Resolutie van het Europees Parlement van 6 oktober 2022 over de inperking van de mediavrijheid in Myanmar, met name de gevallen van Htet Htet Khine, Sithu Aung Myint en Nyein Nyein Aye (2022/2857(RSP))
Het Europees Parlement,
– gezien zijn eerdere resoluties over Myanmar/Birma,
– gezien Besluit (GBVB) 2022/243 van de Raad van 21 februari 2022 tot wijziging van Besluit 2013/184/GBVB betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Myanmar/Birma, waarbij een vierde reeks sancties werd opgelegd gelet op de aanhoudende ernstige situatie en de toenemende schendingen van de mensenrechten in Myanmar/Birma(1),
– gezien artikel 10 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, waarin het recht op vrijheid van meningsuiting en informatie is verankerd,
– gezien de mondelinge update over de mensenrechtensituatie in Myanmar, die op 26 september 2022 door de waarnemend Hoge Commissaris voor de Mensenrechten bij de VN werd gegeven aan de VN-Mensenrechtenraad,
– gezien de verklaring die de woordvoerder van de Europese Dienst voor extern optreden op 29 september 2022 heeft afgelegd betreffende de meest recente veroordeling van staatsadviseur Daw Aung San Suu Kyi,
– gezien artikel 505, punt a), van het wetboek van strafrecht van Myanmar,
– gezien de vijfpuntenconsensus die op 24 april 2021 werd bereikt door de Associatie van Zuidoost-Aziatische staten,
– gezien artikel 19 van Universele Verklaring van de rechten van de mens van 1948,
– gezien het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten van 1966, en de daarin opgenomen bepalingen over vrijheid van mening en meningsuiting,
– gezien artikel 144, lid 5, en artikel 132, lid 4, van zijn Reglement,
A. overwegende dat de militaire junta van Myanmar, bekend als de Tatmadaw, op 1 februari 2021 illegaal de macht overnam en de legitieme autoriteiten met geweld heeft afgezet;
B. overwegende dat de opperbevelhebber van de militaire junta, Min Aung Hlaing, in augustus 2021 aankondigde dat hij zichzelf tot minister-president benoemde en dat de noodtoestand werd verlengd tot augustus 2023;
C. overwegende dat de legitieme president Win Myint en staatsadviseur Aung San Suu Kyi sinds de militaire staatsgreep op basis van een aantal ongegronde en politiek gemotiveerde aantijgingen worden vastgehouden en reeds zijn veroordeeld tot meerdere jaren opsluiting in gevangenissen en werkkampen; overwegende dat staatsadviseur Aung San Suu Kyi, indien alle 11 aanklachten tegen haar gegrond worden verklaard, zou kunnen worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van maximaal 102 jaar;
D. overwegende dat sinds de staatsgreep van 1 februari 2021 meer dan 15 500 mensen zijn gearresteerd en meer dan 2 300 mensen, waaronder minstens 188 kinderen, zijn gedood door de junta;
E. overwegende dat het militaire regime sinds de militaire staatsgreep de mediavrijheid blijft ondermijnen en de mensenrechten van journalisten in het land blijft schenden; overwegende dat Myanmar de 176e plaats inneemt van de 180 landen op de Wereldindex voor persvrijheid 2022 van Verslaggevers zonder Grenzen (RSF); overwegende dat de militaire autoriteiten van Myanmar de toegang tot sociale media, het internet, en andere onafhankelijke informatiebronnen beperken;
F. overwegende dat de Tatmadaw op 14 februari 2021 wijzigingen heeft aangebracht in het wetboek van strafrecht en het wetboek van strafvordering, en dat voornamelijk deze bepalingen worden gebruikt als grond voor de rechtsvervolging van journalisten, studentenleiders, ambtenaren en andere tegenstanders van het militaire regime; overwegende dat het onlangs ingevoerde artikel 505, punt a), van het wetboek van strafrecht, waarbij het veroorzaken van angst, het verspreiden van nepnieuws en het opruien tot misdrijven tegen een regeringsmedewerker worden verboden op straffe van een gevangenisstraf van maximaal drie jaar, door het leger wordt gebruikt om onder meer journalisten strafrechtelijk aan te klagen; overwegende dat de militaire rechterlijke instanties in Myanmar rechtszaken achter gesloten deuren behandelen;
