Wijzigingen van het Reglement van het Parlement betreffende opleiding over het voorkomen van conflicten en intimidatie op het werk en over goed teamleiderschap
Besluit van het Europees Parlement van 24 april 2024 over wijzigingen van het Reglement van het Parlement betreffende opleiding over het voorkomen van conflicten en intimidatie op het werk en over goed teamleiderschap (2024/2006(REG))
Het Europees Parlement,
– gezien de artikelen 236 en 237 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie constitutionele zaken (A9-0163/2024),
1. besluit onderstaande wijzigingen in zijn Reglement op te nemen;
2. besluit dat deze wijzigingen op 16 juli 2024 in werking treden;
3. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit ter informatie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.
Bestaande tekst
Amendement
Amendement 1 Reglement van het Europees Parlement Artikel 10 – lid 6 – alinea 2
Leden zijn niet verkiesbaar voor functies in het Parlement of diens organen, kunnen niet tot rapporteur worden benoemd en kunnen niet deelnemen aan een officiële delegatie of interinstitutionele onderhandelingen zolang zij de verklaring bij deze code niet hebben ondertekend.
Leden zijn niet verkiesbaar voor functies in het Parlement of diens organen, kunnen niet tot rapporteur worden benoemd en kunnen niet deelnemen aan een officiële delegatie of interinstitutionele onderhandelingen:
a) als zij de verklaring waarin zij toezeggen zich aan die code te houden, inclusief het afronden van de door het Parlement voor hen georganiseerde speciale opleiding over het voorkomen van conflicten en intimidatie op het werk en over goed leiderschap aan hun team, niet hebben ondertekend; of
b) als zij de in punt a) bedoelde opleiding niet hebben afgerond binnen de termijn of overeenkomstig de voorwaarden zoals vastgelegd in die code.
Amendementen 4 en 10 Reglement van het Europees Parlement Artikel 176 – lid 1 – alinea 3
De Voorzitter kan uitsluitend een met redenen omkleed besluit uit hoofde van artikel 10, lid 6, nemen nadat overeenkomstig de toepasselijke interne administratieve procedure inzake intimidatie en de preventie ervan is vastgesteld dat sprake is van intimidatie.
Met betrekking tot het in artikel 10, lid 6, eerste alinea, neergelegde verbod op elke vorm van psychologische of seksuele intimidatie, kan de Voorzitter uitsluitend een met redenen omkleed besluit nemen nadat overeenkomstig de toepasselijke interne administratieve procedure inzake intimidatie en de preventie ervan is vastgesteld dat sprake is van intimidatie.
Amendement 6 Reglement van het Europees Parlement Bijlage II – punt 5
5. Indien nodig volgen de leden de procedures voor het beheersen van conflictsituaties of gevallen van (psychische of seksuele) intimidatie onmiddellijk en volledig, onder meer door snel te reageren op beschuldigingen van intimidatie. De leden moeten deelnemen aan een voor hen georganiseerde speciale opleiding over het voorkomen van conflicten en intimidatie op het werk en over goed leiderschap aan hun team.
5. Indien nodig verlenen de leden overeenkomstig de door het Bureau vastgestelde procedures volledige medewerking aan het beheersen van conflictsituaties of gevallen van (psychische of seksuele) intimidatie, onder meer door snel te reageren op beschuldigingen van intimidatie.
De leden nemen, als zij dat nog niet hebben gedaan, deel aan een voor hen door het Parlement georganiseerde speciale opleiding over het voorkomen van conflicten en intimidatie op het werk en over goed leiderschap aan hun team. Die opleiding wordt binnen de eerste zes maanden na de start van de ambtstermijn van het lid afgerond, behalve in uitzonderlijke en naar behoren onderbouwde gevallen. De certificaten waaruit blijkt dat de leden die opleiding hebben afgerond, worden op de website van het Parlement gepubliceerd.