Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2022/2199(INI)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A9-0204/2023

Ingediende teksten :

A9-0204/2023

Debatten :

PV 11/07/2023 - 18
CRE 11/07/2023 - 18

Stemmingen :

PV 12/07/2023 - 8.14
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P9_TA(2023)0285

Aangenomen teksten
PDF 179kWORD 56k
Woensdag 12 juli 2023 - Straatsburg
Commissieverslag 2022 over Albanië
P9_TA(2023)0285A9-0204/2023

Resolutie van het Europees Parlement van 12 juli 2023 over het Commissieverslag 2022 over Albanië (2022/2199(INI))

Het Europees Parlement,

–  gezien de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Albanië, anderzijds(1),

–  gezien de conclusies van de Europese Raad van 19 en 20 juni 2003 en de agenda van Thessaloniki voor de Westelijke Balkan,

–  gezien het verzoek van Albanië om toetreding tot de Europese Unie, dat op 28 april 2009 werd ingediend,

–  gezien de mededeling van de Commissie van 9 november 2010 getiteld “Advies van de Commissie betreffende het verzoek van Albanië om toetreding tot de Europese Unie” (COM(2010)0680),

–  gezien de conclusies van de Europese Raad van 26 en 27 juni 2014, met inbegrip van het besluit om Albanië de status van kandidaat voor het EU-lidmaatschap toe te kennen,

–  gezien het besluit van de Raad van 25 maart 2020 om toetredingsonderhandelingen met Albanië te openen,

–  gezien de resultaten van de eerste intergouvernementele conferentie met Albanië van 19 juli 2022 en met name de opening van toetredingsonderhandelingen met Albanië,

–  gezien de conclusies van de Europese Raad van 28 juni 2018 en van 17 en 18 oktober 2019,

–  gezien de conclusies van de Raad van 18 juni 2019, 25 maart 2020, 14 december 2021 en 13 december 2022 over uitbreiding en het stabilisatie- en associatieproces,

–  gezien de resultaten van het proces van Berlijn, dat op 28 augustus 2014 van start ging,

–  gezien de mededeling van de Commissie van 5 februari 2020 getiteld “Bevordering van het toetredingsproces – Een geloofwaardig EU-perspectief voor de Westelijke Balkan” (COM(2020)0057),

–  gezien de mededeling van de Commissie van 6 oktober 2020 getiteld “Een economisch en investeringsplan voor de Westelijke Balkan” (COM(2020)0641),

–  gezien de verklaring over de gemeenschappelijke regionale markt van 9 november 2020 en de verklaring over de groene agenda voor de Westelijke Balkan in het kader van de top van Sofia van 10 november 2020,

–  gezien het werkdocument van de diensten van de Commissie van 6 oktober 2020 getiteld “Guidelines for the Implementation of the Green Agenda for the Western Balkans” (Richtsnoeren voor de uitvoering van de groene agenda voor de Westelijke Balkan) (SWD(2020)0223),

–  gezien de verklaringen naar aanleiding van de topontmoetingen van de EU en de Westelijke Balkan op 17 mei 2018 in Sofia, 6 mei 2020 in Zagreb, 6 oktober 2021 in Brdo pri Kranju en 6 december 2022 in Tirana,

–  gezien Verordening (EU) 2021/1529 van het Europees Parlement en de Raad van 15 september 2021 tot vaststelling van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA III)(2),

–  gezien de mededeling van de Commissie van 12 oktober 2022 getiteld “Mededeling 2022 inzake het uitbreidingsbeleid van de EU” (COM(2022)0528),

–  gezien het werkdocument van de diensten van de Commissie van 12 oktober 2022 getiteld “Albania 2022 Report” (Verslag 2022 over Albanië) (SWD(2022)0332),

–  gezien de studie van de Raad van Europa van november 2021 getiteld “Beyond Definitions: a call for action against hate speech in Albania – a comprehensive study” (Voorbij definities: een oproep tot actie tegen haatzaaiende uitlatingen in Albanië – een uitgebreide studie),

–  gezien het advies van de Commissie van Venetië van 14 december 2021 inzake de verlenging van de ambtstermijn van de overgangsorganen die belast zijn met de herbeoordeling van rechters en aanklagers,

–  gezien het eindrapport van het Bureau voor Democratische Instellingen en Mensenrechten van de OVSE (ODIHR) van 26 juli 2021 getiteld “Republic of Albania - Parliamentary Elections, 25 April 2021 - ODIHR Limited Election Observation Mission Final Report” (“Republiek Albanië - Parlementaire verkiezingen, 25 april 2021 - Beperkte verkiezingsobservatiemissie van het ODIHR: eindverslag”),

–  gezien het gezamenlijk advies van de Commissie van Venetië en het ODIHR van de OVSE van 11 december 2020 inzake de wijziging van 30 juli 2020 van de Albanese grondwet en de wijziging van 5 oktober 2020 van de Albanese kieswet,

–  gezien alle overige adviezen van de Commissie van Venetië inzake Albanië,

–  gezien de verklaring over energiezekerheid en de groene transitie in de Westelijke Balkan, de overeenkomst inzake vrij verkeer en de overeenkomst inzake de erkenning van beroepskwalificaties en kwalificaties van hoger onderwijs van de negende top in het kader van het proces van Berlijn voor de Westelijke Balkan op 3 november 2022,

–  gezien Speciaal verslag 01/2022 van de Europese Rekenkamer van 10 januari 2022 getiteld “EU-steun voor de rechtsstaat in de Westelijke Balkan: ondanks inspanningen nog steeds fundamentele problemen”,

–  gezien de werkafspraken van 4 juli 2022 over de samenwerking tussen het Europees Openbaar Ministerie (EOM) en het Openbaar Ministerie van Albanië,

–  gezien de mededeling van de Commissie van 14 april 2021 over de EU-strategie voor de aanpak van georganiseerde criminaliteit (2021-2025) (COM(2021)0170),

–   gezien de mededeling van de Commissie van 24 juli 2020 getiteld “EU-actieplan 2020-2025 inzake illegale vuurwapenhandel” (COM(2020)0608),

–   gezien de corruptieperceptie-index van 2022 van Transparency International, waarin Albanië op plaats 101 van 180 landen staat,

–   gezien de wereldindex voor persvrijheid 2022 van Verslaggevers zonder grenzen, waar Albanië op plaats 103 van 180 landen staat,

–  gezien zijn resolutie van 24 oktober 2019 over de opening van toetredingsonderhandelingen met Noord-Macedonië en Albanië(3),

–  gezien zijn resolutie van 15 december 2021 over samenwerking bij de bestrijding van georganiseerde misdaad in de Westelijke Balkan(4),