G. overwegende dat de junta sinds de staatsgreep van 2021 mediakanalen heeft verboden of uit Myanmar heeft verbannen omdat zij verslag uitbrachten over de acties van het leger; overwegende dat veel van de verboden mediakanalen een cruciale rol hebben vervuld bij de verslaggeving over de situatie in Myanmar; overwegende dat deze media erg belangrijk zijn voor de mensen in Myanmar en daarbuiten;
H. overwegende dat ten minste vier journalisten zijn omgebracht, waaronder fotografen Soe Naing en Aye Kyaw, die beiden in gevangenschap zijn gestorven nadat zij naar verluidt gefolterd werden, en lokale redacteur Pu Tuidim, die volgens berichten door het leger standrechtelijk is geëxecuteerd nadat hij werd gebruikt als menselijk schild; overwegende dat er meerdere meldingen zijn van foltering en misbruik;
I. overwegende dat de staatsgreep van februari 2021 werd gevolgd door een arrestatiegolf onder journalisten; overwegende dat minstens 140 journalisten zijn gearresteerd, momenteel 53 mediamedewerkers worden vastgehouden in de gevangenissen van Myanmar en bijna 25 journalisten zijn veroordeeld sinds de militaire staatsgreep; overwegende dat Myanmar het op één na grootste aantal journalisten in de gevangenis ter wereld heeft;
J. overwegende dat journalisten Htet Htet Khine en Sithu Aung Myint in augustus 2021 zijn gearresteerd, zes maanden na de staatsgreep;
K. overwegende dat freelance BBC Media Action reporter Htet Htet Khine op 27 september 2022 is veroordeeld tot drie jaar gevangenisstraf met dwangarbeid; overwegende dat Htet Htet Khine op 15 september 2022 reeds een eerste keer werd veroordeeld tot drie jaar gevangenisstraf met dwangarbeid wegens vermeende schending van artikel 505, punt a), van het wetboek van strafrecht, waarbij het ophitsen en het verspreiden van nepnieuws strafbaar is gesteld;
L. overwegende dat Sithu Aung Myint nog steeds in afwachting is van een proces op beschuldiging van “ophitsing” en “burgerlijke ongehoorzaamheid” wegens het schrijven van kritische artikelen over het Myanmarese leger, waarvoor hem mogelijk een totale gevangenisstraf van 23 jaar te wachten staat; overwegende dat de gezondheid van Sithu Aung Myint verslechtert en dat de gevangenisautoriteiten hem medische zorg ontzeggen;
M. overwegende dat Nyein Nyein Aye, een freelancer die ook bekend is onder het pseudoniem “Mabel”, op 14 juli 2022 is veroordeeld door een militaire rechterlijke instantie in de Insein-gevangenis van Yangon; overwegende dat Nyein Nyein Aye op grond van artikel 505, punt a), van het wetboek van strafrecht is veroordeeld tot drie jaar gevangenisstraf wegens “het veroorzaken van angst, het verspreiden van nepnieuws en het opruien tot misdrijven tegen een regeringsmedewerker”; overwegende dat Nyein Nyein Aye de 24e journalist is die sinds de staatsgreep in 2021 een gevangenisstraf opgelegd krijgt;
N. overwegende dat freelancer Maung Maung Myo op 1 augustus 2022 is veroordeeld tot zes jaar gevangenisstraf op beschuldiging van terrorisme wegens het naar verluidt bezitten van foto’s en interviews met leden van de “People’s Defence Force”, een aantal opstandelingen die de militaire regering van Myanmar bestrijden;
