Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2023/2905(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Kies een document :

Ingediende teksten :

RC-B9-0453/2023

Debatten :

Stemmingen :

PV 09/11/2023 - 5.22
CRE 09/11/2023 - 5.22
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P9_TA(2023)0397

Aangenomen teksten
PDF 142kWORD 50k
Donderdag 9 november 2023 - Brussel
Doeltreffendheid van de EU-sancties tegen Rusland
P9_TA(2023)0397RC-B9-0453/2023

Resolutie van het Europees Parlement van 9 november 2023 over de doeltreffendheid van de EU-sancties tegen Rusland (2023/2905(RSP))

Het Europees Parlement,

–  gezien zijn eerdere resoluties over Rusland en Oekraïne, met name de resoluties die werden aangenomen sinds de escalatie van de aanvalsoorlog van Rusland tegen Oekraïne in februari 2022,

–  gezien het Handvest van de Verenigde Naties,

–  gezien de elf opeenvolgende sanctiepakketten tegen Rusland die de EU sinds februari 2022 heeft aangenomen,

–  gezien Besluit (EU) 2022/2332 van de Raad van 28 november 2022 betreffende het aanmerken van de schending van beperkende maatregelen van de Unie als een vorm van criminaliteit die voldoet aan de in artikel 83, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie genoemde criteria(1),

–  gezien het verslag van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken van 7 juli 2023 over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de definitie van strafbare feiten en sancties voor de schending van beperkende maatregelen van de Unie,

–  gezien artikel 132, leden 2 en 4, van zijn Reglement,

A.  overwegende dat de geopolitieke situatie in Europa sinds 24 februari 2022, toen Rusland zijn niet-uitgelokte, ongerechtvaardigde en illegale aanvalsoorlog tegen Oekraïne hervatte, fundamenteel is veranderd; overwegende dat Russische troepen willekeurige aanvallen hebben uitgevoerd op woongebieden en civiele infrastructuur, duizenden Oekraïense burgers hebben gedood, Oekraïense burgers hebben gedeporteerd en illegaal gevangen hebben gezet in Rusland en in de door Rusland bezette gebieden van Oekraïne, en overal in het land terreurdaden hebben begaan;

B.  overwegende dat de EU sinds de massale invasie van Oekraïne door Rusland in februari 2022 elf pakketten met sanctiemaatregelen tegen Rusland heeft vastgesteld, met de bedoeling de economische basis van Rusland te verzwakken en aldus het vermogen van Rusland om oorlog te voeren in te perken, waaronder beperkende maatregelen tegen bijna 1 800 personen en entiteiten die verantwoordelijk zijn voor of betrokken zijn bij de oorlog in Oekraïne, een verbod op de invoer van tal van goederen en diensten uit Rusland, zoals olie en grondstoffen, en een verbod op de uitvoer naar Rusland van wapens, militaire uitrusting en goederen voor duaal gebruik; overwegende dat de sancties ook een verbod omvatten op alle transacties met de centrale bank van Rusland, de uitsluiting van belangrijke Russische banken van het systeem voor financieel berichtenverkeer Swift en de opschorting van de doorgifte en distributie van bepaalde Russische staatsmedia of door de staat gesteunde media die desinformatie verspreiden;

C.  overwegende dat de Raad bovendien in het kader van de wereldwijde EU‑sanctieregeling voor de mensenrechten beperkende maatregelen heeft opgelegd aan verscheidene personen die verantwoordelijk zijn voor ernstige mensenrechtenschendingen in de Russische Federatie en op het grondgebied van Oekraïne dat Rusland tijdelijk heeft bezet; overwegende dat de EU ook aanvullende sancties heeft vastgesteld tegen Belarus, als reactie op de betrokkenheid van dat land bij de aanvalsoorlog tegen Oekraïne, en tegen Iran, in verband met het gebruik van Iraanse drones in de Russische oorlog;

