Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2023/2750(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Kies een document :

Ingediende teksten :

RC-B9-0346/2023

Debatten :

Stemmingen :

PV 13/07/2023 - 7.7
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P9_TA(2023)0294

Aangenomen teksten
PDF 155kWORD 51k
Donderdag 13 juli 2023 - Straatsburg
De staat van de kmo-Unie
P9_TA(2023)0294RC-B9-0346/2023

Resolutie van het Europees Parlement van 13 juli 2023 over de staat van de kmo-Unie (2023/2750(RSP))

Het Europees Parlement,

–  gezien artikel 3, lid 3, van het Verdrag betreffende de Europese Unie,

–  gezien de mededeling van de Commissie van 10 maart 2020 getiteld “Een nieuwe industriestrategie voor Europa” (COM(2020)0102),

–  gezien de mededeling van de Commissie van 10 maart 2020 getiteld “Een kmo-strategie voor een duurzaam en digitaal Europa” (COM(2020)0103),

–  gezien de mededeling van de Commissie van 5 mei 2021 getiteld “Actualisering van de nieuwe industriestrategie van 2020: een sterkere eengemaakte markt tot stand brengen voor het herstel van Europa” (COM(2021)0350),

–  gezien Richtlijn 2011/7/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 betreffende bestrijding van betalingsachterstand bij handelstransacties(1) (de richtlijn betalingsachterstand),

–  gezien zijn resolutie van 16 december 2020 over een nieuwe strategie voor Europese kmo’s(2),

–  gezien het verslag van de Commissie van 27 juni 2023 getiteld “Annual Report on European SMEs 2022/2023 – SME Performance Review 2022/2023”,

–  gezien de toespraak over de Staat van de Unie 2022 van Commissievoorzitter Ursula von der Leyen tijdens de plenaire vergadering van het Europees Parlement van 14 september 2022,

–  gezien artikel 132, leden 2 en 4, van zijn Reglement,

A.  overwegende dat Europese kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) te maken hebben gehad met aanzienlijke uitdagingen en moeilijkheden vanwege de COVID‑19-pandemie en de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne, die beide hebben geleid tot verstoringen van de mondiale waardeketens en aanhoudende inflatie;

B.  overwegende dat artikel 3, lid 3, van het Verdrag betreffende de Europese Unie naar de interne markt, duurzame ontwikkeling en een sociale markteconomie verwijst;

C.  overwegende dat kmo’s de ruggengraat van onze economie vormen, aangezien zij 99 % van alle bedrijven in de EU vertegenwoordigen, werk bieden aan ongeveer 100 miljoen mensen en goed zijn voor meer dan de helft van het Europese bruto binnenlands product;

D.  overwegende dat micro-ondernemingen goed zijn voor een aanzienlijk aandeel van de Europese kmo’s en zeer vaak moeilijkheden ondervinden om toegang te krijgen tot financiering en om volledig op de hoogte te zijn van de beschikbare mogelijkheden op Europees en nationaal niveau; overwegende dat deze categorie ondernemingen ook zeer hard werd getroffen door de COVID‑19-crisis, en dat zij, onverminderd de huidige definitie van “kmo”, meer bijstand en meer bevordering verdient;

E.  overwegende dat in de gezamenlijke enquête van de Europese Centrale Bank en de Commissie van oktober 2022 kmo’s nooit eerder zo pessimistisch waren over de algemene economische vooruitzichten; overwegende dat kmo’s, wat de toegang tot financiering voor ondernemingen betreft, ook wezen op de afnemende bereidheid van banken om leningen te verstrekken en op de afnemende beschikbaarheid van kredietlijnen;

F.  overwegende dat in het jaarverslag over Europese kmo’s 2022/2023 wordt benadrukt dat de inflatiecijfers tot een stijging van de rentevoeten hebben geleid, hetgeen op zijn beurt de toegang tot overheids- en particuliere financiering heeft beperkt; overwegende dat in hetzelfde verslag werd aanbevolen dat maatregelen om de negatieve gevolgen van de inflatie te verzachten gericht moeten zijn op een betere toegang tot financiering voor kmo’s; overwegende dat in het verslag wordt benadrukt dat het gebrek aan gekwalificeerde werknemers een obstakel vormt voor kmo’s in de hele EU;

