Digitale agenda voor Europa

Digitale dienstenplatforms en opkomende technologieën zoals artificiële intelligentie (AI) hebben een grote invloed op onze samenleving. Deze innovaties hebben geleid tot een totaal andere manier waarop we online communiceren, winkelen en toegang krijgen tot informatie, waardoor ze onmisbaar zijn geworden. In de Europese digitale agenda voor 2020-2030 worden deze verschuivingen aangepakt. Daarbij wordt prioriteit verleend aan het tot stand brengen van veilige digitale ruimten, het waarborgen van eerlijke concurrentie op digitale markten en het versterken van de digitale soevereiniteit van Europa, en wordt tegelijkertijd ook gestreefd naar klimaatneutraliteit tegen 2050.

Rechtsgrond

Hoewel de Verdragen geen bepalingen voor informatie- en communicatietechnologie (ICT) bevatten, kan de EU optreden op diverse beleidsterreinen zoals industrie (artikel 173 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie – VWEU), mededinging (artikelen 101 en 109 VWEU), handel (artikelen 206 en 207 VWEU), trans-Europese netwerken (artikelen 170 en 172 VWEU), onderzoek (artikelen 179 en 190 VWEU), energie (artikel 194 VWEU), totstandbrenging van de interne markt (artikel 114 VWEU), vrij verkeer van goederen (artikelen 26 en 28 t/m 37 VWEU), verkeer van personen en diensten (artikelen 45 en 66 VWEU), onderwijs (artikelen 165 en 166 VWEU) en cultuur (artikel 167 VWEU).

Doelstellingen

In aansluiting op de strategie van Lissabon werd in de digitale agenda voor Europa voor 2010 benadrukt dat ICT van cruciaal belang is voor de doelstellingen van de EU. In 2015 werd in de strategie voor een digitale eengemaakte markt de digitale agenda verder ontwikkeld op basis van drie pijlers: 1) het waarborgen van betere toegang tot digitale goederen en diensten in heel Europa; 2) het bevorderen van optimale voorwaarden voor digitale netwerken en diensten; en 3) het versterken van het groeipotentieel van de digitale economie.

De strategie van 2020, die tot doel had de digitale toekomst van Europa vorm te geven, was gericht op technologieën die de mensen ten goede komen, een concurrerende economie en een open, democratische samenleving. In 2021 werd deze strategie verrijkt met het digitale kompas voor 2030, waarin de digitale doelstellingen van de EU voor dit decennium worden uiteengezet.

Resultaten

A. De eerste digitale agenda voor Europa: 2010-2020

De eerste digitale agenda:

  • zorgde voor lagere tarieven voor elektronische communicatie (Verordening (EU) 2022/612), en voor de afschaffing van de roamingkosten op 14 juni 2017 (“roaming tegen thuistarief”);
  • verbeterde de internetconnectiviteit met uitgebreide basisbreedband, door mobiele en satelliettechnologieën te benutten;
  • zorgde voor meer consumentenbescherming op het gebied van telecommunicatie door middel van regelgeving inzake privacy (Richtlijn 2009/136/EG) en gegevensbescherming, die later werd versterkt door een nieuw kader voor gegevensbescherming (Verordening (EU) 2016/679 en Richtlijn (EU) 2016/680).

Om de ontwikkeling van digitale netwerken en diensten aan te moedigen, heeft het Parlement het Orgaan van Europese regulerende instanties voor elektronische communicatie versterkt. Dit orgaan bevordert de samenwerking tussen de nationale regulerende instanties en de Commissie, moedigt beste praktijken aan en werkt aan de harmonisatie van de regelgeving op het gebied van communicatie (Verordening (EU) 2018/1971). In de eerste digitale agenda werd de nadruk gelegd op digitale groei door het bevorderen van digitale vaardigheden, high-performance computing, digitalisering van het bedrijfsleven, ontwikkeling van AI en modernisering van overheidsdiensten. Daarnaast heeft de EU regels vastgesteld inzake geoblocking (Verordening (EU) 2018/302) en portabiliteit van digitale diensten (Verordening (EU) 2017/1128), die consumenten in staat stellen toegang te krijgen tot online-inhoud in alle lidstaten.

