Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Stadium plenaire behandeling
Kies een document :

Ingediende teksten :

RC-B6-0209/2008

Debatten :

PV 07/05/2008 - 13
CRE 07/05/2008 - 13

Stemmingen :

PV 08/05/2008 - 5.6
CRE 08/05/2008 - 5.6
Stemverklaringen
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :


Volledig verslag van de vergaderingen
Woensdag 7 mei 2008 - Brussel Uitgave PB

13. Transatlantische Economische Raad (debat)
Notulen
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. − Aan de orde is de verklaring van de Commissie inzake de Trans-Atlantische Economische Raad.

 
  
MPphoto
 
 

  Günter Verheugen, vicevoorzitter van de Commissie. − (DE) Mevrouw de Voorzitter, dames en heren, de Europese Unie en de Verenigde Staten vertegenwoordigen samen zestig procent van het bruto binnenlands product van de wereld en veertig procent van de wereldhandel. De trans-Atlantische commerciële diensten en revisiestromen vertegenwoordigen een bedrag van drie miljard dollar per dag. De trans-Atlantische economische betrekkingen creëren werkgelegenheid voor veertien miljoen mensen. Dit zijn de verhoudingen waarover we hier vandaag zullen debatteren.

In april 2007 ondertekenden de Europese Unie en de Verenigde Staten een kaderovereenkomst teneinde de trans-Atlantische economische integratie tussen de Verenigde Staten en de Europese Unie te versterken. Deze overeenkomst is niet alleen gebaseerd op de erkenning dat de Europese Unie en de Verenigde Staten elkaars belangrijkste economische partners zijn, maar ook op de erkenning dat we gemeenschappelijke belangen en uitdagingen hebben en een reeks uiteenlopende gezamenlijke waarden gemeen hebben, zoals een toewijding voor vrije handel en openheid voor investeringen, een toewijding voor vrije, ongestoorde concurrentie, eerbiediging van eigendomsrechten, waaronder intellectueel eigendomsrecht, en doeltreffende bescherming van consumenten, werknemers en het milieu.

De trans-Atlantische overeenkomst zorgt voor intensivering van onze gezamenlijke inspanningen om tot nauwere economische samenwerking te komen en om de trans-Atlantische belemmeringen op het gebied van handel en investeringen sneller uit de weg te kunnen ruimen. De Trans-Atlantische Economische Raad werd opgericht om ervoor te zorgen dat deze samenwerking vruchtbaar zal zijn. De raad heeft als doel de belemmeringen van een daadwerkelijke trans-Atlantische markt uit de weg te ruimen. Tegelijkertijd houden we ons echter ook bezig met gemeenschappelijke uitdagingen die zich voordoen bij onze betrekkingen met andere landen. De Trans-Atlantische Economische Raad heeft zich al bewezen als waardevol forum voor het voeren van een strategische dialoog inzake de betrekkingen met China en het omgaan met staatsgelden. Het waarborgen van de veiligheid van ingevoerde goederen en bescherming van intellectuele eigendomsrechten in derde landen zijn specifieke voorbeelden van de praktische samenwerking bij specifieke aangelegenheden.

De grootste handelsbelemmering tussen onze hoogontwikkelde economieën is het verschil in regels en in de omgang met wetgeving. De niet-tarifaire handelsbelemmeringen zijn gedurende de laatste zestig jaar op de acht grootste rondetafelconferenties inzake wereldhandel zo goed als uit de weg geruimd. Niet-tarifaire belemmeringen zoals onnodig strenge regelgeving en administratieve procedures die tot beperking van de handel leiden, zijn momenteel de belangrijkste soort belemmering. Deze belemmeringen zijn vaak minder zichtbaar en complexer van aard, en ze kunnen politiek gevoelig liggen, aangezien ze dikwijls het resultaat zijn van bewuste interne politieke beslissingen.

Het goede nieuws voor ons is dat de Verenigde Staten, die in het verleden altijd sceptisch stonden tegenover regelgeving die ze niet zelf hadden goedgekeurd, in toenemende mate openstaan voor internationale samenwerking op het gebied van regelgeving, met name met ons. Het besluit van de Amerikaanse Commissie van Toezicht op het effecten- en beurswezen (SEC) om de internationale standaarden voor financiële verslaglegging (IFRS) te aanvaarden was een historische stap vooruit.

Als Europees voorzitter van de Trans-Atlantische Economische Raad heb ik in dit vroege stadium een belangrijk concept als uitgangspunt genomen. Trans-Atlantische samenwerking is niet mogelijk zonder politiek leiderschap. Om overeen te komen dat het wenselijk is om een markt te creëren zonder belemmeringen is één ding; maar zodra we beginnen met het uit de weg ruimen van specifieke belemmeringen, merken we dat er om economische integratie te bereiken veel hard werk, geduld, doorzettingsvermogen en, zoals ik al zei, politiek leiderschap nodig is. Dit was overigens ook zo toen we de Europese interne markt tot stand wilden brengen. Ik herinner me dat na dertig jaar economische en politieke integratie de weg eindelijk vrij stond voor het project om een Europese interne markt tot stand te brengen.

Het wijzigen van bestaande regelgeving en vastgeroeste procedures is niet altijd even populair. Er zullen altijd groepen zijn die dankzij de status-quo hun privileges niet hoeven op te geven. Er zal zich altijd wel een groep op eigen terrein bedreigd voelen. Als we hieraan toegeven en op deze manier proberen de druk te verlichten, terwijl we tegelijkertijd de voordelen voor de Europese economie als geheel uit het oog verliezen, dan zijn we ons aan het afzonderen en stoppen we ons collectieve hoofd in het zand.

Ik zou er vandaag niet alleen op willen wijzen dat de economische integratie en het verminderen van de problemen met regelgeving worden bemoeilijkt door bestaande regelgeving, maar ook dat nieuwe initiatieven op het gebied van wetgeving het gewenste doel kunnen ondermijnen. Een voorbeeld hiervan is de wet van het Amerikaanse Congres waarin wordt voorgesteld om honderd procent van de vrachtgoederen die onze havens verlaten en als bestemming de Verenigde Staten hebben, van tevoren te controleren. Dit is natuurlijk een kwestie die binnen het kader van de Trans-Atlantische Economische Raad zal worden besproken.

De volgende vergadering van de Trans-Atlantische Economische Raad is komende dinsdag hier in Brussel. Dit zal de eerste vergadering op Europese bodem zijn. De Amerikanen zullen door een grote groep regeringsfunctionarissen vertegenwoordigd worden. We hebben een brede agenda opgesteld die vooruitgang op vele terreinen zal bespreken. Net als op onze vorige vergadering in Washington, zal op deze vergadering ook de strategische dialoog worden voortgezet. De geplande onderwerpen zijn het integreren van Rusland in de wereldeconomie, de vraag hoe moet worden omgegaan met het groeiende gevaar van protectionisme en in het bijzonder welke conclusies we allemaal kunnen trekken van de crisis op de financiële markten. Zoals u ziet behandelen we een zeer breed scala aan onderwerpen.

De parlementen aan beide zijden van de Atlantische Oceaan spelen een belangrijke rol in het gehele proces. Ik ben het Europees Parlement zeer erkentelijk voor de levendige belangstelling die het heeft getoond in dit proces. Ik ben het Europees Parlement ook dankbaar dat het nauwe betrekkingen met het Amerikaanse Congres onderhoudt, en ik moet zeggen dat u als afgevaardigden van het Parlement een zeer belangrijke taak hebben, omdat veel kwesties waarover wij overeenstemming willen en kunnen bereiken, omgezet dienen te worden in wetgeving. Om dit te kunnen bewerkstelligen hebben we de goedkeuring van het Congres in de Verenigde Staten nodig en van u in Europa. Dit is ook de reden waarom de dialoog inzake wetgeving onderdeel uitmaakt van het gehele project.

