Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2024/2502(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : B9-0098/2024

Ingediende teksten :

B9-0098/2024

Debatten :

Stemmingen :

PV 07/02/2024 - 8.9
CRE 07/02/2024 - 8.9
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P9_TA(2024)0069

Aangenomen teksten
PDF 148kWORD 54k
Woensdag 7 februari 2024 - Straatsburg
Rechtsstaat en mediavrijheid in Griekenland
P9_TA(2024)0069B9-0098/2024

Resolutie van het Europees Parlement van 7 februari 2024 over de rechtsstaat en mediavrijheid in Griekenland (2024/2502(RSP))

Het Europees Parlement,

–  gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU), en met name artikel 2, artikel 4, lid 3, en artikel 7, lid 1,

–  gezien het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (hierna het “Handvest” genoemd),

–  gezien het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de protocollen daarbij,

–  gezien de Universele Verklaring van de rechten van de mens,

–  gezien de internationale mensenrechtenverdragen van de Verenigde Naties en de Raad van Europa,

–  gezien Verordening (EU, Euratom) 2020/2092 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2020 betreffende een algemeen conditionaliteitsregime ter bescherming van de Uniebegroting (hierna “verordening inzake conditionaliteit met betrekking tot de rechtsstaat” genoemd)(1),

–  gezien Verordening (EU) 2021/1060 van het Europees Parlement en de Raad van 24 juni 2021 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds Plus, het Cohesiefonds, het Fonds voor een rechtvaardige transitie en het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur en de financiële regels voor die fondsen en voor het Fonds voor asiel, migratie en integratie, het Fonds voor interne veiligheid en het Instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visumbeleid (verordening gemeenschappelijke bepalingen)(2),

–  gezien zijn verslag naar aanleiding van het werkbezoek van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken aan Athene (Griekenland) van 6 t/m 8 maart 2023 op initiatief van zijn Groep voor toezicht op de democratie, de rechtsstaat en de grondrechten (DRFMG),

–  gezien de landenhoofdstukken over Griekenland in de jaarverslagen van de Commissie over de rechtsstaat, en met name die van 2021, 2022, en 2023,

–  gezien de arresten van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens betreffende Griekenland,

–  gezien het verslag van het onderzoek naar vermeende inbreuken op en gevallen van wanbeheer bij het toepassen van het Unierecht met betrekking tot het gebruik van Pegasus en soortgelijke spyware voor surveillance en zijn aanbeveling van 15 juni 2023 aan de Raad en de Commissie naar aanleiding van het onderzoek naar vermeende inbreuken op en gevallen van wanbeheer bij het toepassen van het Unierecht met betrekking tot het gebruik van Pegasus en soortgelijke spyware voor surveillance(3),

–  gezien het voorstel van de Commissie van 16 september 2022 voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een gemeenschappelijk kader voor mediadiensten op de interne markt (“verordening mediavrijheid”) en tot wijziging van Richtlijn 2010/13/EU (COM(2022)0457),

–  gezien het voorstel van 27 april 2022 voor een richtlijn tot bescherming van bij publieke participatie betrokken personen tegen kennelijk ongegronde of onrechtmatige gerechtelijke procedures (“strategische rechtszaken tegen publieke participatie”) (COM(2022)0177),

–  gezien Richtlijn 2010/13/EU van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2010 betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake het aanbieden van audiovisuele mediadiensten (richtlijn audiovisuele mediadiensten)(4),

–  gezien artikel 132, lid 2, van zijn Reglement,

A.  overwegende dat eerbied voor de menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, gelijkheid, de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten, waaronder de rechten van personen die tot minderheden behoren, de waarden zijn waarop de Unie is gegrondvest, zoals neergelegd in artikel 2 VEU en zoals weerspiegeld in het Handvest en opgenomen in internationale mensenrechtenverdragen;

B.  overwegende dat een lidstaat de in artikel 2 VEU opgenomen waarden in acht moet nemen om aanspraak te kunnen maken op alle uit de toepassing van de Verdragen voortvloeiende rechten, met inbegrip van het recht op EU-financiering; overwegende dat de Unie overeenkomstig artikel 7 VEU kan beoordelen of er een duidelijk gevaar bestaat voor een ernstige schending van de in artikel 2 bedoelde waarden;