G.  overwegende dat de operationele uitgaven van de industrie in Europa hoog zijn in vergelijking met die van mondiale concurrenten; overwegende dat deze uitgaven grotendeels het gevolg zijn van hoge energieprijzen en een hoge regeldruk;

H.  overwegende dat het Europese concurrentievermogen achterblijft bij dat van andere ontwikkelde economieën, wat een bedreiging vormt voor het potentieel van Europa om voorspoed en welvaart te genereren; overwegende dat de EU-wetgeving een passend evenwicht moet vinden tussen het bevorderen van groei, ondernemerschap, aanpassing aan de klimaatverandering en de productiviteit van ondernemingen;

I.  overwegende dat de regeldruk aanzienlijk moet worden verminderd, met inbegrip van de nalevingskosten als gevolg van overregulering en te ingewikkelde administratieve procedures en rapportageverplichtingen.

J.  overwegende dat slechts 17 % van de kmo’s erin geslaagd is digitale technologie in het bedrijf te integreren; overwegende dat digitalisering van cruciaal belang is voor een sterke economische groei en het scheppen van banen op de interne markt;

K.  overwegende dat de toepassing van het innovatiebeginsel door de Commissie bij het opstellen van nieuwe wetgevingsvoorstellen de marktvoorwaarden voor innovatieve kmo’s in Europa aanzienlijk zou verbeteren, aangezien dit gezonde concurrentie in de interne markt zou stimuleren en de dubbele transitie van Europa zou versnellen;

L.  overwegende dat de voorzitter van de Commissie tijdens haar toespraak over de Staat van de Unie 2022 aankondigde dat de Commissie een steunpakket voor kmo’s zou voorstellen; overwegende dat zij ook heeft aangekondigd dat de richtlijn betalingsachterstand zou worden herzien omdat het niet rechtvaardig is dat een kwart van de faillissementen in de EU te wijten is aan het feit dat facturen niet op tijd worden betaald;

M.  overwegende dat het Europees Parlement, dat de belangen van de EU-burgers vertegenwoordigt, beseft dat kmo’s een cruciale rol spelen bij het bevorderen van economische groei, het scheppen van banen en sociale cohesie;

1.  verzoekt de Commissie een algemene beoordeling te verrichten van het cumulatieve effect van de EU-wetgeving op kmo’s in de EU, teneinde waar nodig vereenvoudigingen voor te stellen, alsook een faciliterend kader om te waarborgen dat de EU, wat concurrentievermogen en groei betreft, de beste plaats is om kmo’s op te zetten;

2.  onderstreept dat buitensporige bureaucratie en overregulering moeten worden voorkomen en dat de regeldruk voor kmo’s tot het absolute minimum moet worden teruggebracht, met behoud van de strengste normen ter wille van consumenten, werknemers, gezondheid en milieubescherming;

Steunpakket voor kmo’s

3.  dringt aan op de tijdige goedkeuring van een herziene richtlijn betalingsachterstand, waarmee kmo’s een robuust en voorspelbaar rechtskader wordt geboden om betalingsachterstanden zowel in de relaties tussen bedrijven onderling als tussen bedrijven en overheden aan te pakken, en tegelijkertijd te zorgen voor een evenwichtige aanpak die de contractvrijheid in stand houdt;

4.  merkt op dat late betalingen een grote bedreiging blijven vormen voor het voortbestaan van kmo’s, met name in het huidige klimaat van hoge inflatie en hogere energiekosten; wijst erop dat een kwart van de faillissementen in de EU te wijten is aan het feit dat facturen niet op tijd worden betaald;

