Hoe stimuleert de EU hernieuwbare energie?

Energie is de grootste bron van de uitstoot van broeikasgassen in de EU. Lees meer over de EU-oplossingen om meer hernieuwbare energie te gebruiken en de sector koolstofvrij te maken.

Een blauwe elektrische bus bij het laadstation terwijl op de achtergrond een moderne trein van de monorail passeert
Een elektrische bus bij het laadstation

Energie is verantwoordelijk voor meer dan driekwart van de uitstoot van broeikasgassen in de EU. Het gaat om elektriciteitsproductie, verwarming en vervoer - allemaal essentieel voor het dagelijkse leven. Meer hernieuwbare energie is essentieel om de uitstoot van de energiesector drastisch te verminderen en de ambitieuze EU-doelstelling te bereiken om tegen 2050 klimaatneutraal te zijn.


De ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen is voor de EU-landen ook een manier om minder afhankelijk te zijn van de invoer van energie en minder kwetsbaar te zijn voor verstoringen die de prijzen kunnen beïnvloeden.


Tegelijkertijd werkt de EU aan energiebesparende maatregelen.


Lees meer over de EU-maatregelen om de uitstoot te verminderen.

Verhoging van de EU-streefcijfers voor het gebruik van hernieuwbare energie

Meer dan 20% van de in de EU verbruikte energie is afkomstig van hernieuwbare bronnen. Dit is sinds 2004 meer dan verdubbeld. De voormalige EU-doelstelling van 32% voor 2030 werd in september 2023 bijgewerkt, wanneer het Parlement een nieuw streefcijfer van 42,5% voor hernieuwbare energiebronnen in 2030 goedkeurde. De EU-landen worden aangemoedigd om te streven naar een aandeel van 45%.

In 2022 bedroeg het aandeel van hernieuwbare bronnen in het energieverbruik van de EU 23,0%, tegenover 21,8% in 2021.

Een kaart van de EU met het aandeel hernieuwbare energie in het totale energieverbruik in de EU-landen in 2022. De cijfers variëren van 13,1% in Ierland tot 66,0% in Zweden.
Hernieuwbare energie in de EU

Snellere verlening van vergunningen voor hernieuwbare-energiecentrales


In de context van de Russische agressie in Oekraïne en om de EU-afhankelijkheid van Russische fossiele brandstoffen aan te pakken, heeft het Parlement in december2022 gestemd over aanvullende maatregelen om het aandeel van hernieuwbare energiebronnen in het blok ruim vóór 2030 op te voeren.


De Europarlementariërs riepen op tot een snellere afgifte van vergunningen voor nieuwe of aangepaste duurzame energiecentrales, waaronder zonnepanelen en windmolens.


Nieuwe installaties in "versnelde gebieden voor duurzame energie" (zoals aangewezen door elke lidstaat) zouden binnen negen maanden een vergunning moeten krijgen, en elk EU-land zou moeten aangeven welke capaciteit het heeft om sneller duurzame energie te installeren. Voor gevallen waarin de bevoegde autoriteit niet binnen de termijn reageert, zou geen antwoord als goedkeuring worden beschouwd.


De door de EU-landen aangewezen hernieuwbare versnellingsgebieden moeten negatieve milieueffecten vermijden of verminderen. Beschermde gebieden zoals Natura 2000 gebieden, natuurparken en reservaten, migratieroutes van dieren moeten worden uitgesloten. Europarlementariërs willen dat burgers betrokken worden bij beslissingen over de plaatsing van installaties en de aanwijzing van duurzame gebieden.


De Europarlementariërs stemden er ook voor om EU-landen te verplichten om binnen een maand vergunningen te verlenen voor het installeren van zonne-energieapparatuur op gebouwen (voor kleinere installaties onder de 50 kilowatt zou een eenvoudige meldingsprocedure volstaan). De installatie van zonne-installaties is vrijgesteld van de verplichting om een milieueffectbeoordeling uit te voeren. De procedure voor de afgifte van een vergunning voor de installatie van warmtepompen mag niet langer dan een maand duren.

