Over de regels voor de leden

Het Europees Parlement telt 720 leden die in de 27 lidstaten van de uitgebreide Unie werden gekozen. Sinds 1979 worden de leden via rechtstreekse algemene verkiezingen voor een periode van vijf jaar gekozen.

Foto van de grote vergaderzaal in Straatsburg tijdens een plenaire vergadering

Elk land kan zelf bepalen hoe het de verkiezingen organiseert, op voorwaarde dat vrouwen en mannen gelijk worden behandeld en de stemming geheim is. Bij Europese verkiezingen geldt het stelsel van evenredige vertegenwoordiging. In Oostenrijk, België, Duitsland en Malta kunnen jongeren stemmen vanaf 16 jaar, in Griekenland vanaf 17 jaar en in de overige lidstaten vanaf 18 jaar.

De zetels worden verdeeld op grond van het bevolkingscijfer van elke lidstaat. Meer dan een derde van de Europarlementariërs zijn vrouwen. De leden verenigen zich naar politieke gezindheid, niet naar nationaliteit.

Europarlementariërs verdelen hun tijd tussen hun thuisdistrict, Straatsburg – waar elk jaar 12 plenaire vergaderingen worden gehouden – en Brussel, waar extra plenaire vergaderingen, commissievergaderingen en fractievergaderingen plaatsvinden.

De rechten en plichten van leden zijn vastgelegd in het Statuut van 2009.

Nadere informatie :

Integriteit in het Europees Parlement

Het Europees Parlement hecht veel belang aan integriteit, transparantie en verantwoording waar het de politieke activiteiten van zijn leden betreft. Om deze te waarborgen heeft het Parlement een aanzienlijk aantal regels en maatregelen ingevoerd, die verder zijn aangescherpt in het kader van een uitgebreid herzieningsproces in 2023.

Gedragscode voor de leden van het Europees Parlement

De gedragscode is op 1 januari 2012 in werking getreden en is voor het laatst herzien in 2023. In de code wordt uitgegaan van het grondbeginsel dat de leden uitsluitend in het algemeen belang handelen en zich bij de uitvoering van hun werkzaamheden laten leiden door de principes van belangeloosheid, integriteit, transparantie, toewijding, eerlijkheid, verantwoordelijkheid en respect voor de waardigheid en het aanzien van het Europees Parlement.

In de gedragscode wordt gedefinieerd wat belangenconflicten zijn en hoe leden hiermee om moeten gaan, en de code bevat regels inzake openbaarmakingsverplichtingen, activiteiten van voormalige leden en het raadgevend comité voor het gedrag van de leden.

De gedragscode legt de leden ook de verplichting op om een gedetailleerde opgave te doen van hun privébelangen, een vermogensverklaring in te dienen alsook, voor zover van toepassing, een verklaring over kennis van belangenconflicten. Bovendien verplicht de gedragscode de leden tot publicatie van alle geplande vergaderingen met belangenvertegenwoordigers die onder het transparantieregister vallen en met vertegenwoordigers van overheidsinstanties van derde landen, ook wanneer de leden zich bij deze vergaderingen laten vervangen door hun medewerkers. De leden zijn tevens verplicht opgave doen van hun aanwezigheid bij door derden georganiseerde evenementen, als hun reis-, accommodatie- of verblijfkosten geheel of gedeeltelijk door een derde worden vergoed of rechtstreeks betaald. De door de leden in hun opgaven verstrekte informatie is te vinden op hun persoonlijke profielpagina’s, met uitzondering van de vermogensverklaring, die niet openbaar is.

Wanneer de leden het Parlement in een officiële hoedanigheid vertegenwoordigen, moeten zij ook opgave doen van ontvangen geschenken met een geschatte waarde van meer dan 150 EUR, onder de voorwaarden die zijn vastgelegd in de uitvoeringsbepalingen van de gedragscode. Dergelijke geschenken worden opgenomen in het register van geschenken.

De Voorzitter kan een sanctie opleggen aan een lid dat de gedragscode overtreedt. Deze sanctie wordt door de Voorzitter ter plenaire vergadering aangekondigd en op een duidelijke zichtbare wijze gepubliceerd op de website van het Parlement.