Naast de bovengenoemde nieuwe regelgevingskaders voor gegevensbescherming heeft de EU een aantal maatregelen goedgekeurd om de ontwikkeling van een data-agile economie te vergemakkelijken, zoals:

  • de verordening inzake een kader voor het vrije verkeer van niet-persoonsgebonden gegevens (Verordening (EU) 2018/1807), op grond waarvan bedrijven en overheidsdiensten niet-persoonsgebonden gegevens overal kunnen opslaan en verwerken;
  • de cyberbeveiligingsverordening (Verordening (EU) 2019/881), tot versterking van het Agentschap van de Europese Unie voor cyberbeveiliging en tot vaststelling van een kader voor cyberbeveiligingscertificering van producten en diensten;
  • de richtlijn open data (Richtlijn (EU) 2019/1024) tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor een Europese markt van overheidsgegevens.

B. De tweede digitale agenda voor Europa: 2020-2030

De tweede digitale agenda richtte zich op de veranderingen als gevolg van digitale technologieën en de cruciale rol van digitale diensten en markten, waarbij de technologische en geopolitieke doelstellingen van de EU werden benadrukt. In haar mededelingen over de digitale toekomst van Europa vormgeven en Europa’s digitale decennium heeft de Commissie gedetailleerde acties voor veilige digitale diensten en markten uitgewerkt. Hierbij werd prioriteit gegeven aan kwantumcomputing, blockchainstrategieën, AI, halfgeleiders (Europese chipverordening), digitale soevereiniteit, cyberbeveiliging, 5G/6G, Europese dataruimten en mondiale technologienormen. Op 9 maart 2021 heeft de EU een digitaal kompas ingevoerd met vier doelstellingen voor 2030:

  • vaardigheden: ten minste 80 % van alle volwassenen moet over digitale basisvaardigheden beschikken en er moeten 20 miljoen ICT-specialisten in de EU werkzaam zijn, waarbij meer vrouwen voor dergelijke banen kiezen;
  • bedrijven: 75 % van de bedrijven moet gebruikmaken van cloudcomputingdiensten, big data en AI; meer dan 90 % van de kleine en middelgrote ondernemingen in de EU moet ten minste een basisniveau van digitale intensiteit halen; en het aantal eenhoorns in de EU moet verdubbelen;
  • infrastructuur: alle Europese huishoudens moeten zijn aangesloten op een gigabitnetwerk, waarbij alle bevolkte gebieden door 5G worden gedekt; de productie van geavanceerde en duurzame halfgeleiders in Europa moet 20 % van de wereldproductie bedragen; in de EU moeten 10 000 klimaatneutrale, goed beveiligde edge-nodes worden ingezet; en Europa moet over zijn eerste kwantumcomputer beschikken;
  • overheidsdiensten: alle essentiële overheidsdiensten moeten online beschikbaar zijn; alle burgers moeten toegang hebben tot hun elektronisch medisch dossier; en 80 % van de burgers moet gebruikmaken van een elektronische ID-oplossing.

Het programma Digitaal Europa, dat is ingevoerd bij Verordening (EU) 2021/694, is een EU-initiatief waarbij in de periode 2021-2027 7,5 miljard EUR wordt toegewezen aan projecten voor digitale technologie op gebieden als supercomputing, AI, cyberbeveiliging, geavanceerde digitale vaardigheden en integratie van digitale technologie, ondersteund door digitale-innovatiehubs. Dit zal worden afgestemd op andere EU-fondsen, zoals Horizon Europa, de Connecting Europe Facility voor digitale infrastructuur en de herstel- en veerkrachtfaciliteit. Bij het herstel na de COVID-19-pandemie moeten de lidstaten ten minste 20 % van hun herstelfondsen gebruiken voor digitaliseringsprojecten (Verordening (EU) 2021/694).