–  gezien zijn resolutie van 9 maart 2022 over buitenlandse inmenging in alle democratische processen in de Europese Unie, met inbegrip van desinformatie(5),

–  gezien zijn aanbeveling van 23 november 2022 aan de Raad, de Commissie en de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid betreffende de nieuwe uitbreidingsstrategie van de EU(6),

–  gezien zijn eerdere resoluties over Albanië,

–  gezien de gezamenlijke verklaring naar aanleiding van de tweede top van het Europees Parlement en de voorzitters van de parlementen van de landen van de Westelijke Balkan van 28 juni 2021,

–  gezien artikel 54 van zijn Reglement,

–  gezien het verslag van de Commissie buitenlandse zaken (A9‑0204/2023),

A.  overwegende dat in het verleden is gebleken dat uitbreiding op basis van regels en waarden het meest doeltreffende instrument van het buitenlands beleid van de EU is en een geostrategische investering is in vrede, democratie, stabiliteit en veiligheid op lange termijn op het Europees continent;

B.  overwegende dat de Europese integratie bijdraagt aan de bevordering van fundamentele waarden, waaronder eerbiediging van de democratie, mensenrechten, de rechtsstaat en vrijheid van meningsuiting; overwegende dat de Europese integratie fundamentele hervormingen aanmoedigt en economische groei en regionale samenwerking stimuleert;

C.  overwegende dat herhaalde vertragingen in het toetredingsproces de steun van burgers voor toetreding tot de EU dreigen te ondermijnen;

D.  overwegende dat elk land op zijn eigen merites moet worden beoordeeld en dat het op voorwaarden gebaseerde toetredingsproces niet mag worden misbruikt om bilaterale geschillen te beslechten;

E.  overwegende dat de EU een gemeenschap is die gekenmerkt wordt door culturele en taalkundige diversiteit en die berust op solidariteit en wederzijds respect tussen haar volkeren;

F.  overwegende dat kwaadwillige directe en indirecte buitenlandse inmenging en desinformatie tot doel hebben tweedracht te zaaien, spanningen en geweld te veroorzaken en de hele regio te destabiliseren;

G.  overwegende dat de toekomst van Albanië en zijn burgers in de Europese Unie ligt;

H.  overwegende dat het vooruitzicht van een op verdiensten gebaseerd lidmaatschap van Albanië de politieke, economische en veiligheidsbelangen van de EU dient;

I.  overwegende dat de EU de strategische keuze van Albanië voor het lidmaatschap van de EU, waarmee de Albanese burgers uiting geven aan hun streven naar democratie en welvaart, nog altijd ten volle steunt;

J.  overwegende dat Albanië een betrouwbare partner op het gebied van buitenlands beleid is, wat onder meer blijkt uit de inzet van het land in het kader van de VN-Veiligheidsraad en binnen de NAVO; overwegende dat Albanië nog steeds een belangrijke geopolitieke bondgenoot en een betrouwbare partner is, die zich inspant om de regionale samenwerking en goede nabuurschapsbetrekkingen te bevorderen;

K.  overwegende dat de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne duidelijk maakt dat uitbreiding van de EU van cruciaal belang is om de veiligheid en stabiliteit op ons continent te waarborgen; overwegende dat deze oorlog aantoont dat het noodzakelijk is om de weerbaarheid tegen hybride oorlogvoering en kwaadaardige buitenlandse inmenging in democratische processen te versterken, en dat het daarnaast noodzakelijk is om de capaciteiten op het gebied van cyberveiligheid en cyberdefensie te vergroten en spionage en desinformatie tegen te gaan;

L.  overwegende dat het veranderende geopolitieke klimaat een nieuwe impuls heeft gegeven aan de uitbreiding;

M.  overwegende dat Albanië zich moet blijven richten op het uitvoeren van de hervormingsagenda van de EU;

N.  overwegende dat de democratische hervormingen, de rechtsstaat, de grondrechten en de naleving van de regels, waarden en normen van de EU een centrale rol spelen in het EU-toetredingsproces en een belangrijk ijkpunt vormen voor de beoordeling van de vooruitgang op weg naar toetreding tot de EU; overwegende dat elk toetredingsland gedegen en duurzame resultaten moet laten zien op het gebied van democratische veerkracht en sociaaleconomische hervormingen;

O.  overwegende dat bescherming en inclusie van personen die tot minderheden en kwetsbare groepen behoren, van cruciaal belang is voor de aspirant-lidstaten van de EU;

P.  overwegende dat Albanië zijn kiesstelsel nog niet volledig in overeenstemming heeft gebracht met de aanbevelingen van de OVSE/ODIHR en de Commissie van Venetië;

Q.  overwegende dat goede betrekkingen met de buurlanden en inclusieve regionale samenwerking onontbeerlijk zijn voor een geslaagde integratie in de EU;

R.  overwegende dat de bestrijding van corruptie op hoog niveau, kwaadwillige buitenlandse inmenging, witwaspraktijken en georganiseerde misdaad van cruciaal belang is voor de Europese veiligheid; overwegende dat de aanpak van deze kwesties van essentieel belang is voor de vooruitgang van Albanië en andere uitbreidingslanden in de richting van toetreding tot de EU, omdat hiermee het verband tussen interne en externe veiligheid wordt benadrukt;

S.  overwegende dat de EU nog altijd veruit de grootste politieke, handels- en investeringspartner van Albanië en van de hele Westelijke Balkan is; overwegende dat de EU de grootste verstrekker van financiële bijstand aan de regio is; overwegende dat de EU in de nasleep van de pandemie en de brute agressie van Rusland tegen Oekraïne aanvullende sectoroverschrijdende steun van ongekende omvang beschikbaar heeft gesteld;

T.  overwegende dat Albanië een belangrijk doelwit is als het gaat om Russische desinformatie en andere hybride aanvallen; overwegende dat Albanië zijn kritieke infrastructuur beter moet beschermen, de cyberveiligheid moet vergroten en maatregelen moet nemen om desinformatie tegen te gaan en de energietransitie te bespoedigen;

U.  overwegende dat door derden georganiseerde mis- en desinformatiecampagnes bedoeld zijn om de EU te kleineren en weg te zetten als een onbetrouwbare partner;

V.  overwegende dat Albanese burgers sinds december 2010 zonder visum naar het Schengengebied kunnen reizen en sinds 2015 kunnen deelnemen aan uitwisselingen voor studenten, academici en jongeren in het kader van het Erasmus+-programma;

W.  overwegende dat de start van de toetredingsonderhandelingen een duidelijk signaal is dat de vooruitgang die Albanië heeft geboekt wordt erkend; overwegende dat dit een nieuwe fase inluidt in de betrekkingen tussen de EU en Albanië en dat in het kader van de voorbereiding op het EU-lidmaatschap een onverdeelde inzet nodig is;

