Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2022/2701(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Kies een document :

Ingediende teksten :

RC-B9-0293/2022

Debatten :

Stemmingen :

CRE 08/06/2022 - 16.4
PV 09/06/2022 - 6.2

Aangenomen teksten :

P9_TA(2022)0238

Aangenomen teksten
PDF 129kWORD 48k
Donderdag 9 juni 2022 - Straatsburg
De instrumentalisering van justitie als instrument van repressie in Nicaragua
P9_TA(2022)0238RC-B9-0293/2022

Resolutie van het Europees Parlement van 9 juni 2022 over de instrumentalisering van justitie als instrument van repressie in Nicaragua (2022/2701(RSP))

Het Europees Parlement,

–  gezien zijn eerdere resoluties over Nicaragua, en met name die van 16 december 2021(1), 8 juli 2021(2), 8 oktober 2020, 19 december 2019(3), 14 maart 2019(4) en 31 mei 2018(5),

–  gezien de verklaringen van de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid namens de EU van 15 augustus 2021, 8 november 2021 en 14 maart 2022,

–  gezien de verklaringen van de Hoge Commissaris van de VN voor de mensenrechten tijdens de 48e en 49e zitting van de Mensenrechtenraad en haar jaarverslag over de mensenrechtensituatie in Nicaragua van 7 maart 2022,

–  gezien de verklaringen van de Inter-Amerikaanse Commissie voor de mensenrechten van 23 juni 2021, 20 november 2021 en 11 februari 2022,

–  gezien de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van 1948,

–  gezien de EU-richtsnoeren over mensenrechtenverdedigers van juni 2004, die in 2008 zijn geactualiseerd,

–  gezien de Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Midden-Amerika, anderzijds (de associatieovereenkomst tussen de EU en Midden-Amerika),

–  gezien de verordeningen en besluiten van de Raad betreffende beperkende maatregelen tegen ernstige schendingen van de mensenrechten in Nicaragua,

–  gezien het Amerikaans Verdrag inzake de rechten van de mens van 1969 (het Pact van San José),

–  gezien het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, de VN-standaardminimumregels voor de behandeling van gevangenen (de Nelson Mandela-regels), de VN-regels voor de behandeling van vrouwelijke gevangenen en niet tot vrijheidsbeneming strekkende maatregelen voor vrouwelijke daders (de regels van Bangkok) en het Verdrag van Wenen,

–  gezien Resolutie A/HRC/49/L.20 over de bevordering en bescherming van de mensenrechten in Nicaragua, die op 31 maart 2022 door de VN-Mensenrechtenraad is aangenomen,

–  gezien de grondwet van de Republiek Nicaragua,

–  gezien artikel 144, lid 5, en artikel 132, lid 4, van zijn Reglement,

A.  overwegende dat het regime Ortega-Murillo sinds april 2018 in Nicaragua een systeem van staatsonderdrukking heeft ingevoerd dat wordt gekenmerkt door systemische straffeloosheid wat mensenrechtenschendingen betreft, achteruitgang op institutioneel vlak en op het gebied van de rechtsstaat en de uitvoering van een georkestreerde strategie – duidelijk met medewerking van de rechterlijke macht – die erop gericht is afwijkende stemmen het zwijgen op te leggen;

B.  overwegende dat de Nicaraguaanse autoriteiten sinds 2018 gebruikmaken van systematische en gerichte opsluiting, pesterijen en intimidatie van politieke tegenstanders, de oppositie, studenten- en plattelandsleiders, journalisten, mensenrechtenverdedigers, vertegenwoordigers van het bedrijfsleven en kunstenaars, die herhaaldelijk zijn geconfronteerd met doodsbedreigingen, intimidatie, online lastercampagnes, pesterijen, bewaking, geweld, gerechtelijke vervolging en willekeurige vrijheidsberoving; overwegende dat journalisten en andere mensenrechtenverdedigers ondanks deze talrijke risico’s een essentiële rol blijven vervullen bij de monitoring van de situatie op het gebied van de mensenrechten en vrijheden in Nicaragua;

C.  overwegende dat het regime Ortega-Murillo de afgelopen jaren een regelgevingskader heeft aangenomen en toegepast dat steeds repressiever wordt;

