn kan brengen of negatieve gevolgen voor de grondrechten heeft of kan hebben, of aanzienlijke negatieve gevolgen kan hebben voor de rechten van individuen, moet een dergelijke tekortkoming als een ernstige tekortkoming worden beschouwd. Wanneer in een evaluatieverslag een ernstige tekortkoming bij de uitvoering van het buitengrenstoezicht wordt vastgesteld, kunnen de artikelen 21 en 29 van Verordening (EU) 2016/399 van het Europees Parlement en de Raad37 van toepassing zijn.
__________________
__________________
37 Verordening (EU) 2016/399 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende een Uniecode voor de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode) (PB L 77 van 23.3.2016, blz. 1).
37 Verordening (EU) 2016/399 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende een Uniecode voor de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode) (PB L 77 van 23.3.2016, blz. 1).
Amendement 18 Voorstel voor een verordening Overweging 26
(26) Het is van essentieel belang en wenselijk dat het Europees Parlement en de Raad regelmatig discussies op politiek niveau houden om het belang van de uitvoering van het Schengenacquis onder de aandacht te brengen, lidstaten die de gemeenschappelijke regels voortdurend schenden ter verantwoording te roepen en de druk op deze lidstaten om de vastgestelde tekortkomingen te verhelpen, op te voeren. De Commissie moet voldoende input leveren om deze besprekingen te bevorderen, onder meer door de goedkeuring van een alomvattend jaarverslag over de in het voorgaande jaar uitgevoerde evaluaties en de stand van uitvoering van de aanbevelingen, dat deel uitmaakt van het verslag over de staat van Schengen. Het Europees Parlement wordt aangemoedigd resoluties aan te nemen en de Raad moet conclusies aannemen om de druk op lidstaten die onvoldoende vooruitgang boeken, te verhogen. Het “Schengenforum”, dat een unieke mogelijkheid biedt om Schengen op hoog niveau te bespreken met vertegenwoordigers van het Europees Parlement, de lidstaten en de Commissie, moet een platform bieden voor informele besprekingen met het oog op een betere uitvoering van het Schengenacquis.
(26) Het is van essentieel belang en wenselijk dat het Europees Parlement en de Raad regelmatig discussies op politiek niveau houden om het belang van de uitvoering van het Schengenacquis onder de aandacht te brengen, lidstaten die de gemeenschappelijke regels voortdurend schenden ter verantwoording te roepen en de druk op deze lidstaten om de vastgestelde tekortkomingen te verhelpen, op te voeren. Beide instellingen moeten volledig en gelijkelijk op de hoogte worden gebracht van alle ontwikkelingen inzake de uitvoering van het Schengenacquis in de lidstaten. De Commissie moet voldoende input leveren om deze besprekingen te bevorderen, onder meer door de goedkeuring van een alomvattend jaarverslag over de in het voorgaande jaar uitgevoerde evaluaties en de stand van uitvoering van de aanbevelingen, dat deel uitmaakt van het verslag over de staat van Schengen. Het Europees Parlement wordt aangemoedigd resoluties aan te nemen en de Raad moet conclusies aannemen om de druk op lidstaten die onvoldoende vooruitgang boeken, te verhogen. Het “Schengenforum”, dat een unieke mogelijkheid biedt om Schengen op hoog niveau te bespreken met vertegenwoordigers van het Europees Parlement, de lidstaten en de Commissie, moet een platform bieden voor informele besprekingen met het oog op een betere uitvoering van het Schengenacquis.
Amendement 19 Voorstel voor een verordening Overweging 28
(28) De rubriceringsstatus van de verslagen van evaluaties en nieuwe bezoeken moet worden vastgesteld overeenkomstig de toepasselijke beveiligingsvoorschriften van Besluit (EU, Euratom) 2015/444 van de Commissie38. De geëvalueerde lidstaat moet niettemin de mogelijkheid behouden om te verzoeken om de rubricering van het gehele verslag of delen daarvan overeenkomstig de toepasselijke beveiligingsvoorschriften.
(28) De rubriceringsstatus van de verslagen van evaluaties en nieuwe bezoeken moet worden vastgesteld overeenkomstig de toepasselijke beveiligingsvoorschriften van Besluit (EU, Euratom) 2015/444 van de Commissie38. De geëvalueerde lidstaat moet niettemin de mogelijkheid behouden om in uitzonderlijke gevallen te verzoeken om de rubricering van het gehele verslag of delen daarvan overeenkomstig de toepasselijke beveiligingsvoorschriften.
__________________
__________________
38 Besluit (EU, Euratom) 2015/444 van de Commissie van 13 maart 2015 betreffende de veiligheidsvoorschriften voor de bescherming van gerubriceerde EU-informatie (PB L 72 van 17.3.2015, blz. 53).
38 Besluit (EU, Euratom) 2015/444 van de Commissie van 13 maart 2015 betreffende de veiligheidsvoorschriften voor de bescherming van gerubriceerde EU-informatie (PB L 72 van 17.3.2015, blz. 53).
Amendement 20 Voorstel voor een verordening Overweging 29
(29) Gezien de bijzondere rol die krachtens de laatste zin van artikel 70 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie aan het Europees Parlement en de nationale parlementen is toebedeeld, en die met betrekking tot de nationale parlementen wordt benadrukt in artikel 12, punt c), van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU), moeten de Raad en de Commissie het Europees Parlement en de nationale parlementen volledig op de hoogte brengen van de inhoud en de resultaten van de evaluaties. Indien de Commissie een voorstel tot wijziging van deze verordening indient, zal de Raad bovendien overeenkomstig artikel 19, lid 7, punt h), van zijn reglement van orde39, het Europees Parlement raadplegen teneinde zoveel mogelijk rekening te houden met het advies van het Europees Parlement alvorens een definitieve tekst aan te nemen.
(29) Gezien de bijzondere rol die krachtens de laatste zin van artikel70 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie aan het Europees Parlement en de nationale parlementen is toebedeeld, en die met betrekking tot de nationale parlementen wordt benadrukt in artikel12, puntc), van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU), moeten de Raad en de Commissie het Europees Parlement en de nationale parlementen uiterlijk 14 dagen nadat de evaluatieprocedure is afgerond volledig op de hoogte brengen van de inhoud en de resultaten van de evaluaties. Indien de Commissie een voorstel tot wijziging van deze verordening indient, zal de Raad bovendien overeenkomstig artikel 19, lid 7, punt h), van zijn reglement van orde39, het Europees Parlement raadplegen teneinde zoveel mogelijk rekening te houden met het advies van het Europees Parlement alvorens een definitieve tekst aan te nemen.