Zie ook :

Raadgevend comité voor het gedrag van de leden

Het raadgevend comité voor het gedrag van de leden verstrekt de leden richtsnoeren inzake de uitlegging en toepassing van de gedragscode. Op verzoek van de Voorzitter of nadat er rechtstreeks contact met hen is opgenomen, beoordeelt het raadgevend comité ook vermoedelijke gevallen van overtreding van de gedragscode en dient het de Voorzitter van advies voor wat betreft de eventueel te nemen maatregelen. Het raadgevend comité controleert proactief de naleving van de gedragscode en bijbehorende uitvoeringsmaatregelen door de leden.

Het raadgevend comité bestaat uit acht leden. Ze worden door de president benoemd op basis van hun ervaring en rekening houdend met het politieke en genderevenwicht. Het voorzitterschap van het raadgevend comité rouleert om de zes maanden onder de leden van het comité. De Voorzitter benoemt eveneens een reservelid voor elke politieke fractie die niet anderszins vertegenwoordigd is in het raadgevend comité.

Het raadgevend comité publiceert jaarlijks een verslag over zijn werkzaamheden.

Zie ook :
7e zittingsperiode:
8e zittingsperiode:
9e zittingsperiode:
10e zittingsperiode:

Andere regels inzake transparantie en ethiek voor leden

Transparantie en verantwoording

Naast de verplichtingen uit hoofde van de gedragscode, die voor alle leden gelden, hanteert het Europees Parlement een reeks specifieke regels om de transparantie en ethiek op alle vlakken te verbeteren, met bijzondere aandacht voor ethiek bij lobbyactiviteiten.

Deelname aan evenementen door lobbyisten

Organisaties die onder de regels van het transparantieregister vallen, mogen alleen evenementen (mede-)organiseren in het Parlement als zij correct in het register zijn ingeschreven.

Zie voor meer informatie:

Regels voor voormalige leden

Voormalige leden mogen tot zes maanden na afloop van hun mandaat niet in het Parlement lobbyen. Verrichten ze na deze zes maanden lobbyactiviteiten, dan moeten ze zich inschrijven in het transparantieregister. Ze mogen de gebouwen van het Parlement als voormalige leden betreden, maar mogen deze toegang niet gebruiken om lobbyactiviteiten te verrichten.

Zie voor meer informatie:

Bezoldigingen en pensioenen

Bezoldiging van EP-leden

Uit hoofde van het Statuut van de leden van het Europees Parlement, dat in juli 2009 in werking trad, ontvangen EP-leden in de regel dezelfde bezoldiging.

In het Statuut is bepaald dat de bezoldiging 38,5 % bedraagt van het basissalaris van een rechter bij het Hof van Justitie van de Europese Unie. In concreto houdt dit in dat de brutobezoldiging van de leden 10 802,91 EUR per maand bedraagt. Op de bezoldiging, die ten laste komt van de begroting van het Parlement, worden EU-belasting en verzekeringspremies ingehouden, waarna de netto-bezoldiging 8 419,90 EUR bedraagt. Ook de lidstaten kunnen belastingen heffen over deze bezoldiging.

Op het bovenstaande geldt één uitzondering: EP-leden die vóór de verkiezingen van 2009 reeds zitting hadden in het Parlement, konden, wat bezoldiging, overbruggingstoelage, ouderdomspensioen en overlevingspensioen betreft, voor de tot dan toe bestaande nationale regeling kiezen.

Pensioenen

Overeenkomstig het Statuut hebben voormalige leden bij het bereiken van de 63-jarige leeftijd recht op een ouderdomspensioen. Het pensioen bedraagt 3,5 % van de bezoldiging van de leden van het Europees Parlement voor elk vol jaar waarin het mandaat werd uitgeoefend, en een twaalfde van dat bedrag voor elke aanvullende volle maand waarin het mandaat werd uitgeoefend, in totaal evenwel ten hoogste 70 % van de bezoldiging van de leden van het Europees Parlement. Deze pensioenen worden betaald uit de begroting van de Europese Unie.