Inzet voor toetreding tot de EU

1.  is ingenomen met de vastberaden, permanente inzet van Albanië voor integratie in de EU, die een weerspiegeling vormt van de consensus onder de politieke partijen en van de overweldigende steun van de burgers hiervoor;

2.  spreekt zijn waardering uit voor de solidariteit, inzet voor goede betrekkingen met de buurlanden en regionale coördinatie, en de consequente en volledige afstemming van zijn beleid op het buitenlands en veiligheidsbeleid van de EU en de bevordering van een op regels gebaseerde internationale orde, alsook de duidelijke reactie op de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne, in die zin dat het land zich heeft aangesloten bij de beperkende maatregelen van de EU tegen Rusland en Belarus; waardeert de inspanningen van Albanië in zijn rol van niet-permanent lid van de VN-Veiligheidsraad om multilateralisme te bevorderen;

3.  is ingenomen met het feit dat de onderhandelingen met Albanië van start zijn gegaan; wijst er nogmaals op dat elk uitbreidingsland op zijn eigen merites moet worden beoordeeld en dat het tempo van het toetredingsproces moet worden bepaald aan de hand van de vooruitgang die wordt geboekt met de goede werking van de democratische instellingen, en gebaseerd moet zijn op de beginselen van de rechtsstaat, goed bestuur en grondrechten;

4.  is verheugd dat de Albanese regering haar focus blijft richten op EU-gerelateerde hervormingen en haar coördinatiestructuur voor Europese integratie en de rol van haar parlement in het proces van integratie in de EU heeft versterkt door de wetgeving ter zake te wijzigen; benadrukt dat de regering de hervormingsagenda van de EU verder moet uitwerken en in dat kader moet samenwerken met de oppositie en alle geledingen van de samenleving, onder meer via de Nationale Raad voor Europese Integratie en de Nationale Raad voor het maatschappelijk middenveld;

5.   benadrukt dat de Albanese regering en de EU moeten werken aan versterking van de transparantie, de verantwoordingsplicht en de inclusiviteit van het toetredingsproces, ook wat de rol van het parlement betreft, door inclusieve participatie te bevorderen om daarmee het vertrouwen van de burgers te winnen en door het maatschappelijk middenveld en de media te betrekken bij het democratisch bestuur en de beleidsdialoog; wijst erop dat deze actoren als legitieme partners op doeltreffende wijze bij het proces van integratie in de EU en bij andere vormen van raadpleging betrokken dienen te worden;

6.  dringt er bij de Albanese regering op aan meer inspanningen te leveren om de werking van de rechtsstaat en het gerechtelijk apparaat te verbeteren, corruptie en georganiseerde misdaad aan te pakken, de vrijheid van de media te garanderen, het maatschappelijk middenveld meer invloed te geven, de grondrechten en de rechten van minderheden, waaronder de lhbtiq+-gemeenschap, te waarborgen en nauwer samen te werken met de EU-instellingen;

7.  spoort de beleidsmakers van Albanië ertoe aan vaart te zetten achter de hervormingen die de eerste langverwachte intergouvernementele conferentie en een succesvolle start van het screeningproces mogelijk hebben gemaakt, gestage en aantoonbare vooruitgang te blijven boeken bij het waarborgen van de democratie, de rechtsstaat en de grondrechten, en tegelijkertijd een consistente afstemming op het EU-beleid te waarborgen;

8.  dringt er bij de besluitvormers op aan de handen in elkaar te slaan om uiterlijk in 2030 aan de lidmaatschapscriteria te voldoen; wijst erop dat kandidaat-lidstaten in de periode van toetredingsonderhandelingen aanzienlijke hervormingen moeten doorvoeren om aan de lidmaatschapscriteria te voldoen;

9.  spreekt zijn bezorgdheid uit over de nodeloze vertragingen in het kader van het toetredingsproces, die de geloofwaardigheid van de EU, het engagement van de landen van de Westelijke Balkan en het draagvlak voor het EU-lidmaatschap in de landen van de Westelijke Balkan ondermijnen;

10.  moedigt de Commissie aan meer vaart te zetten achter haar sectoroverschrijdende steun om de uitbreidingslanden op één lijn te brengen met het EU-beleid op de gebieden economie en eengemaakte markt, energie en vervoer, sociaal beleid, onderwijs, digitalisering, onderzoek en innovatie, landbouw en plattelandsontwikkeling, justitie en binnenlandse zaken, civiele bescherming, buitenlandse zaken en veiligheid en defensie, waaronder cyberbeveiliging;

Democratie en de rechtsstaat

11.  wijst erop dat de rechtsstaat en institutionele integriteit de basis vormen van democratische hervormingen, maatschappelijke veerkracht en sociaaleconomische cohesie;

12.  prijst Albanië voor de vooruitgang die het heeft geboekt en de inzet die het heeft getoond met betrekking tot de uitvoering van omvattende justitiële hervormingen, die de onafhankelijkheid, transparantie, efficiëntie, verantwoordingsplicht van en het vertrouwen van het publiek in het Albanese rechtsstelsel zullen versterken;

13.  spoort Albanië aan meer maatregelen te nemen om de hernieuwde screening van rechters en openbare aanklagers af te ronden en de bijkomende gevolgen daarvan te verzachten, met name door vacatures op te vullen, de achterstand bij de behandeling van rechtszaken weg te werken en de efficiëntie van rechterlijke instanties te verbeteren in het kader van de nieuwe routekaart voor de rechterlijke macht, waarbij moet worden gezorgd voor universele toegang tot de rechter door middel van horizontale maatregelen en rekening moet worden gehouden met de sociaaleconomische omstandigheden van kwetsbare groepen;

14.  roept de Albanese regering op de operationele capaciteit van de rechterlijke macht, met inbegrip van het Hooggerechtshof, de inspecteur-generaal van justitie en de opleiding voor magistraten, te vergroten zodat kan worden voldaan aan de vraag naar gekwalificeerde rechters om het aanzienlijke aantal achterstallige zaken weg te werken; herinnert eraan dat er behoefte bestaat aan doeltreffende mechanismen die gericht zijn op het voorkomen en vervolgen van corruptie en crimineel gedrag binnen de rechterlijke macht via verantwoordelijke, onafhankelijke en volledig functionele justitiële en bestuursinstellingen;

