Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2021/2236(INI)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A9-0274/2022

Ingediende teksten :

A9-0274/2022

Debatten :

PV 13/12/2022 - 19
CRE 13/12/2022 - 19

Stemmingen :

PV 14/12/2022 - 8.4
CRE 14/12/2022 - 8.4

Aangenomen teksten :

P9_TA(2022)0442

Aangenomen teksten
PDF 177kWORD 58k
Woensdag 14 december 2022 - Straatsburg
Jaarlijks uitvoeringsverslag over de associatieovereenkomst tussen de EU en Georgië
P9_TA(2022)0442A9-0274/2022

Resolutie van het Europees Parlement van 14 december 2022 over de tenuitvoerlegging van het jaarlijks uitvoeringsverslag over de associatieovereenkomst tussen de EU en Georgië (2021/2236(INI))

Het Europees Parlement,

–  gezien artikel 8 en titel V, en met name de artikelen 21, 22, 36 en 37 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, en gezien deel vijf van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU),

–  gezien de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Georgië, anderzijds(1), die op 1 juli 2016 volledig in werking is getreden,

–  gezien het advies van de Commissie van 17 juni 2022 inzake het door Georgië aangevraagde lidmaatschap van de Europese Unie (COM(2022)0405),

–  gezien de conclusies van de Europese Raad van 23 en 24 juni 2022 over de lidmaatschapsverzoeken van Oekraïne, de Republiek Moldavië en Georgië,

–  gezien zijn eerdere resoluties over Georgië,

–  gezien zijn aanbeveling van 8 juni 2022 aan de Raad en de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid over het buitenlands, veiligheids- en defensiebeleid van de EU na de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne(2),

–  gezien het akkoord dat op 19 april 2021 bereikt is tussen de Georgische politieke krachten, na bemiddeling van de voorzitter van de Europese Raad,

–  gezien het verslag over de uitvoering van de Associatieovereenkomst met Georgië van 10 augustus 2022 (SWD(2022)0215),

–  gezien de associatieagenda tussen de Europese Unie en Georgië voor 2021-2027, die op 16 augustus 2022 is goedgekeurd(3),

–  gezien het resultaat van de zevende vergadering van de Associatieraad tussen de EU en Georgië van 6 september 2022,

–  gezien het economisch en investeringsplan voor het Oostelijk Partnerschap, zoals uiteengezet in bijlage I bij het werkdocument van 2 juli 2021 getiteld “Recovery, resilience and reform: post 2020 Eastern Partnership priorities” (Herstel, veerkracht en hervormingen: prioriteiten voor het Oostelijke Partnerschap na 2020; SWD(2021)0186),

–  gezien de door Verslaggevers zonder grenzen gepubliceerde Wereldindex voor de persvrijheid van 2022,

–  gezien het dringende advies van de Commissie van Venetië van de Raad van Europa van 26 augustus 2022 over de ontwerpwet inzake de wijzigingen van het wetboek van strafvordering die op 7 juni 2022 door het parlement van Georgië is aangenomen, haar advies van 20 juni 2022 over de wijzigingen van de organieke wet inzake gewone rechtbanken van december 2021, haar dringende advies van 2 juli 2021 over de wijzigingen van de organieke wet inzake gewone rechtbanken, haar dringende gezamenlijke advies van 5 juli 2022 over de herziene ontwerpwijzigingen van de kieswet, haar advies van 8 oktober 2020 over het ontwerp van organieke wet tot wijziging van de organieke wet inzake gewone rechtbanken en haar dringende advies van 16 april 2019 over de selectie en benoeming van rechters van het Hooggerechtshof,

–  gezien het advies van het Bureau voor Democratische Instellingen en Mensenrechten (ODIHR) van de OVSE van 18 februari 2022 over de wetswijzigingen inzake de staatsinspectiedienst van Georgië en het eindverslag van het ODIHR van 23 augustus 2021 over de benoeming van rechters van het Hooggerechtshof in Georgië,

–  gezien artikel 54 van zijn Reglement, alsmede artikel 1, lid 1, onder e), van en bijlage 3 bij het besluit van de Conferentie van voorzitters van 12 december 2002 betreffende de procedure inzake het verlenen van toestemming voor het opstellen van initiatiefverslagen,

–  gezien het advies van de Commissie internationale handel,

–  gezien het verslag van de Commissie buitenlandse zaken (A9-0274/2022),

A.  overwegende dat Georgië zich op 3 maart 2022 kandidaat heeft gesteld voor toetreding tot de EU, tegen de achtergrond van de aanhoudende sterke publieke steun voor de Europese aspiraties van Georgië, en overwegende dat de aanvalsoorlog van Rusland tegen Oekraïne tot een nieuwe geopolitieke situatie heeft geleid;

B.  overwegende dat de Europese Raad in zijn conclusies van 23 en 24 juni 2022 het Europese perspectief van Georgië heeft erkend en zich bereid heeft verklaard het land de status van kandidaat-lidstaat toe te kennen zodra de in het advies van de Commissie over de kandidatuur van Georgië vermelde prioriteiten zijn aangepakt;

C.  overwegende dat de Russische Federatie haar illegale bezetting van de Georgische regio’s Abchazië en Tsinvali/Zuid-Ossetië voortzet in strijd met de soevereiniteit en territoriale integriteit van Georgië en in strijd met de door de EU bemiddelde staakt-het-vuren-overeenkomst van 12 augustus 2008;

D.  overwegende dat de Russische Federatie en haar bezettingsregimes opzettelijk de veilige en waardige terugkeer belemmeren van intern ontheemden en vluchtelingen, die met geweld zijn verdreven als gevolg van etnische zuiveringen uit de door Rusland bezette Georgische regio’s Abchazië en Tsinvali/Zuid-Ossetië;

E.  overwegende dat de Russische Federatie haar “sluipende” annexatie van de bezette gebieden van Georgië voortzet, onder meer via haar voornemen een zogenaamd referendum te houden in de regio Tsinvali over de “aansluiting” bij Rusland, de overdracht van het eigendomscomplex “Bitsjvinta” en het omliggende gebied aan de Russische Federatie, alsmede de verdere integratie van de Georgische regio’s Abchazië en Tsinvali/Zuid-Ossetië in de militaire, economische, justitiële, sociale en andere sectoren van de Russische Federatie;

F.  overwegende dat aanhoudende etnische discriminatie en andere ernstige mensenrechtenschendingen ten aanzien van Georgiërs in de Russische bezette gebieden van Georgië, de oprichting van prikkeldraadversperringen en andere kunstmatige barrières, de langdurige sluiting van zogenaamde doorlaatposten langs de bezettingslijn, en de illegale opsluiting en ontvoering van Georgische burgers door de Russische bezettingstroepen de situatie in het hele land destabiliseren;