De aanvullende pensioenregeling voor Parlementsleden, die in 1989 werd ingevoerd, staat sinds juli 2009 niet meer open voor nieuwe leden en wordt uitgefaseerd.

Vergoedingen voor EP-leden

De leden van het Europees Parlement ontvangen, net als leden van nationale parlementen, bepaalde vergoedingen die bedoeld zijn ter dekking van de uitgaven die zij maken in het kader van de uitoefening van hun parlementaire taken.

Vergoeding voor algemene uitgaven

Deze vergoeding is bedoeld ter dekking van uitgaven zoals de kosten voor het beheren en onderhouden van een kantoor, kantoorbenodigdheden en documentatie, kosten van kantooruitrusting of representatieactiviteiten, of administratiekosten. Als EP-leden binnen één parlementair jaar (september - augustus) bij minder dan de helft van de plenaire vergaderingen aanwezig zijn zonder geldige reden voor hun afwezigheden, wordt de vergoeding gehalveerd.

In 2024 bedraagt de vergoeding voor algemene uitgaven 4 950 EUR per maand.

Gewone reiskosten

De meeste vergaderingen van het Europees Parlement, zoals de plenaire vergaderingen, commissievergaderingen en fractievergaderingen, vinden plaats in Brussel of Straatsburg. De leden hebben recht op vergoeding van de reiskosten in verband met het bijwonen van dergelijke vergaderingen op basis van de werkelijk gemaakte kosten, tot bepaalde plafonds. Bij vliegreizen worden tickets tegen businessclasstarief vergoed, met als maximum boekingsklasse D, bij treinreizen wordt het eersteklastarief vergoed en bij autoreizen is een vergoeding mogelijk van 0,58 EUR/km (tot maximaal 720 km per heen- of terugreis en tot max. 60 000 km per jaar). In alle gevallen moeten bewijsstukken worden ingediend.

Daarnaast hebben de leden recht op een afstandsvergoeding en een reisduurvergoeding, die bedoeld zijn om andere reisgerelateerde kosten te dekken (autowegentol, kosten voor extra bagage, reserveringskosten, kosten voor maaltijden enz.). Deze twee vergoedingen worden echter slechts uitbetaald in verband met één enkele heen- en terugreis per werkweek tussen de woonplaats van het lid of ander vertrekpunt in de lidstaat van verkiezing en een van de werklocaties of een vergaderplaats van het Parlement.

Overige reiskosten

In het kader van hun officiële taken moeten de leden regelmatig reizen binnen hun lidstaat van verkiezing en daarbuiten.

Voor de vergoeding van reiskosten in verband met activiteiten binnen de lidstaat van verkiezing gelden de regels voor vergoeding van gewone reiskosten (waarbij echter geen recht bestaat op een afstands- of een reisduurvergoeding) en is vergoeding mogelijk tot een maximumaantal reizen per vliegtuig of trein of een maximumaantal kilometers op basis van de grootte van de betreffende lidstaat.

Reiskosten, overnachtingskosten en aanverwante kosten in verband met activiteiten buiten de lidstaat van verkiezing kunnen worden vergoed tot ten hoogste 5 500 EUR per jaar (dit bedrag kan jaarlijks worden geïndexeerd).

Verblijfsvergoeding
  • Leden ontvangen van het Parlement een vaste vergoeding van 350 EUR per dag (in 2024; jaarlijkse indexering mogelijk), bedoeld ter dekking van de verblijfskosten tijdens periodes van parlementaire werkzaamheden. Voorwaarde voor uitkering van deze vergoeding is dat de leden hun aanwezigheid staven door het centrale presentieregister of de hiervoor bestemde presentielijsten te tekenen.
  • Voor elke dag van een vergaderperiode waarop een lid niet heeft deelgenomen aan meer dan de helft van de hoofdelijke stemmingen, wordt de verblijfsvergunning gehalveerd (ook als het lid wel aanwezig was). Voor vergaderingen buiten het grondgebied van de Europese Unie bedraagt de verblijfsvergoeding 175 EUR (waarbij ook geldt dat de aanwezigheid gestaafd moet worden door middel van het tekenen van een register/presentielijst). De overnachtingskosten komen afzonderlijk voor vergoeding in aanmerking.