C.  overwegende dat de rechtsstaat en de mediavrijheid in Griekenland de afgelopen jaren erop achteruitgegaan zijn; overwegende dat deze situatie niet voldoende is aangepakt, dat er veel zorgen blijven bestaan, en dat er veel problemen de kop blijven opsteken;

D.  overwegende dat Griekenland in 2022 wetgeving heeft aangenomen om de transparantie van media-eigendom te vergroten en een register voor gedrukte media en een register voor elektronische pers heeft opgezet, waardoor uitsluitend geregistreerde bedrijven in aanmerking komen voor overheidsreclame(5),

E.  overwegende dat in de richtlijn audiovisuele mediadiensten is bepaald dat de lidstaten ervoor moeten zorgen dat de nationale regulerende instanties of organen hun bevoegdheden op onpartijdige en transparante wijze uitoefenen, in overeenstemming met de doelstellingen van de richtlijn, met name wat betreft pluralisme van de media, culturele en taalkundige verscheidenheid, consumentenbescherming, toegankelijkheid, non-discriminatie, de goede werking van de interne markt en de bevordering van eerlijke concurrentie; overwegende dat er voorts in is bepaald dat de lidstaten ervoor moeten zorgen dat de nationale regulerende instanties of organen over adequate financiële en personele middelen en handhavingsbevoegdheden beschikken om hun functies op doeltreffende wijze uit te voeren;

F.  overwegende dat het akkoord tussen de medewetgevers over de verordening mediavrijheid naar verwachting de transparantievereisten zal versterken met betrekking tot directe en indirecte media-eigendom, de toewijzing van overheidsfinanciering aan mediakanalen in de vorm van overheidsreclame, en de benoeming en het ontslag van de raden van bestuur van publieke media; overwegende dat in de verordening mediavrijheid naar verwachting sterke waarborgen zullen worden ingebouwd tegen onnodig toezicht op journalisten en de redactie van mediakanalen;

G.  overwegende dat op het platform voor de veiligheid van journalisten van de Raad van Europa eind 2023 sprake was van twee gevallen van straffeloosheid voor moord, negen actieve signaleringen en twee andere signaleringen zonder antwoord;

H.  overwegende dat Griekenland in de wereldindex voor persvrijheid 2023 van Verslaggevers zonder Grenzen het laagst van alle EU-landen staat, namelijk op plaats 107;

I.  overwegende dat mediavrijheid, pluralisme en de onafhankelijkheid en veiligheid van journalisten cruciale onderdelen vormen van het recht op vrije meningsuiting en informatie, en onontbeerlijk zijn voor de goede werking van de democratie in de EU en haar lidstaten en voor het waarborgen van de rechtsstaat, met inbegrip van corruptiebestrijding;

J.  overwegende dat de Commissie heeft geconcludeerd dat Griekenland voldoet aan de mijlpalen voor EU-financiering, aangezien de nationale transparantieautoriteit een strategie voor corruptiebestrijding heeft goedgekeurd; overwegende dat de nationale transparantieautoriteit geen staat van dienst heeft wat de uitoefening van doeltreffend en onafhankelijk toezicht betreft; overwegende dat de conclusie van de Commissie louter lijkt te zijn gebaseerd op de goedkeuring van een strategie op papier en niet op doeltreffende maatregelen in de praktijk;

K.  overwegende dat Griekenland, volgens de corruptieperceptie-index 2023 van Transparency International, onder de 27 EU-lidstaten een zorgwekkende achteruitgang inzake problemen op het gebied van de rechtsstaat heeft opgetekend; overwegende dat dit een negatieve ontwikkeling is die ook tot uiting komt in de hogere score van het land in de corruptieperceptie-index;

L.  overwegende dat in het zogenaamde Petsas-lijstschandaal 20 miljoen EUR aan overheidsmiddelen onder mediakanalen is verdeeld voor voorlichtingscampagnes over volksgezondheid, met inbegrip van niet-bestaande websites en persoonlijke blogs; overwegende dat bepaalde mediakanalen zonder enige rechtvaardiging en op basis van ondoorzichtige criteria volledig werden uitgesloten;

