Amendementen van het Europees Parlement aangenomen op 9 november 2023 op het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2012/19/EU betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA) (COM(2023)0063 – C9-0016/2023 – 2023/0025(COD))(1)
(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)
Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
Amendement 1 Voorstel voor een richtlijn Overweging 4 bis (nieuw)
(4 bis) Het Hof heeft daarnaast geoordeeld dat het EU-recht zodanig moet worden uitgelegd dat het feit dat een lidstaat wetgeving heeft vastgesteld die in strijd is met een EU-richtlijn voordat die richtlijn werd vastgesteld op zich geen schending van het EU-recht vormt, aangezien het behalen van het door die richtlijn voorgeschreven resultaat niet kan worden geacht ernstig in gevaar te zijn gebracht voordat deze richtlijn deel uitmaakte van de rechtsorde van de EU.
Amendement 2 Voorstel voor een richtlijn Overweging 9 bis (nieuw)
(9 bis) Met het oog op de handhaving van het rechtszekerheidsbeginsel bij de toekomstige herzieningen van Richtlijn 2012/19/EU moet er bijzondere aandacht worden besteed aan het voorkomen van de vaststelling van bepalingen met mogelijk ongerechtvaardigde terugwerkende kracht. Er moet worden gezorgd voor duidelijkheid en voorspelbaarheid voor producenten van EEA met betrekking tot de bedrijfsomstandigheden die van kracht waren toen hun producten in de handel werden gebracht. Deze aanpak helpt het risico van onvoorspelbare kosten in verband met toekomstig AEEA-beheer te voorkomen. Verder moeten dergelijke herzieningen de in artikel 4 van Richtlijn 2008/98/EG vastgestelde afvalhiërarchie in acht nemen.
Amendement 3 Voorstel voor een richtlijn Overweging 10 bis (nieuw)
(10 bis) Onverantwoorde verwerking van afval van fotovoltaïsche panelen en van AEEA die binnen het open toepassingsgebied valt, leidt tot ernstige negatieve gevolgen voor de gezondheid en het milieu. Daarom moet worden toegezien op een goede behandeling van fotovoltaïsche panelen en voor een zo groot mogelijke terugwinning van afval uit fotovoltaïsche panelen aan het einde van hun levensduur. Onverminderd de op grond van de door deze richtlijn geïntroduceerde wijzigingen van de financiële verplichtingen ter dekking van de inzameling en verwerking van afval van fotovoltaïsche panelen die vóór 13 augustus 2012 in de handel zijn gebracht alsmede van afval van alle AEEA die binnen het open toepassingsgebied valt en vóór 15 augustus 2018 in de handel is gebracht, moeten de lidstaten toezien op het milieuhygiënisch verantwoorde beheer van de AEEA in kwestie. De lidstaten kunnen de producenten stimuleren om de historische AEEA van fotovoltaïsche panelen en van AEEA die binnen het open toepassingsgebied valt via hun individuele of collectieve regelingen inzake uitgebreide producentenverantwoordelijkheid op passende wijze in te zamelen en te verwerken.
Amendement 4 Voorstel voor een richtlijn Overweging 10 ter (nieuw)
(10 ter) Bij de herziening van Richtlijn 2012/19/EU en de aanpak van de tekortkomingen daarin is het van cruciaal belang dat de kosten van het beheer van AEEA niet onevenredig worden doorberekend aan consumenten of burgers. Dit houdt onder meer in dat rekening wordt gehouden met het beginsel “de vervuiler betaalt”, dat mogelijke bepalingen met betrekking tot de inzamelingsdoelstellingen voor AEEA worden aangepakt en dat de afvalhiërarchie, zoals vastgesteld in artikel 4 van Richtlijn 2008/98/EG, in acht wordt genomen.
Amendement 5 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt -1 (nieuw) Richtlijn 2012/19/EU Artikel 2 bis (nieuw)
-1) Het volgende artikel 2 bis wordt ingevoegd:
“Artikel 2 bis
1. Uiterlijk op [31 december 2026] beoordeelt de Commissie of deze richtlijn moet worden herzien en dient zij daartoe in voorkomend geval een wetgevingsvoorstel in dat vergezeld gaat van een grondige sociaal-economische en milieueffectbeoordeling.
