COVID-19-herstel: hoe werkt het belangrijkste EU-instrument?

De faciliteit voor herstel en veerkracht bevat €672,5 miljard en is het belangrijkste instrument in het kader van het COVID-19-herstelplan van de EU in reactie op de crisis.

©Justocker /Adobe Stock
©Justocker /Adobe Stock

De EP-leden hebben tijdens de plenaire vergadering van februari hun goedkeuring gegeven aan de instelling van de faciliteit voor herstel en veerkracht – het vlaggenschipprogramma van de EU in het kader van het COVID-19-herstelplan, dat 750 miljard EUR bevat. Het Parlement en de Raad hebben in december 2020 een voorlopige overeenkomst over het instrument bereikt.


Het plan biedt EU-landen op grote schaal steun bij de investeringen en hervormingen die nodig zijn om de economische en sociale gevolgen van de pandemie op te vangen en de EU-economieën voor te bereiden op een duurzame, digitale toekomst.


Subsidies en leningen

Het geld wordt beschikbaar gesteld in de vorm van subsidies en leningen. Er wordt voor 312,5 miljard EUR aan subsidies verstrekt (in prijzen van 2018 – het daadwerkelijke bedrag wordt vanwege de inflatie naar boven afgerond).


De subsidies worden op grond van verschillende criteria aan de landen toegewezen. In de beginfase – tot eind 2022 – hebben deze criteria betrekking op de bevolkingsomvang, het bbp per hoofd van de bevolking en de werkloosheid in 2015-2019. Later wordt niet meer gekeken naar de werkloosheid, maar naar de economische prestaties in 2020 en 2021. De Commissie moet eind 2023 toezeggingen hebben gedaan over het volledige bedrag van de subsidies aan de EU-landen, en het geld moet eind 2026 zijn uitbetaald.


Leningen ten belope van in totaal 360 miljard EUR (in prijzen van 2018) worden uiterlijk eind 2023 verstrekt op verzoek van de lidstaten. De leningen bedragen voor elk land maximaal 6,8 % van het bruto binnenlands product van het land.

Waarin wordt het geld geïnvesteerd?

Tijdens de onderhandelingen met de Raad hebben de EP-leden erop aangedrongen dat de landen het geld besteden in overeenstemming met de prioriteiten van de EU. “Herstelgeld van de EU gaat naar prioriteiten van de EU. Het EU-herstelplan is geen geldautomaat voor nationaal beleid en binnenlandse agenda’s”, aldus een van de corapporteurs van het Parlement, Dragoş Pîslaru (Renew Europe, Roemenië), na aankondiging van het voorlopige akkoord met de Raad.


Een andere corapporteur, Eider Gardiazabal (S&D, Spanje), benadrukte dat de middelen weliswaar de directe sociale gevolgen van de crisis moeten verlichten, maar ook steun moeten bieden bij het halen van langetermijndoelstellingen van de EU, zoals de groene transitie en digitalisering. “We moeten er rekening mee houden dat dit het belangrijkste investeringsprogramma van de komende jaren is en we moeten de kans [voor hervormingen] dan ook aangrijpen”, zo zei zij.

De faciliteit voor herstel en veerkracht verleent steun op zes gebieden:

  • de groene transitie
  • de digitale transformatie
  • slimme, duurzame en inclusieve groei
  • sociale en territoriale cohesie
  • bevordering van veerkracht en crisisparaatheid
  • beleid voor de volgende generatie, waaronder onderwijs en vaardigheden.

In de nationale plannen moet ten minste 37 % van de begrotingsmiddelen worden toegewezen aan klimaat en biodiversiteit, en nog eens 20 % aan digitale acties. In de regels staat dat het verboden is maatregelen te financieren die significante schade aan het milieu toebrengen (dit wordt het beginsel van “geen ernstige afbreuk doen” genoemd).


Hoe werkt het?

De lidstaten die voor steun in aanmerking willen komen, moeten plannen voor herstel en veerkracht opstellen waarin een reeks hervormingen en openbare investeringsprojecten wordt voorgesteld die uiterlijk 2026 uitgevoerd kunnen zijn. Deze plannen moeten uiterlijk 30 april zijn ingediend en worden opgenomen in het Europees semester voor economische coördinatie.


De Commissie beoordeelt de plannen en doet een voorstel aan de Raad over de omvang van de subsidies en leningen die aan elk land worden toegekend, en over de streefdoelen en mijlpalen die moeten worden gehaald. Vervolgens moet de Raad de plannen goedkeuren.


Ook nationale maatregelen die sinds februari 2020 in verband met de COVID-19-crisis zijn genomen, komen voor steun in aanmerking.


De lidstaten ontvangen de betalingen zodra zij de mijlpalen en streefdoelen hebben bereikt, maar zij kunnen verzoeken om voorfinanciering van maximaal 13 % van het totale bedrag. Deze voorfinanciering zal worden uitgekeerd zodra hun plan door de Raad is goedgekeurd.


De lidstaten brengen in het kader van het Europees semester tweemaal per jaar verslag uit over de geboekte voortgang.


Democratische legitimiteit

Het Parlement heeft bij de onderhandelingen aangedrongen op meer transparantie. De overeenkomst met de Raad voorziet erin dat de Commissie alle informatie over de nationale plannen en haar voorstellen voor besluiten van de Raad gelijktijdig aan het Parlement en de Raad toezendt.


De Commissie kan om de twee maanden door parlementaire commissies worden uitgenodigd om de stand van het herstel van de EU en de voortgang van de lidstaten bij het halen van hun streefdoelen te bespreken.


De Commissie is tevens verplicht om jaarverslagen over de uitvoering van het instrument en andere evaluatieverslagen op te stellen.


Siegfried Mureşan (EVP, Roemenië), corapporteur van het Parlement, was er tevreden over dat het Parlement betrokken is bij alle fasen van het proces. “Dit is goed nieuws... De faciliteit voor herstel en veerkracht heeft volledige democratische legitimiteit”, aldus de heer Mureşan.


Lees wat de EU doet om het economisch herstel te ondersteunen.

Meer informatie

Meer artikelen over dit onderwerp