M.  overwegende dat uit een vooronderzoek van het Griekse directoraat-generaal voor financiële en economische criminaliteit is gebleken dat ten minste 270 gefinancierde mediakanalen niet naar behoren en rechtmatig waren geregistreerd en dat het verlies aan overheidsmiddelen meer dan 3 miljoen EUR bedraagt;

N.  overwegende dat de neef en de voormalige secretaris-generaal van het kabinet van de premier in 2022 verschillende rechtszaken hebben aangespannen tegen de krant Efsyn, het online-onderzoeksplatform Reporters United en individuele journalisten, waarbij werd verzocht om verwijdering van een artikel dat hem in verband bracht met een nationaal spywareschandaal waarbij het bedrijf Intellexa betrokken was, alsook om een schadevergoeding van 550 000 EUR; overwegende dat het artikel publieke verontwaardiging deed ontstaan, die uiteindelijk heeft geleid tot zijn ontslag uit de functie van secretaris-generaal van het kabinet van de premier; overwegende dat sindsdien nadere bijzonderheden over zijn rol in het spywareschandaal aan het licht zijn gekomen; overwegende dat talrijke internationale organisaties voor de vrijheid van meningsuiting en mediavrijheid de rechtszaak hebben veroordeeld als een strategische rechtszaak tegen publieke participatie (SLAPP) teneinde kritische berichtgeving te onderdrukken;

O.  overwegende dat uit het onlangs gepubliceerde jaarverslag 2022 van de Griekse autoriteit voor communicatieveiligheid en privacy (ADAE) is gebleken dat de Griekse nationale inlichtingendienst (EYP) en de afdeling speciale gewelddadige criminaliteit (terrorismebestrijding) van de politie niet tijdig bij de ADAE melding hebben gemaakt van duizenden vervolgingsbevelen om toegang te krijgen tot communicatie om redenen van nationale veiligheid;

P.  overwegende dat de belastingdienst in december 2023 een exorbitante boete van 435 000 EUR heeft opgelegd aan het weekblad Documento News; overwegende dat het Europees Centrum voor pers- en mediavrijheid op 7 december 2023 deze maatregel heeft veroordeeld en zijn ontzetting heeft geuit;

Q.  overwegende dat Panayote Dimitras, een mensenrechtenactivist en oprichter en hoofd van de organisatie Greek Helsinki Monitor (GHM), wordt vervolgd wegens mensenhandel, ook al lijkt hij rechtmatig humanitaire bijstand te hebben verleend aan asielzoekers; overwegende dat hij in december 2022 een boete kreeg opgelegd en dat het hem verboden werd nog langer betrokken te zijn bij GHM; overwegende dat de mensenrechtencommissaris van de Raad van Europa en de Hoge Commissaris van de VN voor de mensenrechten hun bezorgdheid hebben geuit over de zaak; overwegende dat de antiwitwasautoriteit in mei 2023 de bevriezing van alle activa van Dimitras heeft gelast; overwegende dat Dimitras op 31 mei 2023 heeft verklaard dat hij alleen EU-financiering ter bestrijding van haatzaaiende uitlatingen had ontvangen en dat de middelen alleen daarvoor werden gebruikt; overwegende dat de recente vrijspraak van 16 hulpverleners en vrijwilligers aantoont dat strafrechtelijke aanklachten tegen personen die humanitaire bijstand verlenen aan asielzoekers, geen rechtsgrondslag hebben;

R.  overwegende dat de verordening inzake conditionaliteit met betrekking tot de rechtsstaat van het grootste belang is voor de bescherming van de EU-begroting;

S.  overwegende dat het Europees Openbaar Ministerie (EOM) op 28 november 2022 een onderzoek heeft ingesteld naar het misbruik van 700 miljoen EUR aan subsidies voor een spoorwegveiligheidssysteem; overwegende dat sindsdien 23 mensen in verband met het schandaal zijn gearresteerd, met uitzondering van (voormalige) ministers, die door een besluit van het Griekse parlement waarvoor de Griekse grondwet werd ingeroepen, tegen vervolging zijn beschermd;

