Noodonderwijs: kinderen in noodsituaties onderwijs geven

Ongeveer 462 miljoen kinderen leven in landen die getroffen zijn door oorlog of nationale rampen en ongeveer 75 miljoen van hen hebben opvoedingsondersteuning nodig. De EU en Unicef startten dit jaar de campagne voor noodonderwijs. Op 6 december bezochten kinderen, leerkrachten en vrijwilligers het Parlement in Brussel om te praten over hun ervaringen.

Carousel

Onderwijs kan worden verstoord of zelfs worden gestopt in noodsituaties zoals natuurrampen, militaire conflicten of gezondheidscrises, zoals een Ebola-uitbraak. Aangezien scholen kinderen het gevoel geven dat het gewone leven doorgaat, vindt Unicef onderwijs als net zo belangrijk als voedsel en medicijnen, zodat de jongsten niet enkel overleven maar ook kunnen groeien.

Het initiatief voor noodonderwijs is een samenwerkingsverband tussen de afdeling van de Europese Commissie voor humanitaire hulp en civiele bescherming en Unicef. Het evenement in het Parlement werd georganiseerd door de commissie Ontwikkelingssamenwerking en gesteund door Christos Stylianides, de Commissaris voor humanitaire hulp en crisisbeheersing; de voorzitter van de commissie Ontwikkelingssamenwerking Linda McAvan (VK, S&D) en ​​plaatsvervangend uitvoerend directeur van Unicef, Justin Forsyth.

Tijdens het evenement verrasten jeugdambassadeurs het publiek met een kaartspel waarin de rol van gendergelijkheid en mensen met een handicap in de samenleving werden uitgelegd. Daarnaast werd een Facebook-live sessie gehouden met jonge vertegenwoordigers uit Oekraïne en Zimbabwe.


Meer informatie

Aangezien scholen kinderen het gevoel geven dat het gewone leven doorgaat, is onderwijs als net zo belangrijk als voedsel en medicijnen, zodat de jongsten niet enkel overleven maar ook kunnen groeien.
Unicef