Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2022/3001(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Kies een document :

Ingediende teksten :

RC-B9-0559/2022

Debatten :

Stemmingen :

PV 15/12/2022 - 6.5
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P9_TA(2022)0449

Aangenomen teksten
PDF 125kWORD 46k
Donderdag 15 december 2022 - Straatsburg
90 jaar na de Holodomor: de massamoord door uithongering erkennen als genocide
P9_TA(2022)0449RC-B9-0559/2022

Resolutie van het Europees Parlement van 15 december 2022 over 90 jaar na de Holodomor: de massamoord door uithongering erkennen als genocide (2022/3001(RSP))

Het Europees Parlement,

–  gezien zijn vorige resoluties over Oekraïne en Rusland, met name zijn resolutie van 23 oktober 2008 over de herdenking van de Holodomor, de kunstmatig veroorzaakte hongersnood in Oekraïne (1932-1933)(1),

–  gezien het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden,

–  gezien het VN-Verdrag inzake de voorkoming en de bestraffing van genocide, de Universele Verklaring van de rechten van de mens en andere mensenrechtenverdragen en -instrumenten van de VN,

–  gezien de gezamenlijke verklaringen over de herdenking van de Holodomor, aangenomen tijdens de plenaire zittingen van de Algemene Vergadering van de VN,

–  gezien het Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof,

–  gezien de resolutie van de Verkhovna Rada van Oekraïne van 2003 waarin de opzettelijk veroorzaakte hongersnood als een daad van genocide wordt aangemerkt, de Oekraïense wet van 28 november 2006 over de Holodomor in Oekraïne van 1932-1933, en de oproep van de Verkhovna Rada van Oekraïne van 16 november 2022 aan de parlementen van de wereld met betrekking tot de erkenning van de Holodomor van 1932-1933 als genocide op het Oekraïense volk,

–  gezien artikel 132, leden 2 en 4, van zijn Reglement,

A.  overwegende dat het VN-Verdrag inzake de voorkoming en de bestraffing van genocide een aantal daden strafbaar stelt die worden gepleegd met het doel om een bepaalde nationale, etnische, raciale of godsdienstige groepering geheel of gedeeltelijk te vernietigen; overwegende dat tot deze daden behoren het doden van leden van de groep, het toebrengen van ernstig lichamelijk of geestelijk letsel aan leden van de groep, het opzettelijk aan de groep opleggen van levensomstandigheden die op haar gehele of gedeeltelijke lichamelijke vernietiging gericht zijn, het nemen van maatregelen die tot doel hebben geboorten binnen de groep te voorkomen, en het onder dwang overbrengen van kinderen van de groep naar een andere groep;

B.  overwegende dat de Holodomor-hongersnood van 1932-1933, waarbij miljoenen Oekraïners om het leven kwamen, op cynische wijze gepland en op wrede wijze uitgevoerd werd door het Sovjetregime om het Sovjetbeleid van collectivisering van de landbouw erdoor te drukken en het Oekraïense volk en zijn nationale identiteit te onderdrukken; overwegende dat het Sovjetregime vergelijkbare wrede methoden ook in andere delen van de Sovjet-Unie, met name Kazachstan, Belarus, de Noord-Kaukasus en elders, heeft toegepast; overwegende dat de onderdrukking van de Oekraïense identiteit ook plaatsvond in de vorm van een regime van terreur tegen personen met de Oekraïense culturele identiteit;

C.  overwegende dat uit bewijsmateriaal blijkt dat het Sovjetregime met opzet graanoogsten in beslag nam en de grenzen hermetisch afsloot om te voorkomen dat Oekraïners aan de hongerdood zouden ontsnappen; overwegende dat de Sovjet-Unie in 1932 en 1933 graan uit het grondgebied van Oekraïne exporteerde terwijl de bevolking daar honger leed; overwegende dat het stelselmatig doden van - voornamelijk - bewoners van het platteland in Oekraïne in veel gevallen vergezeld ging van “agitprop”, het tot zondebok verklaren van boeren en het verantwoordelijk stellen van deze groep voor de hongersnood;

D.  overwegende dat de huidige militaire agressie van Rusland tegen Oekraïne, de vernietiging van zijn energie- en landbouwinfrastructuur, het blokkeren van de export van Oekraïens graan en het feit dat Rusland miljoenen tonnen graan heeft gestolen de vrees voor een grootschalige, opzettelijk veroorzaakte hongersnood, met name in het Globale Zuiden, dat van betaalbaar Oekraïens graan afhankelijk is, nieuw leven heeft ingeblazen;

E.  overwegende dat de internationale gemeenschap nooit een duidelijke juridische of morele evaluatie heeft uitgevoerd van de misdaden die door de Sovjets zijn gepleegd; overwegende dat de verdoezeling en verheerlijking van het totalitaire Sovjetregime en de heropleving van de Stalincult in Rusland ertoe hebben geleid dat het Rusland van nu een staatssponsor van terrorisme is geworden en zich zelf ook schuldig maakt aan terroristische activiteiten, en ertoe hebben geleid dat ook in onze tijd wederom afschuwelijke misdaden tegen het Oekraïense volk worden gepleegd, zoals de huidige “Holodomor” en de pogingen van Rusland om de bevolking van Oekraïne dood te laten vriezen door de gerichte vernietiging van de civiele energie-infrastructuur van Oekraïne gedurende de wintermaanden;

F.  overwegende dat de Holodomor in december 2022 door de parlementen of andere representatieve instellingen op staatsniveau van meer dan 20 landen erkend is als genocide of als een misdaad tegen het Oekraïense volk en tegen de menselijkheid;