T.  overwegende dat de Griekse regering, net als vertegenwoordigers van de Griekse politie, heeft geweigerd de DRFMG-delegatie van het Parlement tijdens haar officiële werkbezoek te ontmoeten; overwegende dat de Griekse premier de dag nadien een ontmoeting had met een lokale Duitse delegatie van de Europese Volkspartij; overwegende dat deze weigering om ministers of andere hooggeplaatste regeringsvertegenwoordigers te mogen ontmoeten zich sinds de oprichting van de DRFMG in 2018 nog nooit heeft voorgedaan bij een onderzoeksmissie;

U.  overwegende dat Griekenland verschillende wetten in het kader van gelijkheid heeft aangenomen, waarvan sommige grote mazen vertonen; overwegende dat de Griekse wet die zogenaamde “conversiepraktijken” jegens minderjarigen en andere kwetsbare personen verbiedt, niet van toepassing is op gevallen waarin “conversiepraktijken” worden uitgevoerd door priesters of andere religieuze en/of spirituele leiders, dan wel door specialisten zonder officiële kwalificaties, en evenmin op gevallen waarbij volwassenen daarmee hebben ingestemd; overwegende dat degenen die dergelijke praktijken uitvoeren, alleen aansprakelijk kunnen worden gesteld indien zij daarvoor geld hebben aanvaard; overwegende dat de lhbtiq+-gemeenschap in de zomer van 2023 zwaar geschokt was na het overlijden van Anna Hernández, een uit Cuba afkomstige queer kunstenares die doodgestoken in haar huis werd teruggevonden, en door het feit dat in de eerste politieverslagen met het verkeerde gender over haar werd gesproken;

V.  overwegende dat Griekenland in de gendergelijkheidsindex 2023 van het Europees Instituut voor gendergelijkheid 58 punten op 100 scoorde en slechts de 24e plaats innam in de EU; overwegende dat volgens de evaluatie van 2023 door de Groep van deskundigen inzake actie tegen geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld, die toezicht houdt op de uitvoering van het Verdrag van Istanbul, Griekenland momenteel geen crisiscentra voor verkrachting en/of verwijzingscentra voor seksueel geweld heeft;

1.  uit zijn diepe bezorgdheid over zeer ernstige bedreigingen voor de democratie, de rechtsstaat en de grondrechten in Griekenland; benadrukt dat controlemechanismen essentieel zijn voor een robuuste democratie, en stelt met bezorgdheid vast dat deze onder zware druk zijn komen te staan;

2.  is ernstig bezorgd over het feit dat de rechtshandhavingsinstanties en justitiële autoriteiten in Griekenland geen vooruitgang hebben geboekt bij het onderzoek naar de moord op de Griekse journalist George Karaivaz op 9 april 2021; stelt vast dat in april 2023 twee verdachten zijn gearresteerd, maar dat er voor de rest geen activiteit in het politieonderzoek te bespeuren viel; dringt er bij de autoriteiten met klem op aan al het nodige te doen om een grondig en doeltreffend onderzoek te voeren en degenen die bij de moord betrokken zijn, op welk niveau ook, voor de rechter te brengen; dringt er bij de autoriteiten op aan Europol om bijstand te vragen;

3.  is zeer verontrust over het feit dat veel journalisten, afgezien van deze moord, te maken krijgen met fysieke bedreigingen, verbale aanvallen, onder meer vanwege hooggeplaatste politici en ministers, de schending van hun privacy door spyware, en SLAPP’s; onderstreept dat dit voor hen een afschrikkend effect heeft; dringt erop aan dat met name deze SLAPP’s onmiddellijk worden ingetrokken; beklemtoont dat de regering verplicht is al het nodige te doen om de daders van misdrijven tegen personen, journalisten en andere media-actoren voor de rechter te brengen en een veilige omgeving voor alle journalisten te creëren;

4.  uit zijn diepe bezorgdheid over de vele gevallen van buitensporig gebruik van geweld door politiediensten tegen minderheidsgroepen en vreedzame demonstranten in het algemeen; verzoekt de autoriteiten al deze gevallen volledig en onafhankelijk te onderzoeken; is ernstig bezorgd over het feit dat in Griekenland de afgelopen jaren drie jonge Roma zijn omgekomen door vermeend politiegeweld, en over het feit dat daar geen grondig onderzoek naar is gevoerd; stelt met bezorgdheid vast dat de politie in sommige gevallen de plaats delict heeft opgeruimd voordat een forensisch onderzoek had plaatsgevonden; herinnert eraan dat de bevoegde rechtbank vier politieagenten heeft vrijgesproken van betrokkenheid bij de dood van lhbtiq+-activist Zak Kostopoulos in 2022, hoewel op videobeelden te zien was dat de politie onnodig geweld gebruikte;

