Maatregelen op het gebied van consumentenbescherming

De Europese maatregelen op het gebied van consumentenbescherming zijn gericht op het beschermen van de gezondheid, de veiligheid en de economische en juridische belangen van Europese consumenten, ongeacht waar in de Europese Unie zij wonen, reizen of aankopen doen. Er zijn zowel EU-voorschriften met betrekking tot fysieke transacties als met betrekking tot e-handel. En er zijn algemene voorschriften en specifieke voorschriften voor bepaalde producten zoals geneesmiddelen, genetisch gemodificeerde organismen, tabak, cosmetica, speelgoed en explosieven.

Rechtsgrond

Artikelen 114 en 169 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).

Doelstellingen

Ervoor zorgen dat alle consumenten in de Europese Unie-, ongeacht waar in de Unie zij wonen, reizen of aankopen doen-, een hoog gemeenschappelijk niveau van bescherming genieten tegen risico’s en gevaren voor hun veiligheid en economische belangen, en de consumenten meer mogelijkheden bieden om voor hun eigen belangen op te komen.

Wat is er bereikt?

A. Bescherming van de gezondheid en veiligheid van consumenten

1. Maatregelen van de Unie op het gebied van de volksgezondheid en het tabaksgebruik (2.2.4)

2. Levensmiddelen (2.2.6)

3. Geneesmiddelen (2.2.5)

4. Stelsel voor algemene productveiligheid en markttoezicht

Richtlijn 2001/95/EG voorziet in een algemeen productveiligheidssysteem waarbij elk in de handel gebracht consumentenproduct, zelfs indien het niet onder een specifieke sectorale wetgeving valt, moet voldoen aan bepaalde normen inzake consumentenvoorlichting, maatregelen om veiligheidsrisico’s tegen te gaan, toezicht op de veiligheid en inzake de traceerbaarheid van producten. Als een product een ernstig gevaar oplevert dat snel ingrijpen vereist, moet de betrokken lidstaat de Commissie hiervan onmiddellijk in kennis stellen via Rapex, een systeem voor snelle informatie-uitwisseling tussen de lidstaten en de Commissie. In juni 2021 heeft de Commissie een voorstel voor een verordening inzake algemene productveiligheid goedgekeurd met het oog op de herziening van de richtlijn inzake algemene productveiligheid (RAPV). De voorgestelde verordening zal zorgen voor continuïteit met de RAPV door te bepalen dat consumentenproducten “veilig” moeten zijn, door bepaalde verplichtingen vast te stellen voor marktdeelnemers, waaronder onlinemarktplaatsen, en door bepalingen vast te stellen voor de ontwikkeling van normen ter ondersteuning van het algemene veiligheidsvereiste. De verordening zal het algemene kader voor de veiligheid van niet-voedingsproducten voor consumenten actualiseren en moderniseren en zorgen voor gelijke concurrentievoorwaarden voor bedrijven.

5. Veiligheid van cosmetische producten, explosieven voor civiel gebruik en speelgoed

In Verordening (EG) nr. 1223/2009 wordt bepaald dat de ingrediënten van cosmetische producten moeten worden aangegeven en dat ook bepaalde andere informatie op het etiket moet worden vermeld. Op die manier worden de veiligheid van cosmetica en de consumentenbescherming gewaarborgd. De meeste bepalingen van de nieuwe verordening zijn op 11 juli 2013 in werking getreden. Veiligheidseisen met betrekking tot explosieven voor civiel gebruik en soortgelijke producten zijn vastgelegd in Richtlijn 2014/28/EU, in Richtlijn 2008/43/EG en in Beschikking 2004/388/EG, die zijn herschikt in de richtlijn inzake explosieven voor civiel gebruik (Richtlijn 2014/28/EU) en in de richtlijn inzake pyrotechnische artikelen (Richtlijn 2013/29/EU). De veiligheidseisen voor speelgoed zijn vastgelegd in Richtlijn 2009/48/EG. Het Europees Comité voor Normalisatie (CEN) zorgt voor de evaluatie en ontwikkeling van de normen op dit gebied.