G.  overwegende dat sinds het begin van de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne duizenden Russen in Georgië zijn aangekomen om te ontsnappen aan de westerse sancties en de door Poetin opgedragen mobilisatie, evenals talrijke Wit-Russen, van wie een deel op de vlucht is voor vervolging;

H.  overwegende dat Rusland nog steeds gebruikmaakt van desinformatie, cyberaanvallen en andere hybride methoden om de maatschappelijke en institutionele veerkracht van Georgië te ondermijnen;

I.  overwegende dat Georgië blijft deelnemen aan civiele en militaire crisisbeheersingsoperaties in het kader van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid (GVDB) en 32 troepen heeft geleverd aan de militaire opleidingsmissie van de EU in de Centraal-Afrikaanse Republiek alsook één officier voor de opleidingsmissie van de EU in Mali;

J.  overwegende dat voormalig Georgisch president Micheil Saakashvili, wiens gezondheid volgens recente berichten blijft achteruitgaan , nog steeds onvoldoende zorg krijgt, waardoor wordt gevreesd voor zijn leven;

K.  overwegende dat dr. David E. Smith en zijn medewerkers in een toxicologisch rapport hebben bevestigd dat in de haar- en nagelstalen van Micheil Saakasjvili zware metalen en andere stoffen zoals kwik en arseen zijn vastgesteld, en dat veel van zijn ziekteverschijnselen te wijten zijn aan een vergiftiging met zware metalen, die de snelle verslechtering van zijn gezondheidstoestand mee verklaart;

L.  overwegende dat Georgië en de EU zich er in hun associatieovereenkomst, die sinds 1 juli 2016 van kracht is, toe hebben verbonden politieke associatie en economische integratie te bevorderen op basis van hun gemeenschappelijke waarden en de beginselen van democratie, rechtsstaat, goed bestuur, mensenrechten en fundamentele vrijheden;

M.  overwegende dat Georgië vooruitgang blijft boeken bij de tenuitvoerlegging van de associatieovereenkomst en de diepe en brede vrijhandelszone (Deep and Comprehensive Free Trade Area - DCFTA) en zich verder aanpast aan het EU-acquis en de EU-normen; overwegende dat de EU weliswaar de belangrijkste handelspartner van Georgië is, maar dat het potentieel van de samenwerking tussen de EU en Georgië nog niet volledig wordt benut;

N.  overwegende dat een aantal cruciale wetten, onder meer over de werking van de rechterlijke macht en belangrijke benoemingsprocedures, procedures voor het schaduwen van personen en de ontmanteling van de staatsinspectiedienst, door het Georgische parlement zijn gejaagd zonder de noodzakelijke raadpleging of analyse van de naleving van de normen van de EU of de Raad van Europa, zoals vermeld in het uitvoeringsverslag van de Commissie inzake de associatieovereenkomst met Georgië van 2022;

O.  overwegende dat in de overeenkomst van 19 april 2021, die werd bemiddeld door de voorzitter van de Europese Raad, werd benadrukt dat de indruk van een gepolitiseerde justitie moet worden aangepakt door middel van justitiële hervormingen, teneinde de onafhankelijkheid, transparantie en verantwoordingsplicht van het rechtsstelsel te vergroten;

P.  overwegende dat selectieve onderzoeken en vervolgingen die gericht zijn op degenen die kritiek hebben op de huidige regering, het vertrouwen van het publiek niet alleen in gerechtelijke instellingen, maar ook in de Georgische autoriteiten ondermijnen;

Q.  overwegende dat de situatie met betrekking tot de vrijheid van meningsuiting, de vrijheid van de media en de veiligheid van journalisten, die een hoeksteen vormen van een functionerende democratie, blijft verslechteren en dat Georgië in 2022 in de wereldindex voor persvrijheid is gezakt van de 60e naar de 89e plaats op 180; overwegende dat het vertrouwen van het publiek in de media in Georgië zeer laag is;

R.  overwegende dat Nika Gvaramia, directeur van tv-zender Mtavari, is veroordeeld tot drieënhalf jaar gevangenisstraf wegens dubieuze beschuldigingen van witwassen, omkoping en valsheid in geschrifte;

S.  overwegende dat anti-westerse propaganda en desinformatie de laatste tijd aanzienlijk zijn toegenomen in de media en op sociale netwerken in Georgië; overwegende dat leden van de regerende partij polariserende en vijandige taal blijven gebruiken wanneer zij verwijzen naar de EU-instellingen en hun vertegenwoordigers;

T.  overwegende dat gelijkheid tussen mannen en vrouwen een probleem blijft, zoals blijkt uit het feit dat Georgië in de mondiale genderkloofindex van het Wereld Economisch Forum voor 2021 op de 49e plaats van 154 landen en voor 2022 op de 55e plaats van 146 landen stond, hetgeen wijst op verslechteringen op het gebied van onderwijs, gezondheid en overleving en politieke empowerment; overwegende dat gendergerelateerd en huiselijk geweld alsook discriminatie van lhbtqi+-personen nog steeds aanleiding geven tot bezorgdheid;

1.  is ingenomen met het besluit van de Europese Raad om de Europese vooruitzichten van Georgië binnen zijn internationaal erkende grenzen te erkennen; merkt op dat dit besluit een duidelijk teken vormt van politieke steun voor de wens van de Georgische bevolking om lid te worden van de Unie, en vraagt Georgië dan ook met klem om deze historische kans aan te grijpen; herhaalt dat Georgië voor het verkrijgen van de status van kandidaat-lidstaat met succes werk moet maken van de twaalf kernprioriteiten die worden genoemd in het advies van de Commissie over het verzoek van Georgië om toetreding tot de Europese Unie en door de Europese Raad worden onderschreven;

