Parlementaire commissie raadt EU-sancties aan om desinformatie te bestrijden

De EU heeft een specifiek kader voor sancties nodig om buitenlandse inmenging en desinformatiecampagnes door buitenlandse overheden aan te pakken, zegt Parlementaire commissie.

Desinformatie
Desinformatie

Zonder een degelijk kader voor sancties in de EU, kunnen vijandige buitenlandse spelers er veilig van uitgaan dat hun destabilisatiecampagnes geen gevolgen zullen ondervinden.


Dat is één van de besluiten van het eindrapport van de bijzondere commissie buitenlandse inmenging in alle democratische processen in de Europese Unie, met inbegrip van desinformatie (INGE).


Het sanctiesysteem moet verzekeren dat vijandige buitenlandse spelers geconfronteerd worden met de gevolgen van hun daden. Handelsmaatregelen kunnen ook gebruikt worden om ons te beschermen tegen hybride aanvallen die door een staat gesteund worden, aangezien aanvallen op individuen mogelijk onvoldoende zijn, zegt het rapport.


“Soms vergelijk ik de bedreiging door desinformatie met een wezen waarvan de online platformen en de infrastructuur het zenuwstelsel en het geld zijn - het is een bloedsomloop. We zullen het wezen nooit helemaal doden, maar we kunnen het zeker verzwakken en minder dominant maken binnen ons informatiesysteem,” zei de auteur van het verslag, Sandra Kalniete (EVP, Letland).


Geavanceerde aanvallen

Buitenlandse inmenging kan een middel zijn om tegenpartijen te destabiliseren en te verzwakken, om een competitief voordeel te hebben, en “(...) desinformatie veroorzaakt rechtstreeks en onrechtstreeks economische schade die nog niet systematisch geëvalueerd werd,” zegt het verslag.


“Wanneer het landschap van de bedreiging in kaart gebracht wordt, zijn Rusland en China niet de enige spelers, hoewel ze duidelijk verantwoordelijk zijn voor het merendeel van de inmenging in onze democratie, en met de schadelijkste gevolgen,” benadrukte Kalniete.


Volgens het verslag nemen de pogingen van buitenlandse inmenging toe en worden ze steeds geavanceerder. Ze gebruiken desinformatie en de onderdrukking van informatie, en ze manipuleren de sociale mediaplatformen, reclame en cyberaanvallen.


Ze komen ook voor in de vorm van bedreigingen gericht tegen journalisten, onderzoekers, politici en leden van de burgermaatschappij, geheime donaties en leningen aan politieke partijen, overnames van essentiële infrastructuur en spionage.


De aanvallen kunnen volgens het INGE-verslag burgers misleiden, polarisatie in de maatschappij veroorzaken, met nadelige gevolgen voor kwetsbare groepen. Ze kunnen vermoedelijk ook de integriteit van democratische verkiezingen verstoren, en zo het vertrouwen in openbare instanties en democratie aantasten.


Het digitale wilde westen

Online platformen zijn een essentieel onderdeel van het leven van de meeste mensen en kan een rol spelen in hoe mensen denken en zich gedragen, bijvoorbeeld op het vlak van hun stemvoorkeuren.


Daarom is het zorgwekkend dat het succes van onlineplatformen beperkt geweest is om bijvoorbeeld desinformatiecampagnes aan te pakken, die gericht zijn op maatregelen tegen de verspreiding van Covid-19, benadrukte het rapport.


Ondertussen verzamelen sociale mediaplatformen en applicaties enorme hoeveelheden persoonlijke gegevens over elke gebruiker. De gegevens kunnen verkocht worden en dus goudmijnen zijn voor vijandige spelers die zich richten op groepen en individuen.


“Ondanks het feit dat grote delen van de gegevenshandel legaal zijn, functioneren we echter in een digitaal wilde westen, waar verschillende duizenden losjes gereguleerde privébedrijven in bezit zijn van duizenden gegevens van personen,” zei Kalniete. “Deze situatie is erg risicovol en hiervoor zijn een degelijke impactbeoordeling en nieuwe regelgeving nodig.”


Gebrek aan bewustzijn

De EU en de lidstaten mankeren kennelijk de gepaste en voldoende middelen om inmenging beter te voorkomen en te bestrijden. Er lijkt bovendien een algemeen gebrek aan bewustzijn te zijn bij vele beleidsmakers en burgers.


Kalniete benadrukte dat de toegang tot kwaliteitsvolle journalistiek essentieel is om ons weerbaarder te maken tegen vijandige desinformatie en buitenlandse inmenging. Maar professionele media en traditionele journalistiek staan voor uitdagingen in dit digitale tijdperk: “Meer steun voor traditionele media is nog steeds een noodzaak, want zonder die steun kunnen kwalitatieve media en onderzoeksjournalistiek niet overleven in een tijdperk van snelle digitalisering en online marketing,” zei de rapporteur.

De bijzondere INGE-commissie werd in juni 2020 opgericht om alle buitenlandse dreigingen tegen het democratische proces van de EU en de lidstaten te beoordelen. Het Parlement keurde het uiteindelijke INGE-rapport goed tijdens de plenaire sessie van maart, en stemde om een nieuwe bijzondere commissie buitenlandse inmenging op te richten, nadat de vorige haar werk later deze maand zal afronden.