D.  overwegende dat het moeilijk is om het effect van de sancties te meten, onder meer omdat het ontbreekt aan betrouwbare cijfers en statistieken; overwegende dat de gevolgen van de EU-sancties niet gemakkelijk kunnen worden onderscheiden van de sancties van de VS en overige sancties, de tegensancties van Rusland of de gevolgen van de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne; overwegende dat de meeste deskundigen erop wijzen dat de sancties weliswaar werken, maar dat de effecten ervan niet ernstig genoeg zijn om Rusland te beperken in zijn vermogen om oorlog te voeren tegen Oekraïne, en oproepen tot aanvullende maatregelen om het toepassingsgebied en de handhaving van de sancties te vergroten; overwegende dat de EU-sancties tegen Rusland van een ongekende omvang zijn, maar dat het effect ervan op de Russische economie tot nu toe kleiner lijkt dan in eerste instantie werd verwacht, en dat er tekenen zijn dat de doeltreffendheid van de sancties afneemt, hetgeen zorgwekkend is; overwegende dat de sancties tegen Rusland de personen en entiteiten waartegen deze gericht zijn, hebben gedwongen en nog steeds dwingen naar duurdere alternatieven te zoeken;

E.  overwegende dat de EU-lidstaten, samen met de Price Cap Coalition, prijsplafonds hebben ingevoerd voor ruwe olie over zee, aardolie en olie uit bitumineuze mineralen die van afkomstig zijn uit Rusland of daaruit worden uitgevoerd; overwegende dat zij deze prijsplafonds hebben vastgesteld op 60 USD per vat voor ruwe olie, 45 USD per vat voor afgeprijsde aardolieproducten en 100 USD per vat voor hoogwaardige aardolieproducten; overwegende dat volgens verschillende studies de productiekosten voor Russische ruwe olie per vat ongeveer 15 USD bedragen en voor diesel 20 USD; overwegende dat de huidige prijsplafonds daarom nog steeds aanzienlijke winsten voor het regime van Poetin mogelijk maken;

F.  overwegende dat de Russische inkomsten uit olie- en gasexport in de periode van januari 2022 tot januari 2023 met 38 % zijn gedaald; overwegende dat het Russische aandeel van de gasinvoer in de EU is gedaald van 45 % in 2021 tot 23 % in 2022 en minder dan 10 % in januari 2023; overwegende dat er wordt gemeld dat de Russische productie van vloeibaar aardgas (lng) tot een recordniveau is gestegen; overwegende dat de steenkoolproductie in Rusland ondanks de EU-sancties ten aanzien van Russische steenkool met 0,3 % is gestegen ten opzichte van 2021 en daarmee omvangrijker is dan ooit; overwegende dat Rusland sinds het begin van de oorlog 532 miljard EUR aan inkomsten heeft gegenereerd uit de uitvoer van fossiele brandstoffen, met aankopen van de EU-lidstaten voor meer dan 178 miljard EUR; overwegende dat de inkomsten uit Russische energiebronnen alleen al in 2022 321 miljard USD bedroegen;

G.  overwegende dat het sinds augustus 2023 duidelijk is dat Rusland nieuwe manieren vindt om het prijsplafond voor oliesancties te omzeilen en dat de prijzen van Russische olie op de wereldmarkten zijn gaan stijgen; overwegende dat Rusland erin is geslaagd de uitvoer van ruwe olie te verleggen van Europa naar alternatieve markten zoals India, China en Turkije; overwegende dat de EU veel meer met Russische olie vervaardigde aardolieproducten is gaan invoeren uit India en andere landen, waardoor Russische ruwe olie via een achterdeurtje toch in de Unie terechtkomt, waarmee de EU-sancties worden ondergraven; overwegende dat schepen uit de EU zowel in 2022 als in 2023 het grootste deel van de Russische ruwe olie vervoerden; overwegende dat het aandeel van de inkomsten uit de uitvoer van energie in 2022 een derde van de totale inkomsten van de begroting van de Russische Federatie bedroeg; overwegende dat de sancties tegen de uitvoer van Russische energie grote gevolgen hebben voor de inkomsten van de Russische staat; overwegende dat de Russische inkomsten uit de uitvoer van energie sinds de invoering van het prijsplafond op aardolie in december 2022 aanzienlijk zijn gedaald in vergelijking met het niveau van voor de oorlog; overwegende dat de Russische olie-inkomsten zich in de eerste helft van 2023 hebben hersteld en het hoogste niveau sinds november 2022 hebben bereikt;