Ter afsluiting wil ik erop wijzen dat de benadering waarvoor onlangs is gekozen, zeer afwijkt van alle vorige pogingen, die allemaal op meer of minder spectaculaire wijze hebben gefaald, en dat beide zijden ervan overtuigd zijn dat dit tot nu toe de meest veelbelovende benadering is voor wat betreft het bewerkstelligen van daadwerkelijke veranderingen. Het is belangrijk dat er voortdurend politiek toezicht plaatsvindt en dat de verantwoordelijkheden voor de initiatieven duidelijk worden toegewezen, aangezien er in het verleden initiatieven werden genomen die hun doel helaas niet hebben kunnen bereiken.

Het is derhalve erg belangrijk om duidelijk te maken dat deze manier van samenwerking niet haastig in elkaar wordt gezet. Dit is een project voor de lange termijn. Beide partijen zijn het er volledig over eens dat noch de duur van de regeerperiode van de huidige regering van de VS, waarvan de ambtstermijn in januari afloopt, noch de duur van de zittingsperiode van de huidige Europese Commissie, waarvan de ambtstermijn in november volgend jaar afloopt, een rol mogen spelen bij het plannen van dit project op de middellange en lange termijn.

Wij zijn absoluut vastberaden om ervoor te zorgen dat de duur van dit project langer is dan regeerperioden en ambtstermijnen.

 
  
MPphoto
 
 

  Jonathan Evans, namens de PPE-DE-Fractie. (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik zou om te beginnen vicevoorzitter Verheugen willen bedanken. Hij heeft gesproken over de noodzaak voor politiek leiderschap, voor veel inzet en voor geduld. Hij heeft al deze kwaliteiten laten zien en ik moet zeggen dat we ons niet in het huidige stadium zouden bevinden zonder het harde werk en de persoonlijke betrokkenheid die hij heeft getoond voor dit project.

De gezamenlijke ontwerpresolutie die het Huis zal gaan behandelen, is volgens mij een afspiegeling van de verzoeken die op deze gelegenheid door alle parlementaire commissies zijn ingediend. Ik wil hen ten eerste feliciteren voor hun toewijding en ten tweede nog voor hun scherpte, omdat dit document beperkt is gebleven tot, geloof het of niet, 47 paragrafen, wetende dat alle commissies van het Parlement hieraan hebben meegewerkt.

Dit is een positief proces, dat, zo is mijn overtuiging, in de toekomst zo door moet gaan. Ik wil de deelnemers aan de dialogen inzake zakelijke belangen en consumentenbelangen bedanken voor hun discussies met de wetgevende instanties. Ik wil u ook wijzen op de opmerking van vicevoorzitter Verheugen over de betrokkenheid van het Congres. Ik had trouwens vorige week in Washington een ontmoeting met onze collega’s in het Congres, en tot mijn verbazing – en ik denk voor het eerst – werd mij verzocht om op de vergadering die op 13 mei wordt gehouden, hun standpunt te verkondigen. Ik denk dat dit aangeeft dat de huidige verstandhouding beduidend anders is dan de verstandhouding die er tussen ons als Parlement en het Congres ongeveer drie tot vier jaar geleden was.

Waarom zijn deze zaken belangrijk? Omdat het doel dat we willen bereiken, is om vooruitgang te brengen in de samenwerking op het gebied van wetgeving, in correcte risicobeoordeling – waaronder die gericht op de veiligheid van ingevoerde producten – in het overbruggen van de verschillen tussen technische standaarden, in het tegengaan van protectionisme, in het uit de weg ruimen van belemmeringen van de trans-Atlantische handel en in het stimuleren van de liberalisering van kapitaalmarkten.

Maar ik denk ook dat we onszelf de rol van mondiale normensteller kunnen toe-eigenen, als reactie op de uitdagingen van globalisering. We kunnen laten zien dat de standaarden op trans-Atlantisch niveau niet zullen worden afgezwakt, als we de uitdaging met China en India aangaan.

Staat u mij toe om aan het eind nog een aantal woorden te wijden aan één ander persoon die aan dit proces heeft bijgedragen? De voorzitter van de commissie Buitenlandse betrekkingen van het Congres, de heer Lantos, die helaas een aantal weken geleden is overleden. Ik wil alleen maar zeggen dat hij de enige overlevende van de Holocaust was die afgevaardigde is geweest in het Amerikaanse Congres, een man wiens leven door Raoul Wallenberg werd gered. Ik vond zijn betrokkenheid bij dit proces van dien aard, dat ik dit vast wil laten leggen in de notulen van ons Parlement en ik wil hem namens ons allemaal hierbij bedanken.

(Applaus)

 
  
MPphoto
 
 

  Jan Marinus Wiersma, namens de PSE-Fractie. – (NL) Ook van onze kant complimenten voor de inzet van commissaris Verheugen, waar het gaat om de samenwerking tussen de EU en de Verenigde Staten en de ontwikkeling en de opzet van de transatlantische economische raad met als doel het versterken van de economische samenwerking, het creëren van één grote gezamenlijke markt, niet alleen in het belang van de EU of van de Verenigde Staten, maar ook om om te kunnen gaan met problemen waar wij samen mee te maken hebben, zoals het vormgeven aan de globalisering en het reguleren van zaken die op globale schaal gereguleerd moeten worden, en soms ook het dereguleren waar dat nodig is.

Terecht zegt commissaris Verheugen dat politieke factoren daarbij een enorm belangrijke rol spelen en dat ook de rol van politieke leidinggevenden daarbij van belang is. Dat is wel een punt op zich. In Amerika hebben wij te maken met een verkiezingsjaar, dat is één, dat leidt tot onzekerheden over de toekomstige koers van dat land. Wij weten niet wie de nieuwe president zal worden, alhoewel ik wel een persoonlijke voorkeur heb. Wij hebben te maken met een divergerende economische ontwikkeling in dat land. Bij ons gaat het allemaal nog redelijk goed. In Amerika heeft het pessimisme toegeslagen. Overontwikkeling van de economie, toenemende werkloosheid, grote klachten over bijvoorbeeld de hoge energieprijzen, dat alles leidt tot een zekere onzekerheid, die natuurlijk ook zijn effect zal hebben op de leidende actoren in het land.

Niettemin, wij hebben elkaar nodig om, zoals Verheugen al zei, een brede agenda uit te voeren. Het gaat niet alleen om het ontwikkelen van een gezamenlijke markt, maar ook om onze inzet, als het gaat om globale problemen die te maken hebben met handel en handelspolitiek, die te maken hebben met onze omgang met de nieuwe economische machten die wij met de afkorting BRICs aanduiden. Dat is van belang.

Ook is het van belang om te kijken hoe wij gezamenlijk een handelsagenda kunnen ontwikkelen waarin ook sociale en milieuaspecten zijn opgenomen. Dat zijn een aantal punten die voor mijn fractie van groot belang zijn.

Naast de ontwikkeling van die markt zou ik voor de kortere termijn een aantal prioriteiten willen noemen, ik denk dat de aanpak van de voedselcrisis ook op de agenda zou moeten staan, alsook veilige en duurzame energievoorzieningen - wij zijn beiden vooral consumenten van energie en afhankelijk van producerende landen - en natuurlijk de stabiliteit van de financiële markten. Ik denk dat het er uiteindelijk om gaat dat wordt voorkomen dat er een fort Europa en een fort Amerika ontstaan, als reactie op allerlei nieuwe economische ontwikkelingen; wij moeten proberen samen in de wereld op te treden als het gaat om de economische toekomst van onszelf en van vele andere landen die van ons afhankelijk zijn. Dank u.

 
  
MPphoto
 
 

  Annemie Neyts-Uyttebroeck, namens de ALDE-Fractie.(NL) Voorzitter, mijnheer de commissaris, waarde collega’s, de heer Verheugen, vicevoorzitter van de Commissie, heeft ons aan een aantal zeer belangrijke elementen herinnerd in verband met het thema van vandaag, namelijk dat de handel tussen de Verenigde Staten en de Europese Unie drie miljard dollar per dag vertegenwoordigt.

