Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 22 november 2023 over het voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EU) nr. 904/2010 wat betreft de voor het digitale tijdperk noodzakelijke regelingen voor administratieve samenwerking op het gebied van de btw (COM(2022)0703 – C9-0023/2023 – 2022/0409(CNS))
(Bijzondere wetgevingsprocedure – raadpleging)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(2022)0703),
– gezien artikel 113 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C9‑0023/2023),
– gezien artikel 82 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie economische en monetaire zaken (A9-0324/2023),
1. hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;
2. verzoekt de Commissie haar voorstel krachtens artikel 293, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie dienovereenkomstig te wijzigen;
3. verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;
4. wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel van de Commissie;
5. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad, de Commissie en de nationale parlementen.
Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
Amendement 1 Voorstel voor een verordening Overweging -1 (nieuw)
(-1) Het huidige btw-stelsel van de Unie, dat in 1993 werd ingevoerd, is vergelijkbaar met het Europese douanestelsel.Het ontbreekt echter aan gelijkwaardige controles, waardoor het btw-stelsel een doelwit is voor grensoverschrijdende fraude.
Amendement 2 Voorstel voor een verordening Overweging 1 bis (nieuw)
(1 bis) Het huidige btw-stelsel zou beter presteren als intracommunautaire leveringen van goederen en diensten zouden worden belast alsof het binnenlandse transacties betrof.In 2018 werd een voorstel voor een Richtlijn van de Raad tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG wat betreft de invoering van de nadere technische maatregelen voor de werking van het definitieve btw-stelsel voor de belastingheffing in het handelsverkeer tussen de lidstaten ingediend. Dit voorstel is nog in behandeling.De bepalingen in de gewijzigde Verordening (EU) nr. 904/2010 van de Raad versterken zowel het huidige stelsel als een definitief btw-stelsel.
Amendement 3 Voorstel voor een verordening Overweging 2
(2) Bij Richtlijn (EU) XX/XXX15 van de Raad [PB gelieve nummer en jaar in te voegen van de richtlijn van de Raad tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG wat betreft de btw-regels voor het digitale tijdperk die op dezelfde dag als deze verordening is vastgesteld] zijn in Richtlijn 2006/112/EG16 van de Raad digitale rapportagevereisten (“DRR’s”) opgenomen. Krachtens deze vereisten moeten voor btw-doeleinden geïdentificeerde belastingplichtigen de lidstaten inlichtingen verstrekken over elke intracommunautaire levering van goederen, elke intracommunautaire verwerving van goederen en elke dienst die belastbaar is in een andere lidstaat dan die waar de leverancier of dienstverlener is gevestigd. De lidstaten moeten die inlichtingen over intracommunautaire transacties uitwisselen en verwerken om toe te zien op de juiste toepassing van de btw en om fraude op te sporen.
(2) Bij Richtlijn (EU) XX/XXX15 van de Raad [PB gelieve nummer en jaar in te voegen van de richtlijn van de Raad tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG wat betreft de btw-regels voor het digitale tijdperk die op dezelfde dag als deze verordening is vastgesteld] zijn in Richtlijn 2006/112/EG van de Raad16 digitale rapportagevereisten (“DRR’s”) opgenomen. Krachtens deze vereisten moeten voor btw-doeleinden geïdentificeerde belastingplichtigen de lidstaten inlichtingen verstrekken over elke intracommunautaire levering van goederen, elke intracommunautaire verwerving van goederen en elke dienst die belastbaar is in een andere lidstaat dan die waar de leverancier of dienstverlener is gevestigd. De lidstaten moeten die inlichtingen over intracommunautaire transacties uitwisselen en verwerken om toe te zien op de juiste toepassing van de btw en om fraude op te sporen. Deze vereisten zijn niet van toepassing op defensiegerelateerde aankopen, die zijn vrijgesteld uit hoofde van de artikelen 143 en 151 van Richtlijn 2006/112/EG.
__________________
__________________
15 Richtlijn (EU) XXX/XXXX van de Raad van... (PB L ... van dd/mm/jj, blz. X). [PB Gelieve volledige referentie in te voegen.]
15 Richtlijn (EU) XXX/XXXX van de Raad van... (PB L ... van dd/mm/jj, blz. X). [PB Gelieve volledige referentie in te voegen.]
16 Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 347 van 11.12.2006, blz. 1).
16 Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 347 van 11.12.2006, blz. 1).
Amendement 4 Voorstel voor een verordening Overweging 3
(3) De bestaande samenwerking tussen de belastingautoriteiten van de lidstaten is gebaseerd op de uitwisseling van geaggregeerde informatie tussen nationale elektronische systemen. Met de invoering van de DRR’s wordt beoogd de belastingdiensten tijdig gegevens op transactiebasis te verstrekken ten behoeve van een betere inning van de belasting. Om die gegevens op efficiënte wijze ter beschikking te stellen van andere belastingdiensten en om een gemeenschappelijke uitvoering van analyses en kruiscontroles en een gemeenschappelijke interpretatie van die analyses en kruiscontroles te vergemakkelijken, is een centraal systeem nodig waarin btw-informatie wordt gedeeld.
(3) De bestaande samenwerking tussen de belastingautoriteiten van de lidstaten is gebaseerd op de uitwisseling van geaggregeerde informatie tussen nationale elektronische systemen. Met de invoering van de DRR’s wordt beoogd de belastingdiensten tijdig gegevens op transactiebasis te verstrekken ten behoeve van doeltreffender procedures voor de inning van de belasting. Om die gegevens op efficiënte wijze ter beschikking te stellen van andere belastingdiensten en om een gemeenschappelijke uitvoering van analyses en kruiscontroles en een gemeenschappelijke interpretatie van die analyses en kruiscontroles te vergemakkelijken, is een beveiligd en up-to-date centraal systeem nodig waarin relevante btw-informatie wordt gedeeld.
Amendement 5 Voorstel voor een verordening Overweging 4
(4) Om de lidstaten in staat te stellen btw-fraude doeltreffender te bestrijden, moet een centraal elektronisch systeem voor de uitwisseling van btw-informatie (hierna het “centrale VIES” genoemd) worden opgezet om dergelijke informatie te delen. Dat systeem moet van de nationale elektronische systemen van de lidstaten informatie ontvangen over intracommunautaire transacties die zijn gemeld door de desbetreffende leveranciers of dienstverleners en afnemers in verschillende lidstaten. Dat systeem moet ook de btw-identificatiegegevens van belastingplichtigen die intracommunautaire transacties verrichten, van de lidstaten ontvangen. Voorts moeten, telkens wanneer gegevens worden gewijzigd, ook de metagegevens in het centrale VIES worden geüpload om het tijdstip van wijziging te traceren.