D.  overwegende dat volgens het speciaal follow-upmechanisme voor Nicaragua (MESENI) tot op heden ten minste 182 politieke tegenstanders gevangen worden gehouden in onmenselijke omstandigheden die niet voldoen aan internationale mensenrechtenverplichtingen zoals de Nelson Mandela-regels; overwegende dat zeven van deze politieke gevangenen presidentskandidaten waren voor de verkiezingen van 2021; overwegende dat critici van het Nicaraguaanse regime tijdens hun gevangenschap te maken hebben gehad met stelselmatig misbruik, waaronder onmenselijke, vernederende en onterende behandeling die neerkomt op foltering, hetgeen onder meer heeft geleid tot de dood van politiek gevangene en voormalig rebellenleider Hugo Torres; overwegende dat de Nicaraguaanse autoriteiten ook intimidatie hebben uitgeoefend op de gezinnen en familieleden van politieke gevangenen, die met vervolging en bedreiging zijn geconfronteerd;

E.  overwegende dat het gebrek aan scheiding der machten en de volledige controle van het Nicaraguaanse regime over de instellingen ertoe hebben geleid dat de rechterlijke macht en het Openbaar Ministerie ondergeschikt zijn geworden aan de wil van het regime, waarbij de rechtsstaat, de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht en maatschappelijke organisaties, en bijgevolg ook de democratie worden weggevaagd om in Nicaragua een dictatuur tot stand te brengen;

F.  overwegende dat Nicaraguaanse rechtbanken veroordelingen en strenge straffen hebben uitgesproken tegen afwijkende stemmen, op basis van gesloten rechtszaken en zonder de fundamentele waarborgen voor een eerlijk proces in acht te nemen;

G.  overwegende dat de rechters en aanklagers in deze rechtszaken consequent een eerlijke rechtsgang hebben belemmerd; overwegende dat het Openbaar Ministerie in een openbare nota het vermoeden van onschuld heeft geschonden;

H.  overwegende dat duizenden Nicaraguanen zich door het aanhoudende harde optreden en de voortdurende onderdrukking gedwongen zagen het land te ontvluchten; overwegende dat vergelijkbare patronen van onderdrukking worden waargenomen, met toegenomen aanvallen op de vrijheid van meningsuiting; overwegende dat bedreigingen door het Openbaar Ministerie ten aanzien van verschillende journalisten en mediawerkers velen van hen hebben doen besluiten Nicaragua te verlaten om bescherming te zoeken;

I.  overwegende dat het regime Ortega-Murillo in 2022 bijna 400 non-profitorganisaties heeft verboden, waardoor deze hun juridische status hebben verloren; overwegende dat onder meer ook de katholieke kerk het slachtoffer is geworden van het regime Ortega-Murillo, net als de Nicaraguaanse Taalacademie, leden van inheemse gemeenschappen en andere minderheidsgroepen;

J.  overwegende dat het regime Ortega-Murillo het internationaal recht en met name het Verdrag van Wenen heeft geschonden door het hoofdkwartier te bestormen en de gebouwen te bezetten van de Organisatie van Amerikaanse Staten, die op 25 april 2022 het land werd uitgezet;

K.  overwegende dat de VN-Mensenrechtenraad, naar aanleiding van een sterk gesteund initiatief van het maatschappelijk middenveld, een groep mensenrechtendeskundigen heeft samengesteld om grondig en onafhankelijk onderzoek te verrichten naar alle vermeende gevallen van schendingen en misbruik van de mensenrechten die sinds april 2018 zijn gepleegd, met aandacht voor de genderdimensie van deze schendingen; overwegende dat zowel de EU als de VS Nicaragua sancties hebben opgelegd;

1.  spreekt in de krachtigste bewoordingen zijn veroordeling uit over het systematische harde optreden tegen politieke oppositiepartijen, de onderdrukking van actoren van het maatschappelijk middenveld, mensenrechtenverdedigers en de media, andere mediawerkers, journalisten en hun familieleden, studenten, leden van de katholieke kerk en anderen, alsook over de aanhoudende corruptie van functionarissen van het Nicaraguaanse regime;