15.  betreurt de voortdurende politieke conflicten, ontwrichtende acties en opruiende retoriek van hooggeplaatste politici en ambtenaren, alsmede de inbreuken op het reglement van orde van het parlement; uit zijn bezorgdheid over het feit dat de parlementaire toezichthoudende rol van de oppositie steeds verder wordt verkleind en dat geweigerd wordt om parlementaire onderzoekscommissies in te stellen; benadrukt dat hervormingen een gezamenlijke politieke en maatschappelijke verantwoordelijkheid zijn; dringt er bij de politieke actoren op aan zich meer in te zetten voor de dialoog, en de democratische instellingen en procedures te versterken door middel van constructieve betrokkenheid tussen en binnen partijen, wederzijds respect, breed overleg met het maatschappelijk middenveld en transparante besluitvorming; benadrukt dat het belangrijk is een constructieve parlementaire cultuur op te bouwen door te streven naar consensus tussen alle politieke actoren en de rechten en verantwoordelijkheden van de oppositie te waarborgen;

16.  wijst erop dat de capaciteit voor parlementair toezicht moet worden versterkt, dat de governance moet worden verbeterd en dat pluralisme moet worden bevorderd en dat er in dat kader onder meer gewerkt moet worden aan verdere digitalisering en een grotere transparantie;

17.  betreurt dat de belangrijkste politieke partijen er niet in zijn geslaagd een akkoord te bereiken over de hervorming van het kiesstelsel; roept de Albanese autoriteiten op om de resterende wijzigingen van de kieswet en de regels voor partijfinanciering zo snel mogelijk en ruim voor de parlementsverkiezingen van 2025 door te voeren, overeenkomstig de aanbevelingen van de OVSE/ODIHR en de Commissie van Venetië; roept de autoriteiten op om de vrijheid van vereniging, ook van politieke partijen, en de vrijheid om zich verkiesbaar te stellen, ook voor alle minderheden en alle geledingen van de oppositie, zonder inmenging van de staat of anderszins, te waarborgen door de toegankelijkheid en integriteit van de verkiezingen verder te verbeteren en door het kopen van stemmen en misbruik van administratieve middelen te voorkomen, onder meer door middel van digitalisering, gegevensbescherming en gelijke toegang tot de media, teneinde een eerlijk, open en transparant verkiezingsproces te waarborgen;

18.  vindt het belangrijk dat onafhankelijke organen en agentschappen passende financiering ontvangen en op onpartijdige wijze functioneren en dat hun besluiten en aanbevelingen op consistente wijze worden uitgevoerd;

19.  neemt met betrekking tot zaken waarbij sprake is van corruptie en georganiseerde misdaad, met inbegrip van milieu-, cyber- en aan illegale handel verwante delicten, kennis van de vooruitgang die wordt geboekt en kijkt uit naar systematische verbeteringen en concrete resultaten op het gebied van preventie, proactief onderzoek, vervolging en niet-selectieve definitieve veroordelingen;

20.  is verheugd over de resultaten die zijn behaald door de versterkte gespecialiseerde structuur voor corruptiebestrijding en georganiseerde misdaad (SPAK); dringt er bij de Albanese autoriteiten op aan de samenwerking met het nationale onderzoeksbureau (NBI) en met de agentschappen van de EU en haar lidstaten in de strijd tegen georganiseerde misdaad en straffeloosheid te verbeteren;

21.  wijst erop dat beter gestructureerde en consistentere inspanningen, met inbegrip van voldoende middelen, instrumenten en vaardigheden, nodig zijn om corruptie te bestrijden, ook op hoog niveau; benadrukt dat een einde moet worden gemaakt aan de cultuur van straffeloosheid;

22.  dringt erop aan dat er verder wordt gewerkt aan de totstandbrenging van een alomvattend, efficiënt, goed gecoördineerd openbaar bestuur dat ook verantwoording aflegt; dringt aan op een beter toezicht op de activa van ambtenaren omdat dit kan bijdragen aan de uitbanning van corruptie uit alle geledingen van het openbare leven;

23.  wijst op de noodzaak om een degelijke staat van dienst op te bouwen op het gebied van corruptiezaken en door te gaan met de inbeslagneming, confiscatie en invordering van criminele bezittingen afkomstig van strafbare feiten in verband met corruptie en georganiseerde misdaad, onder meer door wetgeving vast te stellen gericht op de aanpak van ongerechtvaardigde verrijking, digitalisering van transacties en uitgebreidere bevriezing en confiscatie van illegale bezittingen;

24.  pleit voor verdere hervorming van het politieel apparaat, om de integriteit en professionaliteit van de politie en de volledige naleving van de internationale mensenrechtennormen te waarborgen;

25.  onderkent de bijdrage van maatschappelijke organisaties en de media in de strijd tegen corruptie; benadrukt dat het belangrijk is om hen op doeltreffende wijze bij raadplegingsmechanismen te betrekken als legitieme partners in dit proces;

26.  is voorstander van het schrappen van bepalingen uit het wetsontwerp betreffende fiscale en strafrechtelijke amnestie en de voorgestelde burgerschapsregeling voor investeerders (“gouden paspoort”), die onverenigbaar zijn met de normen en het visumbeleid van de EU en die risico’s kunnen opleveren op het gebied van veiligheid, witwassen van geld, belastingontduiking, corruptie en georganiseerde misdaad; neemt in dit verband kennis van de aangekondigde opschorting van de burgerschapsregeling voor investeerders en van het voornemen van de Albanese regering om advies van de EU in te winnen over de herziening van het wetsontwerp inzake fiscale en strafrechtelijke amnestie;

27.  verzoekt de Albanese autoriteiten zich te richten op de modernisering van het belastingstelsel en van de belastingdienst, met inbegrip van de openbaarmaking van vermogen en naleving van de regelgeving, de antiwitwascontroles aan te scherpen en een bureau voor de ontneming van vermogensbestanddelen op te richten; verzoekt de autoriteiten mogelijke strafbare feiten in verband met de EU-begroting te vervolgen in het kader van de werkafspraken over de samenwerking tussen het EOM en het Openbaar Ministerie van Albanië; roept de landen van de Westelijke Balkan op om de justitiële samenwerking met de EU in strafzaken binnen het kader van de werkafspraken met de EPPO te versterken, teneinde het doeltreffend onderzoeken en vervolgen van misbruik van EU-middelen te vergemakkelijken, onder meer door het detacheren van nationale verbindingsfunctionarissen bij het EOM;

28.  wijst nadrukkelijk op de verplichting van de autoriteiten om te zorgen voor transparantie en concurrentie bij procedures in verband met openbare aanbestedingen, overheidscontracten, privatisering, staatssteun en concessies; benadrukt dat de waarborgen, de transparantie en de voorwaarden in het kader van het proces voor het screenen van strategische buitenlandse investeringen moeten worden versterkt en dat gevallen van corruptie, fraude, ambtsmisbruik en witwassen moeten worden vervolgd, terwijl tegelijkertijd belastingontduiking, illegale bouw en het omzeilen van sancties moeten worden bestreden; herinnert eraan dat procedures voor de gunning van contracten voor infrastructuurprojecten, onder meer in en rondom de haven van Durrës, moeten voldoen aan de EU-normen inzake overheidsopdrachten die zijn opgenomen in de stabilisatie- en associatieovereenkomst;