5.  verzoekt de regering de volledige onafhankelijkheid van haar nationale regelgevende instantie voor de audiovisuele sector te waarborgen, zoals vereist uit hoofde van de richtlijn audiovisuele mediadiensten;

6.  benadrukt dat de pluriformiteit van de media onder druk staat, aangezien de eigendom van de media in het land voornamelijk is verdeeld over een klein aantal oligarchen, wat leidt tot een dramatisch gebrek aan berichtgeving over bepaalde onderwerpen, zoals bezorgdheid over het spoorwegveiligheidssysteem vóór het treinongeval bij Larissa; neemt met bezorgdheid kennis van het gebrek aan transparantie bij de verdeling van overheidssubsidies aan mediakanalen; neemt kennis van de conclusie van de Commissie dat de regelgevende instanties voor de media over onvoldoende middelen beschikken; plaatst vraagtekens bij de objectiviteit en onafhankelijkheid van de Griekse nationale raad voor radio en televisie en maakt zich zorgen over de plotselinge vervanging van de raad van toezicht in september 2023; verzoekt de Commissie toezicht te houden op de tenuitvoerlegging van nieuwe mediawet nr. 5005/2022 van 21 december 2022, met name wat betreft de transparantie van media-eigendom;

7.  vraagt, met betrekking tot het illegale gebruik van surveillancetechnologie zoals Predator-spyware, dat:

   (a) de institutionele en juridische waarborgen, met inbegrip van doeltreffende controles vooraf en achteraf, alsook onafhankelijke toezichtmechanismen, dringend worden hersteld en versterkt;
   (b) alle uitvoervergunningen die niet volledig stroken met de verordening inzake producten voor tweeërlei gebruik(6), dringend worden ingetrokken en dat de beschuldigingen van illegale uitvoer, onder meer naar Sudan, worden onderzocht;
   (c) er garanties komen dat de autoriteiten alle beschuldigingen van het gebruik van spyware vrij en ongehinderd kunnen onderzoeken;
   (d) de wetswijziging van 2019 waarbij de EYP onder de rechtstreekse controle van de premier werd geplaatst, wordt teruggedraaid;
   (e) de onafhankelijkheid van de leiding van de nationale transparantieautoriteit wordt gewaarborgd;
   (f) er met spoed een politieonderzoek wordt gestart naar aanleiding van het vermeende misbruik van spyware, en dat de hand wordt gelegd op fysiek bewijsmateriaal van gelieerde personen, makelaars en spyware-verkopers die in verband worden gebracht met spyware-infecties;
   (g) Europol onmiddellijk wordt uitgenodigd om deel te nemen aan de onderzoeken; veroordeelt de onrechtmatige instrumentalisering van de term “bedreiging voor de nationale veiligheid” als rechtvaardiging voor de onaanvaardbare afluistering van en het toezicht op politieke tegenstanders, waaronder huidig EP-lid Georgios Kyrtsos en voormalig lid Nikos Androulakis; uit zijn ernstige bezorgdheid over de invloed van de premier op de EYP, die onder de directe bevoegdheid en het directe toezicht van zijn kabinet valt;

8.  stelt met grote bezorgdheid vast dat onafhankelijke autoriteiten zoals de ADAE en de Griekse gegevensbeschermingsautoriteit steeds meer onder druk zijn komen te staan als gevolg van hun werkzaamheden in verband met het onrechtmatig afluisteren door de EYP; stelt voorts vast dat het Griekse parlement in 2023 plotseling de bestuursleden van de ADAE heeft vervangen, vlak vóór het besluit van de ADAE om de EYP een boete op te leggen en net voordat de ADAE en de gegevensbeschermingsautoriteit vroegen om een cruciale stap te zetten in het onderzoek naar het spywareschandaal;