(4) Om de lidstaten, het Europees Openbaar Ministerie (EOM), het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF), Eurofisc en het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) in staat te stellen btw-fraude doeltreffender te bestrijden, moet een centraal elektronisch systeem voor de uitwisseling van btw-informatie (hierna het “centrale VIES” genoemd) worden opgezet om dergelijke informatie te delen. Dat systeem moet van de nationale elektronische systemen van de lidstaten informatie ontvangen over intracommunautaire transacties die zijn gemeld door de desbetreffende leveranciers of dienstverleners en afnemers in verschillende lidstaten. Dat systeem moet ook de btw-identificatiegegevens van belastingplichtigen die intracommunautaire transacties verrichten, van de lidstaten ontvangen. Voorts moeten, telkens wanneer gegevens worden gewijzigd, ook de metagegevens in het centrale VIES worden geüpload om het tijdstip van wijziging te traceren.
Amendement 6 Voorstel voor een verordening Overweging 5
(5) De btw-identificatiegegevens van belastingplichtigen die intracommunautaire transacties verrichten, moeten onverwijld automatisch in het centrale VIES worden bijgewerkt telkens wanneer identificatiegegevens wijzigen, tenzij de lidstaten overeenkomen dat een dergelijke bijwerking niet relevant, essentieel of nuttig is. Dergelijke bijwerkingen zijn noodzakelijk omdat de geldigheid van de btw-identificatienummers van belastingplichtigen moet worden gecontroleerd om de vrijstelling voor intracommunautaire leveringen van goederen waarin artikel 138 van Richtlijn 2006/112/EG voorziet, te kunnen verlenen. Om de belastingdiensten een redelijke mate van zekerheid over de kwaliteit en de betrouwbaarheid van deze gegevens te bieden, moet informatie over intracommunautaire transacties automatisch in het centrale VIES worden bijgewerkt uiterlijk één dag nadat de lidstaat die informatie van de belastingplichtige heeft ontvangen.
(5) De btw-identificatiegegevens van belastingplichtigen die intracommunautaire transacties verrichten, moeten zonder onnodige vertraging automatisch in het centrale VIES worden bijgewerkt telkens wanneer identificatiegegevens wijzigen, tenzij de lidstaten overeenkomen dat een dergelijke bijwerking niet relevant, essentieel of nuttig is. Dergelijke bijwerkingen zijn noodzakelijk omdat de geldigheid van de btw-identificatienummers van belastingplichtigen moet worden gecontroleerd om de vrijstelling voor intracommunautaire leveringen van goederen waarin artikel 138 van Richtlijn 2006/112/EG voorziet, te kunnen verlenen. Om de belastingdiensten een redelijke mate van zekerheid over de kwaliteit en de betrouwbaarheid van deze gegevens te bieden, moet informatie over intracommunautaire transacties automatisch in het centrale VIES worden bijgewerkt uiterlijk drie dagen nadat de lidstaat die informatie van de belastingplichtige heeft ontvangen.
Amendement 7 Voorstel voor een verordening Overweging 8
(8) Om de lidstaten bij te staan in hun strijd tegen btw-fraude en om fraudeurs op te sporen, moeten de btw-identificatiegegevens en de btw-informatie over intracommunautaire transacties gedurende vijf jaar worden bewaard. Dat is de termijn die de lidstaten minimaal nodig hebben om doeltreffende controles te kunnen uitvoeren en vermoedelijke gevallen van btw-fraude te onderzoeken of dergelijke fraude op te sporen. Die termijn is ook evenredig gezien de enorme hoeveelheid aan gegevens over intracommunautaire transacties en de gevoeligheid ervan als commerciële en persoonsgegevens.
(8) Om de lidstaten bij te staan in hun strijd tegen btw-fraude en om fraudeurs op te sporen, moeten de btw-identificatiegegevens en de btw-informatie over intracommunautaire transacties gedurende vijf jaar worden bewaard. Dat is de termijn die de lidstaten en, in voorkomend geval, het EOM minimaal nodig hebben om doeltreffende controles te kunnen uitvoeren en vermoedelijke gevallen van btw-fraude te onderzoeken of dergelijke fraude op te sporen. Die termijn is ook evenredig gezien de enorme hoeveelheid aan gegevens over intracommunautaire transacties en de gevoeligheid ervan als commerciële en persoonsgegevens.
Amendement 8 Voorstel voor een verordening Overweging 8 bis (nieuw)
(8 bis) Gegevens over het bedrijfsleven in de Unie die worden verzameld via e-facturering en e-aangifte moeten om veiligheidsredenen en met het oog op economische soevereiniteit fysiek binnen de Unie worden opgeslagen.
Amendement 9 Voorstel voor een verordening Overweging 9
(9) Om mismatches tijdig op te sporen en zo btw-fraude beter te kunnen bestrijden, moet het centrale VIES automatisch kruiscontroles kunnen verrichten van de informatie die zowel van leveranciers of dienstverleners als van afnemers wordt verzameld krachtens de DRR’s die zijn ingevoerd bij Richtlijn (EU) XX/XXX17 [PB gelieve nummer en jaar in te voegen van de richtlijn van de Raad tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG wat betreft de btw-regels voor het digitale tijdperk die op dezelfde dag als deze verordening is vastgesteld]. De lidstaten moeten de resultaten van deze kruiscontroles krijgen om er een passende follow-up aan te geven.
(9) Om mismatches tijdig op te sporen en zo btw-fraude beter te kunnen bestrijden, moet het centrale VIES automatisch kruiscontroles kunnen verrichten van de informatie die zowel van leveranciers of dienstverleners als van afnemers wordt verzameld krachtens de DRR’s die zijn ingevoerd bij Richtlijn (EU) XX/XXX17 [PB gelieve nummer en jaar in te voegen van de richtlijn van de Raad tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG wat betreft de btw-regels voor het digitale tijdperk die op dezelfde dag als deze verordening is vastgesteld]. De lidstaten moeten de resultaten van deze kruiscontroles krijgen om er een passende follow-up aan te geven. Uit veiligheidsoverwegingen zijn de DRR’s niet van toepassing op overeenkomsten inzake defensie en nationale veiligheid.
__________________
__________________
17 Richtlijn (EU) XXX/XXXX van de Raad van... (PB L ... van dd/mm/jj, blz. X).
17 Richtlijn (EU) XXX/XXXX van de Raad van... (PB L ... van dd/mm/jj, blz. X).
Amendement 10 Voorstel voor een verordening Overweging 10 bis (nieuw)
(10 bis) Om een gestroomlijnd proces te waarborgen, is het noodzakelijk dat het centrale VIES in real time statusupdates weergeeft met het oog op de verificatie van de geldigheid van grote aantallen btw-nummers en btw-nummers van bedrijven ten behoeve van hun handelspartners. Dergelijke statusupdates moeten betrouwbaar zijn wat betreft de kwaliteit van de gegevens en de stabiliteit van het systeem.