2.  veroordeelt de dood van de heer Hugo Torres in gevangenschap ten stelligste;

3.  veroordeelt de arrestatie op 1 juni 2022 van priester Manuel Salvador García, die nog steeds in voorlopige hechtenis zit, en roept op tot zijn onmiddellijke vrijlating;

4.  dringt nogmaals aan op de onmiddellijke uitlevering van Alessio Casimirri aan Italië;

5.  veroordeelt de onrechtmatige detentie, het gebrek aan garanties bij rechtszaken en de illegale veroordeling van politieke gevangenen die in Nicaragua plaatsvinden; dringt er bij de Nicaraguaanse autoriteiten op aan de waarborgen voor de volledige uitoefening van de burgerrechten en politieke rechten van alle Nicaraguanen te herstellen, een einde te maken aan de vervolging van de democratische oppositie, de pers en het maatschappelijk middenveld, de sinds april 2018 gevangengehouden personen onmiddellijk en onvoorwaardelijk vrij te laten, de gerechtelijke procedures tegen hen te annuleren en een veilige terugkeer naar huis van alle vluchtelingen en ballingen mogelijk te maken;

6.  dringt aan op het herstel van de rechtsstaat, de scheiding der machten en de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechterlijke macht, en verzoekt de overheidsinstanties met klem het wetboek van strafrecht en het vermoeden van onschuld te eerbiedigen en een einde te maken aan het criminaliseren van de oppositie;

7.  veroordeelt de onwettige rechterlijke uitspraken die louter de repressieve bedoelingen van het Nicaraguaanse regime bevestigen, en veroordeelt tevens dat rechters een repressiemacht zijn geworden en verantwoordelijk zijn voor mensenrechtenschendingen;

8.  dringt er bij de Europese Unie op aan het Nicaraguaanse regime, met name zijn rechters, ter verantwoording te roepen voor de repressie in het land en voor de gerechtelijke procedures die zijn opgestart tegen oppositieleden en andere critici; verzoekt de Raad onmiddellijk de procedure in te leiden om de volgende rechters op te nemen op de lijst van personen aan wie de EU sancties oplegt: Nadia Camila Tardencilla, Angel Jeancarlos Fernández González, Ulisa Yaoska Tapia Silva, Rosa Velia Baca Cardoza, Veronica Fiallos Moncada, Luden Martin Quiroz García, Karen Vanesa Chavarría, Felix Ernesto Salmerón Moreno, Nancy Aguirre Gudiel, William Irving Howard López, Erick Ramón Laguna Averruz, Melvin Leopoldo Vargas García, Irma Oralia Laguna Cruz, Rolando Sanarrusia en anderen, alsook de rechters van het hof van beroep van Managua die tevens betrokken waren bij de ontneming van de procedurele en materiële rechten van onrechtmatig veroordeelde personen: Octavio Rothschuh Andino, Ángela Dávila en Argentina Solís;

9.  verzoekt de lidstaten en de VN-Veiligheidsraad om overeenkomstig de artikelen 13 en 14 van het Statuut van Rome via het Internationaal Strafhof een formeel onderzoek naar Nicaragua en Daniel Ortega in te stellen wegens misdaden tegen de menselijkheid op grond van artikel 7 van het Statuut van Rome;

10.  spreekt zijn steun uit voor de Nicaraguaanse burgers die vreedzaam protesteren tegen het regime Ortega-Murillo; betreurt ten zeerste dat er sinds het harde optreden van 2018 geen gerechtelijke stappen zijn ondernomen om gerechtigheid en schadeloosstelling voor de slachtoffers van ernstige mensenrechtenschendingen te waarborgen;

11.  dringt er bij Nicaragua op aan de sinds 2018 aangenomen wetgeving die de maatschappelijke en democratische ruimte onnodig inperkt in te trekken, met name de speciale wet inzake cybercriminaliteit (Wet 1042), Wet 1040 inzake de regulering van buitenlandse agenten en Wet 1055 inzake de verdediging van de rechten van het volk op onafhankelijkheid, soevereiniteit en zelfbeschikking voor vrede, alsook de hervorming van het wetboek van strafvordering; herinnert eraan dat Nicaragua op grond van de associatieovereenkomst tussen de EU en Midden-Amerika de beginselen van de rechtsstaat, de democratie en de mensenrechten moet eerbiedigen en consolideren; herhaalt dat, gezien de huidige omstandigheden, de democratieclausule van de associatieovereenkomst in werking moet worden gesteld;