6. Betaalbare communicatie voor bedrijven en consumenten (2.1.8)

B. Bescherming van de economische belangen van consumenten

1. Diensten van de informatiemaatschappij, elektronische verkoop, elektronische en grensoverschrijdende betalingen

Richtlijn 2000/31/EG (richtlijn inzake elektronische handel) heeft betrekking op de aansprakelijkheid van in de EU gevestigde aanbieders van onlinediensten, online uitgevoerde elektronische transacties en andere onlineactiviteiten zoals het verstrekken van nieuws, databanken, financiële en professionele diensten, entertainment (video on demand), direct marketing, reclame en internettoegang. De richtlijn zal worden geactualiseerd door middel van de digitaledienstenverordening. Richtlijn (EU) 2015/2366 betreffende grensoverschrijdende overmakingen en Verordening (EU) 2021/1230 betreffende grensoverschrijdende betalingen waarborgen dat de tarieven voor grensoverschrijdende betalingen in euro’s dezelfde zijn als de tarieven die gelden voor eurobetalingen binnen een lidstaat.

2. Televisie zonder grenzen

Richtlijn 2010/13/EU waarborgt het vrije verkeer van omroepdiensten en beschermt bepaalde doelstellingen van algemeen belang, zoals culturele diversiteit, het recht van weerwoord, de bescherming van de consument en de bescherming van minderjarigen. De bepalingen van de richtlijn hebben betrekking op bijvoorbeeld reclame voor alcoholhoudende dranken, tabak en medicijnen, thuiswinkelen, en programma’s met pornografische of extreem gewelddadige inhoud. Gebeurtenissen van groot maatschappelijk belang moeten onbeperkt worden uitgezonden in ongecodeerde vorm, zelfs als de exclusieve rechten zijn verworven door betaaltelevisiezenders.

3. Op afstand gesloten overeenkomsten en buiten verkoopruimten gesloten overeenkomsten, de verkoop van en de garanties voor goederen, oneerlijke bedingen in overeenkomsten

Met ingang van 13 juni 2014 zijn Richtlijn 85/577/EEG van de Raad en Richtlijn 97/7/EG vervangen door de Richtlijn consumentenrechten (2011/83/EU). Deze richtlijn wijzigt eveneens Richtlijn 93/13/EEG van de Raad betreffende oneerlijke bedingen en Richtlijn 1999/44/EG betreffende bepaalde aspecten van de verkoop van consumptiegoederen en de daarop gegeven garanties. De richtlijn geeft de consument meer rechten doordat er regels worden vastgesteld over de aan consumenten te verstrekken informatie en doordat het herroepingsrecht wordt geregeld en bepaalde contractuele bepalingen worden geharmoniseerd. Op 11 mei 2022 heeft de Commissie een voorstel ingediend voor een richtlijn ter vervanging en modernisering van Richtlijn 2002/65/EG, die de verkoop op afstand van financiële diensten aan consumenten regelt. De EU-instellingen onderhandelen op dit moment over dit voorstel.

4. Oneerlijke handelspraktijken en vergelijkende en misleidende reclame

Richtlijn 2005/29/EG betreffende oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten op de interne markt verbiedt misleidende en agressieve praktijken, “sluwe methoden” (zoals verkoop onder tijdsdruk, misleidende marketing en oneerlijke reclame) en praktijken waarbij dwang als verkoopmiddel wordt ingezet. In deze richtlijn zijn criteria voor de vaststelling van agressieve handelspraktijken (intimidatie, dwang en ongepaste beïnvloeding) opgenomen, alsook een “zwarte lijst” met oneerlijke handelspraktijken. Richtlijn 2006/114/EG inzake misleidende reclame en vergelijkende reclame verbiedt misleidende reclame. Hierin zijn tevens de voorwaarden neergelegd waaronder vergelijkende reclame wel geoorloofd is. Een mededeling van de Commissie van 27 november 2012 (COM(2012)0702) bevatte een voorstel tot herziening van Richtlijn 2006/114/EG. Doel hiervan was de lacunes in de tekst weg te werken en aandacht te besteden aan het probleem van bedrijven die misleidende gegevensbankdiensten aanbieden. Eind 2019 werd een nieuwe richtlijn vastgesteld: Richtlijn (EU) 2019/2161 betreffende betere handhaving en modernisering van de regels voor consumentenbescherming in de Unie. Deze richtlijn wijzigde Richtlijn 93/13/EEG van de Raad (betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten), alsook Richtlijn 98/6/EG (betreffende de bescherming van de consument met betrekking tot de prijsaanduiding van aan de consument aangeboden producten), Richtlijn 2005/29/EG (betreffende oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten op de interne markt) en Richtlijn 2011/83/EU (betreffende consumentenrechten) van het Europees Parlement en de Raad. In april 2022 besteedde de Commissie interne markt en consumentenbescherming (IMCO) aandacht aan oneerlijke handelspraktijken door een openbare hoorzitting te organiseren over de eerbiediging van consumentenrechten bij de aanschaf van producten van buiten de EU. Het doel van deze hoorzitting was om de uitdagingen in kaart te brengen waarmee consumenten geconfronteerd worden als zij producten van buiten de EU aanschaffen.