O. overwegende dat Aung San Lin, journalist voor de “Democratic Voice of Burma” (Democratische stem van Birma), op 7 juli 2022 door een rechterlijke instantie is veroordeeld tot zes jaar gevangenisstraf met dwangarbeid wegens ophitsing en het verspreiden van “nepnieuws”, als gevolg van de bekendmaking van een rapport waarin werd gesteld dat strijdkrachten in Wetlet Township brandaanslagen hadden gepleegd op de huizen van drie aanhangers van de “National League for Democracy” (Nationale Liga voor Democratie), wiens regering werd omvergeworpen door de staatsgreep;
P. overwegende dat het militaire regime van Myanmar in juli de doodstraf heeft heringevoerd om de executie mogelijk te maken van voormalig parlementslid Phyo Zeya Thaw, prominent activist Kyaw Min Yu, algemeen bekend als “Ko Jimmy”, Aung Thura Zaw en Hla Myo Aung; overwegende dat de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid zich krachtig heeft uitgesproken tegen “deze politiek gemotiveerde executies, die een zoveelste stap in de richting van de volledige ontmanteling van de rechtsstaat vormen alsook een verdere flagrante schending van de mensenrechten in Myanmar”;
Q. overwegende dat de detentieomstandigheden, waarvan het geweten is dat daarbij afranselingen en gendergerelateerd geweld aan de orde zijn, een ernstig probleem vormen voor de veiligheid en het welzijn van de gedetineerden;
R. overwegende dat het leger een gewelddadige strijd voert tegen etnische minderheden, een groot aantal burgers vermoordt en miljoenen mensen ertoe dwingt op de vlucht te slaan om een veilig heenkomen te zoeken; overwegende dat militaire helikopters onlangs het vuur openden op een basisschool in de regio Sagaing, waarbij minstens zes volwassenen en zeven kinderen om het leven zijn gekomen; overwegende dat, volgens een recente verklaring van de door de VN benoemde onafhankelijke mensenrechtendeskundige Tom Andrews, de omstandigheden “van kwaad naar erger zijn gegaan en verder tot afschuwelijk zijn afgegleden voor ontelbare onschuldige mensen in Myanmar”;
S. overwegende dat de junta in Myanmar weigert om de mensenrechtenschendingen tegen de Rohingya grondig te onderzoeken en de daders ervan ter verantwoording te roepen; overwegende dat de hoogstgeplaatste militairen die de aanvallen op de Rohingya hebben geleid, nog steeds hun functie bekleden; overwegende dat de autoriteiten weigeren om met de VN-mechanismen samen te werken; overwegende dat straffeloosheid diepgeworteld is in het politieke en juridische stelsel van Myanmar;
T. overwegende dat Rusland en China zich op politiek, militair en economisch vlak erg hebben ingespannen om de junta een legitiem karakter te verschaffen; overwegende dat Rusland en de militaire junta van Myanmar onlangs een routekaart hebben ondertekend voor samenwerking inzake het gebruik van kernenergie voor vreedzame doeleinden 2022-2023; overwegende dat Moskou en Peking, als grootste wapenleveranciers van het land, banden hebben met de Myanmarese strijdkrachten; overwegende dat pogingen om het binnen de VN-Veiligheidsraad eens te worden over verklaringen betreffende de situatie in Myanmar, herhaaldelijk zijn geblokkeerd door beide landen;
U. overwegende dat tussen de militaire junta en de leiders van de Associatie van Zuidoost‑Aziatische staten (ASEAN) op 24 april 2021 een vijfpuntenconsensus is bereikt met als eerste stap een onmiddellijke beëindiging van het geweld in het land;
1. veroordeelt ten stelligste het gewelddadige en onwettige bewind van de militaire junta in Myanmar en de pogingen ervan om de sterke gehechtheid van de bevolking aan de democratie te ondermijnen, aangezien het gebaseerd is op een onwettige staatsgreep tegen de burgerregering en heeft geleid tot een bijzonder alarmerende humanitaire situatie en een mensenrechtencrisis in het land, die wordt gekenmerkt door wijdverbreide straffeloosheid; veroordeelt ten stelligste alle vormen van vervolging van onafhankelijke journalisten;