Regels inzake assistentie en ondersteuning

EP-leden kunnen, binnen het door het Parlement vastgestelde budget, hun eigen medewerkers kiezen. De voorschriften inzake parlementaire assistentie door persoonlijke medewerkers zijn vastgelegd in hoofdstuk 5 van de Bepalingen ter uitvoering van het Statuut van de leden.

In 2024 bedraagt het maximale bedrag dat elk lid ter beschikking wordt gesteld voor personeelsgerelateerde kosten 29 557 EUR per maand. De leden krijgen dit bedrag niet zelf uitbetaald, maar kunnen het, na goedkeuring door de bevoegde dienst van het Parlement, benutten voor al hun personeelsgerelateerde kosten. Het bedrag dient onder meer ter dekking van de salarissen/vergoedingen/honoraria en socialezekerheidsbijdragen in verband met parlementaire medewerkers en dienstverleners waarmee leden een overeenkomst hebben afgesloten.

Er zijn twee categorieën medewerkers:

- Geaccrediteerde medewerkers die in Brussel, Luxemburg of Straatsburg werken, zijn in dienst bij het Parlement. EP-leden kunnen maximaal vier geaccrediteerde medewerkers hebben. Minstens 40 % van de vergoeding voor de kosten van parlementaire assistentie is gereserveerd voor de vergoeding van de kosten in verband met geaccrediteerde medewerkers.

- Plaatselijke medewerkers verlenen assistentie aan de leden in hun lidstaat van verkiezing. De leden sluiten zelf een overeenkomst met hun plaatselijke medewerker(s). Dergelijke overeenkomsten worden beheerd door derdebetalenden, die de naleving van de toepasselijke nationale en Europese wet- en regelgeving waarborgen. De overeenkomsten met plaatselijke medewerkers zijn ofwel arbeidsovereenkomsten, ofwel dienstverleningsovereenkomsten.

Daarnaast kunnen de leden voor de verlening van gespecialiseerde en welomschreven diensten een beroep doen op natuurlijke personen of rechtspersonen (bedrijven).

Bovendien kunnen de leden stageplaatsen aanbieden op de werklocaties van het Parlement of in hun lidstaat van verkiezing.

De totale uitgaven voor plaatselijke medewerkers en stagiairs mogen niet meer bedragen dan 60 % van de vergoeding voor parlementaire assistentie. De uitgaven die verband houden met de verlening van diensten, mogen niet meer bedragen dan 20 % van de vergoeding voor parlementaire assistentie. De vergoedingen voor derdebetalenden mogen niet meer bedragen dan 4 % van de vergoeding voor parlementaire assistentie.

Met betrekking tot de vergoedingen voor, respectievelijk salarissen van natuurlijke personen gelden bepaalde plafonds. Meer informatie is hier.

Twee of meer leden kunnen een groep vormen om gezamenlijk een of meer geaccrediteerde medewerkers, plaatselijke medewerkers of stagiairs aan te nemen. Ze spreken dan onderling af hoe ze de kosten verdelen.

De leden mogen geen naaste familieleden als medewerker in dienst nemen. De medewerkers van de leden mogen niets doen dat in strijd is met de belangen van de leden die zij assisteren of met de belangen van het Parlement.

De namen van medewerkers en stagiairs en de namen of bedrijfsnamen van dienstverleners en derdebetalenden worden tijdens de looptijd van hun overeenkomsten bekendgemaakt op de website van het Parlement. Alleen als daar goede redenen voor worden aangevoerd (zoals de bescherming van hun veiligheid), kan hiervan worden afgezien.

Eiropas Parlamenta un valstu vēlēšanas skaitļos

Publikācija ir pilnīgākā un apjomīgākā pieejamā datu bāze par politiskajām norisēm Eiropas Savienībā, kurā apkopoti dati par Eiropas Parlamenta vēlēšanu rezultātiem un sastāvu kopš 1979. gada, kad notika pirmās tiešās un vispārējās vēlēšanas. Turklāt pārskatā ir arī apskatītas visās ES dalībvalstīs nesen notikušās valstu parlamentu vēlēšanas.