H.  overwegende dat de aankoop door EU-lidstaten van Russisch lng of olie van Russische oorsprong uit niet-EU-landen niet aan beperkingen onderhevig is en dat het volume van deze gasaankopen momenteel ver boven het niveau van vóór februari 2022 ligt; overwegende dat Rusland de op één na grootste leverancier van lng aan de EU is, na de VS; overwegende dat de toename van de invoer van lng uit Rusland indruist tegen het streven van de EU niet langer afhankelijk te zijn van fossiele brandstoffen uit Rusland; overwegende dat Rusland nog steeds ongeveer 690 miljoen EUR per dag verdient aan de uitvoer van fossiele brandstoffen (gegevens van augustus 2023); overwegende dat de EU nog steeds twee miljard EUR per maand aan Rusland overmaakt voor fossiele brandstoffen; overwegende dat de EU vanwege de aanhoudende invoer van leidinggas en lng, alsook door verschillende uitzonderingen op het verbod op de invoer van ruwe olie en olieproducten, nog steeds een van de grootste afnemers van fossiele brandstoffen van Rusland is;

I.  overwegende dat de Russische economie volgens Russische statistische gegevens met slechts 2,1 % is gekrompen in 2022, veel minder dan verwacht, ondanks de aanvalsoorlog tegen Oekraïne en de internationale sancties; overwegende dat het Internationaal Monetair Fonds op basis van de officiële Russische cijfers voorspelt dat de Russische economie in 2023 met 2,2 % en in 2024 met 1,1 % zal groeien; overwegende dat Rusland heeft aangekondigd zijn defensiebegroting in 2024 met bijna 70 % te verhogen tot 107 miljard EUR, ofwel 6 % van het bbp (tegenover 63 miljard EUR of 3,9 % van het bbp in 2023);

J.  overwegende dat de Russische president het overheidspersoneel er niettemin op 1 november 2023 toe heeft opgeroepen de kwestie van de hoge inflatie aan te pakken, en heeft gewaarschuwd dat de Russische economie als gevolg van de westerse sancties onder toenemende druk staat; overwegende dat de inflatie in Rusland hoog blijft en nog toeneemt als gevolg van de zwakkere roebel en de stijgende militaire uitgaven voor het offensief in Oekraïne;

K.  overwegende dat de EU-invoer uit Rusland sinds februari 2022 is gedaald; overwegende dat enkele lidstaten sinds februari 2022 in weerwil van de sancties feitelijk meer handel zijn gaan drijven met Rusland;

L.  overwegende dat voor een aantal EU-ondernemingen afwijkingen gelden op grond van Verordening (EU) nr. 269/2014 van de Raad(2) en dat deze ondernemingen daardoor handel blijven drijven met Russische entiteiten die onderworpen zijn aan financiële en handelssancties; overwegende dat het de nationale autoriteiten zijn die de bevoegdheid hebben om afwijkingen toe te staan, en dat de EU-instellingen slechts in kennis worden gesteld van de afwijkingen die de nationale autoriteiten hebben toegestaan, waarbij de EU-instellingen niet de mogelijkheid hebben de toestemming aan te vechten; overwegende dat het Parlement en andere instellingen geen toegang hebben tot die essentiële informatie; overwegende dat deze mogelijkheid tot afwijking de impact van de EU-sancties aanzienlijk verkleint, met als gevolg dat de doeltreffendheid en geloofwaardigheid van een van de belangrijkste instrumenten van het buitenlands beleid van de EU worden ondergraven;

M.  overwegende dat Rusland zich als tegenreactie op de sancties tot landen heeft gewend die geen sancties opleggen om aan technologie en andere producten te komen; overwegende dat de steeds nauwere betrekkingen tussen Rusland en China, zowel op het gebied van de handel in energie en goederen voor duaal gebruik als op het gebied van diplomatieke en strategische steun, de effecten van de EU-sancties tegen Rusland hebben belemmerd; overwegende dat de Russische handel met China in 2022 en 2023 een recordomvang heeft bereikt; overwegende dat ongeveer de helft van de Russische invoer nu afkomstig is uit China, terwijl dit vóór de oorlog ongeveer een kwart was; overwegende dat ook het volume van de handel tussen Rusland en India en Rusland en Turkije aanzienlijk is toegenomen;