__________________
__________________
39 Besluit 2009/937/EU van de Raad van 1 december 2009 houdende vaststelling van zijn reglement van orde (PB L 325 van 11.12.2009, blz. 35).
39 Besluit 2009/937/EU van de Raad van 1 december 2009 houdende vaststelling van zijn reglement van orde (PB L 325 van 11.12.2009, blz. 35).
Amendement 21 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – lid 1
1. Bij deze verordening wordt een evaluatie- en toezichtmechanisme ingesteld om ervoor te zorgen dat de lidstaten het Schengenacquis doeltreffend toepassen en aldus bijdragen tot een goed functionerende ruimte zonder controles aan de binnengrenzen.
1. Bij deze verordening wordt een evaluatie- en toezichtmechanisme ingesteld om ervoor te zorgen dat de lidstaten het Schengenacquis doeltreffend toepassen teneinde een goed functionerende ruimte zonder controles aan de binnengrenzen te waarborgen, met volledige inachtneming van de grondrechten.
Amendement 22 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – lid 3
3. De evaluaties kunnen betrekking hebben op alle aspecten van het Schengenacquis en rekening houden met het functioneren van de autoriteiten die het Schengenacquis toepassen.
3. De evaluatie kan betrekking hebben op alle aspecten van het Schengenacquis, onder meer de effectieve en efficiënte toepassing door de lidstaten van begeleidende maatregelen op het gebied van de buitengrenzen, het visumbeleid, het Schengeninformatiesysteem, gegevensbescherming, politiële samenwerking, justitiële samenwerking, en op het ontbreken van grenstoezicht aan de binnengrenzen.Alle evaluaties bevatten een beoordeling van de naleving van de grondrechten in het kader van de relevante aspecten.
Amendement 23 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1 – punt d
d) “onaangekondigde evaluatie”: een niet in de meerjarige en jaarlijkse evaluatieprogramma’s opgenomen evaluatie om de toepassing van het Schengenacquis door een of meer lidstaten op een of meer beleidsterreinen te controleren;
d) “onaangekondigde evaluatie”: een zonder enige aankondiging uitgevoerde en niet in de meerjarige en jaarlijkse evaluatieprogramma’s opgenomen evaluatie om de toepassing van het Schengenacquis door een of meer lidstaten op een of meer beleidsterreinen te controleren;
Amendement 24 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1 – punt f bis (nieuw)
f bis) “kort van tevoren aangekondigd bezoek”: een bezoek dat maximaal 24 uur van tevoren wordt aangekondigd en dat als doel heeft de uitvoering van het Schengenacquis door een lidstaat steekproefsgewijs te controleren;
Amendement 25 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1 – punt i
i) “ernstige tekortkoming”: een of meer tekortkomingen die betrekking hebben op de effectieve toepassing van essentiële onderdelen van het Schengenacquis en die afzonderlijk of gezamenlijk een aanzienlijk negatief effect hebben of mettertijd zouden kunnen hebben op de rechten van individuen of op het functioneren van het Schengengebied;
i) “ernstige tekortkoming”: een of meer tekortkomingen die betrekking hebben op de effectieve toepassing van het Schengenacquis of een deel daarvan, waaronder de naleving van het Handvest, en die afzonderlijk of gezamenlijk een negatief effect hebben of kunnen hebben op de vrijheid van verplaatsing, de rechten van individuen of de werking van het Schengengebied;
Amendement 26 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1 – punt k
k) “team”: een groep die uit door de lidstaten aangewezen deskundigen en uit vertegenwoordigers van de Commissie bestaat, welke evaluatie- en toezichtactiviteiten uitvoeren.
k) “team”: een groep bestaande uit door de lidstaten aangewezen deskundigen, vertegenwoordigers van de Commissie en door de relevante instellingen, organen en agentschappen van de Unie aangewezen waarnemers, welke evaluatie- en toezichtactiviteiten uitvoeren.
Amendement 27 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1 – punt k bis (nieuw)
k bis) “waarnemer van de Unie”: een persoon die wordt aangewezen door een instelling, orgaan of instantie van de Unie, zoals bedoeld in artikel 7, lid 1, en die deelneemt aan een evaluatie- of toezichtactiviteit.
Amendement 28 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 3
3. De lidstaten en de Commissie werken in elk stadium van de evaluaties volop samen om te zorgen voor de effectieve uitvoering van deze verordening.
3. De lidstaten, de Commissie en de Raad werken in elk stadium van de evaluaties volop samen om te zorgen voor de effectieve uitvoering van deze verordening en zorgen ervoor dat het Europees Parlement volledig op de hoogte wordt gehouden van alle wezenlijke ontwikkelingen.
Amendement 29 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 4 – alinea 2
Zij zorgen ervoor dat de Commissie en de teams die evaluatie- en toezichtactiviteiten uitvoeren, in staat zijn hun taken doeltreffend uit te voeren, met name door de Commissie en de teams de mogelijkheid te bieden rechtstreeks relevante personen te benaderen en door op verzoek volledige en ongehinderde toegang te verlenen tot alle terreinen, gebouwen en documenten, met inbegrip van nationale en interne richtsnoeren en instructies, ook gerubriceerde.
Zij zorgen ervoor dat de Commissie en de teams die evaluatie- en toezichtactiviteiten uitvoeren, in staat zijn hun taken doeltreffend uit te voeren, met name door de Commissie en de teams de mogelijkheid te bieden relevante personen rechtstreeks en individueel te benaderen en door op verzoek volledige en ongehinderde toegang te verlenen tot alle terreinen, gebouwen en documenten, met inbegrip van nationale en interne richtsnoeren en instructies, ook gerubriceerde.
Amendement 30 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 5 – alinea 2
De Commissie draagt de reis- en verblijfkosten van de deskundigen en de in artikel 16, lid 2, bedoelde waarnemer die aan de bezoeken deelnemen.
De Commissie draagt de reis- en verblijfkosten van de deskundigen en de in artikel 16, lid 2, bedoelde waarnemers en de waarnemers van de Unie die aan de bezoeken deelnemen.