5. Aansprakelijkheid voor producten met gebreken en prijsaanduidingen

In Richtlijn 1999/34/EG wordt bepaald dat schade veroorzaakt door producten met gebreken voor rekening van de producent dient te komen (aansprakelijkheid buiten schuld/risicoaansprakelijkheid). De consument die schade heeft geleden en vergoeding van de schade vordert, moet de schade, het gebrek in het product en het causaal verband daartussen binnen drie jaar aantonen. Richtlijn 98/6/EG inzake de prijsaanduiding van aan de consument aangeboden producten verplicht handelaren verkoopprijzen en prijzen per eenheid aan te geven om de vergelijking van prijzen en hoeveelheden van in de handel zijnde producten te vergemakkelijken. Richtlijn 1999/44/EG voorziet in productgaranties ten behoeve van consumenten. Op grond van deze richtlijn moeten handelaren die in de EU consumptiegoederen verkopen, gebreken die bij de aflevering van de goederen bestaan en die zich binnen twee jaar vanaf de aflevering manifesteren, herstellen of het consumptiegoed vervangen. Deze richtlijn werd in 2011 geactualiseerd en werd daarna ingetrokken en vervangen door Richtlijn (EU) 2019/771.

6. Consumentenkrediet en hypothecair krediet

In Richtlijn (EG) 2008/48 wordt bepaald dat kredietverstrekkers hetzelfde formulier “Europese standaardinformatie inzake consumentenkrediet” dienen te gebruiken: een formulier met alle relevante informatie over de overeenkomst, waaronder de kosten van het krediet en het jaarlijkse kostenpercentage. Consumenten hebben het recht om de kredietovereenkomst binnen veertien dagen na de sluiting ervan zonder opgave van redenen te herroepen. Ze hebben ook het recht om het kredietbedrag te allen tijde vervroegd af te lossen. In juni 2021 kwam de Europese Commissie met een voorstel om de bestaande regels te actualiseren (COM(2021)0347). Met het voorstel wordt het toepassingsgebied van de huidige richtlijn consumentenkrediet uitgebreid tot een breder scala van producten die een risico voor consumenten kunnen inhouden. Het voorstel is er voorts op gericht de hoeveelheid informatie die in reclame aan de consument moet worden verstrekt te verminderen en bevat bepalingen inzake de wijze en het tijdstip waarop precontractuele informatie aan de consument moet worden verstrekt. Daarnaast worden in het voorstel de regels voor de beoordeling van de kredietwaardigheid verbeterd en wordt de lidstaten verzocht financiële voorlichting te bevorderen en ervoor te zorgen dat schuldadviesdiensten beschikbaar worden gesteld voor consumenten.

Met Richtlijn 2014/17/EU inzake kredietovereenkomsten voor consumenten met betrekking tot voor bewoning bestemde onroerende goederen is een gemeenschappelijk kader vastgesteld voor met consumenten gesloten kredietovereenkomsten die gewaarborgd worden door een hypotheek of anderszins vastgoedgerelateerde zekerheid. De richtlijn beoogt de totstandbrenging van een efficiënte eengemaakte hypotheekmarkt ten behoeve van consumenten, en legt voorwaarden vast om een hoge mate van professionalisme bij kredietverstrekkers en -bemiddelaars te waarborgen[1].