2.  verzoekt de Georgische autoriteiten de hoogste normen op het gebied van democratie, de rechtsstaat, de mensenrechten en de fundamentele vrijheden te handhaven, de in het advies van de Commissie en in de overeenkomst van 19 april 2021 genoemde hervormingsprioriteiten resoluut ter harte te nemen en zo ondubbelzinnig blijk te geven van hun politieke vastberadenheid om de ambitieuze Europese aspiraties van het land, zoals verwoord in het verzoek om toetreding tot de EU dat Georgië op 3 maart 2022 heeft ingediend, te verwezenlijken; is ingenomen met de onmiddellijke stappen die Georgië heeft ondernomen om te starten met het werkproces om deze prioriteiten aan te pakken en moedigt de Georgische autoriteiten aan dit proces op inclusieve en transparante wijze te leiden; roept alle Georgische politieke krachten ertoe op constructief deel te nemen aan en bij te dragen aan deze inspanningen, en verzoekt de Georgische autoriteiten rekening te houden met de voorstellen van maatschappelijke organisaties teneinde te zorgen voor een zinvolle en geloofwaardige betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld bij besluitvormingsprocessen op alle niveaus, met name met betrekking tot deze belangrijke hervormingen; benadrukt dat het verzoek van Georgië om toe te treden tot de EU zal worden beoordeeld op basis van zijn eigen verdiensten en zijn welslagen bij het voldoen aan de criteria van Kopenhagen voor EU-lidmaatschap, in het bijzonder op het vlak van democratische hervormingen;

3.  spoort Georgië ertoe aan de nauwe samenwerking met Oekraïne en de Republiek Moldavië op alle bestuursniveaus voort te zetten, goede praktijken uit te wisselen voor het voldoen aan de EU-lidmaatschapscriteria in het kader van het toekomstige toetredingsproces, en de regionale samenwerking binnen het Oostelijk Partnerschap te stimuleren;

Territoriale integriteit en veiligheid

4.  onderstreept dat de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne om eenheid en solidariteit vraagt van de kant van de internationale gemeenschap, en beklemtoont dat dit ook van doorslaggevend belang is voor het herstel van de territoriale integriteit van Georgië, die de internationale gemeenschap in 2008 onvoldoende heeft verdedigd; is ingenomen met de overtuigde steun van de Georgische maatschappij aan Oekraïne; brengt hulde aan de soldaten van het Georgische Legioen in Oekraïne die sinds 2014 strijden tegen de Russische aanvaller; verzoekt de Georgische autoriteiten zich aan te sluiten bij de desbetreffende verklaringen van de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en bij de besluiten van de Raad, in overeenstemming met de Europese ambities van hun land; verzoekt de autoriteiten zich aan te sluiten bij de EU-sancties en ervoor te zorgen dat de internationale sancties naar aanleiding van de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne niet via Georgië worden omzeild;

5.  is bezorgd over berichten dat Russische mensen en entiteiten naar verluidt Georgië gebruiken om westerse sancties te omzeilen; verzoekt de EU instellingen deze beweringen, die in diverse verslagen voorkomen, en denkt hierbij met name aan een bericht van het Oekraïense nationale agentschap voor corruptiebestrijding (NABU) over de banden van Bidzina Ivanisjvili met Rusland; roept op tot het opleggen van persoonlijke sancties aan de heer Ivanisjvili en zijn naaste bondgenoten indien deze beschuldigingen worden bevestigd; herinnert eraan dat Oekraïne sancties heeft uitgesproken tegen een aantal familieleden van de heer Ivanisjvili en zijn naaste bondgenoten wegens hun banden met het Kremlin, en dat deze banden aan de grondslag liggen van de dubbelzinnige positie van de huidige Georgische regering ten aanzien van Rusland; is in dit verband ingenomen met de goedkeuring van het achtste pakket sancties tegen Rusland, dat een nieuw criterium bevat waarmee de EU ook sancties kan opleggen aan personen die inbreuken op het verbod op omzeiling van de sancties faciliteren;

6.  betuigt andermaal zijn volledige steun voor de soevereiniteit en territoriale integriteit van Georgië binnen zijn internationaal erkende grenzen; dringt aan op verdere inspanningen om via onderhandelingen tot een vreedzame oplossing van het conflict te komen en een einde te maken aan de Russische bezetting van Georgische grondgebied; is zich bewust van de moeilijke context, maar moedigt Georgië ertoe aan verder een constructieve dialoog op te bouwen met de bevolking van de Georgische regio’s Abchazië en Tsinvali/Zuid-Ossetië, teneinde hun vertrouwen te winnen en uitzicht te bieden op een duurzame oplossing voor het conflict; verzoekt de EU zich te blijven inzetten voor de vreedzame oplossing van het conflict tussen Rusland en Georgië en hiertoe effectief gebruik te maken van alle beschikbare instrumenten, waaronder de speciale vertegenwoordiger voor de zuidelijke Kaukasus en de crisis in Georgië, de internationale besprekingen in Genève, de mechanismen voor preventie van en respons bij incidenten, de waarnemingsmissie van de EU in Georgië, en het EU-beleid van niet-erkenning en betrokkenheid; is ingenomen met de verlenging van het mandaat van de waarnemingsmissie van de EU in Georgië tot 14 december 2024, waardoor zij haar taken, met name het stabiliseren en normaliseren van de situatie en het opbouwen van vertrouwen tussen de partijen in het conflict in een steeds meer gespannen veiligheidscontext, kan blijven vervullen;

7.  veroordeelt met klem de illegale bezetting door de Russische Federatie van de Georgische regio’s Abchazië en Tsinvali/Zuid-Ossetië en de aanhoudende illegale grensverplaatsingen in deze gebieden; spreekt zijn bezorgdheid uit over de ernstige veiligheids-, humanitaire en mensenrechtensituatie in de bezette gebieden van Georgië, en veroordeelt ten stelligste de discriminatie ten aanzien van etnische Georgiërs in de districten Gali en Achalgori, de schending van hun recht op toegang tot onderwijs in hun moedertaal, de illegale opsluitingen, ontvoeringen en beperkingen van het vrije verkeer langs de administratieve grens, en de schending van het recht van intern ontheemden en vluchtelingen die met geweld uit de bezette Georgische gebieden zijn verdreven, onder meer als gevolg van etnische zuiveringen, om veilig en waardig naar hun woonplaats terug te keren; benadrukt het belang van persoonlijke contacten en vertrouwenwekkende maatregelen tussen de gemeenschappen die door het conflict worden verdeeld;

8.  verzoekt de Russische Federatie haar internationale verplichtingen uit hoofde van de door de EU bemiddelde staakt-het-vuren-overeenkomst van 12 augustus 2008 na te komen, met name de verplichting om al haar militaire en veiligheidspersoneel uit de bezette gebieden van Georgië terug te trekken, om de instelling van internationale veiligheidsmechanismen toe te staan, en om de waarnemingsmissie van de EU in Georgië overeenkomstig haar mandaat onbelemmerde toegang tot het gehele grondgebied van Georgië te geven;

9.  benadrukt de rol van Georgië als betrouwbare veiligheidspartner van de EU door middel van zijn aanzienlijke bijdragen aan GVDB-operaties van de EU; verzoekt de Raad en de Europese Dienst voor extern optreden om verder samen te werken met Georgië in het kader van het GVDB, met name gezien het belang dat Georgië heeft bij de deelname aan projecten voor permanente gestructureerde samenwerking (PESCO-projecten) en bij meer samenwerking met de betrokken EU-agentschappen;

