Versterking van de Europese defensie: samen wapens kopen 

 
 

De oorlog van Rusland tegen Oekraïne heeft aangetoond dat de EU haar defensiestrategie moet verbeteren en de wapenproductie moet versnellen. Ontdek hoe.

Op 9 mei hebben de EP-leden ingestemd met een versnelde wetgeving om de EU-productie van munitie en raketten te stimuleren, de zogenaamde 'Act in Support of Ammunition Production' (ASAP). Het voorstel voorziet in €500 miljoen financiering om de EU-industrie te helpen de capaciteit te verhogen zodat er meer kan worden geleverd aan Oekraïne en de EU-landen hun voorraden kunnen aanvullen. Het Parlement hoopt de wet eind juli goed te keuren.

Uitbreiding van de Europese voorraden defensiematerieel

 

Tegelijkertijd werken de EP-leden aan de 'European Defence Industry Reinforcement through the common procurement Act' (EDIRPA) om EU-landen te ondersteunen bij de gezamenlijke aankoop van defensieproducten zoals wapensystemen, munitie en medische apparatuur, om zo de meest urgente en kritische tekorten te helpen aanvullen.

Het voorstel is bedoeld om de Europese industriële en technologische defensiebasis te versterken en de samenwerking op het gebied van defensieopdrachten te bevorderen, met name om het doel te bereiken dat 35% van de totale uitgaven voor materieel gezamenlijk wordt aangekocht, vergeleken met 18% in 2021.

Hoe zal de gemeenschappelijke aankoop van defensieproducten verlopen?


Een instrument ter waarde van €500 miljoen

Het nieuwe instrument, ter waarde van €500 miljoen, zal de gezamenlijke aankoop van defensieproducten door ten minste drie EU-landen aanmoedigen. Het zal tot 20% van de geschatte waarde van gemeenschappelijke aanbestedingen financieren.

Deelname van niet-EU-landen

Naast de EU-lidstaten zal het instrument ook beschikbaar zijn voor landen die deel uitmaken van de Europese Economische Ruimte - IJsland, Liechtenstein en Noorwegen. EU-landen zouden ook kunnen deelnemen aan gezamenlijke defensieaankopen met Oekraïne en Moldavië.

De EP-leden hebben tijdens de plenaire vergadering van 8-11 mei overeenstemming bereikt over hun standpunt over de voorstellen en zullen nu beginnen aan de onderhandelingen met de Raad.