29.  prijst de internationale samenwerking en roept ertoe op deze voort te zetten, en dringt voorts aan op verdere maatregelen om transnationale criminele netwerken te ontmantelen, in het kader van een versterkte samenwerking met de agentschappen van de EU op het gebied van justitie en binnenlandse zaken, zoals Europol, Eurojust en Frontex, met inbegrip van een intensiever optreden tegen de productie van en de georganiseerde handel in drugs en illegale wapens, alsmede tegen de mensenhandel; spoort de Albanese autoriteiten ertoe aan de binnenlandse operationele capaciteit en de capaciteit om vermogensbestanddelen te ontnemen te versterken; wijst erop dat de bestrijding van cybercriminaliteit, mensenhandel en witwaspraktijken meer resultaat moet opleveren;

30.  wijst op de cruciale bijdrage van Albanië aan de bescherming van de buitengrenzen van de EU en de preventie van grensoverschrijdende criminaliteit; is ingenomen met de doeltreffende internationale onderzoeken en Europese politieoperaties ter bestrijding van de mensenhandel en de handel in drugs en vuurwapens en van onlinefraude en terroristische dreigingen;

31.  wijst erop dat de illegale handel in handvuurwapens en lichte wapens moet worden bestreden, omdat Albanië op dit gebied zowel een bestemmingsland als een doorvoerland is;

32.  moedigt Albanië aan meer inspanningen te leveren om het aantal ongegronde asielaanvragen van zijn onderdanen omlaag te brengen en zijn visumbeleid verder af te stemmen op de EU-lijst van visumplichtige derde landen;

33.  veroordeelt kwaadwillige buitenlandse inmenging en hybride aanvallen, onder meer via informatiemanipulatie- en desinformatiecampagnes, het aanzetten tot radicalisering en cyberaanvallen tegen Albanese burgers en kritieke infrastructuur, activiteiten die erop gericht zijn het land te destabiliseren en de EU in een kwaad daglicht te stellen; verzoekt de Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden om de coördinatie te verbeteren en de Albanese autoriteiten bij te blijven staan bij het doorvoeren van maatregelen om de weerbaarheid van het land tegen dergelijke bedreigingen aanzienlijk te versterken door middel van verbetering van de digitale veiligheid, gegevensbescherming en cyberdefensievermogens, in nauwe samenwerking met de NAVO; wijst erop dat het belangrijk is dat de nationale strategie inzake cyberbeveiliging op doeltreffende wijze wordt uitgevoerd en gehandhaafd;

34.  veroordeelt het ongeoorloofde gebruik van privégegevens van burgers, onder meer door politieke partijen, en roept de autoriteiten op met spoed maatregelen te nemen om datalekken te voorkomen en de afstemming van de Albanese wetgeving op het EU-acquis op het gebied van de bescherming van persoonsgegevens te versnellen;

Fundamentele vrijheden en mensenrechten

35.  neemt kennis van de juridische stappen die zijn genomen om discriminatie van minderheden uit te bannen en dringt aan op het nemen van concrete maatregelen om de integratie van lhbtiq+’ers, Roma, Balkan-Egyptenaren en alle andere etnische en culturele minderheden te waarborgen; dringt er bij de autoriteiten op aan om de intersectionele discriminatie waarmee deze groepen te maken hebben aan te pakken door middel van een systematische institutionele aanpak op alle gebieden van het sociale, economische en politieke leven en om ervoor te zorgen dat schendingen van hun rechten snel worden onderzocht;

36.  uit zijn bezorgdheid over de arrestatie van de nieuwe burgemeester van Chimara, Freddy Beleris, in de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen in mei, waardoor niet alleen het vermoeden van onschuld werd geschonden, maar de verkozen burgemeester bovendien werd verhinderd zijn ambt op te nemen, aangezien hij nog steeds gevangen zit; benadrukt dat deze kwestie verband houdt met de algemene eerbiediging van de grondrechten, de hangende kwestie van de eigendommen van leden van de Griekse etnische minderheid op gemeentelijk vlak en de beschuldigingen van inmenging door de staat;

37.  roept de autoriteiten op te blijven samenwerken met organisaties die de Romagemeenschappen en de gemeenschappen van Balkan-Egyptenaren vertegenwoordigen, om het welzijn van deze gemeenschappen en hun integratie in de samenleving te waarborgen;

38.  roept de autoriteiten op om een dialoog aan te gaan met maatschappelijke organisaties die zich inzetten voor de bescherming van de rechten van de lhbtiq+-gemeenschap en te zorgen voor de vaststelling van een rechtskader en van wetgeving die de inclusie en bescherming van de leden van deze gemeenschap waarborgt;

39.  dringt er bij de autoriteiten op aan meer te doen om gendergerelateerd geweld te bestrijden, de bescherming van kinderen te verbeteren, wetgeving inzake de rechten van minderheden vast te stellen en uit te voeren, met name de wetgeving inzake de zelfidentificatie van nationale minderheden en het gebruik van minderheidstalen die nog in behandeling is, en een volkstelling uit te voeren die volledig in overeenstemming is met de EU-normen; benadrukt dat de rechten met betrekking tot eigendom en landregistratie moeten worden geconsolideerd en dat de teruggave van onteigende eigendommen goed moet worden geregeld, evenals de toekenning van compensatie hiervoor;

40.  dringt er bij de autoriteiten op aan inclusief onderwijs te garanderen door onmiddellijk maatregelen te nemen om een einde te maken aan de segregatie van Roma- en Egyptische schoolkinderen, overeenkomstig de jurisprudentie van het Europees Hof voor de rechten van de mens; roept de autoriteiten op meer maatregelen te nemen ter bestrijding van de seksuele uitbuiting van kinderen online;

41.  dringt er bij de Albanese autoriteiten op aan meer inspanningen te leveren om gendergelijkheid en vrouwenrechten te bevorderen, onder meer door prioriteit te geven aan gendermainstreaming, nauwer samen te werken met vrouwenorganisaties en het evenwicht tussen mannen en vrouwen op de arbeidsmarkt te verbeteren;