5.  staat achter de oprichting van een waarnemingspost voor betalingsachterstanden, zoals aangekondigd in de kmo-strategie, om trends en ontwikkelingen met betrekking tot tijdige betalingen aan kmo’s te monitoren, met eerbiediging van commercieel gevoelige informatie; dringt er bij de Commissie op aan het wijdverbreide gebruik van digitale instrumenten zoals e-facturering en geautomatiseerde betalingsprocessen te ondersteunen om de transparantie, veiligheid en efficiëntie te vergroten;

6.  dringt er bij de lidstaten op aan ervoor te zorgen dat kmo’s volledig worden betrokken bij de tenuitvoerlegging van het tijdelijke crisis- en transitiekader; verzoekt de Commissie eerlijke concurrentie voor kmo’s te waarborgen en verstoringen op de interne markt als gevolg van tijdelijk versoepelde staatssteunregels te voorkomen; verzoekt de Commissie een mogelijke herziening van de staatssteunregels te beoordelen om na te gaan hoe de belangen van kmo’s worden beschermd;

7.  benadrukt dat de huidige definitie van kmo’s moet worden beoordeeld om hun toegang tot durfkapitaal te vergemakkelijken en dat een standaarddefinitie van midcapbedrijven moet worden gecreëerd; betreurt het dat er bij de herziening van het meerjarig financieel kader geen voorstel wordt gedaan om het kmo-gedeelte van InvestEU te versterken;

8.  is ingenomen met het feit dat de voorzitter van de Commissie in haar toespraak over de Staat van de Unie 2022, als onderdeel van het steunpakket voor kmo’s, een voorstel heeft aangekondigd voor één reeks belastingregels voor zakendoen in Europa: Bedrijven in Europa: kader voor de belastingheffing van inkomsten (Befit); neemt kennis van het voornemen van de Commissie om het Befit-voorstel op 12 september 2023 te presenteren met het oog op het ontwerpen van een nieuw en gemeenschappelijk EU-rulebook voor de vennootschapsbelasting; begrijpt dat het Befit-initatief een kans moet bieden om de kosten in verband met de naleving van de belastingwetgeving aan te pakken en de administratieve lasten te verminderen en tegelijkertijd moet helpen agressieve fiscale planning tot een minimum te beperken en een gelijk speelveld voor kmo’s te bevorderen;

9.  merkt op dat bedrijven te maken hebben met een volatiel ondernemingsklimaat en een toenemend aantal EU-belastingrichtlijnen, vooral na de sluiting door de lidstaten van internationale overeenkomsten; betreurt het dat het effectieve belastingtarief voor multinationale ondernemingen doorgaans veel lager is dan voor kmo’s; is van mening dat Richtlijn (EU) 2022/2523 van de Raad van 14 december 2022 tot waarborging van een mondiaal minimumniveau van belastingheffing voor groepen van multinationale ondernemingen en omvangrijke binnenlandse groepen in de Unie(3) zal helpen de huidige kloof te overbruggen;

10.  verzoekt de Commissie ervoor te zorgen dat wordt voldaan aan de specifieke eisen van kmo’s door Befit altijd optioneel te houden voor kmo’s, met name als zij geen zaken doen over de grenzen heen;

11.  neemt nota van de bedoeling van de Commissie om in het kader van de voorgestelde Befit-regels, kmo’s die grensoverschrijdende handelsactiviteiten hebben in andere lidstaten, toe te staan te werken onder de belastingadministratie die ze het best kennen;

Betere toegang van kmo’s tot financiering

12.  constateert dat de huidige economische uitdagingen en stijgende rentetarieven hebben geleid tot strengere voorwaarden voor kmo’s die toegang tot financiering trachten te verkrijgen; verzoekt de Commissie haar inspanningen op het gebied van de kapitaalmarktenunie (KMU) op te voeren en middelen vrij te maken voor de groei van Europa;

