EP steunt nieuwe regels voor fatsoenlijke minimumlonen voor alle werknemers in de EU 

Persbericht 
 
 
Nieuwe EU-wetgeving zorgt voor bescherming van het minimumloon in de hele EU en een fatsoenlijke levensstandaard. ©AdobeStock/Drazen  
  • Minimumloon moet zorgen voor fatsoenlijke levensstandaard  
  • EU-regels laten nationale loonvormingspraktijken ongemoeid  
  • Collectieve loononderhandelingen worden versterkt in landen waar minder dan 80 % van de werknemers erdoor worden beschermd 
  • Recht op verhaal voor werknemers, hun vertegenwoordigers en vakbondsleden bij schending van de regels 

EU-landen moeten zorgen dat minimumlonen fatsoenlijke leef- en werkomstandigheden garanderen en dat collectieve loononderhandelingen worden aangemoedigd.

Met 505 stemmen voor, 92 tegen en 44 onthoudingen heeft het Parlement woensdag een nieuwe richtlijn voor toereikende minimumlonen in de EU goedgekeurd.

Het Parlement en de Raad bereikten in juni overeenstemming over de EU-wet, die tot doel heeft de werk- en leefomstandigheden van alle werknemers in de EU te verbeteren en economische en sociale vooruitgang te bevorderen. De wet voorziet in minimumvoorschriften die moeten zorgen voor toereikende wettelijke minimumlonen in lijn met het nationaal recht en/of collectieve arbeidsovereenkomsten, en verbetert de daadwerkelijke toegang van werknemers tot minimumloonbescherming.

De nieuwe richtlijn geldt voor alle EU-werknemers met een arbeidsovereenkomst of - verhouding. EU-landen waar het minimumloon reeds uitsluitend via collectieve arbeidsovereenkomsten wordt beschermd, hoeven deze regels niet in te voeren en deze overeenkomsten niet universeel toepasselijk te maken.

Toetsingscriteria

Het vaststellen van minimumlonen blijft een nationale bevoegdheid, maar de lidstaten zullen ervoor moeten zorgen dat werknemers fatsoenlijk kunnen leven van de nationale minimumlonen. Daartoe zullen zij rekening moeten houden met de kosten van levensonderhoud en andere loonniveaus. Om te toetsen of hun wettelijke minimumlonen toereikend zijn, mogen de lidstaten een pakket goederen en diensten tegen reële prijzen vaststellen. Ze mogen ook het minimumloon vaststellen op 60 % van het mediaan brutoloon en 50 % van het gemiddelde brutoloon.

Collectieve onderhandelingen

Collectieve onderhandelingen op sectoraal en intersectoraal niveau zijn essentieel voor de vaststelling van toereikende minimumlonen. Ze moeten daarom worden bevorderd en versterkt volgens de nieuwe regels die de EP-leden vandaag hebben goedgekeurd. In landen waar minder dan 80 % van de werknemers door collectieve onderhandelingen wordt beschermd, moeten de lidstaten samen met de sociale partners een actieplan opstellen om dat percentage te verhogen.

Monitoring en verhaalrecht

Op grond van de overeengekomen tekst zullen de EU-landen een controlesysteem moeten opzetten, met betrouwbare monitoring, controles en inspecties ter plaatse, om de naleving te verzekeren en onrechtmatige onderaanneming, schijnzelfstandigheid, niet-geregistreerd overwerk of een verhoogde werkdruk aan te pakken.

Citaten

Dennis Radtke (EVP, DE) zei na de stemming: "De huidige situatie toont eens te meer duidelijk aan dat we in Europa goed functionerende, sterke sociale partnerschappen nodig hebben. De politiek kan geen alomvattend antwoord geven op elk aspect van deze crisis."


Agnes Jongerius (S&D, NL) zei: "De prijzen voor levensmiddelen, energierekeningen en huisvesting rijzen de pan uit. Mensen hebben echt moeite om de eindjes aan elkaar te knopen. We hebben geen tijd te verliezen, werk moet weer lonen. Deze richtlijn stelt de normen vast voor hoe een toereikend minimumloon eruit moet zien. Tegelijkertijd geven we een impuls aan collectieve onderhandelingen, zodat meer werknemers beter beschermd zullen zijn."

Volgende stappen

Naar verwachting zal de Raad het akkoord in september formeel goedkeuren. De lidstaten zullen vervolgens twee jaar de tijd hebben om aan de richtlijn te voldoen.

Achtergrond

In juli hebben de leden van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken hun steun uitgesproken voor het informele akkoord dat op 6 juni 2022 met de Raad is bereikt.

De hoogste minimumlonen zijn te vinden in Luxemburg, Ierland en Duitsland, en de laagste in Bulgarije, Letland en Estland. 21 van de 27 EU-landen hebben een wettelijk minimumloon. In de andere zes landen (Oostenrijk, Cyprus, Denemarken, Finland, Italië en Zweden) worden de lonen bepaald aan de hand van collectieve loononderhandelingen.