Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2023/2648(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Kies een document :

Ingediende teksten :

RC-B9-0205/2023

Debatten :

PV 19/04/2023 - 21.1
CRE 19/04/2023 - 21.1

Stemmingen :

PV 20/04/2023 - 8.1

Aangenomen teksten :

P9_TA(2023)0114

Aangenomen teksten
PDF 119kWORD 43k
Donderdag 20 april 2023 - Straatsburg
De inperking van het recht op onderwijs en het harde optreden tegen activisten die voor onderwijsrechten opkomen in Afghanistan, waaronder het geval van Matiullah Wesa
P9_TA(2023)0114RC-B9-0205/2023

Resolutie van het Europees Parlement van 20 april 2023 over de inperking van het recht op onderwijs en het harde optreden tegen activisten die voor onderwijsrechten opkomen in Afghanistan, waaronder het geval van Matiullah Wesa (2023/2648(RSP))

Het Europees Parlement,

–  gezien zijn eerdere resoluties over Afghanistan,

–  gezien artikel 144, lid 5, en artikel 132, lid 4, van zijn Reglement,

A.  overwegende dat de Afghaanse onderwijsactivist Matiullah Wesa, die aan het hoofd staat van de organisatie PenPath, op 27 maart 2023 samen met verschillende leden van zijn familie is gearresteerd door het Taliban-regime en nog altijd vastzit zonder contact met zijn familie of de mogelijkheid de wettigheid van zijn detentie aan te vechten;

B.  overwegende dat vrouwen en meisjes sinds de machtsovername door de Taliban te maken hebben met op gender gebaseerde vervolging en een toenemende inperking van hun grondrechten, met name van het recht op onderwijs, het recht zich vrijelijk te bewegen, en het recht op werk; overwegende dat vrouwen uit vrijwel alle sectoren van het openbare leven worden geweerd;

C.  overwegende dat de Taliban plannen hebben om het nationale curriculum te herzien, moderne seculiere educatie te vervangen door religieus onderwijs, en in heel Afghanistan een netwerk van religieuze scholen op te zetten; overwegende dat Afghanistan nu het enige land ter wereld is waar vrouwen en meisjes alleen lager onderwijs mogen volgen;

1.  roept de de facto autoriteiten van Afghanistan op Matiullah Wesa en alle anderen die vanwege het uitoefenen van hun grondrechten gevangen worden gehouden, onmiddellijk en onvoorwaardelijk vrij te laten; verlangt dat hun rechten worden gerespecteerd, inclusief het recht op contact met familieleden en het recht op rechtsbijstand;

2.  verzoekt de Europese Dienst voor extern optreden en de lidstaten directe of indirecte druk op de de facto autoriteiten van Afghanistan uit te oefenen om de vrijlating te bewerkstelligen van Matiullah Wesa en andere activisten die op willekeurige gronden worden vastgehouden, waaronder Rasul Abdi Parsi, Noorayel Kaliwal en Mortaza Behboudi;

3.  betreurt de op gender gebaseerde vervolging en de vergaande uitholling van de rechten van vrouwen in Afghanistan; veroordeelt het feit dat vrouwen en meisjes geen middelbaar en universitair onderwijs mogen volgen, en het feit dat het vrouwen niet toegestaan is voor niet-gouvernementele organisaties en de VN te werken; spreekt zijn solidariteit uit met Afghaanse vrouwen en meisjes, en met al diegenen die ervoor kiezen onderwijs te blijven geven en de gevaren daarvan voor hun eigen veiligheid op de koop toe te nemen;

4.  verzoekt de de facto autoriteiten van Afghanistan de rechten en fundamentele vrijheden van vrouwen en meisjes volledig te respecteren, en hen weer toe te staan volledig, op voet van gelijkheid en betekenisvol aan het openbare leven deel te nemen;

5.  spoort de de facto autoriteiten van Afghanistan met klem aan zich aan hun eigen toezeggingen te houden en een eind te maken aan het verbod op de gelijke toegang van meisjes en vrouwen tot onderwijs; onderstreept het belang van het recht op onderwijs van alle Afghanen, in overeenstemming met internationale normen;

6.  verzoekt de EU en de lidstaten meer ondersteuning te bieden aan Afghaanse groepen die onderwijs geven aan vrouwen en meisjes, onder meer in de vorm van alternatieve onderwijsmogelijkheden, en financiering ter beschikking te stellen voor specifieke bijstandsprogramma’s, zowel online als via gemeenschapsonderwijs;

7.  wijst erop dat het belangrijk is om aan bepaalde strikte voorwaarden gekoppelde betrekkingen met de Taliban te blijven onderhouden, op basis van de vijf benchmarks voor contacten met de de facto autoriteiten zoals vastgesteld door de Raad, en om degenen die zich aan deze grove inbreuken op de rechten van meisjes en vrouwen schuldig maken verantwoordelijk te houden, waaronder middels beperkende maatregelen;

8.  verzoekt de Commissie en de lidstaten ondersteuning te geven aan het werk van de speciale rapporteur van de VN voor de mensenrechtensituatie in Afghanistan, en zich in te zetten voor verlenging en uitbreiding van zijn mandaat;

9.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de regeringen en parlementen van de lidstaten en de Verenigde Naties.

Laatst bijgewerkt op: 21 april 2023Juridische mededeling - Privacybeleid