13.  is ingenomen met de werkzaamheden van de Commissie met betrekking tot het pakket wetgeving inzake beursnotering, met name voor kmo’s, door de administratieve lasten in verband met beursnoteringen van ondernemingen te verlichten; is ingenomen met de publicatie van de wet inzake beursnotering; onderkent het potentieel van die wet om de toegang tot kapitaal voor kmo’s te vergemakkelijken en hun schaalbaarheid mogelijk te maken; is zich bewust van de mogelijkheid om de KMU te versterken en zodoende investeringen in kmo’s in de hele EU te verhogen, en benadrukt dat in het kader van het KMU-project prioriteit moet worden gegeven aan aandelenfinanciering voor kmo’s;

14.  wijst er nogmaals op dat investeringen gericht moeten worden op kmo’s om bij te dragen aan de vermindering van sociale ongelijkheden;

15.  dringt erop aan vaart te zetten achter de werkzaamheden voor een Europese strategie voor exportkredieten van kmo’s om te zorgen voor een consistent en doeltreffend aanbod van exportkredietgaranties in de hele EU;

16.  benadrukt dat kmo’s die in financiële moeilijkheden verkeren, moeten worden ondersteund door adequate financiële en niet-financiële steun te bieden om faillissement te voorkomen; verzoekt de lidstaten de richtlijn preventieve herstructurering ten uitvoer te leggen(4);

17.  neemt kennis van het voorstel van de Commissie voor een strategie voor retailbeleggingen die de belangen van consumenten centraal stelt bij retailbeleggingen; herhaalt dat het belangrijk is ervoor te zorgen dat kmo’s betere financieringsmogelijkheden krijgen als gevolg van een grotere deelname van retailbeleggers aan de kapitaalmarkten, hetgeen uit deze strategie zou moeten voortvloeien;

18.  dringt erop aan de dubbele transitie van decarbonisatie en digitalisering te ondersteunen, aangezien kmo’s de ruggengraat van onze economie vormen en daarom een hoeksteen zijn van het Europese concurrentievermogen op lange termijn;

19.  herinnert aan de noodzaak van een gelijk digitaal speelveld dat interoperabiliteit en niet-discriminerende toegang tot gegevens waarborgt, zodat kmo’s kunnen gedijen in een eerlijke Europese data-economie;

20.  dringt erop aan de invoering van artificiële intelligentie (AI) te vergemakkelijken door de oprichting van kmo-allianties voor AI in strategische waardeketens te bevorderen;

21.  erkent dat de klimaatcrisis de transitie naar nettonul van miljoenen kmo’s in de Unie vereist; verzoekt de Commissie en de lidstaten om hun inspanningen op te voeren om duurzame financiering passender te maken voor kmo’s;

22.  benadrukt dat het belangrijk is kmo’s te betrekken bij specifieke programma’s en middelen in het kader van het industrieel plan voor de Green Deal, met name bij de ontwikkeling van schone technologieën;

23.  herinnert eraan dat de Europese Innovatieraad (EIC) een nieuw en uniek Europees financieringsprogramma is dat bedoeld is om deeptech-startups een éénloketsysteem voor financiering te bieden teneinde hen in staat te stellen hun innovatie te ontwikkelen van een pril idee tot een verhandelbaar product, alsook het bedrijf op te schalen; is ingenomen met de verhoogde begrotingstoewijzing van de EIC en de uitbreiding van de reikwijdte van zijn aandelenactiviteiten in het kader van het voorstel voor een platform voor strategische technologieën voor Europa; spoort de Commissie aan een deel van het voorgestelde platform voor strategische technologieën voor Europa specifiek voor kmo’s te reserveren;

24.  pleit voor verdere stimulansen om de deelname van kmo’s aan de oproepen voor financiering in het kader van Horizon Europa aan te moedigen en ervoor te zorgen dat de subpijler voor kmo’s binnen de EIC beschikt over de benodigde flexibiliteit om snel middelen vrij te maken en zijn begroting indien nodig te verhogen;