Ten tweede dat de uitbouw van de eenheidsmarkt tussen onze lidstaten ruim dertig jaar in beslag heeft genomen en, zoals wij allemaal weten, is die eenheidsmarkt nog altijd niet perfect met andere woorden, dat het uitbouwen van een eenheidsmarkt tussen de Verenigde Staten en Europa niets anders dan een lange termijnproject kan zijn.

Tenslotte heeft hij onderstreept hoe belangrijk de rol van de politiek, van de politieke middens en van de politieke instellingen in dezen is.

Mijn fractie heeft meegewerkt aan de resolutie die voorligt en staat dus achter de rode draden daarin; ten eerste moet worden gestreefd naar een zo groot mogelijke harmonisering van standaarden, of het nu om productveiligheid of om andere financiële elementen gaat, dus een stelsel van ééngemaakte, geharmoniseerde standaarden. Wij weten echter hoe moeilijk dat is en daarom, wanneer dat niet mogelijk blijkt te zijn, of wanneer dat al te lang zou duren, wordt er in de resolutie, bij de verschillende economische aspecten, gepleit voor het accepteren van elkaars standaarden, onder het motto dat wat goed genoeg is voor onszelf, ook goed genoeg voor onze partners moet zijn en vanzelfsprekend vice versa.

Nu, zoals wij allemaal weten is ook dat gemakkelijker gezegd dan gedaan en blijven er een aantal problemen die wij samen moeten oplossen, of het nu over gevogelte, over hormonen of over runderen gaat, dan wel over de heel gevoelige kwestie, die door de vicevoorzitter werd aangehaald, van de Amerikaanse eis dat elke container moet worden onderzocht.

Met de nodige positieve instelling moet het ons, denk ik, lukken om al deze problemen stuk voor stuk op te lossen en als zowel ons Parlement als het Amerikaans congres hiertoe bijdragen, zullen wij wellicht tot een goed resultaat komen.

 
  
MPphoto
 
 

  Dariusz Maciej Grabowski, namens de UEN-Fractie. (PL) Mevrouw de Voorzitter, bij dezen enige woorden als blijk van waardering voor commissaris Verheugen om een dergelijke belangrijke kwestie op zich te nemen en zich ervoor in te zetten. De negentiende eeuw was een tijdperk waarin veel Europese expansie plaatsvond, de twintigste eeuw was een periode waarin de Verenigde Staten dominant waren, en de 21ste eeuw lijkt het tijdperk van China en Zuidoost-Azië te worden. Om een herhaling van de conflicten die gepaard gingen met de economische veranderingen van de negentiende en twintigste eeuw, te vermijden, en gelet op het hoge tempo waarin de economische processen van de afgelopen decennia zich voltrekken, moeten we voorbereid zijn op mogelijke strijdtonelen en methoden ontwikkelen die confrontaties kunnen voorkomen.

Nu moet er iets gezegd worden over de drie belangrijkste bedreigingen – ongelijkheid bij de toegang tot informatie en het verspreiden van informatie; ongelijkheid bij de toegang tot ruwe materialen; en ten derde ongelijkheid bij de toegang tot onderzoek en technologie. Hieruit blijkt welke rol en betekenis de Trans-Atlantische Raad heeft.

We dienen crisissituaties te analyseren, te voorzien en te voorkomen, en economische vrijheid mag niet gelijk staan aan economische anarchie. Europa mag geen minachting of protectionisme tonen ten opzichte van de Verenigde Staten, noch mag de Verenigde Staten dit doen ten opzichte van Europa. Zowel de Verenigde Staten als Europa, die op het gebied van de toegang tot informatie verreweg superieur zijn, dienen dusdanig te handelen dat onevenredige verschillen in ontwikkeling niet zullen toenemen, en dienen te voorkomen dat dit gebeurt.

 
  
MPphoto
 
 

  Umberto Guidoni, namens de GUE/NGL-Fractie. (IT) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, ik ben van mening dat er een noodzaak is voor meer consistentie tussen de bilaterale handelsovereenkomsten en de multilaterale regels van de WHO, zodat de internationale handel evenwichtiger wordt. Zonder dergelijke consistentie bestaat het gevaar dat de Trans-Atlantische Economische Raad gebruikt zal worden om een speciale economische relatie tussen twee grootmachten op te zetten, een protectionistische markt aan beide zijden van de Atlantische Oceaan, die het op moet nemen tegen andere globale markten.

Europa en de Verenigde Staten zouden in plaats daarvan de handen ineen moeten slaan om voor een meer rechtvaardige handel te zorgen, door het op de agenda zetten van de toepassing van ecologische en sociale standaarden en door prioriteit te geven aan ontwikkeling, het terugdringen van de armoede, het beschermen van het milieu en culturele verscheidenheid, in plaats van het opleggen van deregulering, wat bijdraagt aan een snellere verschuiving van kapitaal en leidt tot hogere winsten voor de multinationals.

Financiële speculatie is er ten dele de oorzaak van, dat de voedselcrisis zich over de wereld verspreid. De Commissie dient de kwestie van de prijs van goederen, en met name die van voedsel, op de agenda te zetten, zodat er een mechanisme kan worden opgezet dat de speculatie op de belangrijkste kapitaalmarkten kan aanpakken.

We moeten ervoor zorgen dat de bescherming van intellectuele eigendomsrechten de toegang tot kennis niet blokkeert, door de uitwisseling van kennis en technologie met ontwikkelingslanden te stimuleren en te belonen.

Vele handelsconflicten tussen de EU en de VS hebben te maken met het gebruik van GGO’s en hormonaal bewerkt vlees. De Raad en de Commissie dienen overeenkomstig de EU-wetgeving te handelen en deze te verdedigen, zodat Europese burgers het recht op veilig voedsel en een veilige omgeving kan worden gegarandeerd. We dienen te beginnen bij de Europese landbouw en te kijken of er daar werkelijk behoefte is aan met GGO’s besmette producten, zoals altijd gebaseerd op het voorzorgsbeginsel en met als doel om te voorzien in de traceerbaarheid en etikettering van producten die GGO’s bevatten.

De EU en de VS dienen ook leidinggevend te zijn in het ontwikkelen van hernieuwbare energiebronnen en het vinden van ecologisch duurzame technische oplossingen.

 
  
MPphoto
 
 

  Bernard Wojciechowski, namens de IND/DEM-Fractie. (EN) Mevrouw de Voorzitter, het doet mij genoegen dat aan beide kanten van de Atlantische Oceaan de politieke wil bestaat voor een geweldig partnerschap tussen onze twee continenten. Ik wil graag mijn dank uitspreken aan de Commissie voor hun werkzaamheden met betrekking tot het opzetten van deze voor beide partijen voordelige structuur. Ik ben verheugd dat dit Huis, ondanks dat er zich onder ons een aantal communisten bevindt, de inspanningen steunt om het aantal belemmeringen op het gebied van handel en investeringen tussen de Verenigde Staten en de Europese Unie te verminderen en van plan is tegen 2015 een trans-Atlantische markt tot stand te brengen.

In heel Europa was er de hoop dat de nieuwe Franse president in een land dat in een diepe socialistische winterslaap was gevallen, economische hervormingen zou gaan doorvoeren. Het lijkt er echter op dat hij meer geïnteresseerd is in een voormalig fotomodel, dan in liberalisering van de economie. Er bestond de hooggespannen verwachting dat de nieuwe bondskanselier het ouderwetse Duitse socialezekerheidsstelsel zou hervormen en tegelijkertijd tijdens het Duitse voorzitterschap een nieuwe impuls zou geven aan de rest van Europa. Het resultaat: niks, noppes, nada. Het land dat vroeger de aandrijfmotor van Europese integratie was, is tegenwoordig een struikelblok voor een liberale Europese economie. Het jargon “sociaal Europa” of een “solidair Europa” is misleidend voor onze burgers. Het wordt hoog tijd dat we ons gaan inzetten om de economische belemmeringen in de lidstaten te verminderen en dat we een stevig partnerschap met de Verenigde Staten opzetten. Dit is de enige manier om een concurrerend Europa te bereiken.