42.  roept de Albanese wetgevers op stappen te ondernemen om ervoor te zorgen dat vrouwen op alle besluitvormingsposities adequaat vertegenwoordigd zijn; is in dit verband verheugd dat de huidige regering voor het eerst wordt gevormd door een kabinet met een vrouwelijke meerderheid; roept de autoriteiten op de gebrekkige toepassing van de rechten van vrouwelijke werknemers verder aan te pakken, evenals genderstereotypering, het gebrek aan evenwicht tussen mannen en vrouwen en de loonverschillen tussen mannen en vrouwen op de arbeidsmarkt; wijst op aanzienlijke genderverschillen, zoals de lagere participatie van vrouwen op de arbeidsmarkt; benadrukt dat er een einde moet komen aan discriminatie in wettelijke bepalingen met betrekking tot zwangerschapsverlof en dat de capaciteit voor kinderopvang en voorschoolse opvang moet worden verbeterd;

43.  wijst op de vooruitgang die is geboekt bij de uitvoering van het Verdrag van Istanbul; is verheugd over het eerste rapport van Albanië over dit onderwerp en roept de autoriteiten op om de preventie van en de respons op seksueel en gendergerelateerd geweld en vrouwenmoord te verbeteren en de steun aan slachtoffers te versterken; herinnert eraan dat er dringend meer middelen moeten worden uitgetrokken voor de uitvoering van de bepalingen van het Verdrag van Istanbul, dat vrouwen zich beter bewust moeten worden van hun rechten, dat de preventie moet worden verbeterd en dat slachtoffers van huiselijk en online misbruik beter moeten worden ondersteund;

44.  verwelkomt het actieplan 2021-2027 voor lhbti’ers in Albanië en dringt aan op de tenuitvoerlegging van dat plan; is verheugd over het succes van de 11e Tirana Pride-parade in 2022; roept de autoriteiten op wetgeving aan te nemen op het gebied van de erkenning van genderidentiteit en partnerschappen en/of huwelijken tussen personen van hetzelfde geslacht; spreekt zijn ernstige bezorgdheid uit over de discriminatie van lhbtiq+’ers op het gebied van toegang tot gezondheidszorg, onderwijs, justitie, werkgelegenheid en huisvesting; betreurt dat lhbtiq+’ers vaak het doelwit zijn van fysieke agressie en haatzaaien;

45.  betreurt dat er maar weinig vooruitgang wordt geboekt op het gebied van de rechten van personen met een handicap; dringt erop aan dat het facultatieve protocol bij het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap wordt geratificeerd en dit verdrag volledig in de nationale wetgeving wordt omgezet; dringt aan op voldoende financiering voor het nationale actieplan voor personen met een handicap voor de periode 2021-2025;

46.  benadrukt dat het belangrijk is om discriminatie en geweld aan te pakken, belemmeringen voor de sociaaleconomische integratie weg te nemen, de werkgelegenheid te bevorderen en ervoor te zorgen dat mensen met een handicap kunnen stemmen;

47.  wijst erop dat het recht op vrijheid van vreedzame vergadering moet worden gewaarborgd en voor iedereen moet gelden; wijst erop dat beschuldigingen van wangedrag door de politie en van het gebruik van buitenproportioneel geweld door de politie moeten worden onderzocht en dat de daders voor de rechter moeten worden gebracht;

48.  benadrukt dat de detentieomstandigheden verder moeten worden verbeterd overeenkomstig de aanbeveling van het Europees Comité inzake de voorkoming van foltering en onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing;

49.  betreurt dat er onvoldoende vooruitgang is geboekt met betrekking tot institutionele transparantie en dat de situatie op het gebied van de vrijheid van meningsuiting en de persvrijheid verslechtert; benadrukt dat de Albanese regering en de politieke leiders ervoor moeten zorgen dat deze vrijheden in de praktijk kunnen worden uitgeoefend;

50.  veroordeelt pogingen om verslaggevers in diskrediet te brengen en willekeurig publieke informatie achter te houden, bijvoorbeeld door journalisten de toegang tot persconferenties van de regering te ontzeggen, evenals het niet waarborgen van de veiligheid van journalisten en mediakanalen; veroordeelt alle vormen van geweld tegen journalisten;

51.  spoort de Albanese regering aan de verslaggeving over en de controle op haar werkzaamheden via formele kanalen, zoals persconferenties en interviews, te verbeteren en ervoor te zorgen dat journalisten gelijkwaardige, rechtstreekse en transparante toegang hebben tot officiële bronnen;

52.  dringt er bij de autoriteiten op aan onmiddellijk actie te ondernemen tegen politieke en economische inmenging in de media en een einde te maken aan verbale aanvallen, lastercampagnes en intimidatie van journalisten, met name journalisten die over rechtsstaatkwesties berichten, omdat dit de kwaliteit van de journalistiek, de onafhankelijkheid van de media en het vermogen van journalisten om kwesties van openbaar belang onder de aandacht te brengen, ondermijnt;

53.  roept de autoriteiten op om een wettelijk kader vast te stellen dat journalisten, mensenrechtenactivisten en andere belanghebbenden beschermt tegen strategische rechtszaken tegen publieke participatie (SLAPP’s);

54.  spreekt zijn bezorgdheid uit over de continue opruiende uitlatingen, onder meer van hooggeplaatste politici, overheidsfunctionarissen en andere publieke figuren; dringt erop aan dat onderzoek wordt gedaan naar alle aanvallen op kritische media en dat degenen die zich schuldig hebben gemaakt aan aanvallen op journalisten door de autoriteiten voor de rechter worden gebracht;

55.  veroordeelt alle pogingen om door middel van regelgeving de politieke controle over media-instellingen te vergroten; is in dit verband verheugd over de intrekking van het ontwerp van antismaadwetgeving, overeenkomstig de aanbevelingen van de Commissie van Venetië;

56.  dringt er bij de Albanese regering op aan de onafhankelijkheid van de publieke omroep en de regelgevende instantie voor de media te waarborgen, alsook de transparantie op het gebied van media-eigendom, financiering en overheidsreclame; betreurt dat de meeste Albanese media geen duurzame bedrijfsmodellen hanteren en dat hun financiering niet transparant is;

57.  dringt er bij de autoriteiten en het maatschappelijk middenveld op aan samen te werken om desinformatie en manipulatieve berichtgeving tegen te gaan door mediageletterdheid te bevorderen, een gunstig klimaat voor onafhankelijke media te scheppen en de arbeids- en sociale rechten van journalisten te verbeteren;

58.  roept de EU op te helpen bij het coördineren van regionale inspanningen om desinformatie te bestrijden door relevante belanghebbenden hierbij te betrekken, het overleg op dit gebied te stimuleren en het uitvoeren van onderzoek en analyses te bevorderen om desinformatie tegen te gaan met op feiten gebaseerde antwoorden; roept de Europese Dienst voor extern optreden op om proactief te werken aan de geloofwaardigheid van de EU in de regio en de StratCom-monitoring uit te breiden tot grensoverschrijdende desinformatiedreigingen die uitgaan van de landen van de westelijke Balkan en hun buurlanden;