7. Pakketreizen, in deeltijd gebruikt vastgoed en diensten voor kortetermijnverhuur van accommodatie

Richtlijn (EU) 2015/2302 beschermt de basisrechten van consumenten wanneer zij een pakketreis boeken of wanneer zij andere vormen van gekoppelde reisarrangementen boeken, bijvoorbeeld wanneer een reiziger op een website een zelf gekozen combinatie van een vlucht met een hotel of huurauto boekt. Richtlijn 2008/122/EG betreffende gebruik in deeltijd, vakantieproducten van lange duur, doorverkoop en uitwisseling verplicht de handelaar ertoe informatie te verstrekken over de wezenlijke onderdelen van de overeenkomst en geeft de consument het recht om de overeenkomst binnen veertien kalenderdagen na ondertekening ervan kosteloos en zonder opgave van redenen te herroepen. In aanvulling op het bovenstaande is de Commissie in november 2022 gekomen met een voorstel voor een verordening betreffende het verzamelen en delen van gegevens met betrekking tot kortetermijnverhuur van accommodatie. Kortetermijnreserveringen van accommodatie bieden gasten en toeristen weliswaar voordelen, maar kunnen problemen opleveren voor lokale gemeenschappen die bijvoorbeeld kampen met een gebrek aan betaalbare huisvesting. Met de nieuwe regels zullen gegevens van verhuurders en onlineplatforms beter verzameld en gedeeld kunnen worden. Ook zal daardoor doeltreffend en evenredig lokaal beleid mogelijk worden om de uitdagingen en kansen in verband met de sector kortetermijnverhuur aan te pakken.

8. Luchtvervoer

In Verordening (EG) nr. 261/2004 en Verordening (EG) nr. 2027/97 (als gewijzigd) zijn gemeenschappelijke regels vastgesteld inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten, en betreffende de aansprakelijkheid van luchtvervoerders bij ongevallen. Bij Verordening (EG) nr. 80/2009 betreffende geautomatiseerde boekingssystemen voor luchtvaartproducten (CRS) worden verplichtingen opgelegd aan systeemleveranciers (zodat er een gelijk speelveld wordt gecreëerd voor alle luchtvaartmaatschappijen) en aan luchtvaartmaatschappijen (zodat zij aan alle systemen met dezelfde zorgvuldigheid en stiptheid informatie verschaffen). Bij Verordening (EG) nr. 80/2009 werden gemeenschappelijke criteria en procedures ingevoerd voor de vaststelling van tarieven voor luchtvervoer en luchtvrachtvervoer door luchtvaartmaatschappijen binnen de Gemeenschap. Verordening (EG) nr. 300/2008 introduceerde gemeenschappelijke regels op het gebied van veiligheidsnormen in de luchtvaart naar aanleiding van de terroristische aanslagen van 11 september 2001.

9. Energiemarkten

Het derde energiepakket van de EU (vastgesteld in 2009) was bedoeld om de werking van de interne energiemarkt te verbeteren en structurele problemen op te lossen. Het pakket had betrekking op vijf grote beleidsterreinen, waaronder de bevordering van de transparantie op de retailmarkt ten behoeve van de consumenten. Richtlijn 2012/27/EU stelt energieconsumenten in staat om hun energieverbruik beter te beheren dankzij een vlotte, kosteloze toegang tot hun verbruiksgegevens via individuele meters. Verordening (EU) 2017/1369 heeft als doel ervoor te zorgen dat de complexe gegevens over het energieverbruik en de energieprestaties van bepaalde huishoudelijke toestellen op een duidelijke en begrijpelijke manier worden vermeld, zodat de consument een doordachte aankoop kan doen en kan kiezen voor de efficiëntste toestellen. Binnen de interne energiemarkt van de EU hebben alle burgers van de EU het recht om hun woning aan te sluiten op energienetten en de vrijheid om eender welke gas- of elektriciteitsleverancier te kiezen die in hun regio diensten aanbiedt.