10.  dringt aan op meer steun voor Georgië en op een versterkt partnerschap met Georgië op het gebied van veiligheid en defensie, zoals aangegeven in het strategisch kompas van de EU, onder meer via de Europese Vredesfaciliteit; is ingenomen met de inzet en vastberadenheid van de EU om Georgië te ondersteunen bij het bestrijden van hybride bedreigingen en verheugt zich over de erkenning van de maritieme veiligheid in de Zwarte Zee als van essentieel belang voor de veiligheid van de EU;

Politieke dialoog en verkiezingen

11.  betreurt dat de Georgische politiek in de eerste plaats gekenmerkt blijft door extreme polarisatie; roept alle politieke belanghebbenden ertoe op zich te onthouden van verdeeldheid zaaiende en agressieve retoriek en hun krachten te bundelen om de centrale doelstelling van de toetreding van Georgië tot de EU middels ambitieuze hervormingen op het gebied van democratie, justitie en corruptiebestrijding niet in gevaar te brengen; benadrukt de noodzaak om het vertrouwen tussen alle politieke en institutionele belanghebbenden alsook tussen hen en de Georgische bevolking op te bouwen en te vergroten; onderstreept echter dat de regerende partij hiertoe over de meeste instrumenten beschikt en hiervoor bijgevolg de hoofdverantwoordelijkheid draagt; herhaalt dat de kernbepalingen van de dankzij de EU tot stand gekomen overeenkomst van 19 april 2021 nog altijd een weg bieden voor de versterking van de democratie en de rechtsstaat in Georgië en voor het verminderen van de polarisatie in het land, en wijst erop dat daarom wordt verwezen naar deze bepalingen in de associatieagenda tussen de EU en Georgië voor de periode 2021-2027; betreurt dat de regerende partij Georgische Droom zich uit de overeenkomst van 19 april heeft teruggetrokken, en roept alle politieke krachten ertoe op de in het kader van deze overeenkomst gedane toezeggingen na te komen; merkt op dat de beslissing van de rechtbank om de leiders van de partij Lelo voor Georgië, Mamuka Khazaradze en Badri Japaridze, te veroordelen en het gebruik van dit vonnis om Japaridze zijn parlementaire mandaat te ontnemen, duidelijk wijzen op de politisering van justitie; benadrukt dat het verklaarde voornemen om de polarisatie terug te dringen zal worden tegengesproken indien er nog andere politieke leiders worden veroordeeld;

12.  verzoekt de Georgische politieke leiders een eind te maken aan de agressieve verbale aanvallen op leden van het Europees Parlement en andere vertegenwoordigers van Euro-Atlantische partners, zoals de EU of de VS, alsook aan de ongegronde en schadelijke beweringen dat de internationale partners Georgië in de oorlog willen meesleuren; stelt bezorgd vast dat antiwesterse propaganda, desinformatie en retoriek in Georgië toenemen, en dat dit fenomeen in schril contrast staat met de onverminderde en buitengewoon grote steun van de burgers voor de Euro-Atlantische integratie van hun land;

13.  verzoekt de Georgische autoriteiten de hervorming van de nationale kieswet te voltooien, persistente problemen tijdens verkiezingscampagnes aan te pakken en toe te zien op de tijdige en met de aanbevelingen van de OVSE/het ODIHR overeenstemmende organisatie van verkiezingen met het oog op de parlementsverkiezingen in 2024, met name met betrekking tot het leggen van druk op kiezers en kandidaten door overheidsambtenaren en verkiezingsdeelnemers, de meldingen van intimidatie, dwang en het kopen van stemmen, en het misbruik van administratieve middelen tijdens de verkiezingsprocedure; is ingenomen met het feit dat de Georgische autoriteiten de ontwerpwijzigingen van de kieswet ter advies aan de OVSE/ODIHR en de Commissie van Venetië hebben voorgelegd, en verzoekt de autoriteiten de komende aanbevelingen van deze organen volledig uit te voeren voordat de ontwerpwijzigingen worden aangenomen; moedigt de Georgische autoriteiten ertoe aan de kwestie van het stemrecht van in het buitenland wonende Georgische burgers aan te pakken; betreurt de uitsluiting van de International Society for Fair Elections and Democracy (ISFED) uit de parlementaire werkgroep voor verkiezingshervormingen, en dringt erop aan dat de ISFED bij het proces wordt betrokken; herinnert de Georgische autoriteiten aan hun belofte om de kiesdrempel voor parlementsverkiezingen te verlagen;

14.  onderstreept de noodzaak om een einde te maken aan de buitensporige invloed van gevestigde belangen in het economische, politieke en openbare leven, en wijst erop dat dit één van de door de Commissie genoemde prioriteiten vormt die moeten worden aangepakt alvorens Georgië de status van kandidaat-lidstaat kan ontvangen; beveelt aan de buitensporige invloed van gevestigde belangen, met name van oligarch en voormalig premier Bidzina Ivanishvili, systematisch aan te pakken door middel van structurele en regelgevende hervormingen op verschillende gebieden van het politieke, economische en openbare leven van het land; herhaalt zijn oproep aan de Raad en de democratische partners om passende maatregelen te nemen en onder meer persoonlijke sancties op te leggen aan Ivanisjvili en alle personen die de verslechtering van het democratische politieke proces mogelijk maken en daarvoor verantwoordelijk zijn;

15.  is ingenomen met het feit dat de Commissie van Venetië is geraadpleegd over het recente wetsontwerp inzake de inperking van de invloed van oligarchen; dringt er bij het parlement van Georgië op aan terdege rekening te houden met het komende advies van de Commissie van Venetië en ervoor te zorgen dat elk wetsontwerp ter zake op het ogenblik van goedkeuring in overeenstemming is met de aanbevelingen van de Commissie van Venetië en tot doel heeft alle buitensporige invloed van gevestigde belangen in het economische, politieke en openbare leven systematisch uit de weg te ruimen;