59.  is positief over de werkzaamheden van de Alliantie voor ethische media in Albanië met betrekking tot de toepassing van de ethische code voor journalisten; roept de leden van de Vereniging van beroepsjournalisten van Albanië op om de hoogste journalistieke normen in acht te nemen, met name door zich aan te sluiten bij het Journalism Trust Initiative van Verslaggevers zonder grenzen;

60.  benadrukt dat het belangrijk is om het maatschappelijk middenveld structureel te betrekken bij besluitvormingsprocessen en het integratieproces van de EU op nationaal en lokaal bestuursniveau, onder meer via de Nationale Raad voor het maatschappelijk middenveld en het Open Government Partnership, en roept de Albanese regering op om beter gebruik te maken van deze platforms; dringt er bij alle politieke actoren en autoriteiten op aan een einde te maken aan en hun veroordeling uit te spreken over haatzaaiende taal, lastercampagnes tegen en intimidatie van onafhankelijke maatschappelijke organisaties en mensenrechtenactivisten, en ervoor te zorgen dat de daders voor de rechter worden gebracht;

61.  dringt aan op herziening van de bepalingen van de wet inzake de registratie van non-profitorganisaties (npo’s) die de vrijheid van meningsuiting en vereniging ondermijnen; is met name bezorgd over de zeer onevenredige boetes voor administratieve overtredingen door npo’s; is verheugd over de zelfregulerende gedragscode voor npo’s en stelt voor om de elektronische registratie van maatschappelijke organisaties te vereenvoudigen;

Regionale samenwerking en goede nabuurschapsbetrekkingen

62.  is verheugd over de continue dialoog tussen Albanië met zijn buurlanden om te zorgen voor goede nabuurschapsbetrekkingen en regionale samenwerking, die van essentieel belang zijn voor het uitbreidingsproces en het stabilisatie- en associatieproces; prijst de constructieve betrokkenheid van Albanië bij inclusieve regionale en grensoverschrijdende samenwerkingsinitiatieven; is verheugd over de concrete akkoorden die in het kader van het proces van Berlijn zijn bereikt met betrekking tot vrij verkeer en de wederzijdse erkenning van kwalificaties, en dringt aan op de spoedige tenuitvoerlegging daarvan; spreekt zijn waardering uit voor de vooruitgang die is geboekt in het kader van de top tussen de EU en de Westelijke Balkan in Tirana, de allereerste top in zijn soort in de regio;

63.  benadrukt dat het van belang is optimaal gebruik te maken van de bestaande regionale en intergouvernementele initiatieven, met name het Adriatisch-Ionische initiatief, het Midden-Europese initiatief, de EU-strategie voor de Adriatisch-Ionische regio en het proces van Berlijn, en daartussen synergieën tot stand te brengen;

64.  prijst Albanië voor het spelen van een cruciale rol bij het bevorderen van stabiliteit en samenwerking op de Westelijke Balkan, onder meer door zijn deelname aan door de EU en de NAVO geleide missies en operaties;

65.  is ingenomen met de steunmaatregel voor de medische taskforce voor de Balkan ten bedrage van 6 miljoen EUR uit hoofde van de Europese Vredesfaciliteit, waarmee de nodige uitrusting en voorraden worden aangeschaft voor de medische eenheden van de strijdkrachten van Albanië, Bosnië en Herzegovina, Montenegro, Noord-Macedonië en Servië;

66.  wijst op de noodzaak om het proces van het vrijgeven van dossiers uit het communistische tijdperk te voltooien en deze dossiers toegankelijk te maken voor onderzoekers en het bredere publiek om gerechtigheid en verzoening te bevorderen, recht te doen aan slachtoffers en overlevenden, en hun families schadeloos te stellen;

Sociaal-economische hervormingen

67.  dringt er bij de autoriteiten op aan door te gaan met de structurele hervormingen in het kader van het economische hervormingsprogramma 2023-2025 en duurzaam herstel en inclusieve groei mogelijk te maken door middel van beter beheer en een betere governance van de overheidsfinanciën, waarborging van de rechtsstaat, digitalisering en toegankelijkheid, vermindering van sociale uitsluiting, formalisering van de economie en verbetering van onderwijs en gezondheidszorg; dringt aan op verdere inspanningen op het gebied van bijscholing, verbetering van de arbeidsomstandigheden, een zinvolle sociale dialoog en collectieve onderhandelingen;

68.  benadrukt dat het belangrijk is jongeren meer zeggenschap te geven en de jongere Albanese generaties meer kansen te bieden; neemt kennis van de opstelling van een actieplan voor de uitvoering van de jongerengarantie in de Westelijke Balkan; moedigt het doen van meer investeringen in onderzoek en innovatie aan om de braindrain van onderzoekers en jongeren tegen te gaan;

69.  roept de autoriteiten op om het risico van sociale uitsluiting en armoede te verlagen door de toegang tot sociale, onderwijs- en gezondheidsdiensten te verbeteren, met name voor mensen uit de Roma-, Egyptische en lhbtiq+-gemeenschappen alsook voor andere minderheden en kwetsbare groepen;

70.  benadrukt dat de substantiële EU-steun in het kader van IPA III en het investeringskader voor de Westelijke Balkan bijdraagt aan het doorvoeren van ingrijpende hervormingen; wijst op de rol van het economisch en investeringsplan voor de Westelijke Balkan en de bijbehorende vlaggenschipprojecten; herinnert eraan dat, overeenkomstig de voorwaarden van IPA III, de financiering moet worden verlaagd of opgeschort in geval van achteruitgang of ongegronde vertragingen in het proces van hervormingen, met name op het gebied van democratie, grondrechten en de rechtsstaat;

Energie, milieu, duurzame ontwikkeling en connectiviteit

71.  is verheugd over de stappen die Albanië heeft ondernomen om de energietransitie en de energiediversificatie naar wind- en zonne-energie te versnellen, en roept de autoriteiten op om te waarborgen dat de duurzaamheid in verband met de opwekking van elektriciteit uit waterkracht wordt gewaarborgd; juicht in dit verband de snelle invoering toe van het EU-energiepakket voor de Westelijke Balkan ter waarde van 1 miljard EUR, met inbegrip van de onmiddellijk te verlenen begrotingssteun van 80 miljoen EUR aan Albanië; roept de autoriteiten op optimaal gebruik te maken van deze steun om een veerkrachtige en milieuvriendelijke energiemarkt op te bouwen, overeenkomstig de groene agenda voor de Westelijke Balkan;