In het witboek over AI van februari 2020 werd gewezen op de cruciale rol van AI en op de verwachte maatschappelijke en economische voordelen in alle sectoren. In oktober 2020 nam het Parlement drie resoluties over AI aan met betrekking tot ethische aspecten, civielrechtelijke aansprakelijkheid en intellectuele-eigendomsrechten. In de resoluties werd de Commissie verzocht een Europees rechtskader voor de ethische ontwikkeling en het ethische gebruik van AI uit te werken. Op 21 april 2021 heeft de Commissie een AI-verordening voorgesteld, die een technologieneutrale definitie van AI en op risico’s gebaseerde regels zou bieden. Het Parlement heeft in juni 2023 zijn standpunt over het voorstel vastgesteld met substantiële wijzigingen in de tekst van de Commissie, met het oog op de slotonderhandelingen met de Raad. In september 2022 heeft de Commissie een voorstel ingediend voor een richtlijn inzake AI-aansprakelijkheid, die gelijke bescherming zou waarborgen voor degenen die door AI worden benadeeld. Daarnaast is er een voorstel voor een nieuwe richtlijn betreffende productaansprakelijkheid onthuld om digitale producten zoals AI te behandelen.

Het delen van gegevens staat centraal in de digitale visie van Europa. De EU bevordert weliswaar gegevensgestuurde innovatie, maar streeft er tegelijkertijd naar een evenwicht te bewaren met privacy, beveiliging, ethiek en veiligheid, en het gebruik en de uitwisseling van niet-persoonsgebonden gegevens voor nieuwe technologieën en bedrijfsparadigma’s te onderzoeken. In februari 2020 lanceerde de EU het witboek over de AI-datastrategie. De eerste component ervan, de Europese datagovernanceverordening (Verordening (EU) 2022/868), die op 3 juni 2022 is gepubliceerd, is in september 2023 van kracht geworden en benadrukt de beschikbaarheid van gegevens en het vertrouwen in gegevens. Op 23 februari 2022 heeft de Commissie de tweede component van de strategie ingevoerd, de voorgestelde dataverordening, die betrekking heeft op de toegang van bedrijven en consumenten tot gegevens. De interinstitutionele besprekingen werden in juni 2023 afgerond. De Raad, het Parlement en de Commissie hebben op 26 januari 2022 een verklaring over Europese digitale rechten afgelegd, waarin de nadruk werd gelegd op een op waarden gebaseerde digitale omwenteling. Gegevens zijn van cruciaal belang voor maatschappelijke vooruitgang, economische expansie en innovatie. De Europese dataruimte, de derde component van de strategie, bestrijkt negen sectoren en is een prioriteit voor de Commissie voor de periode 2019-2025. Daarnaast lanceert de EU via NextGenerationEU een Europese cloud, die gebaseerd is op het Gaia-X-ecosysteem, om de doorstroming van gegevens en diensten te ondersteunen.

Een hoeksteen van de digitale strategie is het tot stand brengen van een veiligere, opener digitale eengemaakte markt waarin de nadruk wordt gelegd op gebruikersrechten en eerlijke concurrentie onder bedrijven. Dit omvat twee wetgevingspijlers: de digitaledienstenverordening (DSA) en de digitalemarktenverordening (DMA), die beide de regels voor digitale diensten in de EU moderniseren. Deze zijn in respectievelijk oktober en september 2022 door het Parlement en de Raad goedgekeurd en bieden een reeks uniforme regels voor de hele EU. De digitaledienstenverordening omschrijft de verantwoordelijkheden voor tussenhandelsdiensten, met name onlineplatforms. Grote onlineplatforms zijn onderworpen aan specifieke richtsnoeren, omdat zij risico’s inhouden voor de verspreiding van illegale en schadelijke inhoud. De digitalemarktenverordening bevat regels voor bedrijven met de status van poortwachter, die gericht zijn op bedrijven die het meest vatbaar zijn voor oneerlijke praktijken. Dit omvat diensten zoals onlinetussenhandel, sociale netwerken en cloud computing.