 
  
MPphoto
 
 

  Jana Bobošíková (NI). (CS) Dames en heren, ik verwacht dat er op de komende vergadering van de Trans-Atlantische Raad op de allereerste plaats oplossingen worden gezocht om verdere stijging van de voedselprijzen te voorkomen. Ik verwacht een reactie op deze abrupte prijsstijgingen, maar ook op het feit dat dit jaar tientallen miljoenen mensen zullen sterven en nog eens honderden miljoenen verder in de armoede zullen wegzakken.

De situatie dat hongersnood in ontwikkelingslanden kan leiden tot opstanden, terwijl de ontwikkelde landen voedsel uitdelen, is niet het resultaat van een natuurlijke ramp. Het is het resultaat van een onverstandig beleid aan beide zijden van de Atlantische Oceaan. Vanwege hoge subsidies en invoerrechten worden landbouwproducten niet verbouwd op plekken waar de grootste hoeveelheid voor de laagste prijs kan worden verbouwd. In plaats van gewassen vinden we op het veld koolzaad, mais en rietsoorten, die na verwerking in de brandstoftank van auto’s terechtkomen. Tegelijkertijd is het alom bekend dat de prijs van tarwe onmiddellijk met tien procent zou dalen en de prijs van mais zelfs met wel twintig procent, als er een moratorium zou worden ingesteld op biobrandstoffen, en dan heb ik het nog niet eens gehad over het komische aspect van deze kwestie, namelijk dat vaak meer dan één liter diesel nodig is om één liter biobrandstof te produceren.

Dames en heren, ik geloof dat het na een week van discussievoeren in de Trans-Atlantische Raad wel duidelijk zal worden of de EU en de VS zich daadwerkelijk verantwoordelijk voelen voor de wereld, of dat ze louter een populistische houding zullen aannemen. Gelet op de letterlijk dodelijke resultaten van het tot op heden gevoerde voedselbeleid, zouden ze een einde moeten maken aan de onrechtvaardige subsidies en invoerrechten en moeten ophouden met het stimuleren van het gebruik nutteloze biobrandstoffen. Dit is de enige manier om er zeker van te zijn dat de voedselprijzen zullen dalen, en dat meer mensen op deze planeet kunnen leven zonder bang te zijn dat ze van honger zullen sterven. Dit is de enige manier om werkelijk mondiale verantwoordelijkheid te garanderen.

 
  
MPphoto
 
 

  Erika Mann (PSE). (DE) Mevrouw de Voorzitter, ik moet zeggen dat ik geschrokken ben van wat de heer Wojciechowski zojuist over Duitsland heeft gezegd, en wat voor verstoring Duitsland betekent voor het Europese bestel. Ik heb dit altijd anders bekeken. Ik vind het vreemd om dit soort opmerkingen hier in het Europees Parlement te horen.

Mijnheer de Commissaris Verheugen, ik denk dat u de belangrijkste punten wel hebt behandeld, maar er was één kwestie die u niet hebt genoemd en dat is hoe moeilijk de onderhandelingen deze keer wel niet waren. De Trans-Atlantische Economische Raad staat nog in de kinderschoenen en de verwachtingen zijn natuurlijk hooggespannen. Er is een lange lijst met actiepunten opgesteld en ik ben persoonlijk van mening dat een gezonde dosis realiteit op zijn plaats zou zijn, omdat sommige mensen van het team de Raad werkelijk overstelpen met onderwerpen – waaronder psychologisch moeilijke zaken als de pluimveekwestie. Mijn persoonlijke aanbeveling zou zijn om wat realistischer te werk te gaan en wellicht de agenda in te perken.

De heer Wiersma wees er ook op dat dit een moeilijk politiek jaar voor de Verenigde Staten is. Hier in Europa hebben we ook met een moeilijk jaar te maken; eigenlijk begint het al. Er zijn velen bezig voorverkiezingscampagne te voeren om ervoor te zorgen dat ze worden herkozen, en volgend jaar zullen we een ander Parlement en een andere Commissie hebben, dus zou het voor beide partijen goed zijn om enig realisme te betrachten om te voorkomen dat er problemen ontstaan, zoals al zo vaak is gebeurd.

We mogen niet vergeten waarom we dit gedaan hebben. We hebben dit gedaan om beter te kunnen begrijpen wat integratie van de twee markten zou betekenen – niet dat we ze willen integreren, maar dat ze in feite al geïntegreerd zijn. Mevrouw Neyts-Uyttebroeck legde terecht de nadruk op de cijfers. Wat we nog steeds heel graag zouden willen doen – en dat was tenslotte ook het doel – is het weghalen van de belemmeringen die we kunnen weghalen. We kunnen ze niet allemaal weghalen. We moeten met sommige maar leren leven. Ook binnen de Europese markt zijn er belemmeringen, waarvan sommige niet kunnen worden verwijderd, en toch stort de wereld niet in. We hoeven alleen de belemmeringen weg te halen die we kunnen weghalen, diegene waar moeilijk mee valt te leven, diegene waar consumenten moeilijk mee kunnen leven, diegene waarvan verwijdering tot meer werkgelegenheid leidt, en diegene die irrationeel zijn.

Sommige belemmeringen zijn belachelijk. Een bezoek aan een kleine onderneming is genoeg; ze kunnen je daar vertellen dat er een aantal werkelijk absurde belemmeringen zijn. Er zijn inderdaad veel onnozele belemmeringen, en dat zijn diegene die we moeten afschaffen.

Ik hoop van harte dat de Commissie en het Parlement op dezelfde geëngageerde manier blijven samenwerken. Er zijn veel problemen die in het Parlement beginnen of door het Parlement moeten worden behandeld. Daarom dank ik u hartelijk voor de nauwe samenwerking en wens ik u veel succes bij de volgende vergadering.

 
  
MPphoto
 
 

  Sarah Ludford (ALDE). (EN) Mevrouw de Voorzitter, er was in 2000 een akkoord over veiligehavenovereenkomsten inzake naar de VS verstuurde zakelijke gegevens. Maar we zijn er nooit aan toe gekomen gemeenschappelijke trans-Atlantische standaarden vast te leggen. Wat er in toenemende mate gebeurt, is dat er uit veiligheidsoverwegingen commerciële gegevens, vooral passagiersgegevens, maar ook bank- en telecomgegevens naar overheidsinstanties worden gestuurd.

Dit is niet de juiste context om bezorgdheid over burgerlijke vrijheden te uiten, maar deze kwestie heeft een belangrijke economische dimensie. Het is duidelijk dat als zakelijke reizigers met buitensporige vertragingen te maken krijgen, dit met kosten gepaard gaat. Maar wat het nog lastiger maakt, is dat bedrijven aanzienlijke onkosten moeten maken.

Naar ik heb vernomen is er in de Verenigde Staten een regeling voor het vergoeden van onkosten, maar in de EU is hier geen consistent beleid voor. Zo hebben we het in de richtlijn gegevensbescherming aan de lidstaten overgelaten om te beslissen of ze de kosten van telecombedrijven zouden compenseren. Het zou interessant zijn om te kijken hoeveel lidstaten dit ook werkelijk doen. Maar het gevolg is dat de positie van de Europese Unie bij lange na niet stevig genoeg is om voor een gemeenschappelijk trans-Atlantisch kader te pleiten, niet alleen voor wat betreft standaarden op het gebied van privacy, wat van cruciaal belang is, maar ook voor wat betreft het omgaan met de economische gevolgen van het opslaan van gegevens, waarbij bedrijven als hulpmiddel voor overheidsinstanties worden gebruikt.