Amendement 31 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 1 – punt c bis (nieuw)
c bis) kort van tevoren aangekondigde evaluaties;
Amendement 32 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 2 – punt a
a) om praktijken aan de binnengrenzen te evalueren;
a) om praktijken aan de binnengrenzen te evalueren, met name op locaties waar reeds langer dan 180 dagen binnengrenscontroles worden uitgevoerd en op locaties in verband waarmee er bewijzen zijn dat de grondrechten worden geschonden;
Amendement 33 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 2 – punt b
b) wanneer zij kennis krijgt van opkomende of systemische problemen die een aanzienlijk negatief effect zouden kunnen hebben op de werking van het Schengengebied;
b) wanneer zij kennis krijgt van opkomende of bestaande problemen die een aanzienlijk negatief effect zouden kunnen hebben op de werking van het Schengengebied, waaronder omstandigheden die een bedreiging kunnen vormen voor de interne veiligheid;
Amendement 34 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 2 – punt c
c) wanneer zij redenen heeft om aan te nemen dat een lidstaat ernstig tekortschiet in zijn verplichtingen uit hoofde van het Schengenacquis, zoals een beschuldiging van ernstige schendingen van de grondrechten aan de buitengrenzen.
c) wanneer zij redenen heeft om aan te nemen dat een lidstaat tekortschiet in zijn verplichtingen uit hoofde van het Schengenacquis, met name beschuldigingen van ernstige schendingen van de grondrechten aan de buitengrenzen.
Amendement 35 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – lid 3
3. De Commissie kan thematische evaluaties organiseren om met name de uitvoering te beoordelen van belangrijke wetswijzigingen wanneer deze van toepassing worden, en van nieuwe initiatieven, of om kwesties binnen verschillende beleidsterreinen of praktijken van lidstaten die met soortgelijke uitdagingen worden geconfronteerd, te beoordelen.
3. De Commissie kan thematische evaluaties organiseren om met name de uitvoering te beoordelen van belangrijke wetswijzigingen wanneer deze van toepassing worden, en van nieuwe initiatieven, of om kwesties binnen verschillende beleidsterreinen of vergelijkbare beleidsmaatregelen en praktijken in lidstaten te beoordelen.
Amendement 36 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – alinea 1
De in de artikelen 4 en 5 bedoelde evaluatie- en toezichtactiviteiten kunnen worden uitgevoerd door middel van aangekondigde of onaangekondigde bezoeken en vragenlijsten of andere methoden op afstand.
De in de artikelen 4 en 5 bedoelde evaluatie- en toezichtactiviteiten kunnen worden uitgevoerd door middel van aangekondigde, kort van tevoren aangekondigde of onaangekondigde bezoeken en vragenlijsten of andere methoden op afstand. Methoden op afstand mogen enkel worden gebruikt wanneer fysieke bezoeken niet noodzakelijk worden geacht.
Amendement 37 Voorstel voor een verordening Artikel 7 – lid 1 – alinea 2
De Commissie kan regelingen treffen met de organen en instanties van de Unie om de samenwerking te vergemakkelijken.
De Commissie kan regelingen treffen met de organen en instanties van de Unie om de samenwerking te vergemakkelijken en kan, indien relevant, een vertegenwoordiger van de organen en instanties van de Unie uitnodigen om deel uit te maken van de teams die evaluatie- en toezichtactiviteiten uitvoeren.
Amendement 38 Voorstel voor een verordening Artikel 8 – lid 1
1. Frontex dient jaarlijks uiterlijk op 31 augustus bij de Commissie en de lidstaten een risicoanalyse in met het oog op het in artikel 13 van deze verordening bedoelde jaarlijkse evaluatieprogramma.
1. Frontex dient jaarlijks uiterlijk op 31augustus bij de Commissie en de lidstaten risicoanalyses in met het oog op het in artikel13 van deze verordening bedoelde jaarlijkse evaluatieprogramma.
Amendement 39 Voorstel voor een verordening Artikel 8 – lid 2 – alinea 1
De in lid 1 bedoelde risicoanalyse heeft betrekking op alle relevante aspecten van het geïntegreerd grensbeheer en bevat ook aanbevelingen voor onaangekondigde bezoeken in het volgende jaar, ongeacht de volgorde van de in een bepaald jaar te evalueren lidstaten zoals vastgesteld in het meerjarige evaluatieprogramma overeenkomstig artikel 12.
De in lid1 bedoelde risicoanalyses hebben betrekking op alle relevante aspecten van het Europees geïntegreerd grensbeheer als bedoeld in artikel 3, lid 1, van Verordening (EU) 2019/1896 en omvatten een grondrechtencomponent, en bevatten ook aanbevelingen voor onaangekondigde of kort van tevoren aangekondigde bezoeken in het volgende jaar, ongeacht de volgorde van de in een bepaald jaar te evalueren lidstaten zoals vastgesteld in het meerjarige evaluatieprogramma overeenkomstig artikel12.
Amendement 40 Voorstel voor een verordening Artikel 8 – lid 2 – alinea 2
Die aanbevelingen kunnen betrekking hebben op een regio of specifiek gebied en bevatten een lijst van ten minste tien specifieke delen van de buitengrenzen en ten minste tien specifieke grensdoorlaatposten, specifieke locaties die relevant zijn voor de beoordeling van de naleving van Richtlijn 2008/115/EG47 en andere relevante informatie.
Die aanbevelingen kunnen betrekking hebben op een regio of specifiek gebied en bevatten een lijst van ten minste tien specifieke delen van de buitengrenzen en ten minste tien specifieke grensdoorlaatposten, specifieke locaties die relevant zijn voor de beoordeling van de naleving van Richtlijn 2008/115/EG47 en andere relevante informatie.
De Commissie doet de risicoanalyses overeenkomstig Verordening (EU) 2019/1896 onverwijld toekomen aan het Europees Parlement en de Raad.
__________________
__________________
47 Richtlijn 2008/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 over gemeenschappelijke normen en procedures in de lidstaten voor de terugkeer van onderdanen van derde landen die illegaal op hun grondgebied verblijven (PB L 348 van 24.12.2008, blz. 98).
47 Richtlijn 2008/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 over gemeenschappelijke normen en procedures in de lidstaten voor de terugkeer van onderdanen van derde landen die illegaal op hun grondgebied verblijven (PB L 348 van 24.12.2008, blz. 98).
Amendement 41 Voorstel voor een verordening Artikel 9 bis (nieuw)
Artikel 9 bis
Samenwerking met het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten
Overeenkomstig artikel 4, lid 1, punten a) en d), van Verordening (EG) nr. 168/2007 van de Raad1bis dient het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten jaarlijks uiterlijk op 31 augustus bij de Commissie conclusies in van zijn algehele beoordeling van de grondrechten in verband met de uitvoering van het Schengenacquis, zodat de Commissie over deze conclusies beschikt als zij het in artikel 13 bedoelde jaarlijkse evaluatieprogramma opstelt.
__________________
1bis Verordening (EG) nr. 168/2007 van de Raad van 15 februari 2007 tot oprichting van een Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (PB L 53 van 22.2.2007, blz. 1).
