Vrouwen in het Europees Parlement (infografiek)

Vrouwen zouden een prominente rol moeten spelen in de politiek, maar hoe zit dat eigenlijk bij het Europees Parlement? Kom meer te weten in onze infografieken.

Het Europees Parlement strijdt voor gendergelijkheid, maar zijn nog altijd minder vrouwen dan mannen in de politiek en het openbare leven op lokaal, nationaal en Europees niveau, zoals blijkt uit recente statistieken (Engels).

In de loop der jaren is het aantal vrouwelijke EP-leden wel toegenomen. Er waren slechts 31 vrouwelijke leden tussen 1952 en de eerste verkiezingen in 1979. In het eerste rechtstreeks gekozen Europees Parlement bedroeg het percentage vrouwen 15,9 %. Het percentage vrouwelijke EP-leden is sindsdien drastisch toegenomen. In februari 2024 was het percentage vrouwelijke leden met 39,8 % hoger dan ooit tevoren.

Bij de aankomende Europese verkiezingen van 6 tot 9 juni kunnen kiezers beslissen hoeveel vrouwen de komende vijf jaar zullen dienen als leden van het Europees Parlement.

Meld je aan om stemherinneringen te ontvangen, zodat je de verkiezingsdatum niet mist.

Het percentage vrouwen in het Europees Parlement ligt zowel boven het mondiale gemiddelde als boven het EU-gemiddelde voor nationale parlementen.

Sinds januari 2022 wordt het Parlement voorgezeten door een vrouw: de Maltese Europarlementariër Roberta Metsola. In de huidige, negende parlementaire zittingsperiode, zijn 6 van de 14 ondervoorzitters een vrouw. Dat is meer dan in de vorige zittingsperiode, toen er 5 vrouwen ondervoorzitter waren.

Vrouwen in Europese topfuncties


In 2019 hebben twee EU-instellingen hun glazen plafond doorbroken, en werden twee vrouwen voor het eerst voorzitter.

Ursula von der Leyen werd voorzitter van de Europese Commissie; daarnaast waren 12 commissarissen vrouwen en 14 mannen.

In hetzelfde jaar werd Christine Lagarde voorzitter van de Europese Centrale Bank, met goedkeuring van het Europees Parlement. De Europarlementsleden roepen op tot meer vrouwen in topfuncties op het gebied van economische en monetaire zaken.

In 2023 blijft economische besluitvorming het gebied waar de EU het laagst scoort (Engels) op het gebied van gendergelijkheid en de vertegenwoordiging van vrouwen.