25.  pleit voor de aanwijzing van één aanspreekpunt binnen de Commissie om duidelijke richtsnoeren en ondersteuning te bieden aan kmo’s; dringt aan op de oprichting van één digitale toegangspoort die fungeert als één loket en die alle relevante financiële en niet-financiële steun, formulieren en informatie voor alle ondernemingen, met inbegrip van kmo’s, consolideert; dringt aan op de opname van alle rapportagevereisten uit hoofde van de EU-wetgeving en de rapportagevereisten uit hoofde van het “Fit for 55” -pakket in één rapportage-instrument, dat kan worden ontworpen met specifieke vereisten en gebruiksklare kernprestatie-indicatoren voor bedrijven, op flexibele basis; benadrukt dat dit instrument ook een koppeling moet bevatten naar de aanbestedings- en financieringsmogelijkheden van de EU, om ondernemingen in staat te stellen succesvol te zijn in de dubbele digitale en groene transitie;

26.  spoort de lidstaten aan beste praktijken uit te wisselen en aanvullende procedures op nationaal niveau te ontwikkelen, met name ten behoeve van micro- en kleine ondernemingen;

27.  steunt de invoering van maatregelen om de deelname van kmo’s aan overheidsopdrachten te vergroten, met inbegrip van vereenvoudigde aanbestedingsprocedures en een groter gebruik van digitale instrumenten voor grensoverschrijdende aanbestedingen;

28.  dringt aan op het wegnemen van belemmeringen voor grensoverschrijdende bedrijfsactiviteiten en investeringen binnen de EU om een volwaardige interne markt voor alle economische activiteiten tot stand te brengen;

29.  dringt er bij de Commissie op aan de beloofde kmo-gezant onverwijld te benoemen; is van mening dat de kmo-gezant als een centrale eenheid onder de voorzitter van de Commissie moet worden geplaatst, om toezicht op kmo-vraagstukken in alle directoraten-generaal mogelijk te maken; is van mening dat een van de belangrijkste taken van de kmo-gezant moet zijn een gelijk speelveld te creëren voor grensoverschrijdende bedrijven en overregulering aan te pakken;

30.  is van mening dat de Raad voor regelgevingstoetsing moet worden uitgebreid en vooral moet zijn samengesteld uit onafhankelijke deskundigen;

31.  verzoekt de Commissie het scorebord voor herstel en veerkracht bij te werken om een monitoringsysteem mogelijk te maken waarmee kmo’s als begunstigden kunnen worden opgespoord; benadrukt dat het belangrijk is gedetailleerde gegevens te verzamelen om kmo’s in specifieke sectoren te evalueren;

32.  benadrukt dat het kmo-perspectief moet worden opgenomen in het pakket btw (belasting over de toegevoegde waarde) in het digitale tijdperk; pleit voor de ontwikkeling van richtsnoeren die zijn afgestemd op kmo’s om hun bescheiden toegang tot de voordelen van de interne markt te ondersteunen;

33.  dringt er bij de Commissie op aan een speciaal instrumentarium voor kmo’s te publiceren met maatregelen en instrumenten die de lidstaten ter beschikking staan om kmo’s tijdens de energiecrisis te ondersteunen; spoort de lidstaten aan beste praktijken uit te wisselen, met name met betrekking tot begrotingsbeleid, waarmee de gevolgen van inflatie en verstoringen in waardeketens voor kmo’s worden verzacht;

Beleidsinstrumenten die geschikt zijn voor kmo’s

34.  is een groot voorstander van de invoering door de Commissie van een concurrentievermogenstoets in het kader van haar voorbereiding van nieuwe wetgeving; is van mening dat deze toets stevig moet worden ingebed in het institutionele kader van de Commissie;

35.  dringt aan op de tenuitvoerlegging en beoordeling van het innovatiebeginsel voor alle nieuwe en herziene rechtshandelingen die de Commissie voorstelt om innovaties aan te moedigen die bijdragen tot de verwezenlijking van de milieu-, sociale en economische doelstellingen van de EU, en om te anticiperen op toekomstige technologische ontwikkelingen en deze te benutten; verzoekt de Commissie het potentiële negatieve effect van nieuwe voorgestelde rechtshandelingen te analyseren met betrekking tot het ontwikkelen en op de markt brengen van innovaties;