Amendement 42 Voorstel voor een verordening Artikel 10 – lid 1
1. Om de bekendheid met de werking van het Schengengebied te vergroten en dubbel werk en tegenstrijdige maatregelen te voorkomen, maakt de Commissie bij de voorbereiding van de evaluatie- en toezichtactiviteiten gebruik van de resultaten van de relevante mechanismen en instrumenten, met inbegrip van evaluatie- en toezichtactiviteiten van de organen en instanties van de Unie die betrokken zijn bij de uitvoering van het Schengenacquis en van het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten, alsmede van onafhankelijke nationale toezichtmechanismen en -organen en andere nationale kwaliteitscontrolemechanismen.
1. Bij de voorbereiding van de evaluatie- en toezichtactiviteiten, bij het bepalen van de noodzaak tot uitvoering van onaangekondigde of kort van tevoren aangekondigde evaluaties en om de bekendheid met de werking van het Schengengebied te vergroten en dubbel werk en tegenstrijdige maatregelen te voorkomen, maakt de Commissie gebruik van de resultaten van de relevante mechanismen en instrumenten, met inbegrip van evaluatie- en toezichtactiviteiten van de organen en instanties van de Unie die betrokken zijn bij de uitvoering van het Schengenacquis en van het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten, alsmede van onafhankelijke nationale toezichtmechanismen en -organen en andere nationale kwaliteitscontrolemechanismen.
Amendement 43 Voorstel voor een verordening Artikel 10 – lid 3 – alinea 2
De informatie-uitwisseling vindt plaats overeenkomstig de mandaten van de betrokken organen en instanties van de Unie.
De informatie-uitwisseling vindt plaats overeenkomstig de mandaten van de betrokken organen en instanties van de Unie. Deze informatie-uitwisseling vindt plaats om een groter situationeel bewustzijn bij en een versterkte operationele respons van de betrokken organen en instanties van de Unie te waarborgen.
Amendement 44 Voorstel voor een verordening Artikel 11 – alinea 1
Bij de programmering en uitvoering van de evaluatie- en toezichtactiviteiten houdt de Commissie rekening met informatie verstrekt door derden, waaronder onafhankelijke autoriteiten, niet-gouvernementele organisaties en internationale organisaties.
Bij de programmering en uitvoering van de evaluatie- en toezichtactiviteiten, met name om de noodzaak van onaangekondigde evaluaties als bedoeld in artikel 4, leden 2 en 2 bis, vast te stellen, houdt de Commissie rekening met informatie en aanbevelingen verstrekt door relevante derden, waaronder onafhankelijke autoriteiten, niet-gouvernementele organisaties en internationale organisaties, zoals de instellingen en organen van de Verenigde Naties en de Raad van Europa.Wanneer tekortkomingen die door derden in de door hen verstrekte informatie onder de aandacht worden gebracht, in de evaluatie worden bevestigd, worden de lidstaten in de gelegenheid gesteld opmerkingen te maken.
Amendement 45 Voorstel voor een verordening Artikel 12 – lid 1 – alinea 2
In elke meerjarige evaluatiecyclus ondergaat elke lidstaat één periodieke evaluatie en ten minste één onaangekondigde evaluatie of thematische evaluatie.
In elke meerjarige evaluatiecyclus ondergaat elke lidstaat één periodieke evaluatie en ten minste één onaangekondigde evaluatie of kort van tevoren aangekondigd bezoek, alsook een of meer thematische evaluaties. Onaangekondigde evaluaties overeenkomstig artikel 4 worden door de Commissie georganiseerd wanneer de in dat artikel bedoelde omstandigheden zich voordoen.
Amendement 46 Voorstel voor een verordening Artikel 12 – lid 3 – alinea 1
In het meerjarige evaluatieprogramma worden de specifieke prioritaire gebieden vastgesteld die door de periodieke evaluaties moeten worden bestreken en wordt een voorlopig tijdschema voor die evaluaties opgenomen.
In het meerjarige evaluatieprogramma worden, overeenkomstig artikel 4, die aspecten van het Schengenacquis vastgesteld die door de periodieke evaluaties moeten worden bestreken en wordt een voorlopig tijdschema voor die evaluaties opgenomen.
Amendement 47 Voorstel voor een verordening Artikel 12 – lid 3 – alinea 2
Het bevat een voorlopige lijst van de lidstaten die in een bepaald jaar aan periodieke evaluaties moeten worden onderworpen, onverminderd de aanpassingen uit hoofde van lid 4. Bij de voorlopige volgorde waarin de lidstaten aan een periodieke evaluatie worden onderworpen, wordt rekening gehouden met de tijd die sinds de vorige periodieke evaluatie is verstreken. Daarbij wordt ook rekening gehouden met de resultaten van eerdere evaluaties, het tempo waarin de actieplannen worden uitgevoerd en andere relevante informatie waarover de Commissie beschikt met betrekking tot de praktijken van de lidstaten.
Het bevat een voorlopige lijst van de lidstaten die in een bepaald jaar aan periodieke evaluaties moeten worden onderworpen, alsook de relevante instellingen, organen en instanties van de Unie die functies uitoefenen met betrekking tot de uitvoering van het Schengenacquis in de relevante lidstaten, onverminderd de aanpassingen uit hoofde van lid4. Bij de voorlopige volgorde waarin de lidstaten aan een periodieke evaluatie worden onderworpen, wordt rekening gehouden met de tijd die sinds de vorige periodieke evaluatie is verstreken. Daarbij wordt ook rekening gehouden met de resultaten van eerdere evaluaties, het tempo waarin de actieplannen worden uitgevoerd en andere relevante informatie waarover de Commissie beschikt met betrekking tot de praktijken van de lidstaten.
Amendement 48 Voorstel voor een verordening Artikel 14 – lid 1 – alinea 2
Bij het opstellen van de vragenlijst kan de Commissie de in artikel 7 bedoelde relevante organen en instanties van de Unie raadplegen.
Bij het opstellen van de vragenlijst kan de Commissie de in artikel 7 bedoelde relevante organen en instanties van de Unie raadplegen. De Commissie neemt in de vragenlijst specifieke benchmarks op waaraan de evaluatieteams de naleving van de grondrechten toetsen, en werkt hiertoe samen met het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten.
Amendement 49 Voorstel voor een verordening Artikel 14 – lid 4 – alinea 3
De Commissie stelt deze antwoorden ter beschikking van de overige lidstaten.
De Commissie stelt deze antwoorden ter beschikking van de overige lidstaten en het Europees Parlement en de Raad.
Amendement 50 Voorstel voor een verordening Artikel 16 – lid 1 – alinea 1
De lidstaten en de Commissie zorgen er in samenwerking met de relevante organen of instanties van de Unie voor dat de deskundigen van de lidstaten en de vertegenwoordigers van de Commissie een passende opleiding krijgen om Schengenevaluator te worden.