 
  
MPphoto
 
 

  Karl von Wogau (PPE-DE). (DE) Mevrouw de Voorzitter, mijnheer de Commissaris, dames en heren, in de afgelopen jaren heeft Europa grote vooruitgang geboekt bij de ontwikkeling van een gemeenschappelijke markt. Er zijn echter ook vandaag nog markten, zelfs binnen de Europese Unie, die slechts geleidelijk worden opengesteld, zoals op het gebied van financiële diensten, waar we eigenlijk niet kunnen spreken van een gemeenschappelijke Europese markt. Ook voor wat betreft voertuigen, ook al is er binnen Europa een gemeenschappelijke markt, zijn we halverwege de ontwikkeling van het proces met betrekking tot het trans-Atlantische gebied opgehouden. Er is vooruitgang geboekt bij de ontwikkeling van een gemeenschappelijke markt op het gebied van veiligheid en defensie. Een eerste stap in de goede richting werd gezet door middel van de oprichting van het Europees Defensieagentschap en een volgende stap was het besluit om 1,4 miljard euro beschikbaar te stellen voor defensieonderzoek, als onderdeel van het zevende kaderprogramma voor onderzoek.

De belangrijkste stap vooruit zijn echter de huidige richtlijnvoorstellen van de Commissie, ten eerste voor acquisitie op het gebied van veiligheid en defensie en ten tweede op het gebied van de interne transport van defensiegoederen. Dit zijn uitgesproken stappen in de richting van een gemeenschappelijke Europese markt op het gebied van defensie, maar hoe vergaat het de trans-Atlantische markt op dit gebied? Hier zijn er twee belangrijke veranderingen te zien. De eerste werd duidelijk toen de Verenigde Staten onlangs besloot om een aantal tankvliegtuigen bij een Europees bedrijf aan te schaffen. De tweede is merkbaar in de door de Europese Commissie voorgestelde richtlijn voor de acquisitie van defensiegoederen, waar geen “Koop in Europa”-regelingen zijn opgenomen, vergelijkbaar met de huidige “Koop in Amerika”-regelingen. De essentie is om het beste materiaal voor onze strijdkrachten aan te schaffen en hiervoor is een intensieve dialoog nodig tussen de Europese Unie en de NAVO.

Het is echter net zo belangrijk voor de Europese Unie en de Verenigde Staten om over deze economische kwesties met elkaar directe discussies te houden. De Trans-Atlantische Economische Raad zal deze kwestie dus moeten bespreken – deze keer of misschien op een andere gelegenheid.

 
  
MPphoto
 
 

  Antolín Sánchez Presedo (PSE). (ES) Mevrouw de Voorzitter, het intensiveren van de betrekkingen tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten is van cruciaal belang binnen de trans-Atlantische context en in een wereld van groeiende multipolariteit.

In economische termen hebben de Verenigde Staten en Europa de beste bilaterale betrekkingen op het gebied van economische samenwerking, handel en investeringen ter wereld.

Het weghalen van de belemmeringen voor trans-Atlantische integratie zal bijdragen aan een toename van de wederzijdse welvaart. Om de trans-Atlantische markt tegen 2015 te kunnen voltooien is er politieke wil nodig.

De goedkeuring op de topconferentie van 2007 van de kaderovereenkomst om de economische integratie te vergroten was een belangrijke mijlpaal in het herstellen van de goede verstandhouding zoals die in 1995 in Madrid tijdens de Nieuwe Trans-Atlantische Agenda was, en zal een nieuwe impuls geven aan het Trans-Atlantische Economische Partnerschap.

We moeten de Trans-Atlantische Economische Raad laten weten dat hij de steun van het Europees Parlement heeft om zich in deze richting verder te ontwikkelen.

De Verenigde Staten en Europa zijn twee reuzen op de wereldmarkt, en zijn daarom in hoge mate verantwoordelijk voor het opzetten van een globalisering met een menselijk karakter. Hun economische integratie geldt als een positief voorbeeld voor het opzetten van een open, betrouwbare en op wereldschaal duurzame economie.

Dit proces, dat vergelijkbaar is met de multilaterale inspanningen, dient verder te gaan, te zorgen voor nieuwe invalshoeken en nieuwe richtlijnen op te zetten voor het ontwikkelen van een meer transparante, betrouwbare en rechtvaardige verstandhouding op basis van gemeenschappelijke normen.

Het zal ook bijdragen aan het bundelen van maatregelen die een reactie zijn op de problemen met de financiële stabiliteit, klimaatverandering en de behoeften met betrekking tot humanitaire ontwikkeling.

Productveiligheid, bescherming van de consument, eerlijke handel, het beschermen van reputaties, het ondersteunen van technologische uitvindingen en vernieuwingen, boekhoudregels en het ontwikkelen van financiële diensten en samenwerking op wetgevingsgebied staan allemaal op de agenda.

We hopen en vertrouwen erop, mijnheer Verheugen, dat u niet met lege handen naar het Parlement zult terugkeren.

 
  
MPphoto
 
 

  Sophia in ’t Veld (ALDE) . (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik ben mij bewust van het risico dat de agenda van de Trans-Atlantische Economische Raad overbelast wordt, maar ik wil toch graag dat het onderwerp gegevensbescherming erin opgenomen wordt. Gegevensbescherming is namelijk duidelijk een economisch thema, al denken veel mensen van niet. Het onderwerp was altijd de verantwoordelijkheid van het DG Interne markt van de Commissie, maar dat is nu veranderd.

Persoonsgegevens zijn big business geworden en die business groeit nog steeds. Op dit moment zijn we bijvoorbeeld getuige van miljardenfusies in de sector. Denk u daarbij maar aan Google/Double Click, waarover we in januari gediscussieerd hebben, de fusie tussen Microsoft and Yahoo!, die nu afgeblazen is, en binnenkort Reed Elsevier en ChoicePoint. Daaruit blijkt het belang van persoonsgegevens wel.

Het gaat hier ook om wereldwijde zaken. Ondernemingen worden over de hele wereld steeds vaker geconfronteerd met verschillende rechtssystemen, zelfs binnen Europa of binnen de Verenigde Staten – bijvoorbeeld met betrekking tot regelgeving over meldingsplicht bij inbreuken, gegevensbescherming, profilering en reclame op basis van internetgedrag (behavioural advertising). Ondernemingen en burgers hebben behoefte aan wereldwijd geldende regels, zodat er een grotere rechtszekerheid en transparantie is. Daarom moeten we beginnen met de ontwikkeling van wereldwijde normen. Ik ben van mening dat de Trans-Atlantische Economische Raad het aangewezen gremium hiervoor is. Daarom wil ik graag van commissaris Verheugen horen of hij het met me eens is dat dit onderwerp in de agenda voor de TEC opgenomen behoort te worden.

 
  
MPphoto
 
 

  Urszula Gacek (PPE-DE) . (EN) Mevrouw de Voorzitter, de crisis in de Verenigde Staten als gevolg van riskante leningen heeft bij de grootste financiële instellingen van Europa een schokgolf veroorzaakt. Daaruit blijkt maar weer hoe nauw de Amerikaanse en Europese markt met elkaar verweven zijn.

De daaruit voortgevloeide huiver bij bankiers om geld uit te lenen – zelfs aan zichzelf – heeft tot een kredietcrisis geleid die een negatief effect zal hebben op zowel de groei van de economie als ook het welvaren van bedrijven en huishoudens, zowel in Paris, Texas, als in Parijs, Frankrijk.

Veel regeringen hebben gewone mensen in de steek gelaten. Ze hebben de financiële markten ineffectief gereguleerd en steeds vaker voorheen onbekende financiële instrumenten laten circuleren, alsof ze een kinderspelletje speelden waarbij een pakje steeds doorgegeven wordt. Maar toen de muziek ten slotte ophield, zoals in het spelletje, wilde niemand het pakje hebben, want het was een bundeltje oninbare vorderingen.

In het rapport wordt heel terecht de nadruk gelegd op de noodzaak de samenwerking tussen de toezichthoudende instanties aan beide kanten van de oceaan te versterken, vooral nu de regeringen van plan zijn zich te richten op reddingsoperaties op de korte termijn en bankiers en individuele crediteuren te subsidiëren of te ondersteunen.