36.  dringt erop aan dat het “one in, one out” -beginsel wordt toegepast om de regeldruk van de EU op het huidige, weliswaar hoge niveau te stabiliseren; verzoekt de Commissie beste praktijken die worden gehanteerd op nationaal niveau, in overweging te nemen, onder meer door een beoordeling uit te voeren van een vermindering van de regeldruk voor kmo’s met ten minste 30 %, teneinde de kostendruk te verlagen en het concurrentievermogen te bevorderen; spoort de Commissie en de lidstaten aan de procedures te stroomlijnen en het “eenmaligheidsbeginsel” en het beginsel “standaard digitaal” toe te passen en zo de administratieve processen voor kmo’s te vergemakkelijken;

37.  dringt aan op de consistente toepassing van het “denk eerst klein”-beginsel bij interne beraadslagingen en op versterking van de mechanismen voor de inbreng van kmo’s, met daarbij een uitleg als hun inbreng buiten beschouwing wordt gelaten, indien dit naar behoren gerechtvaardigd is; wijst op het belang van het raadplegen van kmo-panels en betreurt het feit dat het gebruik ervan wordt beperkt door een gebrek aan middelen;

38.  verzoekt de EU en haar lidstaten zich in te spannen om de toegang tot geschoolde arbeidskrachten te verbeteren; wijst op het belang van scholing, bijscholing en omscholing van werknemers van kmo’s, met name tijdens het Jaar van de Vaardigheden 2023; dringt er bij de Commissie op aan een beoordeling uit te voeren van beleidsmaatregelen om kmo’s in staat te stellen geschoolde arbeidskrachten te behouden; onderstreept dat initiatieven zoals het pact voor vaardigheden, digitale stoomcursussen, het netwerk van duurzaamheidsadviseurs en de digitale-innovatiehubs prioriteit moeten geven aan technische bijstand aan kmo’s en opleidingen voor hun werknemers; dringt erop aan dat het Europees Sociaal Fonds Plus, het Fonds voor een rechtvaardige transitie en de Europese vaardighedenagenda adequaat inspelen op de specifieke behoeften van kmo’s; is van mening dat digitale geletterdheid, geletterdheid op het gebied van overheidsopdrachten, financiële educatie en vaardigheden op het gebied van ketenbeheer cruciaal zijn om het concurrentievermogen van kmo’s te vergroten;

39.  verzoekt de Commissie een wetgevingsvoorstel in te dienen voor een Europese socialezekerheidspas om de arbeidsmobiliteit te vergemakkelijken en de digitale handhaving van socialezekerheidsrechten te verbeteren, teneinde de nationale autoriteiten en de sociale partners een realtime-instrument te bieden om de nationale en EU-wetgeving doeltreffend te handhaven, met inbegrip van de verificatie van draagbare A1-documenten;

40.  wijst erop dat het belangrijk is de sociale dialoog bij het ontwerpen en ten uitvoer leggen van kmo-beleid te bevorderen, in overeenstemming met de Europese pijler van sociale rechten;

41.  betreurt het dat er nog steeds een genderkloof bestaat op het gebied van ondernemerschap en toegang tot financiering voor micro-, kleine en middelgrote ondernemingen onder leiding van vrouwen; verzoekt de Commissie de belemmeringen te beoordelen die vrouwen verhinderen hun ondernemerspotentieel volledig aan te spreken en de uitwisseling van beste praktijken te stimuleren, ook met betrekking tot het bevorderen van de vaardigheden en het zelfvertrouwen van vrouwen op dit gebied;