N.  overwegende dat uit diverse analyses van in beslag genomen Russische wapens is gebleken dat Rusland nog altijd kritische componenten uit het westen invoert, omdat het in staat is om alternatieve leveranciers en leveringsroutes te vinden, en dat het niveau van de invoer van belangrijke producten zoals halfgeleiders zelfs boven het niveau van vóór de sancties uitstijgt; overwegende dat diverse landen die geen sancties hebben opgelegd, zoals China, Turkije, de Verenigde Arabische Emiraten, Kazachstan, Kirgizië, een aantal landen uit de zuidelijke Kaukasus en Servië, zich ontwikkeld hebben tot knooppunten voor de doorvoer, door Russische entiteiten, van vanuit de EU ingevoerde producten naar Rusland, of alternatieve routes bieden voor de invoer van goederen voor duaal gebruik en in het buitenland vervaardigde technologie en uitrusting;

O.  overwegende dat de EU in december 2022 David O’Sullivan heeft benoemd tot internationale speciale gezant voor de uitvoering van EU-sancties; overwegende dat een specifiek instrument voor het voorkomen van de omzeiling van sancties is opgenomen in het meest recente sanctiepakket, dat in juni 2023 is aangenomen;

P.  overwegende dat Rosatom en de Russische kernenergiesector nog steeds niet zijn opgenomen in de sanctiepakketten; overwegende dat Rosatom via haar dochterondernemingen cruciale technologieën en materialen invoert voor het Russische militair-industriële complex; overwegende dat de EU-lidstaten in de loop van 2022 en 2023 aanzienlijke vooruitgang hebben geboekt bij het verminderen van hun afhankelijkheid van de Russische nucleaire industrie;

Q.  overwegende dat de Commissie op 2 december 2022 een voorstel heeft ingediend voor een richtlijn betreffende de definitie van strafbare feiten en sancties voor schending van beperkende maatregelen van de Unie(3), met als doel het onderzoek, de vervolging en de bestraffing van schendingen van EU-sancties in alle lidstaten te vergemakkelijken;

R.  overwegende dat het Russische maatschappelijk middenveld en de Russische oppositieleden die in de EU in ballingschap zijn in hun dagelijks leven onevenredige gevolgen hebben ondervonden van sommige sancties, wat niet strookt met de doelstelling van het sanctiebeleid van de EU en in plaats daarvan afbreuk doet aan de geloofwaardigheid van de EU;

1.  spreekt nogmaals in de sterkste bewoordingen zijn veroordeling uit over de niet-uitgelokte, illegale en ongerechtvaardigde aanvalsoorlog van Rusland tegen Oekraïne, alsook over de betrokkenheid van het regime van Loekasjenka in Belarus bij deze oorlog; verzoekt Rusland nogmaals om alle militaire acties in Oekraïne onmiddellijk te staken en alle strijdkrachten en militaire uitrusting onvoorwaardelijk uit het gehele internationaal erkende grondgebied van Oekraïne terug te trekken, een eind te maken aan de gedwongen deportaties van Oekraïense burgers en alle gevangengenomen en gedeporteerde Oekraïners, met name kinderen, vrij te laten;

2.  onderstreept dat de EU-sancties naar aanleiding van de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne tot doel hebben de Russische economische en industriële basis, met name het militair-industriële complex, strategisch te verzwakken, teneinde het de Russische Federatie moeilijker te maken de oorlog voort te zetten, de burgerbevolking aan te vallen en de territoriale integriteit van Oekraïne te schenden, alsook om de toegang van Rusland tot militaire technologieën en onderdelen te belemmeren en Russische politieke en economische elites te treffen om hun steun aan het regime te ondermijnen;

3.  wijst erop dat de doeltreffendheid van internationale sancties bepaald wordt door de mate waarin de staten die ze hebben vastgesteld vastberadenheid en eensgezindheid tonen, samenwerken, eerlijk zijn en gedane toezeggingen gestand doen; verzoekt de lidstaten duidelijk aan te geven wat de Russische activa binnen hun rechtsgebied zijn die aan sancties zijn onderworpen, en ervoor te zorgen dat deze activa daadwerkelijk aan de Russische entiteiten worden ontnomen; wijst erop dat er een meer geharmoniseerde aanpak en meer transparantie nodig is met betrekking tot de melding van de locatie en het bedrag van de bevroren tegoeden;

4.  onderstreept dat het omzeilen van dergelijke uitvoerbeperkingen als het gaat om voor oorlogsvoering kritieke goederen in bepaalde ernstige gevallen kan worden beschouwd en vervolgd als medeplichtigheid aan de oorlogsmisdaden van Rusland, aangezien de EU-sancties tegen Rusland een instrument van het buitenlands beleid zijn met als doel om een einde te maken aan een illegale oorlog;