16.  toont zich bijzonder verontrust over het toxicologisch rapport van dr. David E. Smith en zijn medewerkers, waarin staat dat veel van de ziekteverschijnselen van Micheil Saakasjvili te wijten zijn aan een vergiftiging met zware metalen, die de snelle verslechtering van zijn gezondheidstoestand mede verklaart; herhaalt dat de Georgische regering de volledige aansprakelijkheid draagt voor de gezondheid en het welzijn van de voormalige president en ter verantwoording moet worden geroepen als er hem iets zou overkomen; verzoekt de president van Georgië gebruik te maken van haar constitutionele voorrechten om deze kwestie op te lossen; verzoekt de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid zich actief in te zetten voor de vrijlating van de voormalige president; verzoekt de Georgische autoriteiten nogmaals om voormalig president Micheil Saakashvili vrij te laten en hem toe te staan gepaste medische behandeling in het buitenland te ondergaan, zij het op grond van artikel 283 van het wetboek van strafvordering van Georgië, zij het op humanitaire redenen en als een manier om de politieke polarisatie te doen afnemen;

Rechtsstaat, goed bestuur en mediavrijheid

17.  onderstreept het belang van een ambitieuze, echte en grondige hervorming van justitie op basis van een transparante en doeltreffende strategie plus actieplan voor de hervorming van het gerechtelijk apparaat voor de periode na 2021 en aan de hand van brede, inclusieve en partijoverschrijdende raadplegingen; betreurt dat de hervorming van het gerechtelijk apparaat op verschillende belangrijke gebieden tot stilstand is gekomen en zelfs is teruggelopen; verzoekt de autoriteiten de door de Commissie van Venetië vastgestelde tekortkomingen bij de benoeming van rechters op alle niveaus, in het bijzonder het Hooggerechtshof, en van de procureur-generaal aan te pakken en de procedures in kwestie volledig in overeenstemming te brengen met de Europese normen; is ingenomen met de stappen die zijn gezet om de benoeming van de procureur generaal af te stemmen op de aanbevelingen van de Commissie van Venetië; dringt aan op een dringende hervorming van de Hoge Raad van Justitie, die moet worden uitgevoerd vooraleer de resterende leden van deze raad worden benoemd, en waarvoor de procedure transparant moet zijn, op verdienste moet stoelen en in overeenstemming moet zijn met de Europese normen; benadrukt de onderling overeengekomen associatieagenda EU-Georgië 2021-2027 en de desbetreffende toezeggingen daarin van de Georgische autoriteiten, met name met betrekking tot de Hoge Raad voor de Justitie en de procureur-generaal;

18.  benadrukt dat overhaaste en niet-transparante maatregelen voor belangrijke benoemingen of institutionele veranderingen de politisering van de rechterlijke macht versterken, en dat dit probleem moet worden aangepakt; betreurt in dit verband met name dat de rechters van het Hooggerechtshof levenslang zijn benoemd vooraleer er iets is gedaan aan de door het ODIHR en de Commissie van Venetië vastgestelde tekortkomingen in het benoemingsproces en ondanks herhaalde oproepen om het benoemingsproces op te schorten en in overeenstemming te brengen met de Europese normen; herhaalt dat er als gevolg van het gebrek aan vooruitgang op het gebied van de hervorming van justitie niet is voldaan aan de voorwaarden om tegen september 2021 75 miljoen EUR aan macrofinanciële EU-steun te kunnen ontvangen; benadrukt dat alle benoemingen transparant moeten zijn en volledig in overeenstemming met de Europese normen, en moeten plaatsvinden op basis van integriteit, onafhankelijkheid, onpartijdigheid en bekwaamheid;

19.  toont zich bezorgd over de aanhoudende gijzeling van de staat en de stagnatie van de strijd tegen corruptie; herhaalt zijn oproep aan de Georgische autoriteiten om de strijd tegen corruptie en georganiseerde misdaad op te voeren; neemt kennis van de goedkeuring van de wetswijzigingen tot oprichting van een nieuw bureau voor corruptiebestrijding en verzoekt de Georgische autoriteiten deze voor advies voor te leggen aan de Commissie van Venetië, de komende aanbevelingen van de Commissie van Venetië volledig uit te voeren, met name om ervoor te zorgen dat het nieuwe corruptiebestrijdingsbureau rigoureus corruptie op hoog niveau kan aanpakken, en het bureau te voorzien van passende financiële en personele middelen om zijn mandaat volledig uit te oefenen; dringt er voorts bij de Georgische autoriteiten op aan de wettelijke normen inzake corruptiepreventie, integriteitsbeginselen en belangenconflicten in de openbare dienst te handhaven en ervoor te zorgen dat schendingen daarvan worden opgespoord;

20.  verzoekt de Georgische autoriteiten een echt onderzoek in te stellen naar de massale illegale afluisterpraktijken die in september 2021 aan het licht zijn gekomen, en waarvan onder meer het hoofd van de EU-delegatie in Georgië een doelwit was; is bezorgd over de wijzigingen van het wetboek van strafvordering van Georgië die leiden tot een toename van het aantal misdrijven waarvoor onderzoeksacties zijn toegestaan en tot een verlenging van de duur van deze acties, en merkt op dat deze wijzigingen op 7 juni 2022 zijn aangenomen door het Georgische parlement en dat de president van Georgië er op 22 juni 2022 zijn veto over heeft uitgesproken; verzoekt de Georgische autoriteiten de aanbevelingen van de Commissie van Venetië van 26 augustus 2022 op te volgen, met name om te zorgen voor een transparant en inclusief wetgevingsproces door alle relevante belanghebbenden en het gehele maatschappelijk middenveld erin op te nemen;

21.  beklemtoont de nadruk die in het advies van de Commissie werd gelegd op bestuur op verschillende niveaus, het decentralisatieproces en hervormingen van het openbaar bestuur om succesvol lokaal zelfbestuur naar Europese maatstaven tot stand te brengen en de concentratie van macht op centraal niveau te voorkomen; benadrukt de belangrijke rol van gedecentraliseerde samenwerking tussen de EU en Georgië; benadrukt het belang van verdere versterking van de administratieve capaciteit op het niveau van de centrale en lokale overheid;

22.  maakt zich ernstige zorgen over het feit dat het medialandschap en de veiligheid van journalisten voortdurend verslechteren, ondanks het solide rechtskader van Georgië om de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van de media te waarborgen; spreekt zich uit tegen de gevallen van geweld tegen, intimidatie, bedreiging en vervolging van journalisten, en tegen het groeiende aantal strafrechtelijke onderzoeken tegen mediaprofessionals en -eigenaren; verzoekt de Georgische autoriteiten om snel te reageren op en daadwerkelijk onderzoek te doen naar beschuldigingen van illegale inmenging en machtsmisbruik ten aanzien van vertegenwoordigers van de media, alsook om wetten met betrekking tot mediavrijheid, zoals de wet inzake elektronische communicatie, in overeenstemming te brengen met internationale normen en aanbevelingen van de Commissie van Venetië;

