Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2022/0272(COD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A9-0253/2023

Ingediende teksten :

A9-0253/2023

Debatten :

Stemmingen :

PV 12/03/2024 - 8.11
CRE 12/03/2024 - 8.11
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P9_TA(2024)0130

Aangenomen teksten
PDF 132kWORD 53k
Dinsdag 12 maart 2024 - Straatsburg
Verordening cyberweerbaarheid
P9_TA(2024)0130A9-0253/2023
RECTIFICATIES
Resolutie
 Tekst
 Bijlage

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 12 maart 2024 over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende horizontale cyberbeveiligingsvereisten voor producten met digitale elementen en tot wijziging van Verordening (EU) 2019/1020 (COM(2022)0454 – C9-0308/2022 – 2022/0272(COD))

(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

–  gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2022)0454),

–  gezien artikel 294, lid 2, en artikel 114 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C9‑0308/2022),

–  gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–  gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van 14 december 2022(1),

–  gezien het overeenkomstig artikel 74, lid 4, van zijn Reglement door de bevoegde commissie goedgekeurde voorlopig akkoord en de door de vertegenwoordiger van de Raad bij brief van 20 december 2023 gedane toezegging om het standpunt van het Europees Parlement overeenkomstig artikel 294, lid 4, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie goed te keuren,

–  gezien artikel 59 van zijn Reglement,

–  gezien het advies van de Commissie interne markt en consumentenbescherming,

–  gezien het verslag van de Commissie industrie, onderzoek en energie (A9-0253/2023),

1.  stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;

2.  hecht zijn goedkeuring aan de gezamenlijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie die als bijlage bij onderhavige resolutie is gevoegd en die in de C-reeks van het Publicatieblad van de Europese Unie zal worden bekendgemaakt;

3.  verzoekt de Commissie om hernieuwde voorlegging aan het Parlement indien zij haar voorstel vervangt, ingrijpend wijzigt of voornemens is het ingrijpend te wijzigen;

4.  verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.

(1)PB C 100 van 16.3.2023, blz. 101.


Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 12 maart 2024 met het oog op de vaststelling van Verordening (EU) 2024/... van het Europees Parlement en de Raad betreffende horizontale cyberbeveiligingsvereisten voor producten met digitale elementen en tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 168/2013 en (EU) 2019/1020 en Richtlijn (EU) 2020/1828 (Verordening cyberweerbaarheid)
P9_TC1-COD(2022)0272

(Aangezien het Parlement en de Raad tot overeenstemming zijn geraakt, komt het standpunt van het Parlement overeen met de definitieve rechtshandeling: Verordening (EU) 2024/2847.)


BIJLAGE BIJ DE WETGEVINGSRESOLUTIE

Gezamenlijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de middelen van Enisa, naar aanleiding van de vaststelling van Verordening (EU) 2024/2847 van het Europees Parlement en de Raad betreffende horizontale cyberbeveiligingsvereisten voor producten met digitale elementen en tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 168/2013 en (EU) 2019/1020 en Richtlijn (EU) 2020/1828 (Verordening cyberweerbaarheid)

Het Europees Parlement en de Raad zijn van mening dat Enisa door deze verordening aanvullende taken krijgt die tot extra werklast zullen leiden en waarvoor extra middelen nodig kunnen zijn, zowel wat deskundigheid als aantallen betreft. Om die reden zijn het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van mening dat het nodig kan zijn de middelen van Enisa te verhogen, met name wat personele middelen met toereikende deskundigheid betreft, zodat het agentschap zijn taken uit hoofde van deze verordening doeltreffend kan uitvoeren. Een dergelijke verhoging zou kunnen plaatsvinden in het kader van de jaarlijkse procedure in verband met de personeelsformatie van Enisa. Bijgevolg moet de Commissie, die verantwoordelijk is voor het opnemen in het ontwerp van algemene begroting van de Unie van de ramingen die zij nodig acht voor de personeelsformatie van Enisa, in het kader van de begrotingsprocedure als vastgesteld in artikel 314 VWEU en overeenkomstig de procedure van de cyberbeveiligingsverordening een beoordeling verrichten van de ramingen voor de personeelsformatie van Enisa die voor het eerste jaar na de inwerkingtreding van deze verordening zijn opgegeven, rekening houdend met de nodige middelen, met name personele middelen, om Enisa in staat te stellen zijn taken uit hoofde van deze verordening naar behoren uit te voeren.

Laatst bijgewerkt op: 13 januari 2025Juridische mededeling - Privacybeleid