2. dringt aan op de onmiddellijke beëindiging van de onwettige noodtoestand in het land, het herstel van de burgerregering, de terugkeer op de weg naar democratie en de snelle opening van het parlement met deelname van zijn gekozen vertegenwoordigers; steunt de inspanningen van de regering van nationale eenheid (NUG) om te werken aan een vreedzame en democratische toekomst;
3. verzoekt de militaire junta president Win Myint, staatsadviseur Aung San Suu Kyi en alle anderen die op basis van ongefundeerde beschuldigingen zijn gearresteerd, onvoorwaardelijk vrij te laten, de macht over te dragen aan de legitieme autoriteiten, de rechtsstaat en de mediavrijheid te eerbiedigen en onmiddellijk een eind te maken aan de militaire aanvallen, de luchtaanvallen en het geweld tegen de bevolking van Myanmar;
4. dringt er bij de militaire junta op aan alle politiek gemotiveerde aanklachten tegen leden van de pers en mediawerkers in te trekken en alle journalisten die ten onrechte worden vastgehouden, onvoorwaardelijk vrij te laten, onder wie Htet Htet Khine, Sithu Aung Myint, Nyein Nyein Aye, Maung Maung Myo, Thurin Kyaw, Hanthar Nyein, Than Htike Aung, Ye Yint Tun, Tu Tu Tha, Soe Yarzar Tun en Aung San Lin; verzoekt de junta de nodige medische zorg te verlenen aan Sithu Aung Myint, wiens gezondheidstoestand uiterst zorgwekkend is;
5. veroordeelt het feit dat werknemers worden onderdrukt en dat hun het recht om te staken wordt ontzegd; veroordeelt alle bedrijven en merken die direct of indirect steun verlenen aan het leger en de politie, die vakbondsleiders onderdrukt en arrestatiebevelen tegen hen uitvaardigt;
6. dringt er bij de militaire junta op aan onmiddellijk een einde te maken aan haar wandaden, met inbegrip van willekeurige arrestaties en opsluiting, foltering, seksueel geweld en andere vormen van mishandeling, alsook oneerlijke processen tegen journalisten en mediawerkers; benadrukt dat advocaten, mensenrechtenverdedigers en familieleden daadwerkelijk toegang moeten krijgen om gedetineerden te bezoeken; benadrukt dat elk overlijden in hechtenis onmiddellijk moet worden gemeld aan de familie van de persoon, dat er passende documentatie moet worden verstrekt, dat het lichaam moet worden teruggestuurd en dat degenen die verantwoordelijk zijn voor wandaden ter verantwoording moeten worden geroepen; roept op tot onafhankelijk internationaal onderzoek naar alle beschuldigingen van foltering en mishandeling en vraagt dat de verantwoordelijken ter verantwoording worden geroepen; benadrukt dat zogenaamde informatie die is verkregen door foltering of mishandeling in geen geval als bewijsmiddel in gerechtelijke procedures mag worden toegelaten;
7. benadrukt dat mediavrijheid van vitaal belang is voor de doeltreffende werking van vrije en democratische samenlevingen en essentieel is voor de bescherming van alle andere mensenrechten en fundamentele vrijheden, en dat journalisten een veilige omgeving nodig hebben waarin zij onafhankelijk kunnen werken;
8. verzoekt de NUG een duidelijk standpunt in te nemen over de status van de Rohingya, met name over hun recht op burgerschap en gelijke erkenning als een etnische groep van Myanmar en het recht om terug te keren naar het land;
9. verzoekt de Commissie en de lidstaten het werk van mensenrechtenverdedigers in Myanmar te blijven steunen; verzoekt de EU-delegatie in Myanmar en de ambassades van de lidstaten nauwlettend toe te zien op de gevallen van journalisten die momenteel worden vastgehouden en opgesloten, alsook van politieke leiders en anderen; moedigt vertegenwoordigers van de EU-delegatie en de lidstaten in Myanmar aan om de processen van journalisten, mediawerkers, bloggers en mensenrechtenverdedigers in het land bij te wonen, wanneer toegang is toegestaan; verzoekt de diplomatieke missies en internationale donoren steun en mogelijke bescherming te bieden aan mensenrechtenverdedigers en mediawerkers die het risico lopen te worden vervolgd, onder meer door te voorzien in veilige toevluchtsoorden bij ambassades en door noodvisa af te geven aan personen die bescherming nodig hebben;