10. Netwerk van Europese consumentencentra (ECC-netwerk of “euroloketten”) en de portaalsite “Uw Europa”

Het ECC-netwerk verstrekt informatie en verleent bijstand aan consumenten in het kader van grensoverschrijdende transacties. Het netwerk werkt ook samen met andere Europese netwerken, vooral FIN-NET (financieel), Solvit (interne markt) en het Europees justitieel netwerk in burgerlijke en handelszaken. Op de portaalsite Your Europe kunnen consumenten uitgebreide informatie raadplegen over contractueel recht, telecom en internet, financiële producten en diensten, oneerlijke behandeling, energievoorziening en geschillenbeslechting voor consumenten. Verdere verbeteringen werden doorgevoerd met de verordening tot oprichting van één digitale toegangspoort (Verordening (EU) 2018/1724).

C. Bescherming van de juridische belangen van de consument

1. Alternatieve procedures voor geschillenbeslechting en onlinegeschillenbeslechting

Alternatieve geschillenbeslechting bestaat uit mechanismen voor de buitengerechtelijke beslechting van geschillen tussen consumenten en handelaren, in de meeste gevallen met behulp van een derde partij, te weten een bemiddelaar, scheidsman of ombudsman. In Aanbeveling 98/257/EG, Besluit nr. 20/2004/EG en Resolutie 2000/C 155/01 van de Raad zijn de beginselen voor de alternatieve beslechting van geschillen neergelegd. Deze hebben tot doel de individuele consument goedkopere en snellere oplossingen voor juridische geschillen te garanderen. Richtlijn 2009/22/EG betreffende het doen staken van inbreuken in het raam van de bescherming van de consumentenbelangen harmoniseert het bestaande recht van de Unie en het nationale recht en introduceert ter bescherming van de collectieve belangen van consumenten het concept van “vorderingen tot het doen staken van inbreuken” (verbodsacties). Deze kunnen bij de bevoegde nationale rechters worden ingediend tegen inbreuken door handelaren uit andere landen. Richtlijn 2013/11/EU betreffende alternatieve beslechting van consumentengeschillen biedt de consument de mogelijkheid zich te wenden tot ter zake bevoegde alternatieve geschillenbeslechtingsentiteiten voor allerlei soorten contractuele geschillen met bedrijven over online dan wel offline, binnenlands dan wel internationaal verrichte aankopen. Verordening (EU) nr. 524/2013 betreffende onlinebeslechting van consumentengeschillen biedt consumenten en handelaren in de EU de mogelijkheid om onlinegeschillen betreffende binnenlandse en grensoverschrijdende aankopen te beslechten via een EU-breed platform voor geschillenbeslechting waar entiteiten voor alternatieve geschillenbeslechting zich sinds februari 2016 bij kunnen aansluiten.

2. Europees justitieel netwerk in burgerlijke en handelszaken en de verplichting tot samenwerking voor nationale autoriteiten

Bij Beschikking 2001/470/EG is een Europees justitieel netwerk ingesteld dat erop gericht is het leven van burgers die te maken krijgen met grensoverschrijdende rechtsgeschillen te vereenvoudigen, en wel door de mechanismen voor juridische samenwerking tussen lidstaten in burgerlijke en handelszaken te verbeteren en de burgers van praktische informatie te voorzien, waardoor het recht toegankelijker voor hen wordt. Verordening (EG) Nr. 2006/2004 stelt een netwerk in van nationale autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de doeltreffende uitvoering van de EU-wetgeving ter bescherming van de consument. Sinds 29 december 2005 zijn deze autoriteiten verplicht samen te werken om de handhaving van de EU-wetgeving te waarborgen en elke inbreuk daarop tegen te gaan met behulp van de juiste juridische instrumenten, zoals vorderingen, in geval van inbreuken binnen de EU.

3. Representatieve vorderingen ter bescherming van de collectieve belangen van consumenten

Met Richtlijn 2009/22/EG werden acties gericht op het stoppen van inbreuken in het kader van de bescherming van de collectieve belangen van consumenten geharmoniseerd. Met Richtlijn 2014/104/EU werd gewaarborgd dat iedereen die schade heeft geleden die voortvloeit uit inbreuken op het mededingingsrecht effectief het recht kan uitoefenen volledige vergoeding te vorderen. Met Richtlijn (EU) 2020/1828 werd de werkingssfeer van het stelsel inzake verbodsacties uitgebreid tot diverse horizontale en sectorspecifieke EU-instrumenten die van belang zijn voor de bescherming van de collectieve belangen van consumenten en werden procedures vastgesteld inzake herstelmaatregelen.

