De Europese Investeringsbank

De Europese Investeringsbank (EIB) bevordert de doelstellingen van de Europese Unie door projectfinanciering op de lange termijn, garanties en advies te bieden. Zij ondersteunt zowel projecten binnen als buiten de EU. De aandeelhouders van de bank zijn de EU-lidstaten. De EIB is de meerderheidsaandeelhouder in het Europees Investeringsfonds (EIF). Deze twee organisaties vormen samen de EIB-groep. Binnen het investeringsplan voor Europa van de Commissie is de EIB-groep onderdeel van een overkoepelende strategie die erop gericht is de grote investeringskloof te dichten door investeerders vrij te stellen van sommige intrinsieke risico’s van projecten.

Rechtsgrond

  • De artikelen 308 en 309 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU). Andere bepalingen inzake de EIB zijn opgenomen in artikelen 15, 126, 175, 209, 271, 287, 289 en 343 VWEU;
  • Protocol nr. 5 betreffende de statuten van de Europese Investeringsbank en Protocol nr. 28 betreffende economische, sociale en territoriale samenhang, die als bijlagen aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie zijn gehecht.

Doelstellingen

Ingevolge artikel 309 VWEU heeft de EIB tot taak bij te dragen tot een evenwichtige en ongestoorde ontwikkeling van de interne markt in het belang van de Unie. De EIB bevordert in alle sectoren van de economie de financiering van projecten die:

  • minder ontwikkelde gebieden trachten te ontwikkelen;
  • ondernemingen trachten te moderniseren of om te vormen, of nieuwe activiteiten trachten te ontwikkelen die niet geheel gefinancierd kunnen worden met de middelen die de lidstaten ter beschikking staan;
  • voor meerdere lidstaten van gemeenschappelijk belang zijn.

De EIB draagt ook bij aan de bevordering van de economische, sociale en territoriale samenhang in de Unie (artikel 175 VWEU en Protocol nr. 28). Daarnaast ondersteunt zij de uitvoering van maatregelen buiten de EU die het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid van de Unie ondersteunen (artikel 209 VWEU).

De activiteiten van de EIB zijn gericht op zes prioritaire terreinen: klimaat en milieu, ontwikkeling, innovatie en vaardigheden, kleine ondernemingen, infrastructuur, en cohesie.

Middelen en instrumenten

A. Middelen

Om haar doelstellingen te verwezenlijken, doet de EIB voornamelijk een beroep op haar eigen middelen en op de internationale kapitaalmarkten (artikel 309 VWEU).

1. Eigen middelen

De eigen middelen worden verstrekt door de leden van de EIB, d.w.z. de lidstaten (artikel 308 VWEU). De bijdrage van de afzonderlijke lidstaten aan het kapitaal is vastgelegd in artikel 4 van de statuten van de EIB en wordt berekend overeenkomstig het economische gewicht van de lidstaat. Na de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de EU heeft de Raad van Gouverneurs van de EIB besloten dat de rest van de lidstaten hun kapitaalbijdragen proportioneel zouden verhogen om hetzelfde totaal aan geplaatst kapitaal (243,3 miljard EUR) te handhaven. Vanaf maart 2020 is het geplaatste kapitaal van de EIB met nog eens 5,5 miljard EUR toegenomen na het besluit van twee lidstaten (Polen en Roemenië) om hun kapitaalbijdragen te verhogen. Het geplaatste kapitaal van de EIB bedraagt nu in totaal 248,8 miljard EUR.

2. Kapitaalmarkten

De EIB verwerft het grootste deel van haar kredietmiddelen op de internationale kapitaalmarkten, voornamelijk door de uitgifte van obligaties. De EIB behoort tot de grootste supranationale kredietverstrekkers ter wereld. Een uitstekende kredietrating is belangrijk voor kosteneffectieve financiering. De belangrijkste ratingsbureaus geven momenteel de hoogste rating aan de EIB, wat de kwaliteit van haar leningenportefeuille weerspiegelt. De EIB financiert doorgaans een derde van ieder project, maar de ondersteuningsfinanciering kan oplopen tot 50 %.

B. Instrumenten

De EIB gebruikt een breed scala aan instrumenten, maar voornamelijk leningen en garanties. Toch werd een aantal andere, innovatievere instrumenten met een hoger risicoprofiel ontwikkeld. In samenwerking met andere EU-instellingen zullen nog andere instrumenten worden ontworpen. Financiering van de EIB kan ook worden gecombineerd met financiering vanuit andere EU-bronnen (waaronder de EU-begroting), een proces dat bekendstaat als “blending”. De EIB financiert niet alleen projecten maar heeft ook een adviserende rol.