Amendement 11 Voorstel voor een verordening Overweging 10 ter (nieuw)
(10 ter) Sinds 2002 stelt de Commissie op haar website een functie beschikbaar (VIES VAT number validation) om de geldigheid van een btw-nummer online te kunnen verifiëren. Aangezien er inmiddels veel meer gebruik wordt gemaakt van die functie dan toen deze werd ingevoerd, zijn er aanzienlijke upgrades nodig om ervoor te zorgen dat het systeem grote hoeveelheden verzoeken om verificatie van btw-nummers kan verwerken, om de kwaliteit van de gegevens in het systeem te verbeteren, om updates in real time mogelijk te maken en om uitval van het systeem te voorkomen. Om betrouwbare verificatie van btw-nummers in real time mogelijk te maken en te waarborgen dat het centrale VIES optimaal functioneert, is het dus belangrijk dat de Commissie de functie “VIES VAT number validation” verbetert.
Amendement 12 Voorstel voor een verordening Overweging 10 quater (nieuw)
(10 quater) Met het oog op vereenvoudiging en om de nalevingskosten voor zowel bedrijven, met name kmo’s, als belastingdiensten te beperken, moet de Commissie beveiligde en betrouwbare software ontwikkelen voor de verbinding van bedrijven en nationale overheden met het centrale VIES.
Amendement 13 Voorstel voor een verordening Overweging 11 bis (nieuw)
(11 bis) De waarborgen van hoofdstuk XV van Verordening (EU) nr. 904/2010, en name de waarborgen van artikel 55 daarvan, moeten van toepassing blijven op de verwerking van persoonsgegevens.
Amendement 14 Voorstel voor een verordening Overweging 12
(12) De toegang tot de informatie in het centrale VIES moet op “need-to-know”-basis worden verleend. Deze informatie mag niet worden gebruikt voor andere doeleinden dan het toezicht op de juiste toepassing van de btw en de bestrijding van btw-fraude. De in deze verordening vastgestelde geheimhoudingsregels moeten bindend zijn voor alle gebruikers.
(12) De toegang tot de informatie in het centrale VIES moet op “need-to-know”-basis worden verleend. Deze informatie mag niet worden gebruikt voor andere doeleinden dan het toezicht op de juiste toepassing van de btw en de bestrijding van btw-fraude. De in deze verordening vastgestelde geheimhoudingsregels moeten bindend zijn voor alle gebruikers. In verband met de procedures voor de uitwisseling van inlichtingen en de toegang tot gegevens moeten de Verordeningen (EU) 2016/6791bis en (EU) 2018/17251ter van het Europees Parlement en de Raad worden nageleefd en moet het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie worden geëerbiedigd.
__________________
1bis Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).
1ter Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).
Amendement 15 Voorstel voor een verordening Overweging 13
(13) Om btw-fraude te bestrijden, moeten de Eurofisc-verbindingsambtenaren van de lidstaten als bedoeld in artikel 36 van Verordening (EU) nr. 904/2010 toegang hebben tot en analyses kunnen verrichten van btw-informatie over intracommunautaire transacties. Om toe te zien op de juiste toepassing van de btw-wetgeving, moeten de ambtenaren van de lidstaten die nagaan of de btw-vrijstelling voor bepaalde ingevoerde goederen, zoals bepaald in artikel 143, lid 1, punt d), van Richtlijn 2006/112/EG, van toepassing is, ook toegang hebben tot de btw-identificatiegegevens die in het centrale VIES zijn opgeslagen. Voorts moeten de bevoegde autoriteiten van de lidstaten om dezelfde redenen andere ambtenaren selecteren die rechtstreeks toegang moeten hebben tot het centrale VIES, en hen indien nodig die toegang verlenen. Ten slotte moeten naar behoren gemachtigde personen van de Commissie toegang hebben tot de informatie in het centrale VIES, maar alleen voor zover die toegang noodzakelijk is voor de ontwikkeling en het onderhoud van dat systeem.
(13) Om btw-fraude te bestrijden, moeten de Eurofisc-verbindingsambtenaren van de lidstaten als bedoeld in artikel 36 van Verordening (EU) nr. 904/2010 en het EOM, OLAF en Europol toegang hebben tot en analyses kunnen verrichten van btw-informatie over intracommunautaire transacties. Om toe te zien op de juiste toepassing van de btw-wetgeving, moeten de ambtenaren van de lidstaten die nagaan of de btw-vrijstelling voor bepaalde ingevoerde goederen, zoals bepaald in artikel 143, lid 1, punt d), van Richtlijn 2006/112/EG, van toepassing is, ook toegang hebben tot de btw-identificatiegegevens die in het centrale VIES zijn opgeslagen. Voorts moeten de bevoegde autoriteiten van de lidstaten om dezelfde redenen andere ambtenaren selecteren die rechtstreeks toegang moeten hebben tot het centrale VIES, en hen indien nodig die toegang verlenen. Ten slotte moeten naar behoren gemachtigde personen van de Commissie toegang hebben tot de informatie in het centrale VIES, maar alleen voor zover die toegang noodzakelijk is voor de ontwikkeling en het onderhoud van dat systeem. Gemachtigde personen van de Commissie mogen in geen geval inbreuk maken op het recht van belastingplichtigen op vertrouwelijkheid. Volgens het jaarverslag van het EOM over 2022 bleek uit de actieve onderzoeken die door het EOM naar fraudegevallen werden verricht, dat 47 % van het totale geraamde bedrag aan schade ten gevolge van fraude het gevolg was van btw-fraude.Om die reden is het essentieel dat gemachtigde personeelsleden van het EOM rechtstreeks toegang krijgen tot het centrale VIES-systeem.Om dezelfde redenen moet voor gemachtigde ambtenaren van OLAF hetzelfde gelden.
Amendement 16 Voorstel voor een verordening Overweging 14
(14) Om vermoedelijke btw-fraude te onderzoeken en dergelijke fraude op te sporen, moeten de informatiesystemen die het Eurofisc-netwerk ondersteunen in de strijd tegen btw-fraude, met inbegrip van het systeem voor transactienetwerkanalyse en het centrale elektronische systeem van betalingsinlichtingen (“CESOP”), rechtstreeks toegang hebben tot het centrale VIES.
(14) Om vermoedelijke btw-fraude te onderzoeken en dergelijke fraude op te sporen, moeten de informatiesystemen die het Eurofisc-netwerk ondersteunen in de strijd tegen btw-fraude, met inbegrip van het systeem voor transactienetwerkanalyse en het centrale elektronische systeem van betalingsinlichtingen (“CESOP”), het EOM, OLAF en Europol rechtstreeks toegang hebben tot het centrale VIES.