9.  verzoekt de Griekse regering met spoed wijziging 826/145 van wet nr. 2472/1997 in te trekken, waarbij de ADAE de mogelijkheid werd ontnomen om burgers ervan in kennis te stellen dat de vertrouwelijkheid van hun communicatie wordt opgeheven, en de volledige onafhankelijkheid van de rechterlijke macht en alle relevante toezichthoudende instanties, zoals de Ombudsman en de gegevensbeschermingsautoriteit, te herstellen, teneinde ervoor te zorgen dat alle toezichthoudende instanties volledige medewerking en toegang tot informatie krijgen en in staat zijn alle slachtoffers volledige informatie te verstrekken;

10.  uit zijn bezorgdheid over de onderfinanciering, het gebrek aan personeel, de inperking van bevoegdheden, ondoorzichtige benoemingsprocedures en het lastigvallen en intimideren van ambtenaren van onafhankelijke overheidsinstanties zoals de Ombudsman – wiens mandaat en de duur ervan moeten stroken met de Beginselen van Parijs en de Europese normen inzake organen voor gelijke behandeling –, de gegevensbeschermingsautoriteit en de ADAE; constateert voorts dat het nationaal agentschap voor transparantie, dat een cruciale rol zou moeten spelen bij het toezicht op de overheidsinstanties, niet doeltreffend lijkt te zijn en dat er bezorgdheid is geuit over de onafhankelijkheid ervan; verzoekt de Griekse regering de onafhankelijkheid en operationele autonomie van onafhankelijke toezichthoudende instanties te waarborgen, in overeenstemming met de Griekse grondwet en de toepasselijke nationale en Europese wettelijke vereisten, en de naleving van hun aanbevelingen te verbeteren; wijst erop dat de systematische moeilijkheden en vertragingen bij de benoeming van het bestuur van onafhankelijke toezichthoudende instanties de doeltreffendheid en het gezag ervan ondermijnen; is zeer verontrust over de plotselinge vervanging van de bestuursleden van de ADAE en het toezichtsorgaan voor de publieke omroep in september 2023, net toen de ADAE en de gegevensbeschermingsautoriteit hadden opgeroepen tot een cruciale stap in het spyware-onderzoek;

11.  maakt zich ernstig zorgen dat het spyware-onderzoek de facto zal worden beëindigd nu het onderzoek aan een andere aanklager is overgedragen, nadat de vorige aanklager de ADAE had verzocht om na te gaan of de 92 personen die het doelwit waren van Predator-spyware (waaronder nationale parlementsleden, leden van het Europees Parlement, journalisten en overheidsfunctionarissen), ook onder toezicht van de EYP waren geplaatst; herhaalt zijn oproep om Europol bij het onderzoek te betrekken;

12.  veroordeelt ten stelligste de intimidatie van en pesterijen jegens ambtenaren die de regering controleren, zoals Eleni Touloupaki, voormalig aanklager voor corruptiebestrijding, en Christos Rammos, hoofd van de ADAE; spreekt zijn ontzetting uit over het optreden van de aanklager van het Hooggerechtshof en diens vermeende poging om een stokje te steken voor een verzoek van de ADAE aan een telecommunicatiebedrijf om surveillancebevelen uit 2022 te controleren;

13.  merkt uitermate bezorgd op dat corruptie openbare diensten en goederen uitholt; onderstreept dat de duur van gerechtelijke procedures, samen met twijfels over de integriteit van delen van de politie, en belangenconflicten op het hoogste niveau, waaronder vermeende infiltratie van de politie door georganiseerde criminele groepen, zal leiden tot een cultuur van straffeloosheid waarin corruptie kan gedijen; benadrukt dat de autoriteiten nog geen solide staat van dienst hebben op het gebied van onderzoek naar en vervolging van corruptiezaken op hoog niveau die leiden tot definitieve veroordelingen met een afschrikkend effect; verzoekt de regering en de autoriteiten deze problemen met voorrang te verhelpen;

14.  verzoekt de Griekse regering onmiddellijk maatregelen te nemen en de nodige hervormingen door te voeren ter verbetering van de capaciteit en transparantie van de politie om gevallen van georganiseerde misdaad te onderzoeken, onder meer door te kijken naar sterke aanwijzingen voor banden tussen de georganiseerde misdaad en de politie in alle rangen;

15.  verzoekt de regering alle arresten van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens volledig ten uitvoer te leggen en de door het Hof opgelegde voorlopige maatregelen na te leven;