Kredieten worden voornamelijk verstrekt in de vorm van directe leningen of leningen op de middellange termijn. Directe projectleningen worden onderworpen aan bepaalde voorwaarden. Zo moeten de totale investeringskosten meer dan 25 miljoen EUR bedragen en kan de lening hooguit 50 % van de projectkosten dekken. Leningen op de middellange termijn bestaan uit kredieten aan lokale banken of andere tussenpersonen die op hun beurt de uiteindelijke ontvanger steunen. Het grootste deel van de kredieten wordt verstrekt in de EU.

Naast haar meer traditionele leningen maakt de EIB ook gebruik van blendingfaciliteiten om haar leningen te combineren met subsidies van overheidsinstanties of liefdadigheidsorganisaties.

Bestuur en structuur

A. Bestuur

De EIB is ingevolge artikel 308 VWEU een rechtspersoon. De EIB wordt bestuurd en beheerd door een Raad van gouverneurs, een Raad van bewind en een directie (artikel 6 van de statuten). Een comité is belast met de controle op de activiteiten van de bank (artikel 12 van de statuten).

1. De Raad van gouverneurs

a. Samenstelling

De Raad van gouverneurs bestaat uit de ministers die door de lidstaten zijn aangewezen (artikel 7, lid 1, van de statuten).

b. Taken

De Raad van gouverneurs stelt de algemene richtlijnen vast met betrekking tot het kredietbeleid van de bank en ziet erop toe dat deze richtlijnen worden uitgevoerd (artikel 7, lid 2, van de statuten). Ingevolge artikel 7, lid 3, van de statuten heeft de Raad van gouverneurs de volgende taken:

  • besluitvorming over verhoging van het geplaatst kapitaal;
  • vaststelling van de beginselen die van toepassing zijn op de financieringsverrichtingen van de bank in het kader van haar taken;
  • uitoefening van de vastgestelde bevoegdheden voor de benoeming en het ambtshalve ontslaan van de leden van de Raad van bewind en de directie;
  • besluitvorming over de financiering van investeringsprojecten die geheel of gedeeltelijk buiten het grondgebied van de EU zullen worden uitgevoerd;
  • goedkeuring van het jaarverslag van de Raad van bewind, de jaarbalans, de winst- en verliesrekening en het reglement van orde van de bank.

De Raad van gouverneurs benoemt de zes leden van het controlecomité (artikel 12, lid 1, van de statuten), alsook de leden van de Raad van bewind (artikel 9, lid 2, van de statuten) en van de directie (artikel 11, lid 1, van de statuten).

2. De Raad van bewind

a. Samenstelling

De Raad van bewind bestaat uit 28 directeurs en 31 plaatsvervangend directeurs. De directeurs worden voor vijf jaar door de Raad van gouverneurs benoemd. Iedere lidstaat nomineert een directeur, evenals de Commissie (artikel 9, lid 2, van de statuten).

b. Taken (artikel 9 van de statuten):

De Raad van bewind beslist over:

  • financieringen, met name in de vorm van kredieten en garanties;
  • het aangaan van leningen;
  • het vaststellen van de rentevoet voor door de Bank verstrekte leningen, de provisies en overige verplichtingen.

De Raad van bewind zorgt ervoor dat de bank goed wordt bestuurd en dat de bank wordt beheerd in overeenstemming met de bepalingen van de Verdragen, de statuten en de algemene richtlijnen die door de Raad van gouverneurs worden vastgesteld.

3. De directie

a. Samenstelling

De directie bestaat uit een president en acht vicepresidenten die voor zes jaar worden benoemd door de Raad van gouverneurs op voorstel van de Raad van bewind. De directieleden zijn herbenoembaar (artikel 11, lid 1, van de statuten).

b. Taken

De directie behandelt de lopende zaken van de Bank, onder leiding van de president en onder toezicht van de Raad van Bewind. Zij bereidt de besluiten van de Raad van bewind voor en zorgt voor de uitvoering van die besluiten (artikel 11, lid 3, van de statuten).

4. Het controlecomité (artikel 12 van de statuten)

a. Samenstelling

Het controlecomité bestaat uit zes leden die door de Raad van gouverneurs zijn benoemd (artikel 12, lid 1, van de statuten).

b. Taken

Het comité onderzoekt elk jaar of de verrichtingen van de bank naar behoren worden uitgevoerd en of de boeken op orde zijn. Daartoe controleert het of de verrichtingen van de bank uitgevoerd werden in overeenstemming met de in de statuten en het reglement van orde vastgestelde formaliteiten en procedures (artikel 12, lid 2, van de statuten). Het comité gaat na of de financiële staten en alle financiële gegevens in de door de Raad van bewind opgestelde jaarrekening een getrouwe weergave zijn van de financiële situatie van de bank (artikel 12, lid 3, van de statuten).

