Lamassoure: Wijziging van EU-financiering leidt niet tot machtsverschuiving

De EU moet in de toekomst voor de begroting minder vertrouwen op rechtstreekse bijdragen van de lidstaten en in plaats daarvan rekenen op een systeem van eigen middelen, zoals dat een aantal decennia geleden bestond, stelt een verslag wat donderdag wordt gepresenteerd. Alain Lamassoure, medeauteur, wijst er op dat de voorstellen geen machtsverschuiving inhouden van de nationale hoofdsteden naar Brussel.

Interview met Alain Lamassoure
Alain Lamassoure

Donderdag presenteert EU-commissaris Mario Monti het verslag over een nieuw systeem van inkomsten uit eigen middelen voor financiering van de begroting.

De kandidaat-Commissaris voor de Begroting, Günther Oettinger, liet tijdens zijn gesprekken met het EP van 9 januari weten dat hij van plan is om het verslag te gebruiken bij de komende tussentijdse herziening van het Meerjarig Financieel Kader (MFK) van de EU.


Momenteel is 80% van de EU-begroting afkomstig van de bijdragen van de lidstaten op basis van hun bruto nationaal inkomen (BNI).

Monti werd, samen met een door het Parlement, de Raad en de Commissie aangewezen panel, in 2014 belast met de herziening van de financiering van de begroting. Alain Lamassoure, Guy Verhofstadt (België, ALDE), en het voormalige Bulgaarse EP-lid Ivailo Kalfin vertegenwoordigden het Parlement.

Lamassoure benadrukt dat sinds eind jaren 80 de nationale bijdragen de eigen middelen hebben vervangen’. Deeze ontwikkeling heeft volgens hem ten minste één duidelijk nadeel  gehad: "Wanneer een discussie over het MFK of de jaarlijkse EU-begroting in de Raad op de agenda staat, heeft elke minister één zorg die luidt 'hoe krijg ik terug wat ik gaf?', in plaats van te bespreken hoe we onze gemeenschappelijke doelstellingen kunnen financieren. Het laatste MFK-debat in 2013 was verschrikkelijk. "

Betere opties


Er zijn andere opties, bijvoorbeeld met meer eigen middelen, zoals douanerechten op invoer van buiten de EU of de eigen middelen op basis van belasting over de toegevoegde waarde (BTW).


In deze context zei Lamassoure dat de EP-vertegenwoordigers er op hebben aangedrongen dat het eindverslag van de groep zou bestaan ​​uit een breed scala van mogelijke oplossingen om het evenwicht te waarborgen. Bijvoorbeeld, als een jaar een bepaalde belasting niet naar behoren zou werken, dan zou deze kloof niet schadelijk zijn voor de begroting van de EU.

Geen macht van de lidstaten afnemen


Gevraagd naar de positie van de EU-regeringen die misschien bang zijn dat zij macht over de begroting verliezen bij minder afhankelijkheid van de BNI-bijdragen van de lidstaten, zei Lamassoure: "Natuurlijk zal dit het argument van de ministers van financiën zijn. Het is echter een argument op basis van wantrouwen. Dit zijn geen plannen voor een machts​​overdracht."


Als voorbeeld gaf hij dat een besluit over een aanvulling op de BTW wordt genomen door dezelfde mensen die een dergelijke beslissing op nationaal niveau maken.

Automatisch meer middelen


Hoewel het niet het mandaat van de Monti-groep was om op zoek te gaan naar een verhoging van de financiering, kan dit uiteindelijk een positief bijproduct zijn van een EU-begroting die afhankelijk is van nieuwe middelen, zei Lamassoure: "Zolang het wordt gefinancierd door nationale bijdragen, is het politiek onmogelijk [de begroting van de EU te vergroten]. Echter, met als basis een indirecte belasting, zij het BTW, een CO2-belasting of iets anders,  komen de middelen afkomstig uit deze belastingverhoging automatisch met een jaarlijkse economische groei."