Amendement 17 Voorstel voor een verordening Overweging 14 bis (nieuw)
(14 bis) Het EOM moet ook rechtstreeks toegang hebben tot het centrale VIES voor zover noodzakelijk voor de uitvoering van zijn taken als bedoeld in artikel 4 van Verordening (EU) 2017/1939 van de Raad1bis, en in overeenstemming met artikel 43 van die verordening.
__________________
1bis Verordening (EU) 2017/1939 van de Raad van 12 oktober 2017 betreffende nauwere samenwerking bij de instelling van het Europees Openbaar Ministerie (“EOM”) (PB L 283 van 31.10.2017, blz. 1).
Amendement 18 Voorstel voor een verordening Overweging 16
(16) Om eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van Verordening (EU) nr. 904/2010 te waarborgen, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend met betrekking tot de door de Commissie uit te voeren taken voor het technische beheer van het centrale VIES, de technische details betreffende de identificatie en toegang van ambtenaren en elektronische systemen tot het centrale VIES, de technische details en het formaat van de informatie die naar het centrale VIES wordt doorgezonden, en de rollen en verantwoordelijkheden van de lidstaten en de Commissie wanneer zij optreden als verwerkingsverantwoordelijke en verwerker krachtens Verordeningen (EU) 2016/67918 en (EU) 2018/172519 van het Europees Parlement en de Raad. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/201120 van het Europees Parlement en de Raad.
(16) Om eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van Verordening (EU) nr. 904/2010 te waarborgen, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend met betrekking tot de door de Commissie uit te voeren taken voor het technische beheer van het centrale VIES, de technische details betreffende de identificatie en toegang van ambtenaren en elektronische systemen tot het centrale VIES, de technische details en het formaat van de informatie die naar het centrale VIES wordt doorgezonden, en de rollen en verantwoordelijkheden van de lidstaten en de Commissie wanneer zij optreden als verwerkingsverantwoordelijke en verwerker krachtens Verordeningen (EU) 2016/67918 en (EU) 2018/172519 van het Europees Parlement en de Raad. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/201120 van het Europees Parlement en de Raad. Elke ontwerpuitvoeringshandeling moet ter informatie worden doorgezonden aan het Europees Parlement, zodat het zijn rechten kan uitoefenen.
__________________
__________________
18 Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).
18 Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).
19 Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).
19 Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).
20 Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).
20 Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).
Amendement 19 Voorstel voor een verordening Overweging 17
(17) Btw-fraude is een gemeenschappelijk probleem voor alle lidstaten. De lidstaten alleen beschikken niet over de nodige informatie om de juiste toepassing van de btw-regels te garanderen en btw-fraude aan te pakken. Daar de doelstelling van Verordening (EU) nr. 904/2010 - de bestrijding van btw-fraude - niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt vanwege het grensoverschrijdende karakter van de interne markt, maar beter op het niveau van de Unie kan worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken.
(17) Btw-fraude is een gemeenschappelijk probleem voor alle lidstaten. De lidstaten alleen beschikken niet over de nodige informatie om de juiste toepassing van de btw-regels te garanderen en btw-fraude aan te pakken. Daar de doelstelling van Verordening (EU) nr. 904/2010 - de bestrijding van btw-fraude - niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt vanwege het grensoverschrijdende karakter van de interne markt, maar beter op het niveau van de Unie kan worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken. Met het oog op het niveau van de verzameling, centralisatie en automatische verwerking van gegevens over intracommunautaire transacties dat nodig is om de belastingdiensten van de lidstaten in staat te stellen de stromen tussen bedrijven in de Unie volledig in kaart te brengen, is invoering van een controleproces op Unieniveau nodig waarmee de goede werking van het systeem gewaarborgd wordt en afwijkingen bij het gebruik van deze gegevens vermeden worden.
Amendement 20 Voorstel voor een verordening Overweging 17 bis (nieuw)
(17 bis) In haar verslag van 16 april 2004 aan de Raad en het Europees Parlement over de toepassing van regelingen betreffende administratieve samenwerking op het gebied van bestrijding van btw-fraude licht de Commissie op heldere wijze toe hoe carrouselfraude wordt gepleegd.
Amendement 21 Voorstel voor een verordening Overweging 21
(21) Het misbruik van btw-identificatienummers in het éénloketsysteem voor invoer (IOSS) is door belanghebbenden als een potentieel risico aangemerkt. Om het correcte gebruik en het controleproces van IOSS-btw-identificatienummers beter te waarborgen, moet artikel 47 nonies van Verordening (EU) nr. 904/2010 worden uitgebreid om de douaneautoriteiten toegang te verlenen tot informatie over marktdeelnemers die voor het IOSS geregistreerd zijn, waardoor zij de risico’s beter zullen kunnen beheren en beheersen.
(21) Misbruik, opzettelijk dan wel uit nalatigheid, van btw-identificatienummers in het éénloketsysteem voor invoer (IOSS) is door belanghebbenden als een potentieel risico aangemerkt. Om het correcte gebruik en het controleproces van IOSS-btw-identificatienummers beter te waarborgen, moet artikel 47 nonies van Verordening (EU) nr. 904/2010 worden uitgebreid om de douaneautoriteiten toegang te verlenen tot informatie over marktdeelnemers die voor het IOSS geregistreerd zijn, waardoor zij de risico’s beter zullen kunnen beheren en beheersen.
Amendement 22 Voorstel voor een verordening Overweging 22 bis (nieuw)
(22 bis) Voor de wijzigingen in verband met de IOSS-regeling moet een realistisch uitvoeringsschema worden vastgesteld. Om een versnipperde naleving en tenuitvoerlegging te voorkomen, waardoor de administratieve lasten voor bedrijven, met name kmo’s, en platforms, met name kleine platforms, die de verkoop van ondernemingen aan klanten (B2C) faciliteren, zouden kunnen toenemen, moet het toepassingsgebied van de IOSS-regeling dus met ingang van 1 januari 2026 worden uitgebreid.
Amendement 23 Voorstel voor een verordening Overweging 24
(24) Deze verordening eerbiedigt de grondrechten en neemt de beginselen in acht die zijn erkend in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. Met name wordt met deze verordening beoogd het in artikel 8 van het Handvest vastgelegde recht op bescherming van persoonsgegevens ten volle te respecteren. In dat verband wordt de hoeveelheid persoonsgegevens die aan de belastingautoriteiten beschikbaar zullen worden gesteld, door deze verordening sterk beperkt. De verwerking van inlichtingen over intracommunautaire transacties overeenkomstig deze verordening mag alleen plaatsvinden voor de toepassing van deze verordening.