B. Structuur

De EIB-groep werd in 2000 opgericht en bestaat uit de EIB en het EIF, dat in 1994 werd opgericht als een publiek-privaat partnerschap met drie grote groepen van aandeelhouders: de EIB (met 62,2 % de meerderheidsaandeelhouder), de Commissie (30 %) en verschillende openbare en private financiële instellingen (7,8 %). Het EIF verstrekt verschillende soorten instrumenten voor risicokapitaal, bijvoorbeeld durfkapitaal. Het EIF verstrekt voornamelijk kredieten aan kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) en wendt een breed scala aan innovatieve instrumenten aan om de toegang tot kredieten voor kmo’s te verbeteren.

Een investeringsplan voor Europa

Sinds het begin van de mondiale economische en financiële crisis heeft de EU te lijden onder een tekort aan investeringen. De mededeling van de Commissie over “Een investeringsplan voor Europa”, voorziet in adviezen voor het reactiveren van investeringen in de EU, het scheppen van banen en het bevorderen van de groei en het concurrentievermogen op de lange termijn. Het wetgevingskader voor het nieuwe initiatief is uiteengezet in een voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen (EFSI). Die verordening is aangenomen op 25 juni 2015.

Het EFSI was bedoeld om particuliere investeringen te genereren via de mobilisering van overheidsgeld en om een investeringsvriendelijk klimaat te creëren. Een initiële EU-garantie van 16 miljard EUR aan de EIB in combinatie met een toezegging van 5 miljard EUR van de EIB zelf is gebruikt om particuliere middelen vrij te maken, en medio 2018 had het EFSI zijn doelstelling om 315 miljard EUR aan aanvullende financiën ter investering in de EU te genereren al overtroffen.

Uit hoofde van de EFSI-verordening is ook de Europese investeringsadvieshub (EIAH) opgericht, die tot doel had advies en technische bijstand te verlenen bij het aanwijzen, voorbereiden en ontwikkelen van investeringsprojecten.

De EFSI 2.0-verordening is in december 2017 vastgesteld en op 1 januari 2018 in werking getreden. Met deze verordening werd de looptijd van het EFSI verlengd (tot eind 2020) en werden bijkomende verbeteringen in het fonds en de EIAH aangebracht. Een van de belangrijkste elementen betreft de verhoging van de EU-garantie tot 26 miljard EUR en de toezegging van de EIB tot 7,5 miljard EUR, zodat 500 miljard EUR aan extra financiën ter investering beschikbaar wordt gemaakt.

InvestEU

In het InvestEU-programma dat in maart 2021 als opvolger van het investeringsplan voor Europa is aangenomen, worden het EFSI en 13 andere financiële instrumenten van de EU samengebracht. Het is voornamelijk gericht op vier belangrijke beleidsterreinen, namelijk duurzame infrastructuur, onderzoek, innovatie en digitalisering, kmo’s, en sociale investeringen en vaardigheden, en heeft tot doel een bijkomende 372 miljard EUR aan investeringen tussen 2021 en 2027 vrij te maken. Het programma bestaat uit het InvestEU-fonds, de InvestEU-advieshub en het InvestEU-portaal.

De lidstaten kunnen een beroep doen op het InvestEU-programma om hun herstel- en veerkrachtplannen uit te voeren in het kader van de faciliteit voor herstel en veerkracht.

De “klimaatbank” van de EU

In juni 2019 heeft de Europese Raad de EIB verzocht “haar activiteiten ter ondersteuning van klimaatactie op te voeren”. De EIB reageerde in november 2019 met een nieuwe klimaatstrategie en een nieuw beleid inzake kredietverstrekking voor energie.

De EIB heeft zich ertoe verbonden al haar financieringsactiviteiten af te stemmen op de doelstellingen van de Overeenkomst van Parijs. In het bijzonder zal de EIB het aandeel van investeringen in het kader van haar prioriteit “klimaatactie en ecologische duurzaamheid” uiterlijk 2025 verhogen tot 50 %. De EIB heeft eind 2021 haar financiering van projecten voor fossiele brandstoffen stopgezet.