De lidstaten en de Commissie zorgen er in samenwerking met de relevante organen of instanties van de Unie voor dat de deskundigen van de lidstaten en de vertegenwoordigers van de Commissie een passende opleiding krijgen om Schengenevaluator te worden. De deskundigen die deel uitmaken van een team dat een evaluatie- of toezichtactiviteit uitvoert overeenkomstig artikel 18 moeten deze opleiding hebben afgerond.
Amendement 51 Voorstel voor een verordening Artikel 16 – lid 2
2. Voor opleidingsdoeleinden kan in elk team dat periodieke evaluaties uitvoert, een “waarnemer” van een lidstaat of van de Commissie worden opgenomen.
2. Voor opleidingsdoeleinden kan in elk team dat periodieke evaluaties uitvoert, een “waarnemer” van een lidstaat, van de Commissie of van een bij de uitvoering van het Schengenacquis betrokken orgaan of instantie van de Unie worden opgenomen.
Amendement 52 Voorstel voor een verordening Artikel 17 – lid 1
1. De Commissie vormt in samenwerking met de lidstaten jaarlijks een pool van deskundigen wier professionele achtergrond de specifieke prioriteitsgebieden bestrijkt die in het meerjarige evaluatieprogramma zijn vastgesteld.
1. De Commissie vormt in samenwerking met de lidstaten jaarlijks een pool van deskundigen wier professionele achtergrond relevant is voor de aspecten van het Schengenacquis die overeenkomstig het meerjarige evaluatieprogramma deel moeten uitmaken van de evaluaties.
Amendement 53 Voorstel voor een verordening Artikel 17 – lid 2
2. Parallel aan de opstelling van het jaarlijkse evaluatieprogramma overeenkomstig artikel 13, lid 1, wijzen de lidstaten op verzoek van de Commissie voor de pool van deskundigen van het daaropvolgende jaar ten minste één gekwalificeerde deskundige aan per specifiek, in het meerjarige evaluatieprogramma vastgesteld gebied.
2. Parallel aan de opstelling van het jaarlijkse evaluatieprogramma overeenkomstig artikel13, lid1, wijzen de lidstaten op verzoek van de Commissie voor de pool van deskundigen van het daaropvolgende jaar ten minste één gekwalificeerde deskundige aan per specifiek te evalueren aspect van het Schengenacquis zoals vastgelegd in het meerjarige evaluatieprogramma.
Amendement 54 Voorstel voor een verordening Artikel 17 – lid 11
11. De Commissie zorgt dat de lijst van deskundigen van de pool actueel is en stelt de lidstaten in kennis van het aantal aangewezen deskundigen van iedere lidstaat en van het profiel van die deskundigen.
11. De Commissie zorgt dat de lijst van deskundigen van de pool actueel is en stelt de lidstaten, het Europees Parlement en de Raad in kennis van het aantal aangewezen deskundigen van iedere lidstaat en van het profiel van die deskundigen.
Amendement 55 Voorstel voor een verordening Artikel 18 – lid 1
1. De Commissie bepaalt het aantal deskundigen van de lidstaten en vertegenwoordigers van de Commissie dat aan een team deelneemt op basis van de bijzonderheden van en de behoeften inzake de evaluatie- of toezichtactiviteit. De Commissie selecteert deskundigen uit de pool van deskundigen om lid te worden van een team.
1. De Commissie bepaalt het aantal deskundigen van de lidstaten en vertegenwoordigers van de Commissie dat aan een team deelneemt op basis van de bijzonderheden van en de behoeften inzake de evaluatie- of toezichtactiviteit. De Commissie selecteert deskundigen uit de pool van deskundigen om lid te worden van een team. Alle leden van het team, uitgezonderd waarnemers en waarnemers van de Unie, moeten de in artikel 16, lid 1, bedoelde passende opleiding hebben gevolgd.
Amendement 56 Voorstel voor een verordening Artikel 18 – lid 2 – alinea 2
Deskundigen van de lidstaten nemen niet deel aan een team dat een evaluatie- of toezichtactiviteit verricht in verband met de lidstaat waar zij in dienst zijn.
Deskundigen van de lidstaten nemen niet deel aan een team dat een evaluatie- of toezichtactiviteit verricht in verband met de lidstaat waar zij in dienst zijn. Bovendien mag er, wanneer in het kader van een evaluatie van een lidstaat activiteiten worden geëvalueerd van een instelling, orgaan of instantie van de Unie die aanwezig is in die lidstaat, geen deskundige of waarnemer van die instelling, dat orgaan of die instantie van de Unie deelnemen aan de evaluatie.
Amendement 57 Voorstel voor een verordening Artikel 18 – lid 4
4. In geval van onaangekondigde bezoeken verstuurt de Commissie de uitnodigingen uiterlijk twee weken vóór de geplande aanvang van het bezoek. De deskundigen reageren binnen 72 uur na ontvangst van de uitnodiging, in overleg met de autoriteiten die hen hebben aangewezen.
4. In geval van onaangekondigde of kort van tevoren aangekondigde bezoeken verstuurt de Commissie de uitnodigingen uiterlijk twee weken vóór de geplande aanvang van het bezoek. De deskundigen reageren binnen 72 uur na ontvangst van de uitnodiging, in overleg met de autoriteiten die hen hebben aangewezen.
Amendement 58 Voorstel voor een verordening Artikel 18 – lid 6 bis (nieuw)
6 bis. Daarnaast verzoekt de Commissie het Europees Parlement om een vertegenwoordiger aan te wijzen om als waarnemer van de Unie bij nieuwe bezoeken aanwezig te zijn.
Amendement 59 Voorstel voor een verordening Artikel 18 – lid 8
8. Indien de Commissie niet ten minste zes weken vóór de geplande aanvang van de evaluatie- of toezichtactiviteit, of ten minste één week voor die aanvang in geval van onaangekondigde bezoeken, een bevestiging ontvangt van de deelname van het vereiste aantal deskundigen uit de pool, verzoekt de Commissie alle lidstaten onverwijld om voor de ontbrekende plaatsen gekwalificeerde deskundigen te benoemen die geen deel uitmaken van de pool.
8. Indien de Commissie niet ten minste zes weken vóór de geplande aanvang van de evaluatie- of toezichtactiviteit, of ten minste zeven dagen voor die aanvang in geval van onaangekondigde of kort van tevoren aangekondigde bezoeken, een bevestiging ontvangt van de deelname van het vereiste aantal deskundigen uit de pool, verzoekt de Commissie alle lidstaten onverwijld om voor de ontbrekende plaatsen gekwalificeerde deskundigen te benoemen die geen deel uitmaken van de pool.