D. Maatregelen ingevoerd naar aanleiding van de uitbraak van COVID-19

Vanwege de toenemende onregelmatigheden in de onlinehandel ten tijde van de pandemie hebben de autoriteiten voor consumentenbescherming in de lidstaten met steun van de Commissie een gemeenschappelijk standpunt van de Consumer Protection Cooperation (CPC) gepubliceerd, waarin zij onlineplatforms verzoeken doeltreffende maatregelen te treffen om illegale handelspraktijken te weren. Tevens werd een gezamenlijke mededeling gepubliceerd, getiteld “Desinformatie in verband met COVID-19 aanpakken: feiten onderscheiden van fictie”, waarin werd gewezen op de noodzaak van bestrijding van desinformatie om consumenten te beschermen.

Naar aanleiding van verstoringen als gevolg van de herinvoering van grenscontroles en reisbeperkingen heeft de Commissie op 18 maart 2020 richtsnoeren gepubliceerd om te waarborgen dat de door de EU vastgelegde consumentenrechten in de hele EU op consistente wijze worden toegepast. De EU is het enige gebied in de wereld waar burgers beschermd worden door een uitgebreide reeks passagiersrechten, ongeacht of ze nu per vliegtuig, trein, schip, bus of touringcar reizen. Vervoerders moeten passagiers van wie de reis is geannuleerd een vergoeding (terugbetaling van de tickets) of een vervangende reis aanbieden.

De rol van het Europees Parlement

Het Parlement draagt actief bij aan de ontwikkeling en aanscherping van de EU-wetgeving op het gebied van consumentenbescherming en weegt daarbij de belangen van de markt af tegen die van consumenten. Maatregelen ter bescherming van consumenten zijn onder meer vervat in de Nieuwe consumentenagenda 2020-2025, de “New deal” voor consumenten, de Europese Green Dealen het Actieplan voor de circulaire economie.

De belangen van de Europese consument worden ook gediend met acties en instrumenten ter versterking van diverse aspecten van de interne markt van de EU. Het gaat daarbij onder meer om een aanzienlijk aantal instrumenten die zijn ontwikkeld in het kader van het initiatief voor de digitale eengemaakte markt en die strikt consumentgerichte maatregelen combineren met maatregelen die betrekking hebben op de opzet van de markt: de verordeningen betreffende roamingtarieven, de verordening betreffende bevordering van internetconnectiviteit in lokale gemeenschappen, de verordening betreffende portabiliteit van online-inhoudsdiensten, de verordening betreffende grensoverschrijdende pakketbezorgdiensten, de algemene verordening gegevensbescherming, de verordening inzake geoblocking, het Europees wetboek voor elektronische communicatie, de verordening betreffende het vrije verkeer van niet-persoonsgebonden gegevens en de richtlijn inzake auteursrechten in de digitale eengemaakte markt[2].

Het Parlement heeft in zijn resolutie van 25 november 2020 over de aanpak van productveiligheid op de interne markt aangedrongen op een herziening van de richtlijn inzake algemene productveiligheid (RAPV). Het Parlement drong er bij de Commissie op aan de regels voor markttoezicht voor zowel geharmoniseerde als niet-geharmoniseerde producten die offline of online in de handel worden gebracht, te actualiseren en op elkaar af te stemmen, en ze geschikt te maken voor het digitale tijdperk, en tevens de regels voor productveiligheid aan te passen om de uitdagingen van opkomende technologieën, zoals kunstmatige intelligentie, met het internet verbonden producten en robotica, het hoofd te bieden. In juni 2022 publiceerde de beleidsondersteunende afdeling Economische Zaken, Wetenschapsbeleid en Levenskwaliteit een studie voor de commissie IMCO waarin de auteurs aandringen op een herziening van de RAPV en toelichten hoe nieuwe technologieën van invloed kunnen zijn op de productveiligheid, waarvoor een uitgebreider wetgevingskader vereist is.