23.  verzoekt Georgië de vrijheid van de media te waarborgen, hetgeen neerkomt op redactionele onafhankelijkheid, transparante media-eigendom en pluralistische, onpartijdige en niet-discriminerende berichtgeving over politieke standpunten in de programmering door particuliere en met name publieke omroepen, en met name tijdens verkiezingscampagnes, alsook onbelemmerde toegang te garanderen tot informatie die geacht wordt openbaar te zijn, en de veiligheid, bescherming en empowerment van journalisten en andere mediaprofessionals te waarborgen; roept alle vertegenwoordigers van de Georgische autoriteiten ertoe op af te zien van het gebruik van agressieve retoriek en discriminerende behandeling ten aanzien van mediavertegenwoordigers in Georgië en in hun publieke verklaringen te pleiten voor een tolerante benadering waarbij de mensenrechten worden geëerbiedigd;

24.  verzoekt de Georgische autoriteiten een eind te maken aan politiek gemotiveerde strafzaken en de lopende strafzaken tegen mediaprofessionals en eigenaren van mediakanalen die kritiek uiten op de regering, en hun naaste familieleden, te herzien; herinnert in dit verband aan de zaak Nika Gvaramia, directeur van Mtavari TV, en aan die van de directeurs en oprichters van andere mediakanalen zoals Formula TV en Pirveli TV; uit zijn diepe bezorgdheid over het feit dat het hof van beroep van Tbilisi op 2 november 2022 de veroordeling van Nika Gvaramia op grond van dubieuze beschuldigingen heeft bevestigd, ondanks prangende vragen rond de zaak, met name betreffende de timing en de inhoud ervan; verzoekt de president van Georgië, Salome Zourabichvili, om Nika Gvaramia gratie te verlenen; herinnert aan de prioriteiten die de Commissie in haar advies van 17 juni 2022 als uitermate belangrijk heeft bestempeld, en aan haar oproep aan de Georgische autoriteiten om ervoor te zorgen dat strafrechtelijke procedures tegen media-eigenaren aan de hoogste wettelijke normen voldoen; neemt kennis van de verklaring van de ombudsman van Georgië van 7 december 2022, waarin de president van Georgië wordt verzocht gebruik te maken van het gratiemechanisme ten aanzien van Nika Gvaramia, aangezien de zaak niet gemotiveerd is en niet strookt met de fundamentele beginselen van het strafrecht; verwacht dat de Europese Dienst voor extern optreden en de EU-delegatie in Georgië alle rechtsprocessen in Georgië in verband met politiek gemotiveerde rechtszaken op de voet blijven volgen;

25.  verwacht van de Georgische regering en de Georgische autoriteiten dat zij hun verplichting om veiligheid te bieden aan degenen die beschutting zoeken tegen autoritaire regimes, ernstig nemen, dit naar aanleiding van berichten dat niet-Georgische journalisten aan de Georgische grens met intimidatie en overheidsinmenging zijn geconfronteerd;

26.  herinnert eraan dat Georgië sterk is blootgesteld aan Russische propaganda en desinformatiecampagnes; wijst op het belang van aanhoudende inspanningen ter vergroting van het verzet van de Georgische samenleving tegen dergelijke campagnes en tegen pogingen om de Georgische politiek en de publieke opinie te beïnvloeden, onder meer door het pluralisme en de onafhankelijkheid van de media te beschermen en de mediageletterdheid te verbeteren; verzoekt de EU-instellingen en -lidstaten de samenwerking met relevante Georgische instellingen te blijven versterken om Russische desinformatie en de gevolgen daarvan aan te pakken;

27.  merkt op dat Russische propaganda het totalitaire verleden en het erfgoed van totalitaire communistische leiders gebruikt als een instrument van beïnvloeding in Georgië; benadrukt dat de verheerlijking van Stalin, onder meer door de oprichting van nieuwe standbeelden, de bloedige en wrede nalatenschap van het stalinisme verdoezelt en een belediging inhoudt aan het adres van de miljoenen slachtoffers van zijn terreurbewind; prijst het maatschappelijk middenveld voor hun strijd tegen Russische desinformatie, onder meer via initiatieven zoals het Soviet Past Research Laboratory (SovLab);

Eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden

28.  hekelt het geweld tegen vreedzame deelnemers aan de optocht tijdens de Tbilisi Pride van 5 juli 2021 en tegen de journalisten die verslag uitbrachten over het evenement; veroordeelt ten stelligste het gebrek aan daadwerkelijk onderzoek naar of vervolging van diegenen die dit geweld hebben teweeggebracht; merkt op dat zes geweldplegers in april 2022 tot een gevangenisstraf van maximaal vijf jaar zijn veroordeeld, maar verzoekt het openbaar ministerie een uitgebreid en doeltreffend onderzoek te openen naar alle aanstichters en daders van het geweld in het licht van de overweldigende hoeveelheid bewijsmateriaal die is verzameld door de media, het maatschappelijk middenveld en de ombudsman van Georgië; merkt op dat de geplande evenementen voor de Tbilisi Pride 2022 binnen hebben plaatsgevonden en dat de politie tijdig heeft gereageerd en verstoring en geweldpleging door groepen die zich tegen de Pride verzetten, heeft kunnen verhinderen; dringt er bij de Georgische regering op aan het recht op vreedzame vergadering en vrijheid van meningsuiting te waarborgen, en verzoekt de Georgische autoriteiten de veiligheid van demonstranten te garanderen;

29.  verzoekt de autoriteiten toe te zien op de bescherming van de mensenrechten, met name die van vrouwen en andere kwetsbare groepen zoals de lhbtqi+-gemeenschap en etnische minderheden, de mensenrechten- en antidiscriminatiewetgeving volledig in de praktijk om te zetten en straffeloosheid voor alle mensenrechtenschendingen en in het bijzonder voor ernstige mensenrechtenschendingen effectief tegen te gaan; dringt aan op de goedkeuring van de mensenrechtenstrategie 2021-2030 en het bijbehorende actieplan; prijst de Georgische regering voor de oprichting van het comité voor coördinatie tussen agentschappen dat verantwoordelijk is voor de uitvoering van het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap, onder toezicht van de premier; verzoekt de Georgische autoriteiten om in overeenstemming met de vereisten van de Code inzake de rechten van het kind te werken aan een strategie en actieplan voor de-institutionalisering, aangezien geweld tegen kinderen in gezinsverband en in tehuizen, pleeggezinnen en onderwijsinstellingen een ernstig probleem blijft;