Voortbouwend op de digitaledienstenverordening heeft de Commissie in november 2022 maatregelen voorgesteld om het verzamelen en delen van gegevens met betrekking tot kortetermijnverhuur van accommodatie te stroomlijnen. De Commissie interne markt en consumentenbescherming (IMCO) van het Parlement evalueert momenteel dit voorstel en sinds 15 november 2023 zijn er trialogen aan de gang.

De digitale agenda legt de nadruk op e-overheid en grensoverschrijdende samenwerking tussen overheidsdiensten. Op 18 november 2022 heeft de Commissie de verordening Interoperabel Europa voorgesteld om de overheidsdiensten in de EU te verbeteren. Dit zal leiden tot de oprichting van een Interoperabel Europa-raad met vertegenwoordigers van de lidstaten, de Commissie en andere EU-organen. De COVID-19-pandemie heeft de ontwikkelingen op het gebied van Europese interoperabiliteit versneld, wat met name is gebleken met het digitale EU-covidcertificaat. Dit werd onderstreept in een mededeling van de Commissie waarin de nadruk werd gelegd op betere grensoverschrijdende samenwerking.

Op 10 november 2022 hebben de Commissie en de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid als reactie op de Russische agressie tegen Oekraïne een EU-cyberdefensiebeleid en een actieplan voor militaire mobiliteit 2.0 voorgesteld. Het cyberdefensiebeleid en het actieplan voor militaire mobiliteit 2.0 hebben tot doel de investeringen in cyberdefensie te verhogen, de samenwerking tussen militaire en civiele cybersectoren te verbeteren, te zorgen voor efficiënte cybercrisisbeheersing en de positie van de EU op het gebied van kritieke cybertechnologieën te versterken, en zo de Europese technologische en industriële defensiebasis te versterken.

Het opbouwen van vertrouwen online is van cruciaal belang voor maatschappelijke en economische groei. De verordening betreffende elektronische identificatie (Verordening (EU) nr. 910/2014) biedt een kader voor veilige digitale interacties tussen burgers, bedrijven en autoriteiten. Om deze doelstellingen te verwezenlijken, heeft de Commissie een wijziging van de verordening betreffende digitale identiteit voorgesteld, die tot doel heeft 80 % van de EU-burgers tegen 2030 met een digitale identiteit veilig toegang te verlenen tot essentiële overheidsdiensten.

Naast regelgeving legt de EU de nadruk op digitaal onderwijs. Het actieplan voor digitaal onderwijs (2021-2027) helpt de lidstaten hun onderwijsstelsels aan te passen aan het digitale tijdperk. Daarbij wordt prioriteit gegeven aan de totstandbrenging van een robuust ecosysteem voor digitaal onderwijs en aan het verbeteren van vaardigheden voor de digitale transformatie.

In december 2020 werd in een mededeling van de Commissie een plan gepresenteerd voor het herstel en de transformatie van de Europese mediasector, onder meer door kwesties als marktfragmentatie aan te pakken. Hierin werd benadrukt dat er meer nationale steun nodig is via goedgekeurde herstelplannen, en werd er ook gewezen op de ontwrichtende invloed van onlineplatforms op de media, met name hun dominantie op data- en reclamemarkten.

Het actieplan voor Europese democratie vormt een aanvulling op het mediaplan en is gericht op het herstel en de digitale aanpassing van de sector. Ook wordt ingegaan op de afname van de mediavrijheid als gevolg van de toenemende bedreigingen tegen journalisten. De index van de digitale economie en samenleving (DESI) volgt de digitale vooruitgang van de EU-landen op weg naar een eengemaakte digitale markt. De jaarlijkse DESI-profielen helpen de lidstaten om gebieden aan te wijzen die voor verbetering vatbaar zijn, en in de indicatoren wordt nu rekening gehouden met de faciliteit voor herstel en veerkracht en het digitale kompas.