5.  dringt er bij de EU en de lidstaten op aan het toezicht op de uitvoering van sancties te intensiveren en, op EU-niveau, te centraliseren en voorts een mechanisme te ontwikkelen om omzeiling van sancties te voorkomen en te monitoren, met als doel de mogelijkheden voor Rusland om sancties te omzeilen te beperken; verzoekt de autoriteiten van de lidstaten nauwer samen te werken bij onderzoeken naar schendingen en omzeiling van sancties, en duidelijker te laten zien wat de gevolgen van dergelijke schendingen zijn, door schendingen van EU-sancties op actieve en daadkrachtige wijze te voorkomen en/of te vervolgen; dringt er in dit kader op aan dat de EU-instellingen snel tot overeenstemming komen over een ambitieuze richtlijn betreffende de definitie van strafbare feiten en sancties voor de schending van beperkende maatregelen van de Unie; onderstreept dat straffen evenredig moeten blijven, maar ook streng genoeg moeten zijn om een afschrikkend effect te hebben; verzoekt de Europese Raad om de bevoegdheden van het Europees Openbaar Ministerie aldus uit te breiden dat het EOM ook bevoegd wordt ter zake van het misdrijf schending van beperkende maatregelen van de Unie, om te zorgen voor meer harmonisatie en om een consistente en eenvormige vervolging van deze strafbare feiten in de hele EU te waarborgen;

6.  spreekt zijn diepe bezorgdheid uit over de aanhoudende handel tussen EU-lidstaten en Rusland in aan sancties onderworpen goederen die kritiek zijn voor oorlogsvoering; betreurt het ernstige gebrek aan een nalevingscultuur met betrekking tot de EU-sancties tegen Rusland; veroordeelt de praktijk waarbij aan sancties onderworpen goederen uit de EU worden verkocht aan bedrijven of personen uit derde landen en vervolgens rechtstreeks naar Rusland worden verzonden; verzoekt de EU en de lidstaten systemen op te zetten waarmee informatie over transacties doeltreffender kan worden uitgewisseld, met als doel de handhaving van sancties in verband met militaire goederen en goederen voor tweeërlei gebruik te verbeteren; roept de autoriteiten van de lidstaten ertoe op bedrijven de nodige informatie te verstrekken en bijstand te verlenen met het oog op een betere naleving van de sancties van de EU, en om in gesprek te gaan met bedrijven waarvan de producten naar Rusland worden geëxporteerd, teneinde het risico van onopzettelijke schending van de regelgeving inzake exportcontroles zoveel mogelijk te beperken; verzoekt de lidstaten grondig te onderzoeken of bedrijven de uitvoerbeperkingen voor in de lijst opgenomen goederen naleven, en afschrikkende sancties op te leggen;

7.  dringt er bij de lidstaten op aan ruimere categorieën producten aan exportcontroles te onderwerpen, de exportcontroles in alle rechtsgebieden op elkaar af te stemmen en de maatregelen consequent te handhaven zodat de sancties niet meer kunnen worden omzeild; verzoekt de EU en de lidstaten specifieke maatregelen te nemen om te voorkomen dat geavanceerde technologische producten die naar niet-EU-landen worden uitgevoerd, in Rusland terechtkomen, en de ontwikkelingen op dit gebied nauwlettend te volgen om vast te stellen op welke wijze de sancties worden omzeild en de sanctieregelingen dienovereenkomstig aan te passen;