(24) Deze verordening eerbiedigt de grondrechten en neemt de beginselen in acht die zijn erkend in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. Met name wordt met deze verordening beoogd het in artikel 8 van het Handvest vastgelegde recht op bescherming van persoonsgegevens ten volle te respecteren. In dat verband wordt de hoeveelheid persoonsgegevens die aan de belastingautoriteiten beschikbaar zullen worden gesteld, door deze verordening sterk beperkt omdat toegang van belastingdiensten tot informatie over persoonlijke aankopen van personen een ernstig risico voor de persoonlijke levenssfeer vormt. De verwerking van inlichtingen over intracommunautaire transacties overeenkomstig deze verordening mag derhalve alleen plaatsvinden voor de toepassing van deze verordening.
Amendement 24 Voorstel voor een verordening Overweging 24 bis (nieuw)
(24 bis) Het gebruik van door bedrijven doorgegeven gegevens is alleen toegestaan in het kader van de bestrijding van btw-fraude, waarbij de beginselen van evenredigheid en bescherming van de grondrechten moeten worden geëerbiedigd. De betrokken autoriteiten moeten overeenkomstig Richtlijn (EU) 2016/943 van het Europees Parlement en de Raad1bisbedrijfsgeheimen, meer bepaald de knowhow en deskundigheid in verband met producten en diensten van bedrijven in de Unie, eerbiedigen, teneinde het concurrentievermogen van deze bedrijven niet in gevaar te brengen.
__________________
1bis Richtlijn (EU) 2016/943 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende de bescherming van niet-openbaar gemaakte knowhow en bedrijfsinformatie (bedrijfsgeheimen) tegen het onrechtmatig verkrijgen, gebruiken en openbaar maken daarvan (PB L 157 van 15.6.2016, blz. 1).
Amendement 25 Voorstel voor een verordening Overweging 25
(25) De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming is geraadpleegd overeenkomstig artikel 42, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1725 en heeft op […] een advies uitgebracht.
(25) De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming is geraadpleegd overeenkomstig artikel 42, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1725 en heeft op 3 maart 2023 een advies uitgebracht.
Amendement 26 Voorstel voor een verordening Overweging 25 bis (nieuw)
(25 bis) In lijn met het algemeen belang en de financiële belangen van de Unie genieten klokkenluiders een doeltreffende rechtsbescherming uit hoofde van Richtlijn (EU) 2019/1937 van het Europees Parlement en de Raad1bis.
__________________
1bis Richtlijn (EU) 2019/1937 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2019 inzake de bescherming van personen die inbreuken op het Unierecht melden (PB L 305 van 26.11.2019, blz. 17).
Amendement 27 Voorstel voor een verordening Overweging 27 bis (nieuw)
(27 bis) Artikel 36 van Verordening (EU) nr. 904/2010 werd gewijzigd om rekening te houden met de rol van Europol en OLAF. Ook de rol van het EOM moet hierin worden opgenomen. Zoals bepaald in artikel 13, lid 1, van Verordening (EU) 2017/1939 van de Raad treden de gedelegeerd Europese aanklagers van het EOM namens het EOM op in hun respectieve lidstaten en hebben zij dezelfde bevoegdheden als nationale aanklagers met betrekking tot onderzoeken, strafvervolgingen en het voor de rechter brengen van zaken. In deze hoedanigheid kunnen zij de Eurofisc-verbindingsambtenaar in hun respectieve lidstaat benaderen. Zij moeten over dezelfde bevoegdheid beschikken in hun hoedanigheid van gedelegeerd Europese aanklager, in overeenstemming met artikel 43 van Verordening (EU) 2017/1939. Voor zover dit nodig is voor de uitoefening van de taken van het EOM, moet rechtstreekse verslaglegging van Eurofisc aan het EOM worden toegestaan. Ook moet een selectie van personeelsleden van het EOM Eurofisc om informatie kunnen verzoeken.
Amendement 28 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – titel
Wijzigingen van Verordening (EU) nr. 904/2010 die van toepassing zijn vanaf 1 januari 2025
Wijzigingen van Verordening (EU) nr. 904/2010 die van toepassing zijn vanaf 1 januari 2026
Amendement 29 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 1 bis (nieuw) Verordening (EU) nr. 904/2010 Artikel 2 – lid 1 – punten v bis (nieuw), v ter (nieuw) en v quater (nieuw)
1 bis) Aan artikel 2, lid 1, worden de volgende punten toegevoegd:
“v bis) “gedelegeerd Europese aanklagers”: gedelegeerd Europese aanklagers als bedoeld in artikel 13, lid 1, van Verordening (EU) 2017/1939 van de Raad*;
v ter) “personeel van het EOM”: personeel van het EOM in de zin van artikel 2, punt 4, van Verordening (EU) 2017/1939;
v quater) “ambtenaren van OLAF”: ambtenaren in dienst van het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) zoals opgericht bij Besluit van de Commissie 1999/352/EG, EGKS, Euratom**, aan wie de directeur-generaal onderzoeksbevoegdheden heeft verleend.
__________________
*Verordening (EU) 2017/1939 van de Raad van 12 oktober 2017 betreffende nauwere samenwerking bij de instelling van het Europees Openbaar Ministerie (“EOM”) (PB L 283 van 31.10.2017).
** Besluit 1999/352/EG, EGKS, Euratom van de Commissie van 28 april 1999 houdende oprichting van het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) (PB L 136 van 31.5.1999, blz. 20).”;
Amendement 30 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 3 bis (nieuw) Verordening (EU) nr. 904/2010 Artikel 17 – lid 1 bis (nieuw)
3 bis) In artikel 17 wordt het volgende lid ingevoegd:
“1 bis. De in lid 1 bedoelde inlichtingen die worden verzameld door middel van e-facturering en e-aangifte worden niet buiten het grondgebied van de Unie opgeslagen.”;
Amendement 31 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 3 ter (nieuw) Verordening (EU) nr. 904/2010 Artikel 33 – lid 1
3 ter) In artikel 33 wordt lid 1 vervangen door:
1. Om de multilaterale samenwerking bij de bestrijding van btw-fraude te bevorderen en te vergemakkelijken, wordt bij dit hoofdstuk een netwerk ingesteld voor de snelle uitwisseling, verwerking en analyse van doelgerichte inlichtingen over grensoverschrijdende fraude tussen de lidstaten en voor de coördinatie van eventuele vervolgacties, hierna “Eurofisc” genoemd.