Het Parlement heeft regelmatig gedebatteerd over consumentenbescherming in het licht van de digitale revolutie. Op verzoek van de commissie IMCO werd op 18 februari 2020 door de beleidsondersteunende afdeling Economische Zaken, Wetenschapsbeleid en Levenskwaliteit een workshop georganiseerd met als thema “E-commerce rules, fit for the digital age”. Daarnaast publiceerde deze afdeling op verzoek van de commissie IMCO een aantal studies[3] over de toekomstige digitaledienstenverordening. Deskundigen en belanghebbenden benadrukten daarin dat in de digitaledienstenverordening krachtige maatregelen moeten worden vastgesteld inzake consumentenbescherming in verband met onlinemarktplaatsen.

Op het gebied van consumentenbescherming is recentelijk uitgebreid onderzoek verricht. Op 27 oktober 2020 werd de studie[4] “Loot boxes in online games and their effect on consumers, in particular young consumers” gepresenteerd aan de leden, gevolgd door een vraag-en-antwoordsessie. “Loot boxes” zijn elementen in videogames die meestal toegankelijk zijn door bepaalde handelingen in het spel te verrichten of waartoe je toegang kunt krijgen met echt geld. Aangezien spelers van tevoren niet weten wat er in een “loot box” zit, bestaat de vrees dat zij tot gokken worden aangezet, een gevaar dat met name speelt bij jonge consumenten. Op 19 december 2022 heeft de commissie IMCO haar goedkeuring gehecht aan een ontwerpuitvoeringsverslag over consumentenbescherming in onlinevideogames, waarin de kwestie vanuit het oogpunt van de Europese interne markt wordt behandeld.

In januari 2021 werd een briefing[5] gepubliceerd over terugbetaling en vergoeding in geval van annulering of vertraging van vervoer: rechten en de handhaving ervan (“Reimbursement and compensation in case of transport cancellation or delay: rights and their enforcement”). Hierin wordt een overzicht gegeven van de rechten van consumenten uit hoofde van de EU-wetgeving in geval van annulering van vervoer, met specifieke aandacht voor de COVID-19-pandemie, en wordt consumenten praktisch advies verstrekt.

Een studie[6] naar het effect van gerichte reclame op adverteerders, markttoegang en keuzemogelijkheden voor de consument had tot doel inzicht te krijgen in de dynamiek van de onlinereclamemarkt. In deze studie wordt geanalyseerd welke invloed onder meer gepersonaliseerde en microgerichte reclame, gedragsgericht adverteren en “digital nudging” hebben op prijzen en de keuze van de consument, en wordt onderzocht wat dat betekent voor de consumentenbescherming. Uit de studie bleek dat targetingtechnieken nuttig kunnen zijn voor consumenten, omdat zij advertenties ontvangen die aansluiten op hun interesses. Aan gerichte reclame kleven echter ook bezwaren. Daarbij gaat het onder meer om een gebrek aan transparantie over het gebruik van consumentengegevens, het gericht benaderen van kwetsbare groepen consumenten en bepaalde elementen in de opzet van websites die de consument ertoe aanzetten onbewust beslissingen te nemen die tegen zijn belangen indruisen (“dark patterns”). In maart 2022 organiseerde de commissie IMCO een openbare hoorzitting over “dark patterns” om de risico’s van deze praktijken voor consumenten in kaart te brengen.

Op 28 oktober 2021 hield de commissie IMCO een openbare hoorzitting over “dual quality”-producten op de interne markt (producten met een identieke verpakking/branding/marketing maar met een uiteenlopende kwaliteit/verschillen in samenstelling). Tijdens die hoorzitting wezen deskundigen (o.a. van consumentenverenigingen en bedrijfsorganisaties) op de problemen waartoe “dual quality”-producten hebben geleid, zowel voor consumenten als voor het bedrijfsleven, onder meer wat betreft de voorlichting aan consumenten over de verschillen in samenstelling/uiteenlopende kwaliteit van de producten. Zij bespraken ook manieren om de voorlichting aan consumenten over dit fenomeen te verbeteren.

Een maand later, op 9 december 2021, stemde de commissie IMCO over het ontwerpverslag over de uitvoering van de richtlijn speelgoedveiligheid die tot doel heeft ervoor te zorgen dat alleen veilig speelgoed op de markt van de Unie kan worden gebracht.