Regeringen zouden eraan moeten denken niet een verkeerd signaal af te geven aan diegenen die gewetenloos en onbezonnen te werk gaan. Via de regelgevende instanties voor de financiële markt moeten ze van de financiële instellingen transparante boekhoudmethodes en verstandige leencriteria eisen.

Hopelijk zullen dergelijke crises door de gezamenlijke inspanningen van de VS en de EU in de toekomst niet meer voorkomen.

 
  
MPphoto
 
 

  Pervenche Berès (PSE) . – (FR) Mevrouw de Voorzitter, vicevoorzitter van de Commissie, u hebt gelijk. Eerdere pogingen zijn mislukt, maar met deze willen we onze transatlantische relaties op basis van wetgeving van geval tot geval verbeteren. Er is echter één aspect dat ontbreekt in ons onderzoek van de huidige situatie, namelijk de context waarbinnen dit debat plaatsvindt. In elk dossier dat we inzien, zien we hoeveel vooruitgang aan beide zijden van de Atlantische Oceaan is geboekt met betrekking tot elke wetgevingstekst.

Maar hoe zit het met de fundamentele discussie die we met onze Amerikaanse partners over de situatie zouden moeten hebben, het risico dat hun economie in een recessie belandt, het probleem met het organiseren van ontkoppeling aan het begin van die recessie en, natuurlijk, het probleem van de wisselkoers? Met deze resolutie willen we ons niet met de wisselkoers bezighouden, maar we weten wel dat de toestand van de transatlantische betrekkingen voor een groot deel zal afhangen van ons vermogen de handel internationaal te reguleren. Als men van geval tot geval kijkt naar de status van de discussies met onze Amerikaanse wetgeversvrienden, dan hebben we ook het recht te praten over dossiers die misschien geen deel uitmaken van de transatlantische dialoog in de Raad die u hebt helpen oprichten.

Ik geef u één voorbeeld: de situatie op de vastgoedmarkt. Het is natuurlijk aan de wetgevers in de VS om te beslissen hoe ze hypotheekleningen kunnen verstrekken die een weerspiegeling zijn van de werkelijke behoeften en het leenvermogen van de bevolking van de VS en rekening te houden met wat het betekent voor de financiering van sociale huisvesting. In Europa realiseren we ons dat het terugbrengen van de financiële markten tot de normale toestand grotendeels afhangt van de vraag of de Amerikaanse financiële markt weer normaal wordt. We moeten in de dialoog met onze Amerikaanse partners daarom ook de aandacht vestigen op die elementen die afhankelijk zijn van hun vermogen hun wetgeving te veranderen.

 
  
MPphoto
 
 

  Corien Wortmann-Kool (PPE-DE).(NL) Na vannacht ziet het er niet naar uit dat er een vrouwelijke president verkozen zal worden in de Verenigde Staten, maar wie er ook president wordt, handel zal een belangrijke rol blijven spelen in de relatie met de Verenigde Staten.

Wij zijn elkaars grootste handelspartners en daarom is een goede economische samenwerking van groot belang. Hulde daarom voor commissaris Verheugen voor zijn aanpak. Wij hebben hoge verwachtingen van die transatlantische economische raad, al moeten wij beseffen dat het een langjarige investering zal zijn. Maar die raad moet een belangrijke rol gaan spelen in de harmonisering van regelgeving, het wegnemen van bureaucratie en handelsbelemmeringen. Want dan kunnen onze bedrijven gemakkelijker zaken doen in de Verenigde Staten en sluiten onze markten beter op elkaar aan.

En, commissaris, geeft u alstublieft prioriteit aan wat Erika Mann zo mooi noemde “die verrückten Maßnahmen”, daar hebben wij in het Nederlands niet zo’n mooi woord voor. Onder “verrückte Maßnahmen” valt in ieder geval de honderd procent containerscan. Die moet eigenlijk van tafel, want dat is een onzinnige maatregel die een heel slechte uitwerking zal hebben en veel te veel gaat kosten.

Voorzitter, wij moeten ook samen optrekken met de Verenigde Staten, als het gaat om onze belangen in de rest van de wereld. En dan noem ik met name de strijd tegen onveilig speelgoed uit China en de productie van nepartikelen in Azië. Want als het gaat om die nepartikelen, dan lijkt het wel dweilen met de kraan open. Het lukt ons maar niet om die stroom écht te verminderen.

Ook zou ik specifiek aandacht willen vragen voor het samen optrekken in de huidige financiële crisis. Ook daar is het urgent dat de transatlantische economische raad een goede rol gaat spelen.

Voorzitter, het is niet alleen aan de transatlantische economische raad en aan de commissaris, maar het is ook aan ons om de dialoog met het parlement in de Verenigde Staten gaande te houden: áls wij dan samen optrekken, dan kunnen wij elkaar versterken; wij zullen ons daar ook voor inzetten.

 
  
MPphoto
 
 

  Benoît Hamon (PSE) . – (FR) Mevrouw de Voorzitter, commissaris, de transatlantische economische dialoog wordt gevoerd nu er een drievoudige crisis is: de wereldwijde crisis in de wereld van de banken en financiële instellingen – waarvan het einde nog niet in zicht is –, de voedselprijzencrisis en, tot slot, de alsmaar voortdurende olieprijzencrisis. Deze crises dienen zich aan tegen de achtergrond van de opwarming van de aarde en de klimaatverandering, die ons noodzaken het tij te keren en bepaalde dogma’s waarop we de welvaart van de westerse maatschappij hebben gebaseerd, omver te werpen.

Zou versterking van onze transatlantische betrekkingen aan dit doel kunnen bijdragen? Ik denk het wel, maar het zal wel moeilijk en ingewikkeld zijn en niet zonder conflicten verlopen. In deze resolutie worden enige antwoorden geschetst die in overeenstemming zijn met de eisen en wensen die leven in de Europese en Amerikaanse samenleving. Ten eerste, het gaat er niet om dat we onze ambitie beperken tot het creëren van een transatlantisch vrijhandelszone, maar dat we er concreet aan werken dat de ontwikkeling van onze handelsbetrekkingen in dienst staat van het hogere doel van de verbetering van sociale normen en milieunormen.

Vanuit dat gezichtspunt is de resolutie waarover we morgen gaan stemmen, evenwichtig. Er wordt in erkend dat de zogenaamde hinderpalen voor handel tussen de Europese Unie en de VS vaak wetten zijn met een specifiek doel op het gebied van maatschappij, milieu, cultuur of volksgezondheid, en dat deze hinderpalen niet verwijderd kunnen worden zonder dat er een democratisch besluit genomen wordt en zonder dat er juridische stappen gezet worden om deze doelstellingen te beschermen.

In de tekst wordt de Europese Unie eveneens aangemoedigd inspiratie te halen uit bepaalde door de VS ondertekende bilaterale handelsovereenkomsten met specifieke bepalingen over arbeidswetgeving. Vooral om die redenen ben ik van mening dat deze resolutie van nut is voor de transatlantische dialoog.

 
  
MPphoto
 
 

  Malcolm Harbour (PPE-DE) . (EN) Mevrouw de Voorzitter, het is een eerbetoon aan het werk van Günther Verheugen, Jonathan Evans en ook anderen dat we hier vandaag bijeen zijn naar aanleiding van dit zeer belangrijke initiatief.

Ik wil in het bijzonder hulde brengen aan de heer Evans voor zijn politieke leiderschap, want ik ben van mening dat zijn politieke en parlementaire bijdrage absoluut essentieel is geweest.

Vorig jaar heb ik het voorrecht gehad voor de eerste keer met de delegatie van de Commissie interne markt naar Washington te gaan. We hebben een bezoek gebracht aan het Congres en beklemtoond dat de betrokkenheid in het Parlement bij deze onderwerpen wijdverspreid is.

Ik wil ook vermelden dat wij in de Commissie interne markt onlangs het genoegen hadden Nancy Nord te ontvangen, de waarnemend voorzitter van de Consumer Products Safety Committee. Dat was een rechtstreeks gevolg van ons bezoek aan Washington en er blijkt denk ik uit dat we nu de politieke dimensie gaan begrijpen.