30.  verzoekt de Georgische autoriteiten de vertegenwoordiging en gelijke behandeling van vrouwen op alle niveaus van het politieke, economische en maatschappelijke leven verder te verbeteren en de ongelijkheid op de arbeidsmarkt en de loonkloof tussen mannen en vrouwen uit te bannen; dringt er bij de Georgische regering en de Georgische autoriteiten op aan wetgeving aan te nemen tegen gendergerelateerd geweld, huiselijk geweld en feminicide, en deze wetgeving daadwerkelijk uit te voeren, meer steun te verlenen aan overlevenden, en rehabilitatieprogramma’s voor daders en bewustmakingscampagnes op te zetten, met name op het niveau van de lokale gemeenschap;

31.  veroordeelt de aanhoudende discriminatie van lhbtqi+-groepen en -personen, onder meer op het vlak van werk, gezondheid en op sociaal en economisch vlak, alsmede het feit dat zij het doelwit zijn van ultranationalistische haatgroepen;

32.  wijst nogmaals op het belang van onafhankelijk toezicht op de overheidsinstellingen van Georgië; maakt zich in dit verband ernstig zorgen over de ontmanteling van de staatsinspectiedienst, tegen de aanbevelingen van het ODIHR in en zonder voorafgaand serieus overleg; benadrukt de positieve rol van Nino Lomjaria, de Georgische ombudsman, bij de bescherming van de mensenrechten, de bevordering van goed bestuur, de versterking van de rechtsstaat, de bescherming van de mediavrijheid en het toezicht op de coherentie van het beleid en de acties van de uitvoerende macht met de internationale mensenrechtennormen; veroordeelt de regelmatige pogingen, onder meer van de kant van de autoriteiten, om de onafhankelijkheid van de ombudsman van Georgië te ondermijnen en twijfels te doen rijzen over de integriteit van haar bureau en medewerkers; is ingenomen met de oprichting van een onafhankelijke raad voor de beoordeling van de kandidaten voor de functie van ombudsman van Georgië en verzoekt de parlementaire meerderheid onverwijld een van de drie onafhankelijke kandidaten die door deze raad zullen worden voorgedragen, te selecteren;

33.  onderstreept de cruciale rol van maatschappelijke organisaties voor wat democratisch toezicht betreft; verzoekt de Commissie en de lidstaten om het maatschappelijk middenveld en onafhankelijke media politieke, technische en financiële ondersteuning te verlenen en om kernfondsen onder het maatschappelijk middenveld te verdelen met als doel capaciteitsopbouw en expertise te stimuleren;

34.  verzoekt Georgië het gebruik te beperken van strategische rechtszaken tegen publieke participatie die zijn gericht tegen mensenrechtenactivisten en vertegenwoordigers van de media en daarbij hun kritische en onafhankelijke werk belemmeren;

35.  uit zijn bezorgdheid over het aantal Georgische asielzoekers in de EU en verzoekt de Georgische autoriteiten de samenwerking met hun Europese partners te intensiveren en verdere maatregelen te nemen om dit probleem aan te pakken;

Economische en handelsbetrekkingen

36.  is ingenomen met de positieve prestaties van Georgië op het gebied van de interne aanpassing van zijn wetgeving en de opbouw van een volledig functionerende markteconomie; dringt erop aan dat de kansen die het economisch en investeringsplan biedt, worden benut om een dynamische en weerbare economie op te bouwen die kan worden geïntegreerd in de interne markt van de EU; is voorts ingenomen met het feit dat de EU de belangrijkste handelspartner van Georgië is, aangezien ongeveer 21 % van de totale handel van Georgië met de EU plaatsvindt; verzoekt de Commissie het potentieel van de DCFTA ter vergroting van de handelsvolumes tussen de EU en Georgië te evalueren en hiertoe gecoördineerde bijstand te verlenen, met bijzondere aandacht voor kleine en middelgrote ondernemingen en structurele hervormingen, waaronder de ontwikkeling van hoogwaardige infrastructuur, zoals in Georgië gevestigde laboratoria voor de EU-certificering van sanitaire en fytosanitaire normen, en voor technische handelsbelemmeringen; is ingenomen met de kandidatuur van Georgië om toe te treden tot de gemeenschappelijke eurobetalingsruimte (SEPA);

37.  moedigt de Georgische autoriteiten ertoe aan de deelname van kleine en middelgrote ondernemingen aan de DCFTA te stimuleren, met name door de communicatie over de voor hen beschikbare mogelijkheden te vergroten, de toegang tot uitvoerfaciliteiten te verbeteren en optimaal gebruik te maken van de bestaande Commissieprogramma’s Enpard (Europees nabuurschapsprogramma voor landbouw en plattelandsontwikkeling) Georgia en EU4Business;

Sectorale samenwerking

38.  herhaalt dat de associatieovereenkomst, de DCFTA en de associatieagenda 2021-2027 een solide kader bieden om Georgië middels geleidelijke integratie in de interne markt van de EU en nauwere sectorale samenwerking dichter bij de EU te brengen;

39.  verzoekt de Commissie en de Raad een versterkte en gestructureerde politieke dialoog tot stand te brengen met Georgië en andere kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten, teneinde verdere economische integratie en harmonisatie van de wetgeving te bevorderen; is van mening dat deze dialoog in de marge van de Europese Raad ook vergaderingen met leiders van die landen moet omvatten, dat hun vertegenwoordigers regelmatig en op gestructureerde wijze moeten deelnemen aan de bijeenkomsten van de werkgroepen en commissies van de Europese Raad, en dat die landen als waarnemers moeten worden betrokken bij de activiteiten van de commissies die worden opgericht volgens artikel 291 VWEU en Verordening (EU) nr. 182/2011(4), met als doel de hervormingsgezindheid en administratieve knowhow van deze landen te versterken;

40.  onderstreept dat meer connectiviteit op het vlak van vervoer en energie en op digitaal vlak belangrijk is om het geografische en economische potentieel van Georgië ten volle te benutten op alle niveaus, met name in de kleine, middelgrote en plattelandsgemeenten;

41.  roept Georgië ertoe op zijn energiesector en connectiviteit te verbeteren en tegelijkertijd te zorgen voor milieuduurzaamheid, zich meer in te zetten voor de bestrijding van de klimaatverandering, het milieu te beschermen en met name de biodiversiteit en beschermde gebieden in stand te houden, onder meer door verdere aanpassing van de wetgeving aan het EU-acquis en het beleid van de Europese Green Deal, en door de Georgische administratie beter in staat te stellen de groene transitie mogelijk te maken;

42.  verzoekt de Georgische autoriteiten cruciale stappen te ondernemen om de transmissiesysteembeheerders voor elektriciteit en gas te ontvlechten en te certificeren, teneinde de groene transitie te versnellen en de afhankelijkheid van energie uit Rusland te vermijden, overeenkomstig het REPowerEU-plan;