Het nieuwe EIB-beleid inzake kredietverstrekking voor energie, dat haar activiteiten in de energiesector zal bepalen, is gebaseerd op vijf beginselen:

  • prioriteit voor energie-efficiëntie met het oog op de ondersteuning van de nieuwe EU-doelstelling in het kader van de energie-efficiëntierichtlijn van de EU;
  • decarbonisatie van de energie mogelijk maken dankzij steun voor koolstofarme of koolstofvrije technologie, met als doel het aandeel van hernieuwbare energie in de EU uiterlijk 2030 te verhogen tot 32 %;
  • meer financiering voor decentrale energieproductie, innovatieve energieopslag en e-mobiliteit;
  • het waarborgen van de investeringen in het net, die essentieel zijn voor nieuwe, periodieke energiebronnen zoals wind- en zonne-energie, en het versterken van grensoverschrijdende interconnecties; alsmede
  • het vergroten van het effect van de investeringen ter ondersteuning van de energietransitie buiten de EU.

Reactie op de COVID-19-crisis

Als onderdeel van de reactie van de EU op de economische gevolgen van de COVID-19-crisis, heeft de EIB in 2020 een garantiefonds van 25 miljard EUR opgezet om de EIB-groep in staat te stellen haar steun voor ondernemingen in alle lidstaten op te voeren door een bijkomend bedrag van maximaal 200 miljard EUR vrij te maken.

Dit kwam bovenop een onmiddellijk steunpakket van maximaal 40 miljard EUR, dat bestond uit:

  • specifieke, onmiddellijk inzetbare garantieregelingen voor banken op basis van bestaande programma’s, waarbij maximaal 20 miljard EUR aan financiering wordt uitgetrokken;
  • specifieke liquiditeitslijnen voor banken om ervoor te zorgen dat 10 miljard EUR extra aan bedrijfskapitaal voor kmo’s en midcap-ondernemingen vrijkomt; alsmede
  • specifieke aankoopprogramma’s voor effecten op onderpand van activa om banken in staat te stellen risico’s op portefeuilles van kmo-leningen over te dragen, goed voor een extra 10 miljard EUR aan steun.

Reactie op de Russische invasie in Oekraïne

De EIB verricht sinds 2007 activiteiten die verband houden met Oekraïne. Haar activiteiten sluiten aan op het Europees nabuurschapsbeleid, het Oostelijk Partnerschap en andere bilaterale overeenkomsten van de EU. Sinds de Russische invasie in Oekraïne heeft de EIB haar steun opgevoerd. In maart 2022 werd een eerste schijf van 668 miljoen EUR aan onmiddellijke bijstand aan Oekraïne uitbetaald in het kader van de Ukraine Solidarity Urgent Response, ondersteund door een EU-garantie. Het tweede pakket met onmiddellijke financiële steun voor essentiële behoeften, in het kader van datzelfde instrument, is in juli 2022 van start gegaan en wordt eveneens ondersteund door een EU-garantie. De financiering uit het instrument moet Oekraïne helpen om beschadigde infrastructuur te herstellen, gemeentelijke diensten weer op gang te brengen en dringende energie-efficiëntiemaatregelen te ondersteunen ter voorbereiding van het koude seizoen. In oktober 2022 was al 1,05 miljard EUR uitbetaald en was een budget van 540 miljoen EUR uitgetrokken voor 2023. Daarnaast heeft de EIB de donaties voor humanitaire hulp gecoördineerd die in totaal 3,6 miljoen EUR bedroegen, waarbij prioriteit werd gegeven aan noodhulp voor slachtoffers van het conflict in Oekraïne en de omringende landen.

De rol van het Europees Parlement

Overeenkomstig artikel 308 van het VWEU wordt het Parlement geraadpleegd wanneer de statuten van de EIB worden gewijzigd. De EIB legt rechtstreeks verantwoording af aan de lidstaten. Zij heeft geen formele verslagleggingsplicht ten aanzien van het Parlement en moet evenmin verantwoording aan het Parlement afleggen. Als gebaar van goede wil aanvaardt de president van de EIB echter uitnodigingen om in de plenaire vergadering en bij relevante commissievergaderingen van het Parlement te verschijnen, en kunnen leden van het Europees Parlement de EIB vragen stellen.

Elk jaar onderzoekt een commissie van het Parlement de activiteiten van de EIB. Deze commissie brengt vervolgens hierover verslag uit tijdens een plenaire vergadering waarvoor de president van de EIB wordt uitgenodigd.

Uit hoofde van de bestaande verordening stemt het Parlement in met de benoeming van de algemeen directeur en adjunct-algemeen-directeur van het EFSI. In de context van de jaarlijkse begrotingsprocedure verlenen het Parlement en de Raad hun goedkeuring aan de jaarlijkse toewijzingen uit de EU-begroting aan het garantiefonds.

Als medewetgever was het Parlement betrokken bij de goedkeuring van het EFSI en InvestEU.

 

Christian Scheinert