Waarom moeten we die politieke dimensie begrijpen? Het antwoord is: omdat het werk aan technische productveiligheid en harmonisatie in het bijzonder een politieke dimensie moet hebben. Het is een bureaucratisch probleem. Als het bijvoorbeeld gaat om de auto’s waar de heer Von Wogau een tijdje geleden over sprak, dan is het probleem dat de experts in de Europese Unie en in de Verenigde Staten dus niet de politici het nog steeds niet eens zijn over fundamentele geschilpunten als emissienormen voor zware vrachtwagens of de manier waarop auto’s op veiligheid getest moeten worden.

Dat zijn geen politieke geschilpunten. Het zijn geschilpunten waar bureaucraten het niet over eens kunnen worden. Ik vind dat we dat probleem moeten aanpakken, want het kost ons allemaal grote sommen onnodig geld dat we zouden moeten uitgeven aan en investeren in het veiliger en groener maken van consumentenproducten. Daar gaat het tenslotte allemaal om.

Ik weet dat ik erop kan rekenen, commissaris, dat u dit met uw politieke leiderschapstalenten voor elkaar kunt krijgen, maar ik vind dat we allemaal bij dat proces betrokken moeten zijn niet om detailbesluiten te nemen, maar wel om tegen alle betrokkenen te zeggen: steek de koppen bij elkaar en doe wat meer je best, want we willen allemaal dat jullie het voor elkaar krijgen.

 
  
MPphoto
 
 

  Małgorzata Handzlik (PPE-DE) . (PL) Mevrouw de Voorzitter, de Trans-Atlantische Economische Raad die een jaar geleden opgericht is, is een goed middel ter bevordering van de trans-Atlantische samenwerking op het gebied van de economie. We moeten tenslotte niet vergeten dat de Verenigde Staten onze belangrijkste handelspartner is. Ik ben ervan overtuigd dat het op een doeltreffende manier vaststellen en daarna verwijderen van bestaande barrières de beste manier is om de economische groei te stimuleren. Ik hoop dat beide partijen spoedig een gedetailleerd plan zullen opstellen waarin de maatregelen opgenomen zijn die in de verschillende sector genomen moeten worden om de trans-Atlantische markt tot een succes te maken.

Dames en heren, samenwerking binnen de Trans-Atlantische Economische Raad brengt problemen met zich mee die van belang zin voor het functioneren van een gemeenschappelijke markt. Ik ben heel blij dat de bescherming van intellectuele-eigendomsrechten een van de prioriteiten is bij deze samenwerking. Ik wil u er graag aan herinneren dat de Europese Commissie vorig jaar een mededeling over de uitbreiding van het octrooistelsel in Europa heeft gepubliceerd, waarin getracht werd het debat over een Gemeenschapsoctrooi opnieuw leven in te blazen. Dit jaar wacht ik met ongeduld op een mededeling over de strategie op het gebied van intellectuele-eigendomsrechten. Op dit terrein is trans-Atlantische samenwerking zeer belangrijk. De economie van onze landen is in hoge mate op kennis gebaseerd. Dat is een van de redenen waarom de bescherming en uitvoering van intellectuele-eigendomsrechten zo uiterst belangrijk zijn.

Het is echter in het belang van onze economieën dat de door ons gewenste oplossingen ook door derde landen gerespecteerd worden. Zonder hun instemming en betrokkenheid zullen onze inspanningen niet leiden tot de gewenste effecten. Daarom moet het uitoefenen van invloed om de bescherming van intellectuele-eigendomsrechten in derde landen te verhogen, deel uitmaken van de trans-Atlantische samenwerking.

Ik reken erop dat de Trans-Atlantische Economische Raad op korte termijn een rapport publiceert over vooruitgang bij de samenwerking met betrekking tot de introductie van intellectuele-eigendomsrechten en dat in dat rapport aangegeven wordt welke maatregelen genomen zullen worden om beter te kunnen samenwerken bij de strijd tegen nagemaakte en door piraterij verkregen goederen.

 
  
MPphoto
 
 

  Czesław Adam Siekierski (PPE-DE) . (PL) Mevrouw de Voorzitter, commissaris, de Trans-Atlantische Economische Raad is in het leven geroepen om de economische samenwerking en het handelsvolume tussen de EU en de Verenigde Staten te bevorderen. Die Raad is ook een van de plaatsen waar de funderingen van een verstevigde gemeenschappelijke markt uitgewerkt worden. Laten we er goed aan denken dat we een tijd naderen waarin we gezamenlijk aan andere gebieden in de wereld veranderingen zullen moeten voorstellen in de regels en beginselen van het functioneren in de wereldwijde economie en handel.

Een belangrijk aspect van de samenwerking is het toezicht op de financiële markten en de toepassing van transparantieprincipes, zodat we de problemen die we meegemaakt hebben als gevolg van de crisis op de hypotheekmarkt, die weer geleid heeft tot turbulentie op de wereldvoedselmarkten, kunnen vermijden.

 
  
MPphoto
 
 

  Corina Creţu (PSE). – (RO) Dit debat vindt plaats voor de bijeenkomst van Europese en Amerikaanse wetgevers in Ljubljana, die ook al door u, meneer de commissaris, en door het hoofd van onze delegatie, de heer Evans, genoemd is, en ik ben ervan overtuigd dat op die bijeenkomst opnieuw de nadruk gelegd zal worden op de noodzaak van een betere trans-Atlantische dialoog.

De oprichting van de Trans-Atlantische Economische Raad sluit aan bij de noodzaak de positie van de twee partijen op elkaar af te stemmen bij de beheersing van de crises waarmee we wereldwijd geconfronteerd worden – vooral de voedselcrisis en de energiecrisis, maar ook crises op andere gebieden.

Armoede is en blijft helaas de grootste vijand van de mensheid en kan niet teruggedrongen worden zonder werkelijke samenwerking tussen internationale organen en natiestaten, maar vooral toch tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten van Amerika.

Tot slot wil ik deze gelegenheid graag aangrijpen om opnieuw de Europese Commissie om steun te verzoeken bij het oplossen van het visumprobleem. Dat zou een teken zijn van noodzakelijke solidariteit met de nieuwe lidstaten van de Europese Unie die dit probleem nog niet opgelost hebben.

 
  
MPphoto
 
 

  Peter Skinner (PSE) . (EN) Mevrouw de Voorzitter, velen hebben gesproken over heel serieuze kwesties. Natuurlijk is het heel belangrijk dat wij ervoor zorgen dat er steeds een dialoog gaande is tussen de Verenigde Staten en de Europese Unie, maar de Trans-Atlantische Economische Raad gaat vooral over resultaten. Het gaat erom dat er door de retoriek en schunnige smoesjes aan beide kanten van de oceaan, die bedacht worden om niet te hoeven doen wat we moeten doen om onze economie op te krikken, heen geprikt wordt en dat de mensen met een groeiende economie beloond worden, vooral nu we middenin een financiële crisis zitten.

Daarom ben ik zo blij echte vooruitgang te zien. Ik juich het toe dat vele mensen, bijvoorbeeld Jonathan Evans en commissaris Verheugen en collega’s in dit Huis, heel hard aan dit onderwerp gewerkt hebben en geprobeerd hebben beweging in de zaak te krijgen. Internationale standaarden voor financiële verslaggeving zijn genoemd, en ook afspraken tussen brokers en handelaren. Dat zijn allemaal goede stappen vooruit en heel belangrijke onderwerpen, maar het gaat hier niet om een boodschappenlijstje. De Trans-Atlantische Economische Raad heeft zeven prioriteiten waaraan hij zich moet houden en hij moet door de retoriek heen prikken. Het toezicht op verzekeringen is een van die prioriteiten en daarover kan misschien werkelijk overeenstemming bereikt worden – misschien niet vandaag, maar zeker in de toekomst.