Amendement 60 Voorstel voor een verordening Artikel 18 – lid 9 – alinea 2
De Commissie wijst een hoofddeskundige van de Commissie aan en doet een voorstel voor de benoeming van de hoofddeskundige van de lidstaat. De hoofddeskundige van de lidstaat wordt zo spoedig mogelijk na de oprichting van het team door de teamleden benoemd.
De Commissie wijst een hoofddeskundige van de Commissie aan en doet een voorstel voor de benoeming van de hoofddeskundige van de lidstaat. De hoofddeskundige van de lidstaat wordt zo spoedig mogelijk na de oprichting van het team door de teamleden benoemd. De Commissie wijst een deskundige aan die verantwoordelijk is voor de aan de grondrechten gerelateerde elementen van het bezoek of de evaluatie.
Amendement 61 Voorstel voor een verordening Artikel 19 – lid 2 – alinea 1
Het gedetailleerde programma voor de bezoeken aan een lidstaat of aan het consulaat van een lidstaat wordt door de Commissie opgesteld in nauwe samenwerking met de hoofddeskundigen en de betrokken lidstaat.
Het gedetailleerde programma voor de bezoeken aan een lidstaat of aan het consulaat van een lidstaat wordt door de Commissie opgesteld in nauwe samenwerking met de hoofddeskundigen en de betrokken lidstaat. De Commissie stuurt het gedetailleerde programma naar het nationale parlement van de betrokken lidstaat.
Amendement 62 Voorstel voor een verordening Artikel 19 – lid 4 – alinea 1
Onaangekondigde bezoeken vinden plaats zonder voorafgaande kennisgeving aan de betrokken lidstaat. Bij wijze van uitzondering kan de Commissie de betrokken lidstaat ten minste 24 uur van tevoren in kennis stellen van het bezoek wanneer het hoofddoel van het onaangekondigde bezoek een steekproefsgewijze controle van de uitvoering van het Schengenacquis is.
Onaangekondigde bezoeken vinden plaats zonder voorafgaande kennisgeving aan de betrokken lidstaat. De Commissie stelt het gedetailleerde programma voor onaangekondigde bezoeken vast.
Amendement 63 Voorstel voor een verordening Artikel 19 – lid 4 – alinea 2
De Commissie stelt het gedetailleerde programma voor onaangekondigde bezoeken vast. Indien de lidstaten van het bezoek in kennis zijn gesteld, kan de Commissie met de betrokken lidstaat overleggen over het tijdschema en het gedetailleerde programma.
Schrappen
Amendement 64 Voorstel voor een verordening Artikel 19 – lid 5
5. De Commissie kan, in nauwe samenwerking met de lidstaten, richtsnoeren opstellen en bijwerken voor het uitvoeren van onaangekondigde bezoeken.
5. De Commissie kan, in nauwe samenwerking met de lidstaten, richtsnoeren opstellen en bijwerken voor het uitvoeren van onaangekondigde of kort van tevoren aangekondigde bezoeken en kan de lidstaten hierover raadplegen.
Amendement 65 Voorstel voor een verordening Artikel 20 – alinea 1
De Commissie kan in samenwerking met de lidstaten richtsnoeren vaststellen voor het uitvoeren van evaluatie- en toezichtactiviteiten door middel van vragenlijsten of andere methoden op afstand.
De Commissie kan in samenwerking met de lidstaten richtsnoeren vaststellen voor het uitvoeren van evaluatie- en toezichtactiviteiten door middel van vragenlijsten of andere methoden op afstand, die evenwel uitsluitend als aanvullende methode worden gebruikt.Methoden op afstand worden uitsluitend gebruikt wanneer fysieke bezoeken niet noodzakelijk worden geacht.
Amendement 66 Voorstel voor een verordening Artikel 21 – lid 1 – alinea 3
De Commissie legt het evaluatieverslag voor aan de nationale parlementen, het Europees Parlement en de Raad.
De Commissie legt het evaluatieverslag uiterlijk veertien dagen nadat het is vastgesteld voor aan de nationale parlementen, het Europees Parlement en de Raad.
Amendement 67 Voorstel voor een verordening Artikel 21 – lid 5
5. Het evaluatieverslag bevat aanbevelingen voor corrigerende maatregelen die gericht zijn op het verhelpen van de tekortkomingen en het uitvoeren van de verbeterpunten die bij de evaluatie zijn vastgesteld en geeft een indicatie van de prioriteiten voor de uitvoering ervan. In het evaluatieverslag kunnen uiterste termijnen worden vastgesteld voor de uitvoering van de aanbevelingen. Wanneer uit de evaluatie blijkt dat er sprake is van een ernstige tekortkoming, zijn de specifieke bepalingen van artikel 23 van toepassing.
5. Het evaluatieverslag bevat aanbevelingen voor corrigerende maatregelen die gericht zijn op het verhelpen van de tekortkomingen en het uitvoeren van de verbeterpunten die bij de evaluatie zijn vastgesteld en geeft een indicatie van de prioriteiten voor de uitvoering ervan. In het evaluatieverslag worden tevens uiterste termijnen vastgesteld voor de uitvoering van de aanbevelingen. Wanneer uit de evaluatie blijkt dat er sprake is van een ernstige tekortkoming, zijn de specifieke bepalingen van artikel 23 van toepassing.
Amendement 68 Voorstel voor een verordening Artikel 21 – lid 6
6. De Commissie zendt het ontwerp-evaluatieverslag binnen vier weken na het einde van de evaluatieactiviteit toe aan de geëvalueerde lidstaat. De geëvalueerde lidstaat maakt zijn opmerkingen over het ontwerpevaluatieverslag binnen twee weken na ontvangst kenbaar. Op verzoek van de geëvalueerde lidstaat wordt uiterlijk vijf werkdagen na ontvangst van de opmerkingen van de geëvalueerde lidstaat een redactievergadering gehouden. De opmerkingen van de geëvalueerde lidstaat kunnen in het ontwerpevaluatieverslag worden verwerkt.
6. De Commissie zendt het ontwerpevaluatieverslag binnen vier weken na het einde van de evaluatieactiviteit toe aan de geëvalueerde lidstaat. De geëvalueerde lidstaat maakt zijn opmerkingen over het ontwerpevaluatieverslag binnen twee weken na ontvangst kenbaar. Op verzoek van de geëvalueerde lidstaat wordt uiterlijk vijf werkdagen na ontvangst van de opmerkingen van de geëvalueerde lidstaat een redactievergadering gehouden. De opmerkingen van de geëvalueerde lidstaat worden volledig in het evaluatieverslag verwerkt.
