Informatie- en communicatietechnologieën (ICT) en gegevens- en internettoegangsdiensten zijn in de plaats gekomen van traditionele telefoondiensten als de belangrijkste producten voor zowel consumenten als bedrijven. Thans komt steeds meer audiovisuele inhoud op aanvraag beschikbaar, terwijl het aantal 4G- en 5G-internetaansluitingen exponentieel groeit. In antwoord hierop heeft de EU een regelgevingskader voor telecommunicatie tot stand gebracht met een reeks regels die in de lidstaten van de EU van toepassing is op de vaste en draadloze telecommunicatie, internet, omroep- en transmissiediensten. Volgens recent onderzoek dat is uitgevoerd voor de Commissie IMCO, kunnen telecommunicatiediensten jaarlijks 86,1 miljard EUR bijdragen aan het bbp van de Europese Unie en kunnen nieuwe door het Europees Parlement ingevoerde wetgevingsmaatregelen 40 miljard EUR extra bijdragen.
Aangezien in de Verdragen geen directe bevoegdheden zijn toegekend op het gebied van netwerken en diensten voor elektronische communicatie, is de bevoegdheid op het gebied van elektronische communicatie ontleend aan diverse artikelen van het VWEU. Vanwege de complexe aard van mediagoederen en -diensten, die niet aangemerkt kunnen worden als puur culturele goederen, maar evenmin als puur economische goederen, is het gevoerde beleid gebaseerd op die bevoegdheid. De EU kan op dit gebied maatregelen treffen in het kader van sectoraal en horizontaal beleid, zoals: industriebeleid (artikel 173 VWEU), mededingingsbeleid (artikelen 101 tot en met 109 VWEU), handelspolitiek (artikelen 206 en 207 VWEU), trans-Europese netwerken (TEN’s) (artikelen 170-172 VWEU), onderzoek en technologische ontwikkeling en ruimtevaart (artikelen 179-190 VWEU), technologische harmonisering, of het gebruik van soortgelijke technologische standaarden bij, bijvoorbeeld, internetproducties (artikel 114 VWEU); het vrije verkeer van goederen (artikelen 28, 30, 34-35 VWEU), het vrije verkeer van personen, diensten en kapitaal (artikelen 45-66 VWEU), onderwijs, beroepsopleiding, jeugd en sport, (artikelen 165 en 166 VWEU), en cultuur (artikel 167 VWEU).
Op grond van de strategie van Lissabon is de Digitale Agenda voor Europa[1] (DAE) opgesteld als een van de zeven vlaggenschipinitiatieven van de door de Commissie aangenomen Europa 2020-strategie. In de Agenda, uitgebracht in mei 2010, werd uiteengezet welke essentiële faciliterende rol de ICT zal moeten spelen als Europa zijn doelstellingen voor 2020 wil halen. In de Europa 2020-strategie wordt het belang benadrukt van de uitrol van breedband om te voorzien in betaalbare communicatie voor bedrijven en consumenten. Betere onlinetoegang voor consumenten en bedrijven in heel Europa werd door de Commissie als een prioriteit aangemerkt in haar strategie voor de digitale eengemaakte markt van 2015[2] en, meer recentelijk, in de “Agenda voor Europa” van Ursula von der Leyen, waarin het belang van 5G-netwerken wordt benadrukt[3].
Het huidige regelgevingskader voor telecommunicatie, dat bestaat uit een pakket richtlijnen en verordeningen, werd in september 2016 gelanceerd om rekening te houden met de snelle ontwikkeling van de sector en om de regels te harmoniseren met betrekking tot zowel de huidige reglementering van elektronische communicatienetwerken en -diensten als de procedures die nodig zijn voor de uitvoering ervan.
Om de consistentie van nationale regelgevingsprocedures inzake telecommunicatie te verbeteren voorziet het Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (Berec) (Verordening (EU) 2018/1971[13]) in samenwerking tussen nationale regelgevende instanties en de Commissie, waardoor optimale praktijken en gemeenschappelijke benaderingswijzen worden bevorderd en tegelijkertijd inconsistente regelgeving wordt voorkomen die de concurrentie in de interne communicatiemarkt kan verstoren. Deze bijgewerkte wetgeving belast de nationale regelgevende instanties (NRI’s) met de bevordering van de concurrentie bij de levering van elektronische-communicatienetwerken en -diensten, alsmede de uitwerking van de beginselen die ten grondslag liggen aan hun activiteiten: onafhankelijkheid, onpartijdigheid en transparantie, en het recht van beroep. Wat het beheer van het spectrum betreft, worden in het meerjarenprogramma voor het radiospectrumbeleid beleid en doelstellingen vastgesteld voor de strategische planning en harmonisering van het radiospectrum. Dit moet ervoor zorgen dat de interne markt goed functioneert op beleidsterreinen van de EU waarbij spectrum wordt gebruikt, zoals elektronische communicatie, onderzoek, technologische ontwikkeling en ruimtevaart, vervoer, energie en audiovisuele aangelegenheden.
Het Parlement maakt zich sterk voor een krachtig en geavanceerd ICT-beleid en is bijzonder actief bij het vaststellen van wetgevingshandelingen op dit gebied om de voordelen voor consumenten en bedrijven te vergroten. Het heeft zich altijd beijverd om ICT-kwesties onder de aandacht te houden, met wetgeving, initiatiefverslagen, mondelinge en schriftelijke vragen, studies[14], workshops[15], adviezen en resoluties, alsook oproepen tot betere coördinatie van nationale inspanningen voor het ontwikkelen van pan-Europese diensten en EU-steun voor telecommunicatie.