Inzetten op hernieuwbare waterstof


Wanneer waterstof als energiebron wordt gebruikt, stoot het geen broeikasgassen uit, wat betekent dat het zou kunnen helpen bij het koolstofvrij maken van sectoren waar het moeilijk is om de CO2-uitstoot te verminderen. Geschat wordt dat waterstof tegen 2050 kan voorzien in 20-50% van de EU-energiebehoefte in het vervoer en 5-20% in de industrie.


Maar om duurzaam te zijn, moet waterstof geproduceerd worden met hernieuwbare elektriciteit. Leden van het Europees Parlement hebben aangedrongen op het belang van een duidelijk onderscheid tussen hernieuwbare en koolstofarme waterstof en de geleidelijke afbouw van waterstof op basis van fossiele brandstoffen.


Europarlementariërs pleiten voor een toename van het gebruik van waterstof en voor een eenvoudiger systeem om de herkomst ervan te garanderen.

Het stimuleren van offshore hernieuwbare energie


Op dit moment is wind de enige hernieuwbare energiebron op zee die commercieel geëxploiteerd wordt, maar de EU onderzoekt andere bronnen zoals getijden- en golfslagenergie, drijvende zonneparken en biobrandstof uit algen.


De Commissie heeft een EU-strategie voorgesteld om de productie van elektriciteit van hernieuwbare bronnen op zee drastisch op te voeren. Het offshore-windvermogen alleen al zou toenemen van 12 gigawatt die het vandaag genereert tot 300 gigawatt tegen 2050. Het Parlement zal later tijdens deze zittingsperiode zijn standpunt uiteenzetten.

Keuze voor alternatieve brandstoffen


Aangezien het wegverkeer verantwoordelijk is voor ongeveer één vijfde van de koolstofemissies in de EU, wil de EU fossiele brandstoffen vervangen door hernieuwbare en koolstofarme brandstoffen. Onder hernieuwbare brandstoffen vallen bijvoorbeeld brandstoffen uit biomassa en biobrandstoffen, synthetische en paraffinische brandstoffen, waaronder ammoniak, die uit hernieuwbare energie worden geproduceerd.


Bovendien moet de omschakeling naar emissievrije voertuigen gepaard gaan met een uitgebreide infrastructuur van oplaad- en tankstations.


In juli 2023 heeft het Parlement nieuwe regels aangenomen over de regels met betrekking tot de noodzakelijke infrastructuur om oplaad- en tankstations in heel Europa toegankelijker te maken. Tegen 2026 moeten er minstens om de 60 kilometer elektrische oplaadpunten voor auto's langs de hoofdwegen van de EU; en tegen 2028 om de 120 kilometer oplaadpunten voor vrachtwagens en bussen.


Meer lezen over
alternatieve brandstoffen.

Financiering van groene energie-infrastructuur


De EU heeft regels herzien voor de financiering van grensoverschrijdende energie-infrastructuurprojecten om haar klimaatdoelstellingen te halen.


De EU-financiering voor aardgasprojecten wordt geleidelijk stopgezet en het geld wordt omgeleid naar waterstofinfrastructuur en koolstofopvang en -opslag. De regels zijn in juni 2022 in werking getreden. Europarlementariërs drongen met succes aan op meer offshore projecten voor hernieuwbare energie en het vergemakkelijken van hun integratie in EU-netwerken. Alle nieuwe infrastructuurprojecten moeten bijdragen aan de klimaatdoelstellingen van de EU voor 2030 en 2050.


Meer lezen over de financiering van grensoverschrijdende energie-infrastructuur

Een eerlijke energietransitie voor iedereen


Om kwetsbare huishoudens en kleine bedrijven tijdens deze energietransitie te ondersteunen, zal de EU in 2026 een Sociaal Klimaatfonds oprichten, met een geschatte begroting van €86,7 miljard.


Het zou de overschakeling op hernieuwbare energiebronnen moeten vergemakkelijken, en bevat maatregelen om de energiebelastingen en -heffingen te verlagen, stimulansen om gebouwen te renoveren, carpooling en de ontwikkeling van een tweedehandsmarkt voor elektrische voertuigen.

Het Parlement onderhandelt met de EU-regeringen over het fonds.


In april 2023 heeft het Parlement de tekst van de overeenkomst met de EU-landen van december 2022 goedgekeurd. Het moet nu door de Raad worden goedgekeurd om in werking te treden.


Meer lezen over het Sociaal Klimaatfonds.