G.  overwegende dat het in 2022 en 2023 negentig jaar geleden is dat de Holodomor heeft plaatsgevonden;

1.  erkent de Holodomor, de door het Sovjetregime opzettelijk veroorzaakte hongersnood in Oekraïne in 1932-1933, als genocide op de bevolking van Oekraïne, aangezien deze werd gepleegd met als doel een groep mensen te weg te vagen door welbewust levensomstandigheden te creëren die tot hun fysieke vernietiging zouden leiden;

2.  herdenkt alle slachtoffers van de Holodomor en verklaart zich solidair met het Oekraïense volk dat onder deze tragedie heeft geleden, met name met de nog levende overlevers van de Holodomor en hun families; betuigt zijn respect aan degenen die zijn overleden als gevolg van deze misdrijven van het totalitaire Sovjetregime;

3.  veroordeelt ten stelligste deze genocidale daden van het totalitaire Sovjetregime, die hebben geleid tot de dood van miljoenen Oekraïners en ernstige schade hebben toegebracht aan de fundamenten van de Oekraïense samenleving;

4.  verzoekt alle landen, met name de Russische Federatie en de andere landen die na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie zijn ontstaan, hun archieven over de kunstmatig veroorzaakte hongersnood van 1932-1933 in Oekraïne open te stellen;

5.  verzoekt alle landen en internationale organisaties die de Holodomor nog niet als genocide hebben erkend, dit alsnog te doen; verzoekt de Russische Federatie, als voornaamste opvolger van de Sovjet-Unie, de Holodomor officieel te erkennen en excuses voor die misdrijven aan te bieden;

6.  verzoekt de EU-lidstaten en derde landen om deze gebeurtenissen en andere misdaden van het Sovjetregime onder de aandacht te brengen door historische kennis erover op te nemen in onderwijs- en onderzoeksprogramma’s, teneinde soortgelijke tragedies in de toekomst te voorkomen;

7.  betreurt het feit dat de 90e herdenking van de Holodomor plaatsvindt terwijl Rusland zijn aanvalsoorlog tegen Oekraïne voortzet, de soevereiniteit en territoriale integriteit van dat land schendt, en tracht Oekraïne als natiestaat te liquideren en de identiteit en cultuur van zijn bevolking te vernietigen; hekelt bovendien het feit dat de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne een wereldwijde voedselcrisis heeft veroorzaakt, waarbij Rusland de graanvoorraden van Oekraïne vernietigt en plundert en het voor Oekraïne moeilijk blijft maken om graan uit te voeren naar de meest behoeftige landen;

8.  veroordeelt de huidige manipulatie van de historische nagedachtenis door het Russische regime met als doel het verzekeren van zijn eigen voortbestaan; herhaalt in dit verband zijn veroordeling van de gedwongen ontmanteling door de Russische autoriteiten van de mensen- en burgerrechtenorganisaties International Memorial Society en Memorial Human Rights Centre, een daad die eens te meer laat zien dat het huidige Russische regime een revisionistische ideologie aanhangt; verzoekt de EU en haar lidstaten, publieke en particuliere instellingen, en de hele civiele samenleving om alle pogingen om historische feiten te verdraaien of de publieke opinie in Europa te manipuleren door middel van onjuiste geschiedschrijving bedoeld om de ideologie en het voortbestaan van criminele regimes te ondersteunen, actief aan te kaarten en te verwerpen; verzoekt alle EU-instellingen en de lidstaten onderzoekers en maatschappelijke organisaties te helpen bij het documenteren, onderzoeken en geven van voorlichting over politieke onderdrukking en totalitaire misdrijven in de Sovjet-Unie;

9.  veroordeelt in de meest krachtige bewoordingen alle vormen van totalitarisme; betreurt dat de misdaden van het totalitaire Sovjetregime nog niet zijn geëvalueerd vanuit juridisch oogpunt, dat de daders van deze misdaden niet voor de rechter zijn gebracht, en dat de misdaden nooit duidelijk door de internationale gemeenschap zijn veroordeeld; dringt aan op een alomvattende, historische en juridische beoordeling van het Sovjetregime en op een transparant maatschappelijk debat over zijn misdaden, hetgeen van het grootste belang is voor het tot stand brengen van een gemeenschappelijk Europees historisch besef en herinnering, en derhalve voor het vergroten van de weerbaarheid van onze samenlevingen tegen de huidige bedreigingen voor de democratie; herhaalt dat de beoordeling van het Sovjetregime en een transparant maatschappelijk debat over zijn misdaden het allerbelangrijkste is voor Rusland zelf, om bewustwording bij de bevolking te creëren, de weerstand tegen desinformatie en verdraaide historische feiten te vergroten, en te voorkomen dat soortgelijke misdrijven zich herhalen;

10.  draagt de verantwoordelijke diensten van het Europees Parlement op deze resolutie onmiddellijk te vertalen in het Russische en Oekraïens;

11.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Verkhovna Rada, de president en de regering van Oekraïne, de vicevoorzitter van de Commissie / hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de Raad, de Commissie, de regeringen en parlementen van de lidstaten, de president, de regering en het parlement van de Russische Federatie, de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, de secretaris-generaal van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa, en de secretaris-generaal van de Raad van Europa.

(1) PB C 15 E van 21.1.2010, blz. 78.

Laatst bijgewerkt op: 6 maart 2023Juridische mededeling - Privacybeleid