Amendement 69 Voorstel voor een verordening Artikel 21 – lid 6 bis (nieuw)
6 bis. Wanneer het ontwerpevaluatieverslag bevindingen bevat met betrekking tot de activiteiten van een bij de uitvoering van het Schengenacquis betrokken instelling, orgaan of instantie van de Unie, is de procedure uit hoofde van lid 6 van overeenkomstige toepassing.
Amendement 70 Voorstel voor een verordening Artikel 21 – lid 6 ter (nieuw)
6 ter. De in dit artikel en artikel 23 van deze verordening bedoelde evaluatieverslagen dragen bij tot de beoordeling van de doeltreffende toepassing en uitvoering van het Handvest overeenkomstig artikel 15, lid 1, van Verordening (EU) 2021/1060 van het Europees Parlement en de Raad1 bis en bijlage III daarbij.
__________________
1bis Verordening (EU) 2021/1060 van het Europees Parlement en de Raad van 24 juni 2021 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds Plus, het Cohesiefonds, het Fonds voor een rechtvaardige transitie en het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur en de financiële regels voor die fondsen en voor het Fonds voor asiel, migratie en integratie, het Fonds voor interne veiligheid en het Instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visumbeleid (PB L 231 van 30.6.2021, blz. 159).
Amendement 71 Voorstel voor een verordening Artikel 22 – lid 2 – alinea 1
Na raadpleging van het team dat de evaluatieactiviteit heeft uitgevoerd, maakt de Commissie opmerkingen over de toereikendheid van het actieplan, van welke opmerkingen zij de geëvalueerde lidstaat binnen een maand na de indiening van het actieplan in kennis stelt. De Raad kan de lidstaten verzoeken opmerkingen over het actieplan in te dienen.
Na raadpleging van het team dat de evaluatieactiviteit heeft uitgevoerd, maakt de Commissie opmerkingen over de toereikendheid van het actieplan, van welke opmerkingen zij de geëvalueerde lidstaat binnen een maand na de indiening van het actieplan in kennis stelt. De Raad verzoekt de andere lidstaten opmerkingen over het actieplan te maken in het kader van de versterkte politieke dialoog.
Amendement 72 Voorstel voor een verordening Artikel 22 – lid 3 – alinea 1
De geëvalueerde lidstaat brengt na de vaststelling van het evaluatieverslag om de zes maanden verslag uit aan de Commissie en de Raad over de uitvoering van zijn actieplan, totdat de Commissie van oordeel is dat het actieplan volledig is uitgevoerd. Afhankelijk van de aard van de tekortkomingen en de stand van uitvoering van de aanbevelingen kan de Commissie de geëvalueerde lidstaat een andere verslagleggingsfrequentie voorschrijven.
De geëvalueerde lidstaat brengt na de vaststelling van het evaluatieverslag om de zes maanden verslag uit aan de Commissie en de Raad over de uitvoering van zijn actieplan, totdat de Commissie van oordeel is dat het actieplan volledig is uitgevoerd. Afhankelijk van de aard van de tekortkomingen en de stand van uitvoering van de aanbevelingen kan de Commissie de geëvalueerde lidstaat een andere verslagleggingsfrequentie voorschrijven. Indien de Commissie 24 maanden na vaststelling van het evaluatieverslag van oordeel is dat niet alle aanbevelingen een passende follow-up hebben gekregen en het actieplan niet volledig is uitgevoerd, verzoekt zij het Europees Parlement en de Raad hun standpunt hierover kenbaar te maken via een gemotiveerd besluit.
Amendement 73 Voorstel voor een verordening Artikel 22 – lid 3 – alinea 3
De Commissie stelt het Europees Parlement en de Raad ten minste tweemaal per jaar in kennis van de stand van de uitvoering van de actieplannen. De Commissie verstrekt met name informatie over haar opmerkingen inzake de toereikendheid van de in lid 2 bedoelde actieplannen, over de resultaten van nieuwe bezoeken en controlebezoeken en over het eventuele bestaan van een aanzienlijk gebrek aan vooruitgang bij de uitvoering van een actieplan.
De Commissie stelt het Europees Parlement, de Raad en de nationale parlementen ten minste tweemaal per jaar in kennis van de stand van de uitvoering van de actieplannen. De Commissie verstrekt met name informatie over haar opmerkingen inzake de toereikendheid van de in lid 2 bedoelde actieplannen, over de resultaten van nieuwe bezoeken en controlebezoeken en over het eventuele bestaan van een aanzienlijk gebrek aan vooruitgang bij de uitvoering van een actieplan.
Amendement 74 Voorstel voor een verordening Artikel 23 – lid 2 – alinea 2
De geëvalueerde lidstaat neemt onmiddellijk corrigerende maatregelen, waaronder, indien nodig, het mobiliseren van alle beschikbare operationele en financiële middelen. De geëvalueerde lidstaat stelt de Commissie en de lidstaten onverwijld in kennis van de onmiddellijk genomen of geplande corrigerende maatregelen. Tegelijkertijd stelt de Commissie de in artikel 7 bedoelde, respectieve organen en instanties van de Unie in kennis van de ernstige tekortkoming zodat zij de geëvalueerde lidstaat eventueel kunnen ondersteunen. De Commissie stelt ook de Raad en het Europees Parlement op de hoogte.
De geëvalueerde lidstaat neemt onmiddellijk corrigerende maatregelen, waaronder, indien nodig, het mobiliseren van alle beschikbare operationele en financiële middelen. De geëvalueerde lidstaat stelt de Commissie en de lidstaten onverwijld in kennis van de onmiddellijk genomen of geplande corrigerende maatregelen. Tegelijkertijd stelt de Commissie de in artikel 7 bedoelde, respectieve organen en instanties van de Unie in kennis van de ernstige tekortkoming zodat zij de geëvalueerde lidstaat eventueel kunnen ondersteunen. De Commissie stelt voorts onverwijld de Raad, het Europees Parlement en de nationale parlementen op de hoogte van de vastgestelde ernstige tekortkoming en, indien van toepassing, van de reeds door de geëvalueerde lidstaat genomen corrigerende maatregelen.
Amendement 75 Voorstel voor een verordening Artikel 23 – lid 5 – alinea 1
De Raad keurt de aanbevelingen binnen twee weken na ontvangst van het voorstel goed.
De Raad keurt de aanbevelingen uiterlijk tien dagen na ontvangst van het voorstel goed.
Amendement 76 Voorstel voor een verordening Artikel 23 – lid 5 – alinea 3
De Raad stelt termijnen vast voor de uitvoering van de aanbevelingen in verband met een ernstige tekortkoming en specificeert de frequentie waarmee de geëvalueerde lidstaat aan de Commissie en de Raad verslag dient uit te brengen over de uitvoering van zijn actieplan.