“1. Om de multilaterale samenwerking bij de bestrijding van btw-fraude en de samenwerking tussen de lidstaten en het EOM, Europol en OLAF te bevorderen en te vergemakkelijken, wordt bij dit hoofdstuk een netwerk ingesteld voor de snelle uitwisseling, verwerking en analyse van doelgerichte inlichtingen over grensoverschrijdende fraude tussen de lidstaten en voor de coördinatie van eventuele vervolgacties, hierna “Eurofisc” genoemd.”;
Amendement 32 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 3 quater (nieuw) Verordening (EU) nr. 904/2010 Artikel 33 – lid 2 – punt d bis (nieuw)
3 quater) In artikel 33, lid 2, wordt het volgende punt ingevoegd:
“d bis) werken de lidstaten samen met het EOM, Europol en OLAF, overeenkomstig hun respectieve mandaten en bevoegdheden, en met name in overeenstemming met Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad*.
__________________
* Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 september 2013 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (Euratom) nr. 1074/1999 van de Raad (PB L 248 van 18.9.2013, blz. 1).”;
Amendement 33 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 3 quinquies (nieuw) Verordening (EU) nr. 904/2010 Artikel 36 – lid 5 bis (nieuw)
3 quinquies) In artikel 36 wordt het volgende lid ingevoegd:
“5 bis. Voor zover dit nodig is voor de uitoefening van hun taken, kunnen de gedelegeerd Europese aanklagers relevante inlichtingen opvragen bij een Eurofisc-werkterreincoördinator die in dezelfde lidstaat is gevestigd. Voor zover dit nodig is voor de uitvoering van hun taken, kunnen de relevante personeelsleden van het EOM inlichtingen opvragen bij een Eurofisc-werkterreincoördinator die gevestigd is in een lidstaat die deelneemt aan de nauwere samenwerking bij de instelling van het EOM als bedoeld in artikel 120 van Verordening (EU) 2017/1939. Eurofisc kan daartoe een werkafspraak maken met het EOM om te verduidelijken hoe de samenwerking tussen Eurofisc en het EOM zal verlopen.”;
Amendement 34 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 4 Verordening (EU) nr. 904/2010 Artikel 47 ter – lid 3
3. Indien een belastingplichtige die gebruikmaakt van een van de bijzondere regelingen van titel XII, hoofdstuk 6, afdelingen 2, 3 en 5, van Richtlijn 2006/112/EG, van die bijzondere regeling wordt uitgesloten, stelt de lidstaat van identificatie de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten daarvan onverwijld en langs elektronische weg in kennis.”.
3. Indien een belastingplichtige die gebruikmaakt van een van de bijzondere regelingen van titelXII, hoofdstuk6, afdelingen2, 3 en5, van Richtlijn 2006/112/EG, van die bijzondere regeling wordt uitgesloten, stelt de lidstaat van identificatie de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten daarvan zo snel mogelijk en in ieder geval vóór de tiende dag van de daaropvolgende maand langs elektronische weg in kennis.”.
Amendement 35 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 5 Verordening (EU) nr. 904/2010 Artikel 47 quinquies – lid 2
2. De lidstaat van identificatie zendt de in lid 1 bedoelde gegevens uiterlijk 20 dagen na het einde van de maand waarin de aangifte moest zijn ingediend, langs elektronische weg toe aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat van verbruik of de lidstaten waaruit en waarnaar de goederen zijn verzonden of vervoerd.”.
2. De lidstaat van identificatie zendt de in lid 1 bedoelde gegevens uiterlijk tien dagen na het einde van de maand waarin de aangifte moest zijn ingediend, langs elektronische weg toe aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat van verbruik of de lidstaten waaruit en waarnaar de goederen zijn verzonden of vervoerd.”;
Amendement 36 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 7 – b Verordening (EU) nr. 904/2010 Artikel 47 decies – lid 5
5. Wanneer de verzoekende lidstaat van verbruik of lidstaat waaruit of waarnaar de goederen zijn verzonden of vervoerd, de boekhouding niet binnen 30 dagen na de datum van het verzoek ontvangt, kan die lidstaat in overeenstemming met zijn nationale wetgeving maatregelen nemen om die boekhouding te verkrijgen.”.
5. Wanneer de verzoekende lidstaat van verbruik of lidstaat waaruit of waarnaar de goederen zijn verzonden of vervoerd, de boekhouding niet binnen 30dagen na de datum van het verzoek ontvangt, kan die lidstaat in overeenstemming met zijn nationale wetgeving de redelijke administratieve maatregelen nemen die nodig zijn om die boekhouding te verkrijgen.”.
Amendement 37 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 8 Verordening (EU) nr. 904/2010 Artikel 47 undecies – lid 2
“2. Onverminderd artikel 7, lid 4, raadpleegt de lidstaat van verbruik of de lidstaat waaruit of waarnaar de goederen zijn verzonden of vervoerd, indien hij besluit dat een administratief onderzoek nodig is, eerst de lidstaat van identificatie over de noodzaak van een dergelijk onderzoek.”.
“2. Onverminderd artikel 7, lid 4, raadpleegt de lidstaat van verbruik of de lidstaat waaruit of waarnaar de goederen zijn verzonden of vervoerd, indien hij besluit dat een administratief onderzoek nodig is, eerst de lidstaat van identificatie over de noodzaak van een dergelijk onderzoek, waarna hij dit onderzoek uitvoert met inachtneming van het rechtskader van de betrokken lidstaten.”.
Amendement 38 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 10 Verordening (EU) nr. 904/2010 Artikel 47 terdecies bis – lid 3
3. De lidstaten bepalen dat een belastingplichtige, indien hij daarom wordt verzocht, de gevraagde boekhouding langs elektronische weg indient bij de lidstaat waar de belastingplichtige voor btw-doeleinden is geïdentificeerd. De lidstaten aanvaarden dat de boekhouding door middel van een standaardformulier kan worden ingediend.
3. De lidstaten bepalen dat een belastingplichtige, indien hij daarom wordt verzocht, de gevraagde boekhouding langs elektronische weg indient bij de lidstaat waar de belastingplichtige voor btw-doeleinden is geïdentificeerd. De lidstaten aanvaarden uitsluitend de indiening van de boekhouding door middel van een verplicht te gebruiken standaardformulier.
Amendement 39 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 10 Verordening (EU) nr. 904/2010 Artikel 47 terdecies bis – lid 5
5. Wanneer de verzoekende lidstaat waar die prestaties belastbaar zijn, de boekhouding niet binnen 30 dagen na de datum van het verzoek ontvangt, kan die lidstaat in overeenstemming met zijn nationale wetgeving maatregelen nemen om die boekhouding te verkrijgen.
5. Wanneer de verzoekende lidstaat waar die prestaties belastbaar zijn, de boekhouding niet binnen 30dagen na de datum van het verzoek ontvangt, kan die lidstaat in overeenstemming met zijn nationale wetgeving de redelijke administratieve maatregelen nemen die nodig zijn om die boekhouding te verkrijgen.
Amendement 40 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – punt 10 Verordening (EU) nr. 904/2010 Artikel 47 terdecies ter – alinea 2
Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 58, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.”.
Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 58, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld. De ontwerpuitvoeringshandelingen worden ter informatie doorgezonden aan het Europees Parlement, zodat het zijn rechten kan uitoefenen.”.
Amendement 41 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – titel
Wijzigingen van Verordening (EU) nr. 904/2010 die van toepassing zijn vanaf 1 januari 2026
Wijzigingen van Verordening (EU) nr. 904/2010 die van toepassing zijn vanaf 1 januari 2027
Amendement 42 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – alinea 1 – punt 3 Verordening (EU) nr. 904/2010 Artikel 24 octies – lid 1
1. De Commissie verzorgt de ontwikkeling, het onderhoud, de hosting en het technische beheer van een centraal elektronisch systeem voor de uitwisseling van btw-informatie (“centraal VIES”) voor de in artikel 1 bedoelde doeleinden.
1. De Commissie verzorgt de ontwikkeling, het onderhoud, de hosting en het technische beheer van een centraal elektronisch systeem voor de uitwisseling van btw-informatie (“centraal VIES”) voor de in artikel 1 bedoelde doeleinden. De Commissie heeft geen toegang tot de gegevens van individuele belastingplichtigen. De Commissie verleent technische ondersteuning voor het waarborgen van een beveiligde verbinding met het centrale VIES ten behoeve van de ambtenaren aan wie overeenkomstig artikel 24 duodecies, lid 1, geautomatiseerde toegang tot het centrale VIES is verleend.
Amendement 43 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – alinea 1 – punt 3 Verordening (EU) nr. 904/2010 Artikel 24 octies – lid 1 bis (nieuw)
1 bis. Bij de installatie van het centrale VIES wordt een beroep gedaan op de beschikbare technologie die het meest geschikt is om de rechten van burgers als belastingplichtigen te waarborgen, met name het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer, het recht op gegevensbescherming en het recht op bescherming van bedrijfsgeheimen, in overeenstemming met Richtlijn (EU) 2016/943 van het Europees Parlement en de Raad*.De Commissie beoordeelt regelmatig de doeltreffendheid van het centrale VIES en evalueert de toegevoegde waarde van het gebruik van nieuwe technologieën, waarbij zij ten volle samenwerkt met de nationale belastingautoriteiten.
__________________
* Richtlijn (EU) 2016/943 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende de bescherming van niet-openbaar gemaakte knowhow en bedrijfsinformatie (bedrijfsgeheimen) tegen het onrechtmatig verkrijgen, gebruiken en openbaar maken daarvan (PB L 157 van 15.6.2016, blz. 1).
Amendement 44 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – alinea 1 – punt 3 Verordening (EU) nr. 904/2010 Artikel 24 octies – lid 2 – alinea 1 – inleidende formule
Elke lidstaat verzorgt de ontwikkeling, het onderhoud, de hosting en het technische beheer van een nationaal elektronisch systeem om de volgende informatie automatisch door te zenden naar het centrale VIES:
Elke lidstaat verzorgt, met technische ondersteuning door de Commissie, de ontwikkeling, het onderhoud, de hosting en het technische beheer van een nationaal elektronisch systeem om de volgende informatie automatisch door te zenden naar het centrale VIES:
Amendement 45 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – alinea 1 – punt 3 Verordening (EU) nr. 904/2010 Artikel 24 octies – lid 2 – alinea 3
De Commissie bepaalt door middel van een uitvoeringshandeling de details en het formaat van de in dit lid genoemde informatie. Die uitvoeringshandeling wordt volgens de in artikel 58, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.
De Commissie bepaalt door middel van een uitvoeringshandeling de details en het formaat van de in dit lid genoemde informatie. Die uitvoeringshandeling wordt volgens de in artikel 58, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld. De ontwerpuitvoeringshandeling wordt ter informatie doorgezonden aan het Europees Parlement, zodat het zijn rechten kan uitoefenen.
Amendement 46 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – alinea 1 – punt 3 Verordening (EU) nr. 904/2010 Artikel 24 octies – lid 3 bis (nieuw)
3 bis. Met het oog op de samenwerking en uitwisseling als bedoeld in lid 2 ontwikkelt de Commissie beveiligde en betrouwbare software voor de verbinding van bedrijven en nationale overheden met het centrale VIES.
Amendement 47 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – alinea 1 – punt 3 Verordening (EU) nr. 904/2010 Artikel 24 octies – lid 3 ter (nieuw)
3 ter. De Commissie ondersteunt de nationale belastingautoriteiten met financiële en personele middelen en technisch advies om te waarborgen dat de nationale elektronische systemen uiterlijk op 1 januari 2030 volledig operationeel zijn.Tijdens een overgangsperiode tot en met 1 januari 2030 beoordeelt de Commissie de doeltreffendheid van het centrale VIES en van de procedures voor de uitwisseling van inlichtingen.
Amendement 48 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – alinea 1 – punt 3 Verordening (EU) nr. 904/2010 Artikel 24 octies – lid 1 – alinea 2
De Commissie stelt door middel van een uitvoeringshandeling de criteria vast om te bepalen welke wijzigingen niet relevant, essentieel of nuttig genoeg zijn om te worden doorgezonden naar het centrale VIES. Die uitvoeringshandeling wordt volgens de in artikel 58, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.
De Commissie stelt door middel van een uitvoeringshandeling de criteria vast om te bepalen welke wijzigingen niet relevant, essentieel of nuttig genoeg zijn om te worden doorgezonden naar het centrale VIES. Die uitvoeringshandeling wordt volgens de in artikel 58, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld. De ontwerpuitvoeringshandeling wordt ter informatie doorgezonden aan het Europees Parlement, zodat het zijn rechten kan uitoefenen.
Amendement 49 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – alinea 1 – punt 3 Verordening (EU) nr. 904/2010 Artikel 24 octies – lid 5
5. In afwijking van lid 4 van dit artikel worden de in artikel 24 octies, lid 2, punt a), bedoelde inlichtingen in het centrale VIES opgenomen uiterlijk één dag nadat de door de belastingplichtige aan de bevoegde autoriteiten verstrekte inlichtingen zijn verzameld.
5. De in artikel 24 octies, lid2, punt a), bedoelde inlichtingen worden uiterlijk drie dagen nadat de door de belastingplichtige aan de bevoegde autoriteiten verstrekte inlichtingen zijn verzameld, in het centrale VIES opgenomen. Indien de inlichtingen later in het centrale VIES worden opgenomen, verstrekt de lidstaat de Commissie de redenen voor het overschrijden van deze termijn.