12.  benadrukt dat internationale mensenrechteninstanties, zoals het Bureau van de Hoge Commissaris voor de mensenrechten en de Inter-Amerikaanse Commissie voor de mensenrechten, toestemming moeten krijgen om naar Nicaragua terug te keren; betreurt het gebrek aan samenwerking van Nicaraguaanse autoriteiten met regionale en internationale mensenrechtenmechanismen; roept de EU ertoe op het mandaat van de drie onafhankelijke leden van de onlangs door de VN-Mensenrechtenraad opgerichte groep mensenrechtendeskundigen inzake Nicaragua te steunen en nauw met hen samen te werken om de verantwoordingsplicht voor schendingen en misbruik van de mensenrechten in Nicaragua te bevorderen;

13.  veroordeelt dat bijna 400 ngo’s gedwongen zijn hun werkzaamheden in Nicaragua stop te zetten, waaronder de Nicaraguaanse Taalacademie; verzoekt de Nicaraguaanse autoriteiten te stoppen met het onrechtmatig sluiten van ngo’s en de rechtspersoonlijkheid te herstellen van alle organisaties, politieke partijen, universiteiten en mediakanalen die willekeurig zijn opgedoekt, en alle activa, documenten en uitrusting die illegaal in beslag zijn genomen terug te geven;

14.  spreekt zijn diepe bezorgdheid uit over de onderdrukking van vrije en onafhankelijke media in het land, waardoor meer dan 100 journalisten zich gedwongen zagen in ballingschap te gaan;

15.  dringt er bij de EU en haar lidstaten op aan de situatie ter plaatse nauwlettend te volgen via hun lokale vertegenwoordigers en ambassades in Nicaragua; verzoekt de EU-delegatie en de lidstaten met diplomatieke missies in het land om de EU-richtsnoeren over mensenrechtenverdedigers volledig toe te passen, om alle passende steun te verlenen aan mensenrechtenverdedigers die worden vastgehouden, onder meer via bezoeken aan de gevangenis en toezicht op processen, en om schendingen ten aanzien van mensenrechtenverdedigers en de onafhankelijke media publiekelijk aan te klagen en hun werkzaamheden te ondersteunen; verzoekt de EU-delegatie en de lidstaten gebruik te maken van alle beschikbare instrumenten om hun steun voor het werk van mensenrechtenverdedigers op te voeren, in voorkomend geval de afgifte van noodvisa te vergemakkelijken en tijdelijk onderdak te bieden in de EU-lidstaten om humanitaire redenen;

16.  betreurt ten zeerste dat Nicaraguaanse vertegenwoordigers tegen de uitzetting van Rusland uit de VN-Mensenrechtenraad wegens gruweldaden van Russische troepen tijdens de oorlog in Oekraïne hebben gestemd, en dat Nicaragua zich heeft onthouden van stemming over Resolutie ES-11/1 van de Algemene Vergadering van de VN van 2 maart 2022, waarin de Russische invasie van Oekraïne wordt betreurd en een volledige terugtrekking van de Russische troepen wordt geëist;

17.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de regeringen en parlementen van de lidstaten, de secretaris-generaal van de Organisatie van Amerikaanse Staten, de Euro-Latijns-Amerikaanse Parlementaire Vergadering, het Centraal-Amerikaans Parlement, de Groep van Lima en de regering en het parlement van de Republiek Nicaragua.

(1) Aangenomen teksten, P9_TA(2021)0513.
(2) PB C 99 van 1.3.2022, blz. 204.
(3) PB C 255 van 29.6.2021, blz. 65.
(4) PB C 23 van 21.1.2021, blz. 126.
(5) PB C 76 van 9.3.2020, blz. 164.

Laatst bijgewerkt op: 27 september 2022Juridische mededeling - Privacybeleid