Persistente verontreinigende stoffen: EU neemt maatregelen om schadelijke chemische stoffen te beperken

Lees meer over de gevaren van persistente verontreinigende stoffen en hoe het Europees Parlement regelgeving opstelt om het effect ervan op de gezondheid en het milieu te beperken.

De EU streeft naar een circulaire economie, die hergebruik en recycling van producten bevordert, en neemt maatregelen om ervoor te zorgen dat giftige chemische stoffen niet worden geconcentreerd in gerecycleerde materialen. Tijdens de plenaire vergadering van begin oktober keurden de EP-leden een herziening goed van de regels inzake persistente organische verontreinigende stoffen (POP's).


De nieuwe regels zullen de hoeveelheid gevaarlijke chemische stoffen in afval en productieprocessen verder beperken door strengere grenswaarden in te voeren, verontreinigende stoffen uit de recyclingketen te verwijderen en bepaalde chemische stoffen te verbieden.

Bekijk onze video met rapporteur Martin Hojsík (Renew Europe, Slowakije), die uitlegt wat persistente organische verontreinigende stoffen zijn, waarom ze gevaarlijk zijn en welke veranderingen in de wetgeving het Parlement wil.

Wat zijn persistente organische verontreinigende stoffen?

Persistente organische verontreinigende stoffen zijn giftige chemische stoffen die langzaam worden afgebroken. Wanneer ze vrijkomen, blijven ze lange tijd in het milieu en hopen ze zich op in de voedselketen en levende organismen. Daarom worden ze soms ook "eeuwige chemicaliën" genoemd.

Omdat ze moeilijk afbreekbaar zijn, kunnen deze chemische stoffen door water, lucht of migrerende diersoorten over grenzen heen worden vervoerd en ver weg van de plaats waar ze voor het eerst werden geproduceerd of gebruikt. Zij kunnen ook van generatie op generatie worden overgedragen, zelfs als zij niet meer geproduceerd of gebruikt worden.


Dit betekent dat dergelijke verontreinigende stoffen vrijwel overal voorkomen: in ons voedsel, in de lucht die we inademen, in producten die we in ons dagelijks leven gebruiken, zoals verf, vernis en zeep, en in het afval van sommige consumentenproducten, zoals waterdicht textiel, meubels, plastic en elektronische toestellen.


Ze zijn ook aanwezig in pesticiden, industriële chemicaliën zoals polychloorbifenylen (PCB's) en in producten die tijdens industriële processen onopzettelijk vrijkomen, zoals dioxines.

Wat zijn de effecten van "eeuwige chemicaliën"?

Deze verontreinigende stoffen stapelen zich op in afval, bodem, lucht en water en vormen een bedreiging voor het milieu en de volksgezondheid. Ze bevinden zich in onze directe omgeving, maar ook in het noordpoolgebied, de Alpen en de Baltische Zee, die Europese reservoirs van verontreinigende stoffen zijn.


Een hoge blootstelling aan chemische stoffen hebben geleid tot ziekten of afwijkingen bij een aantal wilde diersoorten, waaronder bepaalde soorten vissen, vogels en zoogdieren. Ze werden ook aangetroffen bij mensen (waaronder in moedermelk), en kunnen de volgende risico's veroorzaken: kanker, voortplantingsstoornissen, aantasting van het immuunsysteem, neurogedragsstoornissen, hormoonontregeling, schade aan het DNA en een verhoogd risico op geboorteafwijkingen.


Bijvoorbeeld een blootstelling aan dioxinen kan leiden tot huidletsels, immuun- en hormoonstoornissen en ontregeling van het reproductiesysteem. In 2008 werden in Ierland hoge dioxinegehaltes in varkensvlees aangetroffen, in 1999 werden in België dioxines aangetroffen in pluimvee en eieren en in Italië kwam bij een chemisch ongeval in een fabriek in 1976 dioxine vrij.

Hoe wordt afval met persistente organische verontreinigende stoffen beheerd?

Aangezien het lang duurt voordat deze chemische stoffen verdwijnen, moet het afvalbeheer ervan zorgvuldig worden geregeld, zodat ze na verwijdering niet opnieuw in de afvalketen terechtkomen. Hiermee moet rekening worden gehouden wanneer de EU haar plan voor een circulaire economie uitvoert.


Dit betekent dat producten met persistente chemische stoffen moeten worden behandeld zodat de verontreinigende stoffen:

  • worden vernietigd (bijvoorbeeld door verbranding),
  • onomkeerbaar veranderd of
  • permanent opgeslagen worden (bijvoorbeeld in diepe, ondergrondse, harde rotsformaties, zoutmijnen of een stortplaats voor gevaarlijk afval).

In sommige gevallen, wanneer de concentratie van schadelijke chemische stoffen onder een bepaalde drempel ligt, zou de recycling van producten kunnen worden toegestaan.

Lees meer over afvalbeheer in Europa.

Hoe reguleert de EU persistente organische verontreinigende stoffen?

Aangezien het beheer van persistente organische verontreinigende stoffen internationale samenwerking vergt, heeft de EU zich aangesloten bij het Protocol van Aarhus (1998) en het Verdrag van Stockholm (2001), die internationale productiebeperkingen of -verboden, invoer-/uitvoerbeperkingen en regels rond recycling bepalen.

De EU-verordening inzake deze chemische stoffen voert de afspraken van de internationale overeenkomsten over productie en uitvoer uit. Hier is een lijst van alle persistente organische verontreinigende stoffen die door de EU worden gereguleerd.


In 2021 stelde de Europese Commissie voor de wetgeving te herzien. In oktober 2022 keurde het Europees Parlement de nieuwe regels goed.

De veranderingen zijn onder andere:

  • De invoering van aanzienlijk lagere toegestane niveaus van verscheidene persistente organische verontreinigende stoffen in producten (een groep broomhoudende vlamvertragers en perfluoroctaanzuur).
  • Afvalbeheer: materialen met een te hoog niveau aan verontreinigende stoffen moeten worden vernietigd of verbrand en kunnen niet worden gerecycleerd.
  • Nieuwe chemische stoffen worden toegevoegd aan de lijst van schadelijke stoffen: De verordening moet nu ook betrekking hebben op de synthetische chemische verbinding perfluorohexanesulfonzuur (PFHxS), die voorkomt in voedselverpakkingen, vlek- en waterbestendige materialen, brandblusschuim en verfadditieven. Deze chemische stof werd in juni 2022 toegevoegd aan de lijst van schadelijke stoffen van het Verdrag van Stockholm.