16.  merkt op dat er tot op heden geen maatregelen zijn genomen met betrekking tot de deelname van de rechterlijke macht aan de benoemingsprocedure voor de hoogste rechterlijke ambten, namelijk rechters, en de functies van voorzitter en vicevoorzitter van de Raad van State, het Hooggerechtshof en de Rekenkamer;

17.  spreekt zijn diepe bedroefdheid en verdriet uit over het tragische verlies van mensenlevens bij de scheepsramp van 14 juni 2023, toen in de Ionische Zee voor de kust van Pylos, Messenia (Griekenland) een vissersboot zonk met meer dan 600 mensen aan boord, die vermoedelijk zijn omgekomen; is ernstig bezorgd over het gebrek aan vooruitgang in het gerechtelijk onderzoek; is ingenomen met de onderzoeken van de Europese Ombudsman en de Griekse Ombudsman naar de ramp; uit zijn ernstige bezorgdheid over de behandeling van migranten aan de buitengrenzen en in het land, na systematische pushbacks en geweldpleging tegen onderdanen van derde landen, hun willekeurige detentie en de diefstal van hun bezittingen; is verder ernstig bezorgd over de omstandigheden in opvangcentra, met name wat betreft de bescherming van personen tegen misdrijven en de toegang tot sanitaire basisvoorzieningen; is van mening dat de grondrechtenfunctionaris van het ministerie van Migratie en Asiel een breder en onafhankelijk mandaat nodig heeft om ook doeltreffend onderzoek te kunnen doen naar pushbacks; verzoekt de Commissie na te gaan of grensbewakingssystemen aan de hand van gedragsanalyses en de financiering van deze systemen door de EU in overeenstemming zijn met het EU-recht; veroordeelt het dramatische verzuim van de Commissie om de EU-wetgeving inzake opvangvoorzieningen, pushbacks en mensenrechten te handhaven, en is van mening dat inbreukprocedures meer aangewezen zijn dan loftuitingen van de commissaris;

18.  is bezorgd over de aanvallen op het maatschappelijk middenveld en met name over lastercampagnes en gerechtelijke intimidatie door de Griekse autoriteiten tegen mensenrechtenactivisten; is verontrust over de recente processen tegen humanitair personeel en mensen die humanitaire hulp verlenen aan migranten en vluchtelingen; verzoekt de Griekse autoriteiten alle aanklachten onmiddellijk in te trekken en ervoor te zorgen dat humanitair personeel en vrijwilligers veilig en vrij bijstand kunnen verlenen;

19.  acht het van cruciaal belang dat het gerechtelijk onderzoek naar de treinramp bij Larissa snel en volledig wordt uitgevoerd en zich uitstrekt tot alle betrokken actoren, met inbegrip van de verantwoordelijke regeringsfunctionarissen; is niet tevreden met het onderzoek dat de bevoegde commissie van het Griekse parlement heeft uitgevoerd, aangezien het deze aan politieke onpartijdigheid lijkt te ontbreken en zij weinig geneigd lijkt te zijn belangrijke deskundigen op te roepen om te getuigen; is ernstig bezorgd over de weigering van het Griekse parlement om, zoals gevraagd door het EOM, een onderzoek in te stellen naar twee voormalige ministers van Vervoer(7);

20.  is bezorgd over het restrictieve regelgevingskader voor de registratie van maatschappelijke organisaties, met name wat betreft organisaties die actief zijn op het gebied van migratie en sociale inclusie; dringt er bij de regering op aan de beperkingen voor niet-gouvernementele organisaties (ngo’s) en journalisten die verslag uitbrengen over migratie, onmiddellijk op te heffen en het wetgevingskader met voorrang te herzien; verzoekt de regering alle initiatieven die bijdragen tot meer transparantie op dit gebied, zoals het mechanisme van de mensenrechtencommissie voor de melding van pushback, te ondersteunen en te versterken;

21.  stelt vast dat Griekenland een wettelijk kader voor gelijke behandeling heeft ingevoerd en dat in die richting positieve stappen zijn gezet, zoals de oprichting van de nieuwe mensenrechtencommissie; is echter bezorgd over het zwakke rechtskader en de discriminatie van lhbtiq+-personen, Roma en andere minderheden; verzoekt de regering en alle andere politieke krachten in dit verband leiderschap te tonen en maatschappelijke veranderingen te bevorderen, met name wat betreft huiselijk geweld, politiegeweld en huwelijken tussen personen van hetzelfde geslacht, waarover al jarenlang wordt gediscussieerd;

