Philip Claeys (NI). – Voorzitter, het behoeft geen betoog dat de relaties tussen de Europese Unie en de Russische Federatie van groot belang zijn. Men heeft hier juist al gewezen op de energieaspecten, op de nood aan verdere democratisering in Rusland en ook op de aspecten van de internationale politiek. Het is ook duidelijk dat de Europese Unie, Rusland en de Verenigde Staten steeds meer samen optreden op internationaal vlak.
Rusland is ook na de ineenstorting van de Sovjetunie een belangrijke speler op wereldvlak. Dat geldt ook op regionaal vlak, maar we stellen vast dat er nog altijd grote spanningen blijven bestaan tussen Rusland enerzijds en de staten die zich hebben losgewerkt uit het keurslijf van het Sovjetregime. Ik verwijs naar de nog altijd moeizame relatie met de Oostzeelanden, ik verwijs naar de situatie in Tsjetsjenië en ik verwijs naar de bemoeienissen in de Oekraïne die erop gericht waren om de oranje revolutie in de kiem te smoren.
De democratie in Rusland zelf is op zijn minst precair te noemen, denk maar aan de problemen die NGO's ondervinden. In de dialoog tussen de Europese Unie en Rusland moet er dus permanent worden gewezen op de noodzaak van een betere naleving van de mensenrechten, op transparantie in de energiepolitiek, op de strijd tegen corruptie en op de noodzaak van minder centralisme in het algemeen.
Een ander probleem dat veel meer aandacht verdient, is dat van de gesloten kernfaciliteiten die nauwelijks nog bewaakt worden en waar terreurgroepen wel eens hun voordeel mee zouden kunnen doen. Dit is een punt dat permanent op de agenda zou moeten staan wanneer we spreken over de relaties tussen de Europese Unie en Rusland.