Amendement 50 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – alinea 1 – punt 3 Verordening (EU) nr. 904/2010 Artikel 24 undecies – alinea 1 – punt a
a) het bewaren van de in de punten b), c) en d) van dit artikel en artikel 24 octies, lid 2, van deze verordening bedoelde informatie;
a) het bewaren van de in de punten b), c) en d) van dit artikel en artikel 24 octies, lid 2, van deze verordening bedoelde informatie in een beveiligde, veerkrachtige en betrouwbare infrastructuur;
Amendement 51 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – alinea 1 – punt 3 Verordening (EU) nr. 904/2010 Artikel 24 undecies – alinea 1 – punt c – inleidende formule
c) het aggregeren van overeenkomstig artikel 213 van Richtlijn 2006/112/EG verzamelde informatie over personen aan wie een btw-identificatienummer is toegekend, en het toegankelijk maken van de volgende gegevens voor de in artikel 24 duodecies bedoelde ambtenaren of elektronische systemen:
c) het aggregeren van overeenkomstig artikel 213 van Richtlijn 2006/112/EG verzamelde informatie over personen aan wie een btw-identificatienummer is toegekend, en het toegankelijk maken van de volgende gegevens voor de in artikel 24 duodecies bedoelde ambtenaren of elektronische systemen in een beveiligd systeem dat de vertrouwelijkheid waarborgt:
Amendement 52 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – alinea 1 – punt 3 Verordening (EU) nr. 904/2010 Artikel 24 undecies – alinea 1 – punt e
e) het toegankelijk maken van de in artikel 24 octies, lid 2, en in de punten b), c) en d) van dit artikel bedoelde informatie voor de in artikel 24 duodecies bedoelde ambtenaren of elektronische systemen.
e) het toegankelijk maken van de in artikel 24 octies, lid 2, en in de punten b), c) en d) van dit artikel bedoelde informatie voor de in artikel 24 duodecies bedoelde ambtenaren of elektronische systemen, in een beveiligd systeem dat de vertrouwelijkheid waarborgt.
Amendement 53 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – alinea 1 – punt 3 Verordening (EU) nr. 904/2010 Artikel 24 duodecies – lid 1 – inleidende formule
1. Elke lidstaat verleent geautomatiseerde toegang tot het centrale VIES aan:
1. Elke lidstaat verleent, via een beveiligde centrale interface die de vertrouwelijkheid waarborgt, geautomatiseerde toegang tot het centrale VIES aan:
Amendement 54 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – alinea 1 – punt 3 Verordening (EU) nr. 904/2010 Artikel 24 duodecies – lid 1 – punt b bis (nieuw)
b bis) gedelegeerd Europese aanklagers en relevante personeelsleden van het EOM die beschikken over een persoonlijke gebruikersidentificatie voor het centrale VIES, wanneer die toegang verband houdt met een onderzoek naar vermoedelijke btw-fraude of het opsporen van btw-fraude;
Amendement 55 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – alinea 1 – punt 3 Verordening (EU) nr. 904/2010 Artikel 24 duodecies – lid 1 – punt b ter (nieuw)
b ter) de relevante ambtenaren van OLAF, wanneer die toegang verband houdt met een onderzoek naar een vermoeden van btw-fraude of tot doel heeft btw-fraude op te sporen;
Amendement 56 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – alinea 1 – punt 3 Verordening (EU) nr. 904/2010 Artikel 24 duodecies – lid 1 – punt b quater (nieuw)
b quater) personeelsleden van Europol die samenwerken met het EOM in het kader van de op 19 januari 2021 in werking getreden werkregeling waarin afspraken voor samenwerking tussen het EOM en Europol zijn vastgelegd, wanneer het onderzoek erop gericht is enige vorm van zware georganiseerde of internationale criminaliteit of cybercriminaliteit die de financiële belangen van de Unie schaadt, te voorkomen en te bestrijden;
Amendement 57 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – alinea 1 – punt 3 Verordening (EU) nr. 904/2010 Artikel 24 duodecies – lid 2 – inleidende formule
2. Elke lidstaat verleent geautomatiseerde toegang tot het centrale VIES aan:
2. Elke lidstaat verleent, via een beveiligde centrale interface die de vertrouwelijkheid waarborgt, geautomatiseerde toegang tot het centrale VIES aan:
Amendement 58 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – alinea 1 – punt 3 Verordening (EU) nr. 904/2010 Artikel 24 duodecies – lid 2 – punt d
d) de elektronische systemen voor de snelle uitwisseling, verwerking en analyse van doelgerichte inlichtingen over grensoverschrijdende fraude door Eurofisc.
d) de elektronische systemen voor de snelle uitwisseling, verwerking en analyse van doelgerichte inlichtingen over grensoverschrijdende fraude door Eurofisc en het EOM.
Amendement 59 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – alinea 1 – punt 3 Verordening (EU) nr. 904/2010 Artikel 24 duodecies – lid 3 – alinea 2
Die uitvoeringshandeling wordt volgens de in artikel 58, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.
Die uitvoeringshandeling wordt volgens de in artikel 58, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld. De ontwerpuitvoeringshandeling wordt ter informatie doorgezonden aan het Europees Parlement, zodat het zijn rechten kan uitoefenen.
Amendement 60 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – alinea 1 – punt 3 Verordening (EU) nr. 904/2010 Artikel 24 terdecies – alinea 2
Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 58, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.
Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 58, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld. De ontwerpuitvoeringshandelingen worden ter informatie doorgezonden aan het Europees Parlement, zodat het zijn rechten kan uitoefenen.
Amendement 61 Voorstel voor een verordening Artikel 4 – alinea 1 – punt 3 – a Verordening (EU) nr. 904/2010 Artikel 21 – lid 3
3. De Commissie legt door middel van uitvoeringshandelingen de praktische details vast met betrekking tot de in lid 2 bis, punt d), van dit artikel bedoelde voorwaarden, zodat de lidstaat die de inlichtingen verschaft, kan bepalen welke Eurofisc-verbindingsambtenaar toegang heeft tot de inlichtingen. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 58, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.
3. De Commissie legt door middel van uitvoeringshandelingen de praktische details vast met betrekking tot de in lid 2 bis, punt d), van dit artikel bedoelde voorwaarden, zodat de lidstaat die de inlichtingen verschaft, kan bepalen welke Eurofisc-verbindingsambtenaar toegang heeft tot de inlichtingen. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 58, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld. De ontwerpuitvoeringshandelingen worden ter informatie doorgezonden aan het Europees Parlement, zodat het zijn rechten kan uitoefenen.
Amendement 62 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – alinea 2
Artikel 1 is van toepassing met ingang van 1 januari 2025.
Artikel 1 is van toepassing met ingang van 1 januari 2026.
Amendement 63 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – alinea 3
Artikel 2 is van toepassing met ingang van 1 januari 2026.
Artikel 2 is van toepassing met ingang van 1 januari 2027.