Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 5 juli 2022 over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende een eengemaakte markt voor digitale diensten (wet inzake digitale diensten) en tot wijziging van Richtlijn 2000/31/EG (COM(2020)0825 – C9-0418/2020 – 2020/0361(COD))
(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2020)0825),
– gezien artikel 294, lid 2, en artikel 114 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C9-0418/2020),
– gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
– gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van 27 april 2021(1),
– gezien het advies van het Comité van de Regio’s van 1 juli 2021(2),
– gezien het overeenkomstig artikel 74, lid 4, van zijn Reglement door de bevoegde commissie goedgekeurde voorlopig akkoord en de door de vertegenwoordiger van de Raad bij brief van 15 juni 2022 gedane toezegging om het standpunt van het Europees Parlement overeenkomstig artikel 294, lid 4, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie goed te keuren,
– gezien artikel 59 van zijn Reglement,
– gezien de adviezen van de Commissie industrie, onderzoek en energie, de Commissie juridische zaken, de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken, de Commissie economische en monetaire zaken, de Commissie vervoer en toerisme, de Commissie cultuur en onderwijs en de Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid,
– gezien het verslag van de Commissie interne markt en consumentenbescherming (A9-0356/2021),
1. stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast(3);
2. neemt kennis van de verklaring van de Commissie die als bijlage bij onderhavige resolutie is gevoegd, en die in de C-reeks van het Publicatieblad van de Europese Unie zal worden bekendgemaakt;
3. verzoekt de Commissie om hernieuwde voorlegging aan het Parlement indien zij haar voorstel vervangt, ingrijpend wijzigt of voornemens is het ingrijpend te wijzigen;
4. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.
Dit standpunt vervangt de amendementen die zijn aangenomen op 20 januari 2022 (Aangenomen teksten, P9_TA(2022)0014).
Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 5 juli 2022 met het oog op de vaststelling van Verordening (EU) 2022/... van het Europees Parlement en de Raad betreffende een eengemaakte markt voor digitale diensten en tot wijziging van Richtlijn 2000/31/EG (digitaledienstenverordening)
(Aangezien het Parlement en de Raad tot overeenstemming zijn geraakt, komt het standpunt van het Parlement overeen met de definitieve rechtshandeling: Verordening (EU) 2022/2065.)
BIJLAGE BIJ DE WETGEVINGSRESOLUTIE
VERKLARING VAN DE COMMISSIE OVER DE ONDERSTEUNING VAN MICRO-, KLEINE EN MIDDELGROTE ONDERNEMINGEN EN START-UPS IN HET KADER VAN DE WET INZAKE DIGITALE DIENSTEN
De Commissie erkent het belang van concurrentiekracht, innovatie en investeringen in digitale diensten, met name als het gaat om micro-, kleine en middelgrote ondernemingen en start-ups. Daarom verbindt de Commissie zich ertoe de naleving van de wet inzake digitale diensten door micro-, kleine en middelgrote ondernemingen en start-ups te vergemakkelijken, met name door programma’s ter beschikking te stellen met het oog op innovatie, de uitrol van digitale technologieën en normalisatie.