10. verzoekt de Commissie aan te tonen dat de “alles behalve wapens”-regeling op geen enkele wijze ten goede komt aan de junta, en zich anders tijdelijk terug te trekken uit dit mechanisme;
11. verzoekt de EU en haar lidstaten de internationale hulp, ontwikkelingsprojecten of financiële bijstand aan Myanmar/Birma op te voeren en ervoor te zorgen dat deze niet ten goede komt aan het leger en niet bijdraagt tot meer mensenrechtenschendingen; dringt aan op grensoverschrijdende humanitaire hulp en rechtstreekse steun aan lokale maatschappelijke organisaties, met name etnische organisaties;
12. is ingenomen met de sancties die de Raad heeft opgelegd aan leden van de Tatmadaw en hun bedrijven; verzoekt de HV/VV, de lidstaten en de Commissie aanvullende gerichte sancties in te voeren tegen degenen die verantwoordelijk zijn voor de ernstigste mensenrechtenschendingen in het land; verzoekt de Raad de wapenhandelaren Naing Htut Aung, Aung Hlaing Oo en Sit Taing Aung aan de sanctielijst toe te voegen voor hun rol bij het leveren van wapens en uitrusting aan het militaire regime; verzoekt de Commissie alle noodzakelijke sancties tegen het regime van Myanmar in overweging te nemen; dringt erop aan dat de nodige maatregelen worden genomen om ervoor te zorgen dat deze sancties geen negatieve gevolgen hebben voor werknemers en de bevolking in het algemeen;
13. is bezorgd over afwijkingen van de sancties die marktdeelnemers in staat stellen financiële transacties met de Myanmar Oil and Gas Enterprise te verrichten; dringt aan op betere internationale coördinatie van sancties, met inbegrip van coördinatie met regionale partners;
14. dringt er bij de Raad op aan de Staatsbestuursraad (SAC), naast zijn individuele leden, als entiteit op te nemen in de lijst van natuurlijke personen en rechtspersonen, entiteiten en organen die onderworpen zijn aan beperkende maatregelen, om ervoor te zorgen dat alle entiteiten die onder zeggenschap van de SAC staan, onder deze aanduiding vallen en dat financiële stromen uit de Europese Unie ten gunste van hen verboden zijn;
15. benadrukt dat lokale en multinationale ondernemingen die in Myanmar/Birma actief zijn, de mensenrechten moeten eerbiedigen en daders van geweld niet langer in de kaart mogen spelen; dringt er bij in de EU gevestigde bedrijven met klem op aan ervoor te zorgen dat zij geen banden hebben met de strijdkrachten in Myanmar/Birma, individuele militairen daarvan of entiteiten die hun eigendom zijn of onder hun zeggenschap staan, en dat zij niet direct of indirect bijdragen aan de inperking van de democratie en de mensenrechten door het leger; verzoekt in de EU gevestigde bedrijven, met inbegrip van moeder- en dochterondernemingen, dringend alle betrekkingen met bedrijven die banden met het leger hebben op te schorten; verzoekt de Commissie en de lidstaten in het licht van de huidige situatie passende maatregelen te beoordelen en vast te stellen om mogelijke of daadwerkelijke schendingen van de mensenrechten die door bedrijven die in de Europese Unie actief zijn, worden veroorzaakt, waartoe die bedrijven bijdragen of waarmee ze rechtstreeks in verband worden gebracht, in kaart te brengen, te voorkomen, te beëindigen, te beperken en te verhelpen; verzoekt de Commissie en de lidstaten in het voorstel voor een richtlijn inzake due diligence in verband met de duurzaamheid van ondernemingen strengere en specifieke due-diligenceverplichtingen in te voeren voor ondernemingen die actief zijn in gebieden met een hoog risico, met inbegrip van conflictgebieden en gebieden die vanuit milieuoogpunt gevoelig zijn;