De Raad bespreekt de aangelegenheid met spoed en stelt korte termijnen vast voor de uitvoering van de aanbevelingen in verband met een ernstige tekortkoming en specificeert de frequentie waarmee de geëvalueerde lidstaat aan de Commissie en de Raad verslag dient uit te brengen over de uitvoering van zijn actieplan.
Amendement 77 Voorstel voor een verordening Artikel 23 – lid 6 – alinea 1
De geëvalueerde lidstaat dient zijn actieplan binnen een maand na de goedkeuring van de aanbevelingen in bij de Commissie en de Raad. De Commissie doet het actieplan aan het Europees Parlement toekomen.
De geëvalueerde lidstaat dient zijn actieplan binnen drie weken na de goedkeuring van de aanbevelingen in bij de Commissie en de Raad. De Commissie doet het actieplan onverwijld aan het Europees Parlement toekomen.
Amendement 78 Voorstel voor een verordening Artikel 23 – lid 7 – alinea 1
Om na te gaan welke vooruitgang is geboekt bij de uitvoering van de aanbevelingen in verband met de ernstige tekortkoming, organiseert de Commissie uiterlijk één jaar na de datum van de evaluatieactiviteit een nieuw bezoek.
Om na te gaan welke vooruitgang is geboekt bij de uitvoering van de aanbevelingen in verband met de ernstige tekortkoming, organiseert de Commissie uiterlijk 180 dagen na de datum van de evaluatieactiviteit een nieuw bezoek.
Amendement 79 Voorstel voor een verordening Artikel 23 – lid 8
8. De Raad brengt zijn standpunt over het verslag uit.
8. De Raad brengt zijn standpunt uit over het evaluatieverslag en kan de Commissie verzoeken een voorstel in te dienen voor aanbevelingen voor corrigerende maatregelen om de in het verslag van het nieuwe bezoek genoemde aanhoudende ernstige tekortkomingen te verhelpen.Wanneer de Commissie een dergelijk voorstel indient, zijn lid 6 en 7 van toepassing.
Amendement 80 Voorstel voor een verordening Artikel 23 – lid 8 bis (nieuw)
8 bis. Indien na een nieuw bezoek wordt vastgesteld dat een lidstaat een actieplan na een evaluatie waarbij een ernstige tekortkoming is vastgesteld niet op bevredigende wijze uitvoert, leidt de Commissie overeenkomstig het VWEU een inbreukprocedure tegen die lidstaat in, indien zij van oordeel is dat die lidstaat een verplichting niet is nagekomen.
Amendement 81 Voorstel voor een verordening Artikel 23 – lid 10
10. Indien de ernstige tekortkoming wordt beschouwd als een ernstige bedreiging voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid in het gebied zonder controle aan de binnengrenzen, of als een ernstige en systematische schending van de grondrechten, stelt de Commissie, op eigen initiatief of op verzoek van het Europees Parlement of van een lidstaat, het Europees Parlement en de Raad daarvan onmiddellijk in kennis.
10. Indien de ernstige tekortkoming wordt beschouwd als een ernstige bedreiging voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid in het gebied zonder controle aan de binnengrenzen, of als een ernstige en systematische schending van de grondrechten, stelt de Commissie, op eigen initiatief of op verzoek van het Europees Parlement of van een lidstaat, het Europees Parlement en de Raad daarvan onmiddellijk in kennis, en informeert zij het Europees Parlement en de Raad over reeds ingeleide of nog in te leiden inbreukprocedures tegen de geëvalueerde lidstaat.
Amendement 82 Voorstel voor een verordening Artikel 26 – lid 2
2. De rubriceringsstatus van de verslagen wordt bepaald overeenkomstig Besluit (EU, Euratom) 2015/444. Zij kunnen ook op naar behoren gemotiveerd verzoek van de geëvalueerde lidstaat worden gerubriceerd als “EU RESTRICTED/RESTREINT UE” .
2. De rubriceringsstatus van de verslagen wordt bepaald overeenkomstig Besluit (EU, Euratom) 2015/444. In uitzonderlijke gevallen kunnen delen van de evaluatieverslagen ook op naar behoren gemotiveerd verzoek van de geëvalueerde lidstaat worden gerubriceerd als “EU RESTRICTED/RESTREINT UE”.
Amendement 83 Voorstel voor een verordening Artikel 26 – lid 3
3. De doorgifte en behandeling van gerubriceerde gegevens en documenten met het oog op de toepassing van deze verordening geschiedt in overeenstemming met de toepasselijke beveiligingsvoorschriften. Dergelijke regels vormen geen beletsel voor het beschikbaar stellen van informatie aan het Europees Parlement en de relevante organen en instanties van de Unie bedoeld in artikel 7.
3. De doorgifte en behandeling van gerubriceerde gegevens en documenten met het oog op de toepassing van deze verordening geschiedt in overeenstemming met de toepasselijke beveiligingsvoorschriften. Dergelijke regels vormen geen beletsel voor het beschikbaar stellen van informatie aan het Europees Parlement, nationale parlementen en de relevante organen en instanties van de Unie bedoeld in artikel7.
Amendement 84 Voorstel voor een verordening Artikel 30 – alinea 1
De Commissie evalueert de toepassing van deze verordening en zij dient binnen zes maanden nadat alle verslagen van de evaluaties in het kader van het eerste overeenkomstig deze verordening vastgestelde meerjarige evaluatieprogramma zijn vastgesteld, een verslag in bij de Raad. De evaluatie betreft alle onderdelen van deze verordening, met inbegrip van het functioneren van de procedures voor het vaststellen van handelingen op grond van het mechanisme. De Commissie dient het verslag in bij het Europees Parlement.
De Commissie evalueert de toepassing van deze verordening en zij dient binnen zes maanden nadat alle verslagen van de evaluaties in het kader van het eerste overeenkomstig deze verordening vastgestelde meerjarige evaluatieprogramma zijn vastgesteld, een verslag in bij de Raad. De evaluatie betreft alle onderdelen van deze verordening, met inbegrip van het functioneren van de procedures voor het vaststellen van handelingen op grond van het mechanisme. De Commissie dient het verslag onverwijld in bij het Europees Parlement.
Amendement 85 Voorstel voor een verordening Artikel 30 bis (nieuw)
Artikel 30 bis
Herziening
Elk toekomstig voorstel van de Commissie tot wijziging van dit evaluatiemechanisme voor de controle van en het toezicht op de toepassing van het Schengenacquis wordt gebaseerd op artikel 77, lid 2, punt b), VWEU.