22.  erkent het bestaan van hulplijnen en gespecialiseerde politiediensten voor de respons op huiselijk geweld, maar dringt er bij de regering op aan ook uitgebreide crisiscentra voor verkrachting op te zetten en ervoor te zorgen dat slachtoffers van seksueel geweld onmiddellijk toegang hebben tot medische zorg, traumazorg, forensisch onderzoek en psychologische ondersteuning; verzoekt de regering van feminicide een op zichzelf staand misdrijf te maken;

23.  is ingenomen met het verbod op niet-consensuele operaties en dringt aan op een goede opleiding van medisch personeel om interseksuele personen naar behoren op te vangen en zorg te verlenen;

24.  is ingenomen met de wet inzake huwelijken tussen personen van hetzelfde geslacht die in het Griekse parlement is ingediend, en dringt aan op de spoedige goedkeuring ervan;

25.  verzoekt de regering het wetgevingsproces te verbeteren door een echte en zinvolle raadpleging in te voeren en de controversiële praktijk van omnibuswetgeving af te schaffen;

26.  betreurt dat de Griekse regering en politieautoriteiten hebben geweigerd vertegenwoordigers van het Europees Parlement te ontmoeten tijdens zijn officiële werkbezoek in april 2022, en verzoekt de huidige Griekse regering een constructieve dialoog met het Europees Parlement aan te gaan;

27.  verzoekt de Commissie ten volle gebruik te maken van de instrumenten waarover zij beschikt om de schendingen van de in artikel 2 VEU verankerde waarden in Griekenland aan te pakken; dringt met name aan op een beoordeling van de naleving van het Handvest bij de tenuitvoerlegging van de relevante EU-fondsen, zoals vereist door de verordening houdende gemeenschappelijke bepalingen; dringt erop aan dat de Commissie in het kader van de verordening inzake conditionaliteit met betrekking tot de rechtsstaat de gevolgen beoordeelt van het verzuim om de desbetreffende uitspraken van de Europese rechterlijke instanties uit te voeren; herinnert eraan dat, indien financiële maatregelen worden vastgesteld, de Commissie ervoor moet zorgen dat de eindontvangers of begunstigden van EU-middelen niet van deze middelen verstoken blijven, zoals bepaald in artikel 5, leden 4 en 5, van de verordening inzake conditionaliteit met betrekking tot de rechtsstaat, en manieren moet vinden om ervoor te zorgen dat de EU-middelen ten goede komen aan burgers, bedrijven, regionale en lokale autoriteiten, ngo’s en andere relevante belanghebbenden indien de regering niet samenwerkt met betrekking tot tekortkomingen op het gebied van de rechtsstaat, met name gezien de gevolgen van de economische crisis, de hoge kosten van levensonderhoud en de toename van de armoede in het land;

28.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de regeringen en parlementen van de lidstaten, de Raad van Europa, de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa en de Verenigde Naties.

(1)PB L 433 I van 22.12.2020, blz. 1.
(2)PB L 231 van 30.6.2021, blz. 159.
(3)PB C, C/2024/494, 23.1.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/C/2024/494/oj.
(4)PB L 95 van 15.4.2010, blz. 1.
(5)Wet nr. 5005/2022 van 21 december 2022 inzake “Versterking van de openbaarheid en transparantie van gedrukte en elektronische media – Instelling van elektronische registers van gedrukte en elektronische media en andere bepalingen die onder de bevoegdheid van het secretariaat-generaal voor communicatie en media vallen”.
(6)Verordening (EU) 2021/821 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2021 tot instelling van een Unieregeling voor controle op de uitvoer, de tussenhandel, de technische bijstand, de doorvoer en de overbrenging van producten voor tweeërlei gebruik (PB L 206 van 11.6.2021, blz. 1).
(7)In functie van 5 november 2016 tot en met 9 juli 2019 en van 9 juli 2019 tot en met 1 maart 2023.

Laatst bijgewerkt op: 29 mei 2024Juridische mededeling - Privacybeleid