8.  dringt er bij bedrijven uit de EU en de kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten op aan hun activiteiten in Rusland te beëindigen en bijzondere zorgvuldigheid te betrachten bij de uitvoer van goederen die niet naar Rusland mogen worden uitgevoerd; benadrukt dat EU-bedrijven en hun dochterondernemingen waarvan wordt vastgesteld dat zij de beperkende maatregelen van de EU schenden, uitgesloten moeten worden van aanbestedingen en andere vormen van financiering in het kader van de faciliteit voor Oekraïne en andere wederopbouwprogramma’s in Oekraïne; is van mening dat bedrijven die profiteren van de mogelijkheid dat afwijkingen worden toegestaan met betrekking tot de toepassing van de sancties van de EU tegen Rusland en die zakelijke betrekkingen met Rusland blijven onderhouden, niet in aanmerking mogen komen voor EU-fondsen, technische bijstand of deelname aan door de EU gefinancierde projecten; is van mening dat deze bedrijven automatisch moeten worden opgenomen in het systeem voor vroegtijdige opsporing en uitsluiting en dat hun status in het Arachne-risicoscoresysteem dienovereenkomstig moet worden bijgewerkt; is van mening dat dit beginsel ook van toepassing zou moeten zijn bij overheidsopdrachten, in die zin dat overheden of lokale autoriteiten geen werk, goederen of diensten zouden mogen afnemen van bedrijven die op grond van Verordening (EU) nr. 269/2014 van de Raad afwijken van EU-sancties;

9.  verzoekt de EU en haar lidstaten de strategische communicatie van de EU over de sancties van de EU tegen Rusland te verbeteren en desinformatie hierover te bestrijden; verzoekt de Commissie en de lidstaten meer inspanningen te leveren om het brede publiek te informeren over de beperkende maatregelen van de EU tegen Rusland, met name over de doelstelling ervan, en in dit verband gebruik te maken van de ervaring van de EU-gezant voor sancties om internationale partners, organisaties en belangrijke sectoren ervan te overtuigen dat een stokje moet worden gestoken voor de omzeiling van de inspanningen om de inkomstenstroom droog te leggen die Rusland in staat stelt zijn aanvalsoorlog tegen Oekraïne voort te zetten;

10.  dringt er bij alle kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten op aan zich strikt aan te sluiten bij de EU-sancties naar aanleiding van de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne, als teken van hun bereidheid om de verplichtingen van het EU-lidmaatschap op zich te nemen;

11.  veroordeelt het gedrag van de staten, juridische dienstverleners, andere entiteiten en individuen die Rusland helpen om de gevolgen van de sancties van de EU te omzeilen; herinnert eraan dat schending van de sancties een misdrijf op EU-niveau vormt en de financiële belangen van de EU ernstige schade toebrengt; roept de lidstaten en de EU-instellingen, alsook de EU-gezant voor sancties, op tot grotere inspanningen om de ontduiking en omzeiling van de EU-sancties tegen Rusland te beperken, aangezien dit de doeltreffendheid van de EU-sancties ernstig ondermijnt en de internationale inspanningen om de oorlog te beëindigen, belemmert; benadrukt dat de tegoeden die als gevolg van schendingen van de sancties in beslag worden genomen moeten worden gebruikt voor schadeloosstelling van de slachtoffers van de Russische agressie, voor de wederopbouw van infrastructuur en voor hervormingen in het kader van de Oekraïne-faciliteit; roept de EU en de lidstaten ertoe op om hun betrekkingen met landen die zich onvoldoende inspannen om te voorkomen dat de EU-sancties tegen Rusland worden omzeild en ontdoken, en de financiële steun die aan deze landen wordt verleend alsook hun eventuele preferentiële toegang tot EU-markten, te heroverwegen; is bezorgd over berichten dat Azerbeidzjan en andere landen Russisch gas “witwassen”; dringt er bij de EU en haar lidstaten op aan gebruik te maken van alle mogelijke instrumenten om de regering van Azerbeidzjan ervan te overtuigen niet langer samen te spannen met het Russische regime;

12.  verzoekt alle lidstaten actief bij te dragen tot de handhaving van eenheid inzake sancties en dringt er daarom op aan alle sanctieregelingen in verband met de acties van Rusland tegen Oekraïne systematisch met ten minste twaalf maanden te verlengen, en bijkomende sanctiepakketten vast te stellen die erop gericht zijn het vermogen van Rusland om zijn oorlogscampagne te financieren, strategisch te beperken; moedigt de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid ertoe aan te blijven bijdragen aan eenheid op lange termijn en grotere doeltreffendheid door ruimschoots gebruik te maken van zijn recht om voorstellen in te dienen;

13.  verzoekt de Commissie haar interpretatie van sancties die leiden tot de inbeslagneming en confiscatie van goederen en voertuigen die uitsluitend voor persoonlijk gebruik bestemd zijn, te herzien; benadrukt dat dergelijke overmatige naleving het doel van sancties als instrument in diskrediet brengt;