 
  
MPphoto
 
 

  Günter Verheugen , vicevoorzitter van de Commissie. − (DE) Mevrouw de Voorzitter, dames en heren, in de eerste plaats wil ik u zeer bedanken voor de brede steun in dit debat voor het trans-Atlantisch economisch samenwerkingsproject. Ik wil er opnieuw de nadruk op leggen dat dit project alleen kan slagen als alle instellingen erbij betrokken zijn. De Raad heeft een rol, het Parlement heeft een rol en de Commissie doet haar best ook een bijdrage te leveren.

Ik kan diegenen die er hun zorg over uitspraken dat dit een soort trans-Atlantisch protectionisme is of dat de twee grootste en krachtigste economische regio’s in de wereld zich inmetselen, geruststellen. Ik ben het niet met hen eens. Trans-Atlantische economische samenwerking richt zich tegen niemand. Het is heel interessant dat de economische regio’s die al eerder in dit debat genoemd zijn, nu al grote interesse getoond hebben voor dit werk en ook al, min of meer ronduit, gevraagd hebben of we ons konden voorstellen iets soortgelijks met andere economische verbanden te doen.

Ik geef altijd hetzelfde antwoord: we willen afwachten of het model dat we gecreëerd hebben echt werkt, want we bevinden ons nog maar in de eerste fases. Ik wil opnieuw proberen aan te tonen dat we hier met een aantal aspecten te maken hebben. Waar het in de kern om gaat is het neerhalen van handelsbelemmeringen. De heer Harbour zei het al: dit zijn handelsbarrières. Als je er goed over nadenkt, is het onbegrijpelijk, ongelooflijk, dat we het zo veel jaar op deze manier gedaan hebben. Hij heeft absoluut gelijk. Het komt doordat de bureaucraten het niet met elkaar eens kunnen worden. Wat we hier doen is dat we de bureaucraten tot actie aanzetten, dat we ze dwingen met elkaar te praten door ze een kader aan te bieden.

Mevrouw de Voorzitter, vergunt u mij een terzijde. Al doe ik dit werk al heel lang, ik heb toch weer iets nieuws geleerd. Ik dacht altijd dat, als een politiek proces in de Verenigde Staten beheerst werd door het Witte Huis, dat een druk op de knop voldoende was en de hele regering en de uitvoerende macht deden wat de president wilde. Maar dat is zelfs in de Verenigde Staten niet het geval. Europa is niet de enige die problemen heeft met het activeren van het bureaucratisch apparaat – de Amerikanen hebben hetzelfde probleem. Dat is dus onze kerntaak. We hebben het hier over zaken waarmee we de economie aan beide kanten van de oceaan vele, vele miljarden euro’s aan onnodige kosten kunnen besparen – geld dat geïnvesteerd zou kunnen worden of gebruikt voor het creëren van banen en het bevorderen van vernuftige innovaties. Dat is wat we moeten doen.

Voor het tweede aspect moeten we veel verder vooruitkijken en bedenken of we misschien gemeenschappelijke normen zouden kunnen gebruiken. De Amerikaanse vicevoorzitter en ik waren het er bijvoorbeeld over eens dat het onzinnig is als de Verenigde Staten en Europa elk normen ontwikkelen en over deze normen op de markten van derde landen met elkaar gaan concurreren. Onder andere omdat we proberen veel meer samen te doen en problemen met toekomstige regelgeving te voorkomen, voeren we nauw overleg over nanotechnologie en bespreken we normen voor biobrandstoffen. We doen dit allemaal om te vermijden dat dit zich in de toekomst herhaalt, dat er twee gescheiden ontwikkelingen plaatsvinden.

Ik wil ook graag mijn persoonlijke visie met u delen. Ik ben van mening dat wij, gezien de uiterst uiteenlopende opvattingen hier en in de Verenigde Staten, bijvoorbeeld over hoe producten veilig gemaakt kunnen worden, uiteindelijk alleen maar ons doel kunnen bereiken als we bereid zijn oog te hebben voor elkaars opvattingen en methoden op het gebied van regelgeving. Wij moeten dan bijvoorbeeld erkennen dat de Amerikanen net zo min hun burgers willen vergiftigen als wij en de Amerikanen zouden moeten toegeven dat wij net zo min als zij onze burgers willen blootstellen aan de risico’s van elektrische apparaten. Dan is er een basis voor wederzijdse erkenning van verstandige regelgeving.

Dan het derde aspect. Dat betreft het terrein waarop de discussie van vanmiddag zich bijna uitsluitend heeft gericht. Het zijn de grote thema’s met verstrekkende, soms wereldwijde, gevolgen die hier genoemd zijn. Ik ben het eens met Erika Mann en vraag u niet te veel op ons bordje te leggen, alleen al omdat we een kaderovereenkomst hebben waarin aangegeven wordt met welke thema’s we ons wel en niet kunnen bezighouden. Er zijn veel onderwerpen aangesneden die absoluut niet in de kaderovereenkomst opgenomen zijn; voor die onderwerpen zijn er andere fora. Desalniettemin leert de ervaring dat het voor praktische samenwerking ook nodig is de grote strategische thema’s met elkaar te bespreken, zoals de toekomst van het wereldhandelssysteem, het onderwerp protectionisme, het omgaan met investeringen uit overheidsfondsen, de prijzen van voedsel en energie en de eventuele noodzaak financiële diensten te reguleren. En dat is ook precies waar we mee bezig zijn. We hebben een manier gevonden om heel snel en flexibel te reageren. Ik kan daarom niet uitsluiten dat we op de lange termijn thema’s gaan bespreken die uitgaan boven datgene wat in de kaderovereenkomst is vastgelegd.

Ik herhaal: dit debat heeft me gestimuleerd op de ingeslagen weg voort te gaan en ervoor te zorgen dat we deze keer wél slagen. Samen kunnen we enorm veel, maar we hebben onze mogelijkheden bij lange na niet uitgebuit. Als we de barrières slechten die ons verhinderen ons volledig economisch potentieel te benutten, kunnen we veel meer doen om onze politieke, sociale en ecologische doelstellingen te bereiken. Daar gaat het om.

 
  
  

VOORZITTER: Manuel António DOS SANTOS
Ondervoorzitter

 
  
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. – Ik heb zes ontwerpresoluties(1)overeenkomstig artikel 103, lid 2, van het Reglement ontvangen.

Het debat is gesloten.

De stemming vindt morgen plaats.

Schriftelijke verklaringen (artikel 142)

 
  
MPphoto
 
 

  Tunne Kelam (PPE-DE), schriftelijk. (EN) Het debat van vandaag staat sterk in het teken van de mondiale uitdagingen. We moeten niet kibbelen over de problemen uit het verleden en details van de wederzijdse betrekkingen, maar we moeten beseffen dat de EU op mondiale schaal zeven procent van de wereldbevolking vertegenwoordigt. Er bestaat maar één oplossing om deze steeds grotere uitdagingen echt het hoofd te bieden: de twee grootste democratische vrijhandelszones moeten hun krachten bundelen. Er bestaat geen enkel alternatief voor de nauwst mogelijke transatlantische samenwerking. Dit is geen kwestie van een wenselijk vooruitzicht voor de lange termijn.

Vorig jaar hebben het Europees Parlement en het Amerikaanse Congres een veelbelovende eerste stap gezet. Zij hebben zich een ambitieus doel gesteld, namelijk om de transatlantische markt in 2015 te voltooien. Om deze doelstelling te kunnen verwezenlijken, hebben we de volledige medewerking van zowel de Raad als de Commissie nodig.

De eerste taak is om alle bestaande hindernissen in kaart te brengen en uit de weg te ruimen – zowel politieke als technische. De tweede taak is om een bondig document op te stellen waarin alle redenen en voordelen aan het grote publiek worden uitgelegd.

Ten slotte mogen we niet vergeten dat de doelstellingen van de strategie van Lissabon het best kunnen worden bereikt door de verwezenlijking van een daadwerkelijke en doeltreffende transatlantische integratie.

 
  

(1)Zie notulen.

Juridische mededeling - Privacybeleid