16. verzoekt de lidstaten en de geassocieerde landen het embargo te handhaven op de directe en indirecte levering, verkoop en overdracht, met inbegrip van doorvoer, verzending en tussenhandel, van alle wapens, munitie en andere militaire, veiligheids- en bewakingsapparatuur en -systemen, alsmede op het verzorgen van trainingen, het plegen van onderhoud en verlenen van andere bijstand op militair en veiligheidsgebied; wijst erop dat nader onderzoek naar de situatie door het Internationaal Strafhof noodzakelijk is;
17. dringt er bij de EU en haar lidstaten op aan de druk op de VN-Veiligheidsraad op te voeren om te onderhandelen over een krachtige ontwerpresolutie tot instelling van een alomvattend mondiaal wapenembargo tegen Myanmar;
18. moedigt de speciale VN-rapporteur voor mensenrechten in Myanmar aan de vervolging van journalisten aan de orde te blijven stellen en maatregelen te nemen om deze alarmerende trend een halt toe te roepen; verzoekt de VN schendingen van de mediavrijheid op te nemen in het toepassingsgebied van een onafhankelijk onderzoeksmechanisme voor Myanmar en alle mogelijke initiatieven te bevorderen om het militaire regime te bestraffen en degenen die verantwoordelijk zijn voor de verschrikkelijke mensenrechtenschendingen die momenteel plaatsvinden in het land ter verantwoording te roepen;
19. verzoekt de EU en de lidstaten alle mogelijkheden te verkennen voor gerechtigheid en verantwoordingsplicht ten aanzien van de ernstige internationale misdrijven die door de veiligheidstroepen zijn gepleegd, waaronder misdaden tegen de menselijkheid die zijn gepleegd in de nasleep van de staatsgreep, alsook misdaden tegen de menselijkheid, oorlogsmisdaden en daden van genocide die al tientallen jaren in Rakhine en andere etnische regio’s worden gepleegd, door een verwijzing van de situatie door de Veiligheidsraad naar het Internationaal Strafhof te ondersteunen;
20. betreurt de executie van oppositieleden en herhaalt zijn krachtige veroordeling van de doodstraf;
21. verzoekt de militaire junta met klem alle wetgeving in te trekken die de mediavrijheid in gevaar kan brengen en een eind te maken aan de belemmering van het recht van mensen in Myanmar op vrijheid van meningsuiting, zowel online als offline, met inbegrip van de vrijheid om informatie in te winnen, te ontvangen en te verstrekken;
22. merkt op dat de vijfpuntenconsensus niet tot resultaten heeft geleid en verzoekt de Asean te erkennen dat de junta van Min Aung Hlaing geen betrouwbare partner is; dringt er bij de Asean en haar leden op aan met de NUG te onderhandelen over een nieuwe overeenkomst inzake de crisis in Myanmar en deze nieuwe overeenkomst te voorzien van handhavingsmechanismen, met het oog op een duurzame en democratische oplossing van de crisis in de toekomst;
23. veroordeelt Rusland en China wegens het verlenen van politieke, economische en militaire steun aan de junta van Myanmar;
24. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan waarnemend president Duwa Lashi La en de regering van nationale eenheid van Myanmar, het comité dat de Pyidaungsu Hluttaw vertegenwoordigt, de staatsadviseur van Myanmar, de Tatmadaw, de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de Commissie, de Raad, de regeringen en parlementen van de lidstaten, de lidstaten van de Associatie van Zuidoost-Aziatische Staten, de secretaris-generaal van de Associatie van Zuidoost-Aziatische Staten, de Intergouvernementele Commissie voor de mensenrechten van de Asean en de secretaris-generaal van de Verenigde Naties.