2. In die effectbeoordeling beoordeelt de Commissie in het bijzonder:
a) bepalingen waarmee er specifiek voor wordt gezorgd dat het rechtszekerheidsbeginsel in acht wordt genomen en dat er geen bepalingen zijn die in lidstaten ongerechtvaardigde terugwerkende kracht tot gevolg kunnen hebben;
b) bepalingen ter waarborging van de uitvoering van de in artikel 4 van Richtlijn 2008/98/EG vastgestelde afvalhiërarchie;
c) bepalingen waarmee ervoor wordt gezorgd dat burgers en consumenten niet worden belast met onevenredige kosten, in overeenstemming met het beginsel “de vervuiler betaalt”;
d) bepalingen waarmee wordt toegezien op de volledige tenuitvoerlegging en handhaving van deze richtlijn, met name wat betreft adequate inzamelingsdoelstellingen, en ter voorkoming van illegale handel in AEEA;
e) de invoering van een nieuwe categorie “fotovoltaïsche panelen” in het kader van deze richtlijn met als doel om fotovoltaïsche panelen uit de bestaande AEEA-categorie 4 “grote apparatuur”, als bedoeld in de bijlagen III en IV te halen, en de inzamelingsdoelstellingen te berekenen op basis van voor inzameling beschikbare afgedankte fotovoltaïsche panelen aan de hand van hun verwachte levensduur, in plaats van op grond van de hoeveelheid in de handel gebrachte producten;
f) de invoering van een mechanisme dat ervoor zorgt dat de toekomstige kosten van de inzameling, verwerking, nuttige toepassing en milieuhygiënisch verantwoorde verwerking van afval van fotovoltaïsche panelen – van zowel particuliere huishoudens als andere gebruikers – financieel worden gedekt indien een producent failliet gaat of niet meer aan zijn verplichtingen kan voldoen.”
Amendement 6 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 bis (nieuw) Richtlijn 2012/19/EU Artikel 13 – lid 1 – alinea 2
2 bis) In artikel 13, lid 1, wordt de tweede alinea vervangen door:
Voor historische voorraad die wordt vervangen door nieuwe gelijkwaardige producten of door nieuwe producten met dezelfde functie, worden de kosten gedragen door de producenten van deze producten wanneer zij worden geleverd. De lidstaten kunnen als alternatief bepalen dat andere gebruikers dan particuliere huishoudens ook geheel of gedeeltelijk deze kosten dragen.
“De kosten van historische AEEA (“historische voorraad”), die afkomstig is van de in artikel 2, lid 1, punt a), bedoelde EEA, met uitzondering van fotovoltaïsche panelen, die wordt vervangen door nieuwe gelijkwaardige producten of door nieuwe producten met dezelfde functie, worden gedragen door de producenten van deze producten wanneer zij worden geleverd. De lidstaten kunnen als alternatief bepalen dat andere gebruikers dan particuliere huishoudens ook geheel of gedeeltelijk deze kosten dragen.”
Amendement 7 Voorstel voor een richtlijn Artikel 1 – alinea 1 – punt 2 ter (nieuw) Richtlijn 2012/19/EU Artikel 13 – lid 1 – alinea 3
2 ter) In artikel 13, lid 1, wordt de derde alinea vervangen door:
Voor andere historische voorraad worden de kosten gedragen door de andere gebruikers dan particuliere huishoudens.
“Voor andere historische voorraad die afkomstig is van de in artikel 2, lid 1, punt a), bedoelde EEA, met uitzondering van fotovoltaïsche panelen, worden de kosten gedragen door de gebruikers, met uitzondering van particuliere huishoudens.”
Amendement 8 Voorstel voor een richtlijn Artikel 2 – lid 1 – alinea 1
De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op [één jaar na de inwerkingtreding] aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onmiddellijk mee.
De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk [18 maanden na de inwerkingtreding] aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onmiddellijk mee.
De zaak werd voor interinstitutionele onderhandelingen terugverwezen naar de bevoegde commissie op grond van artikel 59, lid 4, vierde alinea, van het Reglement (A9-0311/2023).