42.  benadrukt dat de administratieve lasten moeten worden verminderd en dat het voor kmo’s eenvoudiger moet worden gekwalificeerde onderdanen van derde landen aan te werven, onder meer door de mogelijkheid te onderzoeken om het bedrijfsleven of bedrijfsverenigingen in staat te stellen namens hun kmo-leden op te treden als gecertificeerde werkgevers;

43.  dringt aan op de invoering van gunstige beleidsmaatregelen om de overdracht van familiale kmo’s te ondersteunen en de ondernemingsgeest van de volgende generatie te bevorderen; dringt met klem aan op een grondige beoordeling van de tenuitvoerlegging van de richtlijn preventieve herstructurering; moedigt de opname van maatregelen ter bevordering van bedrijfsoverdracht in het kmo-pakket aan, zoals het faciliteren van een Europese barometer voor bedrijfsoverdrachten;

44.  verwelkomt, als eerste stap, het aangekondigde offensief van de Commissie om de rapportagevereisten voor bedrijven en overheden te rationaliseren en te vereenvoudigen door de rapportageverplichtingen met 25 % te verminderen; herinnert er echter aan dat rapportageverplichtingen slechts een klein deel van de regeldruk veroorzaken en dat daarom drastischer maatregelen nodig zijn; is van mening dat de geplande vermindering van de rapportageverplichtingen zowel van toepassing moet zijn op de huidige als op toekomstige wetgeving;

45.  is van mening dat de EU eenvoudige en gebruiksvriendelijke digitale instrumenten moet bevorderen om kmo’s in staat te stellen hun weg te vinden binnen het regelgevingskader van de EU;

46.  verzoekt de Commissie de verspreiding van beste praktijken en de toegang tot nauwkeurige gegevens aan te moedigen ter ondersteuning van veilige overdrachten en de continuïteit, met name voor familiebedrijven, waar continuïteit tussen generaties van het grootste belang is;

47.  is van mening dat de EU haar beginsel “groot in grote zaken, klein in kleine zaken” moet versterken om de evenredigheid en subsidiariteit beter te waarborgen en een bloeiend ondernemingsklimaat voor onze kmo’s te scheppen;

48.  dringt aan op betere, uitgebreide effectbeoordelingen, met bijzondere aandacht voor kmo’s, met inbegrip van een bindende kmo-toets in de effectbeoordelingsfase om de economische gevolgen, met inbegrip van de nalevingskosten, van wetgevingsvoorstellen voor kmo’s volledig te beoordelen; dringt erop aan dat de test gedurende het hele wetgevingsproces wordt geactualiseerd; beveelt een alomvattende herziening van de kmo-test aan om het gebruik in te voeren van passende instrumenten ter facilitering van de inbreng van kmo’s, de regelmatige herziening van effectbeoordelingen en differentiatie tussen verschillende grootteklassen van kmo’s; vestigt de aandacht op het belang van degelijke effectbeoordelingen waarbij rekening wordt gehouden met het concurrentievermogen van Europese bedrijven;

49.  benadrukt dat er vereenvoudigde vereisten en bufferperioden voor kmo’s in wetgevingsvoorstellen moeten worden opgenomen om de naleving te vergemakkelijken; verzoekt de Commissie kmo’s te betrekken bij het proces inzake de voorbereiding van secundaire wetgeving;

o
o   o

50.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

(1) PB L 48 van 23.2.2011, blz. 1.
(2) PB C 445 van 29.10.2021, blz. 2.
(3) PB L 328 van 22.12.2022, blz. 1.
(4) Richtlijn (EU) 2019/1023 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende preventieve herstructureringsstelsels, betreffende kwijtschelding van schuld en beroepsverboden, en betreffende maatregelen ter verhoging van de efficiëntie van procedures inzake herstructurering, insolventie en kwijtschelding van schuld, en tot wijziging van Richtlijn (EU) 2017/1132 (Richtlijn betreffende herstructurering en insolventie) (PB L 172 van 26.6.2019, blz. 18).

Laatst bijgewerkt op: 20 december 2023Juridische mededeling - Privacybeleid