14.  dringt er bij de EU en haar lidstaten op aan de coördinatie bij de handhaving van de geldende sancties in verband met de export van ruwe olie door Rusland te verbeteren en op te voeren; dringt er bij de EU en de lidstaten op aan de EU-markt voor fossiele brandstoffen van Russische oorsprong volledig te sluiten; dringt erop aan de oorsprong van ingevoerde fossiele brandstoffen, lng en geraffineerde fossiele brandstoffen op geharmoniseerde wijze te toetsen om de wederuitvoer van Russische energie naar de EU te voorkomen;

15.  verzoekt de EU en de lidstaten samen te werken met de G7 om het prijsplafond voor Russische olie en aardolieproducten aanzienlijk te verlagen, een absoluut verbod in te stellen op de invoer van Russisch lng en vloeibaar petroleumgas (lpg) in de EU en op de invoer van brandstof en andere aardolieproducten uit niet-EU-landen indien deze producten zijn geproduceerd met Russische aardolie, en het vervoer van Russische olie en Russisch lng over het grondgebied van de EU te verbieden; verzoekt de EU prijs- en volumeplafonds vast te stellen voor de invoer van Russische en Belarussische meststoffen in de EU;

16.  roept de EU en haar lidstaten ertoe op om sancties op te leggen aan alle grote Russische oliemaatschappijen en Gazprombank, alsmede aan hun dochterondernemingen, raden van bestuur en leidinggevenden; verzoekt de EU en haar lidstaten de sancties tegen Rusland inzake de invoer van aluminium uit te breiden en sancties in te voeren tegen het Arctic-2-lng-project; verzoekt de Commissie een beperking van tankerdiensten en een embargo op de verkoop van tankers aan Rusland voor te stellen, alsook een beperking van de Europese verzekeringsdiensten voor tankers, indien deze worden gebruikt voor de uitvoer van Russische olie; verzoekt de landen van de Price Cap Coalition om het overladen van Russische olie en Russisch lng in hun territoriale wateren en exclusieve economische zones te verbieden; roept de EU en haar lidstaten ertoe op het prijsplafond voor olie beter te handhaven en de naleving ervan beter te controleren, in het bijzonder door te bepalen dat prijscertificaten voor Russische olie alleen door geautoriseerde handelaren mogen worden verstrekt en te eisen dat alle tankers die in transit zijn in de Europese territoriale wateren over een adequate verzekering tegen “oil spill” (“P&I”) beschikken;

17.  verzoekt de Commissie en de lidstaten de sancties uit te breiden met een volledig verbod op de handel in en het slijpen van diamanten van Russische oorsprong of van diamanten die door Rusland naar de EU worden wederuitgevoerd; verzoekt de EU en haar lidstaten sancties op te leggen aan het staatsbedrijf Alrosa en op grote schaal systemen in te voeren voor het traceren van de herkomst van diamanten aan de hand van nieuwe technologieën;

18.  verzoekt de EU en haar lidstaten hun samenwerking met Rosatom en diens leidinggevenden en dochterondernemingen zo snel mogelijk te beperken tot wat strikt noodzakelijk is voor de energiezekerheid van de Unie; verzoekt de Commissie en het Voorzieningsagentschap van Euratom om de bestaande samenwerking met Rosatom te screenen en steun te verlenen voor de vervanging van Russische brandstof, reserveonderdelen en diensten door mogelijke alternatieven, rekening houdend met de positieve ervaring van Oekraïne; verzoekt de EU en haar lidstaten om de schepen van Atomflot, een dochteronderneming van Rosatom, te weren uit de EU-havens en de internationale druk op te voeren om een einde te maken aan de bezetting van de kerncentrale van Zaporizja en meer in het algemeen de veiligheid van door conflicten getroffen kerncentrales te waarborgen; dringt er bij de EU en de lidstaten op aan de EU-markt voor fossiele brandstoffen van Russische oorsprong volledig te sluiten;

19.  is bezorgd dat Rusland erin slaagt een aanzienlijk aantal van de computercomponenten die het voor de productie van ballistische en kruisraketten nodig heeft, te kopen door via zijn ruimtevaartprogramma (Roscosmos) technologieën voor tweeërlei gebruik te verwerven; roept de EU en haar lidstaten op onmiddellijk te stoppen met de levering van dergelijke componenten aan Rusland en aanvullende maatregelen te nemen die erop gericht zijn de militaire toeleveringsketen van Rusland verder te verstoren en externe actoren aan te pakken die de Russische oorlogsinspanningen bijvoorbeeld middels de productie van drones en raketten trachten te ondersteunen;