72.  herinnert aan het belang van investeringen van de EU in projecten zoals de zonne-energiecentrale Vau i Dejës, de modernisering van de waterkrachtcentrale Fierza, de renovatie van de campus van de Universiteit van Tirana en de nieuwe spoorlijn Tirana-Durrës; dringt er bij de autoriteiten op aan meer inspanningen te leveren om milieu- en klimaatmaatregelen te integreren in de landbouw-, energie-, vervoers- en industriesector;

73.  steunt het Albanese voorzitterschap van de Energiegemeenschap omdat dat kan bijdragen tot de integratie van de regio in de energiemarkt van de EU; is ingenomen met de plannen van Albanië om energie te besparen, schone energie te produceren en zijn energievoorziening te diversifiëren in het kader van REPowerEU en met de deelname van het land aan de gezamenlijke energieaankopen in het kader van het energieplatform van de EU;

74.  is van mening dat meer vooruitgang moet worden geboekt bij het hervormen van de elektriciteitssector en het waarborgen van duurzame mechanismen voor de financiering van maatregelen ter bevordering van energie-efficiëntie;

75.  roept op tot het nemen van zorgvuldig geplande maatregelen op het gebied van biodiversiteit, water, lucht, klimaat, regionaal afvalbeheer, recycling en industriële vervuiling;

76.  benadrukt dat Albanië zijn infrastructuur voor afvalbeheer moet verbeteren en meer inspanningen moet leveren om de gevolgen van de klimaatverandering op te kunnen vangen, onder meer door de nationale strategie inzake klimaatverandering te actualiseren en klimaatmaatregelen te integreren in zijn sectorale strategieën en plannen;

77.  spreekt zijn bezorgdheid uit over de vervuiling van het mariene milieu door afval in Albanië, waar buurlanden de gevolgen van ondervinden, en dringt erop aan dat er snel maatregelen worden genomen om hier iets aan te doen;

78.  dringt er bij de Albanese regering op aan zich meer in te spannen om de luchtkwaliteit te verbeteren en de levensbedreigende luchtvervuiling terug te dringen, met name in stedelijke gebieden;

79.  is zeer verheugd over de oprichting van het nationaal park Vjosa, het eerste nationale park in zijn soort (beschermd riviergebied) in Europa, en prijst de inspanningen van het maatschappelijk middenveld in de aanloop naar de totstandbrenging van het park; roept de autoriteiten op rekening te houden met de punten van zorg die door het maatschappelijk middenveld naar voren zijn gebracht met betrekking tot de afbakening van de grenzen van het netwerk voor beschermde gebieden;

80.  dringt er bij de Albanese regering op aan het EU-acquis inzake waterbeheer snel over te nemen, de stroomgebiedbeheerplannen te voltooien en goed te keuren, de afvalwaterverontreiniging terug te dringen en maatregelen te nemen om het Ohrid-meer te beschermen door een einde te maken aan het lozen van mijnafval in het meer; dringt er bij de Albanese regering op aan meer inspanningen te leveren om het mariene milieu en de biodiversiteit te beschermen, onder meer door beschermde mariene gebieden aan te wijzen en deze doeltreffend te beheren;

81.  wijst op de noodzaak om landbouw op kleine en middelgrote schaal te ontwikkelen die modern, ecologisch en klimaatvriendelijk is en die het levensonderhoud van boeren garandeert en tegelijkertijd de bescherming van de natuurlijke hulpbronnen en biodiversiteit van Albanië waarborgt;

82.  dringt aan op meer transparantie en een betere uitvoering, handhaving en monitoring van milieueffectbeoordelingen en strategische milieueffectbeoordelingen, met name bij projecten met grote ecologische en sociaaleconomische gevolgen, zoals het project van de waterkrachtcentrale van Skavica; geeft uiting aan zijn bezorgdheid over de economische en milieugevolgen van niet-concurrerende, door buitenlandse investeerders gefinancierde ontwikkelingsprojecten;

83.  roept de autoriteiten op dringend actie te ondernemen om milieucriminaliteit te bestrijden en het beleid ter bescherming van natuur en de biodiversiteit te versterken en de wetshandhaving op dat gebied te verbeteren en te versnellen, met name wat betreft beschermde gebieden en ernstig bedreigde soorten, zoals de balkanlynx; roept de Albanese regering op te werken aan wetgeving inzake duurzaam beheer van in het wild levende dieren en planten en het moratorium op houtkap te handhaven;

84.  dringt er bij de Albanese regering op aan te stoppen met projecten die nationale en internationale normen inzake de bescherming van biodiversiteit dreigen te schenden, zoals Vlorë International Airport, en te stoppen met de ontwikkeling van waterkrachtcentrales in beschermde gebieden;

85.  is verheugd dat Albanië zich volledig aansluit bij het EU-mechanisme voor civiele bescherming en dat de EU daardoor aanzienlijk meer steun verleent voor de paraatheid bij civiele noodsituaties en een gecoördineerde crisisrespons na aardbevingen, overstromingen en bosbranden; spoort het land aan zijn capaciteiten voor crisisbeheersing verder te moderniseren;

86.  dringt aan op snelle goedkeuring van de nationale vervoersstrategie, met inbegrip van het actieplan 2021-2025; benadrukt nogmaals dat aanzienlijke inspanningen nodig zijn voor een structurele transformatie van de digitale, energie- en vervoersconnectiviteit;

87.  wijst er nogmaals op dat de ontbrekende vervoersverbindingen moeten worden aangepakt en dat de openbare infrastructuur in de westelijke Balkan moet worden gemoderniseerd, met de steun van de EU-lidstaten en het economisch en investeringsplan voor de westelijke Balkan en in overeenstemming met de Overeenkomst van Parijs en de doelstellingen van de EU inzake het koolstofarm maken van de economie; dringt er in dit verband bij de autoriteiten in alle Europese landen op aan de belangrijkste infrastructuurprojecten te voltooien, met inbegrip van de pan-Europese corridors VIII en X;

88.  is ingenomen met de afschaffing van de roamingkosten tussen de landen van de Westelijke Balkan en spreekt zijn steun uit voor de geleidelijke afschaffing van de roamingkosten tussen de EU en de Westelijke Balkan, nadat deze per 1 oktober 2023 zullen worden verlaagd;

o
o   o

89.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de voorzitter van de Europese Raad, de Raad, de Commissie, de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de regeringen en parlementen van de lidstaten en de president, de regering en het parlement van de Republiek Albanië.

(1) PB L 107 van 28.4.2009, blz. 166.
(2) PB L 330 van 20.9.2021, blz. 1.
(3) PB C 202 van 28.5.2021, blz. 86.
(4) PB C 251 van 30.6.2022, blz. 87.
(5) PB C 347 van 9.9.2022, blz. 61.
(6) PB C 167 van 11.5.2023, blz. 105.

Laatst bijgewerkt op: 20 december 2023Juridische mededeling - Privacybeleid