43.  moedigt de Commissie, het Europees netwerk van transmissiesysteembeheerders en Georgië ertoe aan om de mogelijkheid van synchronisatie van het Georgische elektriciteitsnet met het Europese continentale net en de opneming van Georgië in het synchroon elektriciteitsnet van continentaal Europa te beoordelen;

44.  verzoekt de Georgische regering haar inspanningen op te voeren om de sociaal-economische vooruitgang te stimuleren en te ondersteunen, teneinde te zorgen voor hogere inkomens en meer regionale ontwikkeling; spreekt nogmaals zijn steun uit voor de ontwikkeling van menselijk kapitaal door het versterken van de rol van de particuliere sector bij het beheer van het beroepsonderwijs en door het aanpakken van de mismatch in vaardigheden met het oog op betere werkgelegenheidskansen;

45.  dringt er bij de Commissie, de lidstaten en Georgië op aan de samenwerking, onder meer tussen volksgezondheidsautoriteiten, inzake de bestendigheid van de volksgezondheid, onderzoeksfaciliteiten en noodhulpdiensten te vergroten, goede praktijken uit te wisselen en samen met het maatschappelijk middenveld te werken aan de vaststelling van epidemiebestrijdingsstrategieën die gericht zijn op de kwetsbaarste bevolkingsgroepen, onder wie ouderen, daklozen, seizoenarbeiders en migranten;

46.  is ingenomen met de snelle goedkeuring van de overkoepelende nationale strategie inzake de volksgezondheid van Georgië voor 2022-2030 en het bijbehorende actieplan, alsook de nieuwe strategie inzake geestelijke gezondheid voor 2022-2030 en het bijbehorende actieplan;

47.  is ingenomen met de voortdurende inspanningen van Georgië om zijn internationale samenwerking inzake rechtshandhaving met het EU-Agentschap voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) en het Agentschap van de Europese Unie voor opleiding op het gebied van rechtshandhaving (Cepol) te versterken, en over de ondertekening van een nieuwe werkregeling tussen Cepol en Georgië op 22 juni 2022, die de uitwisseling van kennis, expertise, goede praktijken en gecoördineerde benaderingen van leren zal verbeteren;

48.  is ingenomen met de goedkeuring van arbeidshervormingen en verzoekt de regering van Georgië het kader voor de bescherming van de arbeidsrechten van Georgië verder te verbeteren, onder meer door te zorgen voor een doeltreffend arbeidsinspectiesysteem met voldoende bevoegdheden, capaciteiten en middelen, de fundamentele arbeidswetgeving te verbeteren om deze volledig in overeenstemming te brengen met de normen van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) en met de EU-verordeningen, in overleg met de sociale partners en arbeidsrechtenorganisaties een minimumloon in te voeren, doeltreffende regelingen voor sociale bescherming voor werknemers te ontwikkelen en een actieplan voor de formalisering van de informele sector op te stellen;

49.  verzoekt de Commissie de totstandbrenging van een gemeenschappelijke roamingruimte tussen Georgië en de EU te ondersteunen door middel van gecoördineerde bijstand, met de nadruk op een geleidelijke verlaging van de internationale roamingtarieven tussen Georgië en de EU in overeenstemming met de EU-regelgeving, ter bescherming van de consumentenrechten, Georgië te helpen zich geleidelijk aan te passen aan het EU-acquis en bij te dragen tot het Europese integratieproces van Georgië;

50.  verzoekt de Commissie de inspanningen van Georgië om zich te positioneren als een regionale hub voor digitale connectiviteit en digitale diensten, te ondersteunen, en de digitale soevereiniteit van het land te bevorderen middels de ontwikkeling van strategische internationale connectiviteits- en digitaledienstencorridors tussen Europa en verschillende delen van Azië via Georgië; is ingenomen met de steunprogramma’s van de EU ter ondersteuning van digitalisering, zoals EU4Digital en EaP Connect, maar benadrukt ook de noodzaak van toegankelijke digitale connectiviteit, met name in plattelandsgebieden, en van de inspanningen om dit doel te bereiken; is ingenomen met het investeringsinitiatief voor snelle breedbandverbindingen voor agrarische nederzettingen; is ingenomen met de goedkeuring van de nationale strategie en het nationale actieplan inzake cyberveiligheid 2021-2024; verzoekt de Georgische autoriteiten samen te werken met de EU om de cyberveerkracht van het land te versterken in overeenstemming met de beste praktijken en wetgeving van de EU, met name de EU-richtlijn inzake de beveiliging van netwerk- en informatiesystemen(5);

51.  verzoekt de Commissie en Georgië te overwegen het aantal projecten van het trans-Europees vervoersnetwerk in Georgië te verhogen; wijst op de negatieve impact voor de veiligheid van Chinese investeringen in strategische infrastructuur; betreurt de aanhoudende vertragingen in de ontwikkeling van de diepzeehaven van Anaklia als gevolg van de annulering door de Georgische regering van de projectovereenkomst met het Anaklia Development Consortium in 2020; spreekt de hoop uit dat Georgië de bouw van de haven zal versnellen, overeenkomstig zijn strategische Euro-Atlantische streefdoelen;

52.  is ingenomen met de deelname van Georgië aan Horizon Europa, het onderzoeks- en innovatieprogramma van de EU voor 2021-2027, dat nieuwe kansen biedt voor de Georgische wetenschappelijke en innovatiegemeenschap, en verheugt zich over de toezegging van Georgië om het proces in gang te zetten om een met het Erasmus+-programma geassocieerd derde land te worden;

Institutionele bepalingen

53.  herhaalt zijn belofte om de parlementaire democratie in Georgië te ondersteunen door middel van capaciteitsontwikkeling; betreurt dat het parlement van Georgië niet is ingegaan op het voorstel van het Europees Parlement om een Jean Monnet-dialoog op te zetten;

o
o   o

54.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de regeringen en parlementen van de lidstaten, en de regering en het parlement van Georgië.

(1) PB L 261 van 30.8.2014, blz. 4.
(2) Aangenomen teksten, P9_TA(2022)0235.
(3) PB L 218 van 23.8.2022, blz. 40.
(4) Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).
(5) Richtlijn (EU) 2016/1148 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 houdende maatregelen voor een hoog gemeenschappelijk niveau van beveiliging van netwerk- en informatiesystemen in de Unie (PB L 194 van 19.7.2016, blz. 1).

Laatst bijgewerkt op: 6 maart 2023Juridische mededeling - Privacybeleid