Rol van het Europees Parlement

In zijn resolutie van 12 maart 2019 drong het Parlement er bij de Commissie op aan het toepassingsgebied van de richtlijn inzake netwerk- en informatiebeveiliging (NIB) opnieuw te beoordelen, zodat ook andere vitale sectoren die niet door specifieke regelgeving worden bestreken, daaronder vallen en bedreigingen van de digitalisering aan te pakken. In de resolutie werd opgeroepen tot afstemming op een versterkt Europees cyberbeveiligingsbeleid en een grotere rol voor het Agentschap van de Europese Unie voor cyberbeveiliging. In december 2022 verving de NIS 2-richtlijn (Richtlijn (EU) 2022/2555) haar voorganger, waardoor het toepassingsgebied werd uitgebreid tot meer sectoren en entiteiten. In september 2022 heeft de Commissie een voorstel ingediend voor een verordening inzake cyberweerbaarheid om de veiligheid van verschillende technologieproducten te verbeteren. Het Parlement en de Raad zijn in juni 2023 begonnen met de onderhandelingen over deze verordening.

In het kader van het Europees actieplan voor democratie heeft de Commissie op 16 september 2022 een voorstel ingediend voor een verordening inzake mediavrijheid om de pluriformiteit en de vrijheid van de media in de EU te versterken. Deze regelgeving heeft tot doel problemen op de markt voor mediadiensten aan te pakken en de onafhankelijkheid van de media te versterken. In reactie hierop hebben de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (LIBE), samen met de Commissie cultuur en onderwijs (CULT), en de Commissie IMCO op 31 januari en 6 februari 2023 hoorzittingen gehouden om het voorstel te bespreken. Momenteel zijn er interinstitutionele onderhandelingen aan de gang met als doel vóór het einde van de zittingsperiode dit dossier af te ronden. Daarnaast is het voor de transparantie van democratische processen van cruciaal belang dat politieke reclame, met name duidelijke etikettering, wordt gereguleerd. Op 25 november 2021 heeft de Commissie een voorstel over deze kwestie gepubliceerd. De Commissie IMCO organiseerde op 11 juli 2022 een hoorzitting over transparantie in politieke reclame, zowel offline als online. Op 26 januari 2023 heeft de Commissie IMCO samen met de commissies CULT en LIBE een verslag over dit voorstel goedgekeurd. Dit vormde de basis voor de interinstitutionele onderhandelingen en op 7 november 2023 werd een politiek akkoord bereikt. Het belang dat het Parlement hecht aan de digitale transformatie werd consequent ondersteund door de beleidsondersteunende afdeling Economische Zaken, Wetenschapsbeleid en Levenskwaliteit via studies en een workshop waarin de uitdagingen en kansen werden behandeld. Tijdens het wetgevingsproces voor de digitaledienstenverordening en de digitalemarktenverordening werden de effecten van gerichte reclame onderzocht in een studie. Een workshop over de gevolgen van de voorstellen en een hoorzitting met Facebook-klokkenluider Frances Haugen hebben verdere inzichten opgeleverd. In februari 2022 werd in een studie ingegaan op de gevolgen van influencers voor reclame en consumentenveiligheid in de eengemaakte markt. In augustus 2022 werd in een verslag van dezelfde afdeling gesproken over het benutten van nieuwe technologieën om de productveiligheid te verbeteren en werden potentiële voor- en nadelen geschetst.

Na de gezamenlijke openbare hoorzitting van maart 2022 hebben de Commissies IMCO en LIBE, evenals het Parlement als geheel, samen vooruitgang geboekt op het gebied van de AI-verordening door een verslag met substantiële amendementen goed te keuren, verdere amendementen in te dienen en in juni 2023 overeenstemming te bereiken over een ontwerponderhandelingsmandaat om geharmoniseerde regels betreffende AI in de EU vast te stellen.

Op 25 oktober 2023 pleitten de leden van het Europees Parlement voor een verbod op verslavende technieken, zoals eindeloos scrollen of automatisch spelen. Sommige leden van het EP willen ook een digitaal “recht om niet te worden gestoord” invoeren, samen met een lijst van goede ontwerppraktijken.

Meer informatie over dit onderwerp vindt u op de website van de Commissie interne markt en consumentenbescherming en van de Commissie industrie, onderzoek en energie.

 

Kristi Polluveer / Christina Ratcliff / Barbara Martinello / Jordan De Bono