20.  verzoekt de EU en haar lidstaten juridische middelen te vinden die het mogelijk maken bevroren Russische tegoeden in beslag te nemen en te gebruiken voor de wederopbouw van Oekraïne en ter compensatie van de slachtoffers van de Russische agressie; is ingenomen met de aankondiging van de Belgische regering dat zij belasting gaat heffen op de opbrengsten van de bevroren tegoeden in Russische handen die door Euroclear worden aangehouden;

21.  dringt erop aan om de beperkende maatregelen tegen Belarus volledig af te stemmen op de huidige beperkende maatregelen tegen Rusland, aangezien het Loekasjenka-regime ernstig medeplichtig is aan de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne;

22.  verzoekt de Europese Dienst voor extern optreden samen met de Commissie een uitgebreide evaluatie uit te voeren van de EU-sancties als reactie op de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne en voorstellen in te dienen over de wijze waarop de voorbereiding, de instandhouding, het toezicht op de uitvoering en de handhaving van EU-sancties en de coördinatie daarvan met trans-Atlantische bondgenoten, G7- en G20-partners, andere gelijkgestemde partners en VN-leden in het algemeen verder kunnen worden verbeterd; herhaalt zijn standpunt dat de EU en de VS intensief moeten blijven samenwerken op het gebied van sancties, teneinde de controles op de uitvoer te stroomlijnen en alle mazen te dichten die Rusland in staat zouden kunnen stellen de sancties te omzeilen;

23.  verzoekt de Raad vaart te zetten achter zijn werkzaamheden om tot een akkoord te komen met het oog op de snelle goedkeuring van de voorgestelde verordening betreffende beperkende maatregelen tegen ernstige corruptie; verzoekt de Raad in het kader van deze nieuwe regeling snel sancties op te leggen aan natuurlijke personen en rechtspersonen die verantwoordelijk zijn voor corruptie in de context van de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne en daarmee het Russische regime pogen te ondersteunen;

24.  verzoekt de Raad en de Commissie meer transparantie en professionaliteit aan de dag te leggen wat betreft de manier waarop zij personen identificeren die het doelwit moeten zijn van persoonlijke sancties of daarvan moeten worden ontheven; herhaalt dat de huidige werkwijze de reputatie van de bestaande sanctieregeling schaadt;

25.  benadrukt dat de beperkte doeltreffendheid van de sancties duidelijk maakt dat er een alomvattender aanpak ten aanzien van Rusland nodig is; dringt er daarom op aan dat de EU-sancties als reactie op de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne worden ingebed in een alomvattende politieke en diplomatieke strategie ten aanzien van Rusland, die ook bestaat uit steun voor de Russische oppositie in ballingschap, het maatschappelijk middenveld en onafhankelijke media en journalisten die gekant zijn tegen de oorlog, coördinatie met internationale partners om inmenging van Rusland in democratische processen en internationale conflicten tegen te gaan, en doeltreffende multilaterale samenwerking om de obstructie of het misbruik van multilaterale instellingen of mechanismen door Rusland ongedaan te maken; verzoekt de Commissie en de lidstaten de negatieve gevolgen voor Russische en Belarussische maatschappelijke organisaties en oppositieleden in ballingschap tot een minimum te beperken, aangezien die gevolgen niet bijdragen tot de doelstelling van de sancties, namelijk het beperken van het vermogen van Rusland om zijn aanvalsoorlog tegen Oekraïne te voeren;

26.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de vicevoorzitter van de Commissie / hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de president, regering en Verchovna Rada van Oekraïne, de Raad van Europa, de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa, en de Russische en Belarussische autoriteiten.

(1) PB L 308 van 29.11.2022, blz. 18.
(2) Verordening (EU) nr. 269/2014 van de Raad van 17 maart 2014 betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen (PB L 78 van 17.3.2014, blz. 6).
(3) Voorstel van de Commissie voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de definitie van strafbare feiten en sancties voor de schending van beperkende maatregelen van de Unie (COM(2022)0684).

Laatst bijgewerkt op: 28 februari 2024Juridische mededeling - Privacybeleid