In februari 2022 werd een studie[7] gepubliceerd over het effect van influencers op reclame en consumentenbescherming op de interne markt. In deze studie wordt onderzocht in welke mate influencers verantwoordelijk zijn voor het verspreiden van misleidende informatie en het promoten van onveilige producten. Marketing door influencers, een fenomeen dat de afgelopen jaren enorm is toegenomen, gaat vaak gepaard met misleidende boodschappen die bedoeld zijn om kwetsbare consumenten te bereiken. De onlangs bereikte voorlopige politieke akkoorden over de digitaledienstenverordening en de digitalemarktenverordening hebben ten doel de transparantie te vergroten en regels vast te stellen voor online aanbieders van platformdiensten (poortwachters), twee onderwerpen die ook van belang zijn als het gaat om influencers.

In september 2022 heeft de beleidsondersteunende afdeling Economische Zaken, Wetenschapsbeleid en Levenskwaliteit een studie[8] gepubliceerd waarin geoorloofde debetstanden en overschrijdingen in de EU werden geanalyseerd, met name wat betreft de gevolgen ervan voor de consumentenbescherming. De bevindingen waren dat de rentetarieven voor dit soort financiële diensten aanzienlijk verschillen per lidstaat. De auteurs pleitten voor strengere en eerlijkere regelgeving op dit gebied (met name in de lidstaten waar de rentevoeten het hoogst zijn).

Meer informatie over dit onderwerp vindt u op de website van de Commissie interne markt en consumentenbescherming.

 

[1]Relevant onderzoek (onder meer): Wiewiórowska, A. et al., Contribution to Growth: Legal Aspects of Protecting European Consumers, publicatie opgesteld voor de Commissie interne markt en consumentenbescherming door de beleidsondersteunende afdeling Economische Zaken, Wetenschapsbeleid en Levenskwaliteit, Europees Parlement, Luxemburg, 2019.
[2]Relevant onderzoek (onder meer): Wiewiórowska, A. et al., Contribution to Growth: Legal Aspects of Protecting European Consumers, publicatie opgesteld voor de Commissie interne markt en consumentenbescherming door de beleidsondersteunende afdeling Economische Zaken, Wetenschapsbeleid en Levenskwaliteit, Europees Parlement, Luxemburg, 2019.
[3]Maciejewski M., Blandin L., Digital Services Act: Opportunities and Challenges for the Digital Single Market and Consumer Protection, publicatie opgesteld voor de Commissie interne markt en consumentenbescherming door de beleidsondersteunende afdeling Economische Zaken, Wetenschapsbeleid en Levenskwaliteit, Europees Parlement, Luxemburg, 2020.
[4]Cerulli-Harms, A. e.a., Loot boxes in online games and their effect on consumers, in particular young consumers, publicatie opgesteld voor de Commissie interne markt en consumentenbescherming door de beleidsondersteunende afdeling Economische Zaken, Wetenschapsbeleid en Levenskwaliteit, Europees Parlement, Luxemburg, 2020.
[5]Maciejewski, M. et al., Reimbursement and compensation in case of transport cancellation or delay: rights and their enforcement, publicatie opgesteld voor de Commissie interne markt en consumentenbescherming door de beleidsondersteunende afdeling Economische Zaken, Wetenschapsbeleid en Levenskwaliteit, Europees Parlement, Luxemburg, 2021.
[6]Fourgberg, N. e.a., Online advertising: the impact of targeted advertising on advertisers, market access and consumer choice, publicatie opgesteld voor de Commissie interne markt en consumentenbescherming door de beleidsondersteunende afdeling Economische Zaken, Wetenschapsbeleid en Levenskwaliteit, Europees Parlement, Luxemburg, 2021.
[7]Michaelsen, F., Collini, L. e.a., The impact of influencers on advertising and consumer protection in the Single Market, publicatie opgesteld voor de Commissie interne markt en consumentenbescherming door de beleidsondersteunende afdeling Economische Zaken, Wetenschapsbeleid en Levenskwaliteit, Europees Parlement, Luxemburg, 2022.
[8]Knops, K. et al., Consumer protection in the context of overdraft facilities and overrunning, publicatie opgesteld voor de Commissie interne markt en consumentenbescherming door de beleidsondersteunende afdeling Economische Zaken, Wetenschapsbeleid en Levenskwaliteit, Europees Parlement, Luxemburg, 2022.

Christina Ratcliff / Mathias Wosyka / Barbara Martinello / Davide Franco