Ook heeft het Parlement herinnerd aan de noodzaak om de frequentieband bestemd voor het “digitale dividend” in te zetten om alle EU-burgers te voorzien van breedband en heeft onderstreept dat verdere actie nodig is om universele en snelle toegang tot breedband te garanderen, evenals de digitale geletterdheid en vaardigheden van alle burgers en consumenten[16]. Het benadrukt daarnaast het belang van een veilige cyberspace[17], met garantie voor een sterke bescherming van de privacy en algemene burgerlijke vrijheden voor burgers en bedrijven in een digitale omgeving. Tegelijkertijd dringt het Parlement sterk aan op technologische neutraliteit, “netneutraliteit” en “netvrijheden” voor burgers van de EU en op maatregelen met betrekking tot toegang tot of gebruik van diensten en applicaties via telecommunicatienetwerken. Hierbij moeten de grondrechten en -vrijheden van burgers worden gerespecteerd. Voorts moeten zulke maatregelen garanderen dat aanbieders van internetdiensten geen belemmeringen opwerpen voor de gebruikers om toegang te krijgen tot inhoud en om applicaties en/of diensten van hun keuze te benutten[18].
Het Parlement consolideert systematisch deze garanties via wetgeving. Het speelt een grote rol bij het wegnemen van belemmeringen binnen de digitale eengemaakte markt en bij de aanpassing van de telecommunicatieregelgeving van de EU aan de hedendaagse digitale en datagestuurde producten en diensten, teneinde de digitale voordelen voor consumenten en bedrijven te vergroten. Het Parlement heeft dan ook de toegang tot en overdracht van gegevens voor iedereen verbeterd door voor netneutraliteit normen vast te stellen, het gebruik van de 470-790 MHz-frequentieband te harmoniseren, gratis wifiverbindingen voor iedereen in steden en dorpen te ondersteunen (WiFi4EU), in hoogwaardige computer- en wetenschapsclouddiensten (Europese openwetenschapscloud) te investeren en de roamingtarieven te beëindigen[19]. Om de e-handel in de EU voor consumenten en bedrijven, met name kmo’s, te bevorderen, heeft het Parlement belangrijke wetgevingswerkzaamheden geïnitieerd en afgerond. Voorbeelden zijn de Richtlijn 2014/61/EU inzake maatregelen ter verlaging van de kosten van de aanleg van elektronischecommunicatienetwerken met hoge snelheid[20] en Verordening (EU) nr. 910/2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt[21], teneinde elektronisch zakendoen te faciliteren[22]. Het Parlement heeft de voorstellen van de Commissie met betrekking tot het moderniseren van auteursrechtregels[23] en de herziening van de regels inzake de Europese audiovisuele mediadiensten[24] ondersteund.
Voorts heeft het Parlement met succes de laatste hand gelegd aan de wetgevingswerkzaamheden met betrekking tot de hervorming van de gegevensbescherming. Richtlijn (EU) 2016/680[25] en Verordening (EU) 2016/679[26] betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, werden vastgesteld op 27 april 2016. Het Parlement heeft uitgebreide wetgevingswerkzaamheden uitgevoerd in verband met de voorstellen die aan de strategie voor een digitale eengemaakte markt en de resolutie “Naar een akte voor digitale interne markt”[27], follow-up geven. In het kader daarvan worden kwesties behandeld zoals ongerechtvaardigde geoblocking[28], grensoverschrijdende pakketbezorgdiensten[29], grensoverschrijdende portabiliteit van online-inhoudsdiensten[30], een herziening van de verordening betreffende samenwerking met betrekking tot consumentenbescherming[31], audiovisuele mediadiensten[32], het vrije verkeer van niet-persoonsgebonden gegevens[33], overeenkomsten voor de onlineverkoop en andere verkoop op afstand van goederen[34] en overeenkomsten voor de levering van digitale inhoud[35]. Het Parlement heeft ook een resolutie aangenomen over internetconnectiviteit voor groei, concurrentievermogen en cohesie: Europese gigabitmaatschappij en 5G[36], waarin het tijdschema wordt ondersteund voor de uitrol van 5G met het oog op het faciliteren van de connectiviteit van consumenten en bedrijven.
In zijn resolutie van 17 april 2020 over gecoördineerde EU-maatregelen om de COVID-19-pandemie en de gevolgen ervan te bestrijden[37], heeft het Parlement aangegeven dat bijzondere aandacht moet worden besteed aan gelijke toegang tot gezondheidszorg, en tot nauwkeurige en geverifieerde informatie, in een context waar de snelle groei van telegeneeskunde en e-handel tijdens de pandemie een betaalbare connectie bijzonder belangrijk maakt.
Volgens recent onderzoek dat is uitgevoerd voor de Commissie IMCO, kunnen telecommunicatiediensten jaarlijks 86,1 miljard EUR bijdragen aan het bbp van de Europese Unie en kunnen nieuwe door het Europees Parlement ingevoerde wetgevingsmaatregelen met het oog op de verdere integratie van de eengemaakte markt voor telecommunicatiediensten, 40 miljard EUR extra bijdragen[38]. Uit verdere studies van het Europees Parlement over nieuwe ontwikkelingen op het gebied van digitale diensten[39] blijkt dat toekomstige connectiviteit, zich ontwikkelend in de richting van 6G-technologieën, nog belangrijker wordt voor Europese bedrijven en consumenten.
Mariusz Maciejewski / Frédéric Gouardères / Louise Blandin